ïSsi Het paard van de bisschop in de kathedraal ZATERDAG 26 MEI 1973 LEIDSE COURANT PAGINA 10 Juniorenhoek Zevenhonderd jaar geleden leefde op het Bretonse schiereiland een priester, die er net zo over dacht als een heleboel mensen vandaag de dag: waarom is er zoveel verschil tussen arm en rijk. Waarom hebben sommige mensen te veel en anderen te weinig? Van Ivo, zo heette de priester, zeggen de mensen °P dat schiereiland ook na nog dat hij een heilige was dïe vocht voor gelijkheid. In die tijd was Philips de Schone kejning van dat land. Een koning, oiooi om te zien, mooi gekleed, en om ringd door mooie dingjui. Daar heb je veel geld voor iodig en de koning eiste dat van zijn on derdanen door ze heel hoge be lasting te laten betalen. Zo werd de schatkist weer gevuld, als de bodem was te zien. Op een kwade dag kreeg de bis schop van Ivö een brief van de koning, waarim hem zulk een hoge belasting werd gevraagd, dat de arme bisschop het onmo gelijk kon betalen. Maar met zulke slechte betalers wist de vorst wel raad: hij stuurde zijn soldaten naar het schiereiland om het huis van de bisschop leeg te halen, alle bezittingen te verkopen en het geld mee terug te brengen. De bisscho p be greep wel dat dit gebeuren ging en ook Ivo begreep dat. „Ach, mijn boeken zuchtte de bisschop, „en mijn bidstoel, en mijn paard..." .Maar Ivo stelde hem gerust: ,,Ik weet wel raad, mar dan moet u alles aan mij overlaten. Als u het eenvoudige voor lief wilt nemen, trek tu in mijn huis en ik zorg dat de sol daten van u niets weg kunnen halen". De bisschop nam het aanbod dankbaar aan. Hij trok in het huisje van Ivo en waagde zich niet meer naar buiten, want hij durfde de soldaten niet onder ogen komen. vond dat het hoog tijd werd het dier frisse lucht te laten snuiven hem eens lekker te laten Dac/l( je dat voetballen pas ronddraven in de Bretonse den. Toen Ivo op een ogenblik aan het fornuis bezig was spek te bakken, siste het zó hard in de pan, dat hij niet hoorde dat de staljongen er stilletjes met het paard vandoor ging. „Door de kleine sacristiedeur kom ik best ongezien met hem naar buiten", dacht de jongen. Mar toen het paard de buitenlucht rook en de mooie wolkenstoeten zag, begon het te hinniken van plezier... Meteen vlogen de sol daten overeind. Ze zagen het paard en wilden het beetnemen. Maar Ivo ook had het gehinnik gehoord. Hij zag de open deur en begreep dat de staljongen met het paard naar buiten was gegaan. Hij liet het hele heb ben en houden van de bisschop in de steek en kwam nog juist op tijd om de teugel te grijpen en zich tegen de soldaten op te stellen.Dat maakte de dienaren van de koning zo woedend. Zij sloegen de priester bont en blauw en het zou slecht met hem zijn afgelopen, als de arme vrienden niet in de buurt waren geweest. Ze kwamen hem te hulp: jongens gooiden met ste nen, kreupelen sloegen met stokken, en wie niets anders kon doen dan schreeuwen, deed dat dan ook zó hard, dat heel het dorp uitliep om tegen de soldaten te vechten. Maar dat was al niet meer nodig, want Ivo, die de sacristiedeur vlug weer had gesloten, sprong op het paard en reed het naar zijn eigen welbekende stal in het huis van de bisschop. Nauwelijks was hij daarbinnen of er barstte een verschrikkelijk onweer los. De bliksem flitste, de donder knalde en de regen gutste uit de wolken bij stromen. Toen riep Ivo zijn dierbare arme Het werd avond, het werd nacht vrienden te hulp en daar kwa men ze: Jong en oud. ziek of gebogen, mager en vrolijk of hongerig en ongelukkig. „Wie helpt er mee de bisschop te ver huizen naar de kathedraal?" vroeg hij. Met z'n allen brachten ze het hele hebben en houden van de bisschop in de mooie kerk. Eerst natuurlijk de dier bare boeken, maar daarna ook zijn kerkgewaden, zijn kruis beelden, rozenkransen en schil derijen van heiligen, en ook zijn bed. stoelen en tafels, zijn for nuis met potten en pannen, zijn keukenvoorraad en ten slotte A[s je i op het plein voor de kathe draal steeg het water zo hoog, dat de tenten van de soldaten overstroomd werden. De plas sen veranderden in beken en alle bezittingen van de soldaten ook het paard met voldoende hooi en water voor een lange tijd. Dit ales sloot Ivo in de ka thedraal en hij sloot zichzelf en de staljongen *rbij op. Juist op tijd, want daar kwamen de soldaten van de koning al aan. Tot hun verbazing vonden ze het huis van de. bisschop zó leeg, dat zelfs een muis er niets meer te knagen kon vinden. Als je een bisschop zoekt en hij is niet thuis, ga je naar de kathe draal. Dat deden de soldaten komt, kun je daar dikwijls een beeld van Ivo zien. Meestal zit hij tussen twee mensen in. tus sen een al te rijke en een al te arme man. De rijke (en dat was in dit verhaal de koning) houdt zijn handen op de zakken. Dat betekent: ik houd wat ik heb en geef niets werg, maar als het kan neem ik ook nog van en ander. De arme laat zijn lege handen zien, en dat wil zeggen: ik heb niets, maar mis- schien wilt u wat geven dan ook. maar de kerkdeur was of de koning vee, a0|, de armfn gegeven heeft, is niet bekend. werden meegesleurd. De volgen- Met dobbelstenen kun je allerlei de morgen braken zij hun kamp u"u op en marcheerden af. Terug naar de koning aan wie zij pre cies verslag uitbrachten: het hele huishouden van de bisschop staat in de kathedraal en alle armen nemen het voor hem op. Dan kan hij toch onmogelijk rijk zijn, zeiden ze. nu in Bretonse kerkjes ken, naar de middelste vouw en gezellige spelletjes doen. Heb je dat is figuur 6. Dan moet je klei- geen dobbelstenen? Nou. dan ne driehoeken hebben, vier stuks gaan we die toch maken. Op de (een aan iedere kant) en die schuif op slot. Toen klommen er een paar tegen de muur omhoog en keken door een kerkraam naar binnen. Het was niet te geloven wat zij daar zagen! Er stond een heel huishoudentje in de kerk, een bed met lakens en de kens, een kast en een tafel en een bidstoel. Dat was de slaap kamer. Een fornuis, potten en pannen, borden en bekers, ta fels en banken. Dat was een grote keuken. En verderop, daar was een stal gemaakt, er stond een paard! Nu was het in die dagen een gro te schande iets uit een kerk weg te nemen (eerlijk gezegd is het dat vandaag nog steeds). De soldaten durfden dan ook niet de deur open te rammen. Ze sloegen hun tenten op vóór de kathedraal en bivakkeerden daar in de hooP dat er iets zou gebeuren, waardoor ze toch de bezittingen van de bisschop te pakken konden krijgen om ze te verkopen. Dat duurde zo al een hele tijd. De soldaten luierden en sliepen bui ten. Ivo bad, werkte en sliep in het rare huishouden binnen, en de bisschop hield zich verscho len in Ivo's huisje. Maar het paard van de bisschop kon het in de kerk niet lang meer uit houden. De staljongens, die erg veel van het lieve dier hield, Maar dat Ivo en de bisschip al les met ze deelden, dat weten ze op het Bretonse schiereiland na zeven eeuwen nóg. tekening zie je hoe het moet maar we zullen het bovendien uitleggen. Neem een stuk papier van 20 bij 20 'cm. Om het gemak kelijker te maken kun je de lij nen van figuur 1 er op tekenen. Daar gaan we. Vouw het papier tweemaal van hoek tot hoek. Vouw het weer uit elkaar en draai het om, zodat de andere kant boven ligt. Vouw het dan zo dat je de vouwen van het kruis op figuur 1 erin krijgt. Helemaal vlak leg gen en vastpakken bij de ster retjes op figuur 1. Als je die ster retjes bij elkaar brengt, heb je figuur 2. Vouw dan verder tot je figuur 3 hebt. Dan krijg je nieu we hoeken die je naar de mid delste vouw moet buigen, zodat je figuur 4 krijgt. De beide hoe ken, die tegen de bovenkant van de driehoek liggen, worden naar buiten geknikt tot ze tegen de kanten van de grote driehoek zit ten, waardoor je figuur 5 krijgt. Daarna weer naar binnen knik- i het „zakje" dat is ontstaan (figuur 7). Draai de hele zaak om en vouw alles ook zo aan de andere kant. Dan heb je figuur 8 gemaakt. Je blaast flink door 't open stukje dat de pijl aangeeft en dan zal je zien dat de dobbel steen zichzelf ontvouwt. Maak de vouwen scherp en de dobbel steen is klaar. Een heel karwei, hoor, waarbij je goed moet uit kijken want je maakt zo een fout. Een dan krijg je geen dobbel steen. Oplossing vorige week Een heel moeilijke opgave. Die jager kijkt niet voor niets zo verbaasd. Zo'n dier heeft hij nog nooit gezien en jullie vast en zeker ook niet. Het is dan ook een heel gek dier, dat uit alle delen van verschillende beesten bestaat. Het zijn er zes. Kunnen jullie ze vinden? de laatste tijd was? Tweeduizend jaar geleden speelden de Chinezen al iets dat sterk op voetbal leek. Ze noemden het Tsu-Chu. Veertienhonderd jaar geleden speelden de Japanners Kemari, ook voetbal. In 1100 begon Engeland ermee en in 1572 werd er zo druk gevoetbald dat koningin Elizabeth verbood om binnen de muren van de stad Londen te voetballen. Een heel be roemde wedstrijd was die in 1887 voor de Engelse voetbalbeker. Toen won Preston North End met niet minder dan 26-0 van Hyde. Na de wedstrijd viel de doelman van Hyde van ellende flauw. Ook de doel man van Preston zakte tegen de grond maar dat was omdat hij het zo koud had want hij had de hele wedstrijd niets te doen gehad. Tot overmaat van alle ellende vergat de scheidsrechter op tijd de wed strijd te laten eindigen zodat de arme lieden ook nog acht minuten te lang speelden. Er was voor de rust een tijd van zeven minuten waar in zes doelpunten werden gemaakt. Als zoiets nou nog eens op de televisie zou kunnen komen AFLEVERING 129 „Hoe bedoel je dat? Bestaat er dan een goede en een verkeerde manier om mensen uit te nodigen?. „Ik bedoel de verkeerde manier voor ons. Is het niet bij je opgekomen, mij eerst te vragen of ik er bezwaar tegen had? Voor je haar uitnodigde". „Nee, eerlijk gezegd niet". „Waarom niet?" „Omdat ik geen ogenblik heb geloofd, dat jij bezwaar zou hebben". „Ik heb geen bezwaar: hoe vaak moet ik dat nog zeggen? Maar ik had graag gewild, dat je eerst met mij had overlegd". „Waarom zou ik, als je toch geen bezwaar hebt? Als het iemand was geweest van wie ik wist dat jij hem of haar liever niet zag, zou ik het je natuurlijk eerst hebben ge vraagd". Ian begon te beseffen, dat hij toch niet ver der kwam. „O, nou. laten we het daar dan maar bij laten. Hij wilde de kamer uit gaan. „Als je haar liever niet hier wilt hebben, zeg het dan. Dan zeg ik haar af". „Dat is het hem nu juist. Begrijp je dan niet dat het daarvoor te Iaat is, nu je haar hebt gevraagd? Je kunt haar nu niet afzagen zonder haar te kwetsen". „Je hebt liever niet dat ze komt, hè? Zeg eens eerlijk?" Ian greep haar bij haar schouders alsof hij het begrip in haar wil de schudden. „Het kan me niets schelen. Heus, het kan me niet schelen..o, laten we er over ophou den." Toen de deur achter hem dicht ging, probeer de Freda te begrijpen waarom hij zo te keer was gegaan. Ze kon geen andere re den bedenken, dan dat hij inderdaad niet wilde dat ze kwam, maar het niet wilde toegeven. Waarom niet, in 's hemelsnaam? Enfin, Sheila kwam, en daarmee afgelo- De bediende van de advocaat vond Sheila's voordeur gesloten. Toen hij op deur bons de, hoorde hij Sheila roepen, dat hij vier deuren verder links het steegje in moest en via de achterdeur binnenkomen. Het oude radiotoestel gaf het nieuws van zes uur met zoveel storingen door, dat ze het ervan op haar zenuwen kreeg. „Achthon derd van onze bommenwerpers hebben Dresden gebombardeerd. Er werd aanzien lijke schade toegebracht aan militaire in stallaties". Toen ze het toestel afzette om de bezoeker binnen te laten, kwam in een flits even de gedachte in haar op, dat David er mis schien bij was geweest. Ze was weer aan 't pakken geweest. „Gaat u verhuizen, mevrouw Ashton? U wilt ons daar wel van in kennis stellen, hè? We moeten de stukken prima in orde houden. U kunt zich niet voorstellen wat een werk dat is in oorlogstijd. De mensen verhuizen maar, en dat geeft allemaal extra werk en het schept alle mogelijke problemen. Zo, ik zal nu maar terzake komen, als u het goed vindt, want alles kost tijd, hè? Meneer Os good de compagnon die u hebt gespro ken vroeg me op mijn weg naar huis even bij u langs te gaan. Het is voor mij niet ver om, niet meer dan anderhalve mi nuut. Waar was ik ook weer? O, ja. Meneer Osgood dacht, daar hij geen antwoord heeft gekregen op zijn brief aan mevrouw Gartside de eh andere vrouw en ook niet op de volgende; wij doen dat automa tisch, ziet u, ik noteer het in mijn agenda, als we een antwoord krijgen. We sluiten dan een kopie van de eerste brief in, met de vraag of die ontvangen is. Kunt u mij volgen, mevrouw Ashton?" „Dat kon ze niet helemaal, maar het leek haar van minder belang. „Ja gaat u door". „Dus omdat we geen antwoord kregen, dacht meneer Osgood, dat ze misschien recht streeks aan u had geschreven. Mevrouw Gartside, bedoel ik. Heeft ze dat gedaan? Aan u geschreven, bedoel ik?" „Nee, ik heb niets van haar gehoord, weet ook niet of ze mijn adres heeft Waarover zou ze aan mij moeten schrij ven?" „O, dat weet je nooit. Sommige mensa schrijven niet graag aan advocaten. Mis schien gaf ze er de voorkeur aan het u zeggen. Dat ze bereid is een verklaring te leggen voor uw echtscheidingsproces Aan de andere kant zou ze u misschien eet scherpe brief hebben kunnen schrijven met de vraag hoe u haar advocaten haar dak durft te sturen. Dat weet je nooi bij sommige mensen". „Ik geloof niet dat haar man het prettig z; vinden dat ze iets bekent". „Nou, als ze schrijft wat het ook is meneer Osgood u dankbaar zijn, als u hem direct laat brengen. U moet dan ns tuurlijk het desbetreffende document mee brengen". naar zijn advocatentaaltje luisterde. Sheila probeerde niet te lachen terwijl zal ik natuurlijk doen." „Nou, dan ga ik maar weer. Ik zal nie meer van uw kostbare tijd in beslag ne „Het spijt me, dat u achterom moest komen II: heb de voordeur moeten grendelen, dat die bij deze wind telkens open waai: Er is een man nodig om hem te maken mijn man...enfin, dat weet u". „Ja, ik begrijp het. Nou, goedenavond da maar, mevrouw Ashton. Aarzel vooral nie u.tot ons te wenden als we u ook ma germate van dienst kunnen zijn. Goeder avond". Toen hoj weg was, ging Sheila naar de voo: deur. Ze trok de ladenkast weg, die ze tegenaan had gezet om de wind buiten houden. Er lagen drie brieven achter, di blijkbaar in de brievenbus waren gestop De bovenste was van mevrouw Thomas, di schreef dat Peter en Janet van de genoten. De tweede was van het gemeente huis; een of ander formulier of circulair waarvan ze niets begreep en zich ook niet aantrok. De laatste was in een onbeken handschrift geschreven. Onderaan de twee de bladzij stond de ondertekening „Peggj Gartside (Mrs.)". Ze haastte zich naar de achtereur, m kleine man in e zwarte jas en gestreept broek was al weg. Ze begon de brief te Ie zen terwijl ze langzaam naar de keuken te rugliep. Suske en Wiske De Poppen- pakker ^BZ7TNOI7AU AjAAf* DIE FOTO l/AN SJAKIE SWflR-T TE 1 Kf5»£EW- 2E J s. s-ln- j 387 WEMEAJ EEAJ PAAfc 2AL JE qoB D NJ POCAJ /0£EF...)j rZIEJE twEc.? Her TfflC^jSS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 10