Harrie Bannink HEEFT GEEN VERKLARING VOOR HET SUCCES VAN EEN LIEDJE Sport pat nooit verloren, ofschoon de mokers er intussen genoeg van hebben Musical-componist Harrie Ban nink staat er uit pure verbazing nog van te kijken. Een liedje, door Annie M. G. Schmidt even vluchtig als vlug uit de balpen gezogen en door hem tussen neus en lippen door op toon gezet, snel de binnen de kortste keren naar de ijle hoogten van de topper „Op een rfiooie Pink sterdag" werden aldus de functie van het -vaderschap (hij is er voor de centen en de rest is flauwekul), alsmede de frivoliteiten van een Franse zanger en de buitelingen van de gemiddelde behanger schrijlings de showbiz binnen geloodst. Een lyrische belijde nis van ironische levenswijshe den, die aanvankelijk niet in het liDretto stond van de musi cal ..Heerlijk duurt het langst". Harrie Bannink: „We zaten destijds in de laatste repetitie van deze musical. Op een ge geven ogenblik hadden we die turbulente scène waarin een vader voor het voldongen feit wordt geplaatst van een op standige dochter, die met haar verwachting uitdagend de we reld tegemoet treedt. In de musical paste np die plaats een anti-climax, een even te rugdraaien van de spanning in een brok onderkoelde melan cholie. Iedereen voelde dat zo aan, ook Annie Schmidt, die het gewenste liedje als het ware uit haar mouw schudde. Het was er ineens. Ik met die tekst naar huis, naar de piano, en daar kwam als -het ware vanzelf de melodie voor de dag. Ik heb nog nooit zo snel een wijsje gevonden. Ik ervaar componeren als hard werken, met uren, soms dagen voor je piano zitten zonder dat er iets redelijks uit komt. Maar toen moest het vlug en ging het ook vlug. Ik ben me dat zelf niet zo bewust geweest, maar nu moet ik zeggen, dat het succes van dit liedje hierin bestaat, dat tekst en melodie wonder wel in elkaar passen, precies dezelfde sfeer oproepen. En dat is een verschijnsel waar ik geen verklaring voor heb. Waarom lukt dit bij het ene liedje beter dan bij het ande re? Daar kom je nooit ach ter". Kruidenier Er bestaan trouwens meer din gen die Harrie Bannink niet kan verklaren. Waar komt zijn muzikaliteit vandaan? Hij zou kruidenier worden bij zijn va- Harrie Bannink samen met Annie op een nieuwe elpee vol succesliedjes: Lachen mag van God. der in Enschede. Maar als Harrie ergens kwam waar een piano stond, kon hij zijn vin gers niet thuis houden. Dan bakte hij zoete broodjes op de toetsen. Gaat wel over, dacht de oude Bannink, die intussen een huurpiano liet komen met de bedoeling de huur op te zeggen als Harrie zich zat gegeten zou hebben aan de noten. Vergeefs voornemen. Na de bevrijding ging Harrie spelen voor de En gelsen en de Canadezen, kreeg lessen van Kees van Baaren en geraakte via Springplank van de KRO in het kleinkunst- wereldje. Bij de KRO leerden ze hem ook om teksten op mu ziek te zetten, soms een hei dens karwei als de verhaaltjes geen klank in je losmaken, een andere keer een verrukking als de wijs vanzelf opwelt uit de woorden. De prikkel van de pikante worsteling met deze materie heeft Harrie nooit meer kunnen missen. Als het niet lukte heeft hij dan ook in het zweet zijns aanschijns zich kunnen verlustigen in de vele liedjes die hij maakte voor Connie Stuart, die destijds sa men met Joop Doderer een VARA-programma deed. Voor Wim Sonneveld gaf hij melodi sche vleugels aan frater Ve- nantius, Tearoom Tango en Nikkelen Nelis. Het is Connie Stuart geweest, die het idee heeft gelanceerd om Harrie en Annie Schmidt samen iets te laten doen. Dit leidde tot „Heerlijk duurt het langst", „En nu naar bed" en momen- Weggooi-tijd Harrie Bannink: „Met „Wat een planeet" zitten we nu in wat ik noem de weggool-tljd. Er komen teksten, cr ontstaan muz'ekjcs, die het bij nader in zien niet blijken te doen. Dan gaan ze de prullenmand in en beginnen we van voren af aan. Dat is ontmoedigend en je zou de hele zaak erbij neergooien als je niet wist, dat je het toch niet laten kon. Leven zonder muziek is voor mij niet denk baar. En toch ben ik geen jeugdtalent. Als tiener viel ik in slaap bij een fluitconcert van Mozart. Wat me uit die ja ren wel is bijgebleven en wat me eigenlijk nog steeds inspi reert is de Prélude ft l'après- midi d'un faune van Debussy, een lyrisch en ijl stemmings beeld, opgeroepen door een lome, verre fluit. Je moet als jongere muziek mooi leren vin den, maar sommige muziek raak je onmiddellijk waar je weerloos bent. Dat heb ik nu nog in de pop met bijv. een jongen als Elton John Don't shoot the pianist. Uit het hele popgebeuren blijkt, dat er bij de jeugd enorme muzikaliteit voorhanden is. Het kaf scheidt zich vanzelf van het koren, want ook zij zullen moeten le ren, dat muziek au fond een ambacht is, een denkproces, dat niet aan komt waaien, maar waarvoor je moet gaan zitten. Ik heb langs strand cn duin gewandeld in de hoop dat het zou komen. Vergeet het maar, mijn muziek ontstaat thuis met uren blijkbaar zin loos zwoegen". Net als Wim Kan kun je Har rie voor een goed stuk muziek wakker maken, maar je moet het natuurlijk niet doen. Hij is gevoelig voor de vreugde in zichzelf, wanneer hii een goed stuk muziek hoort dat hij zelf heeft gemaakt: maar soms dringen ook de wanklanken weer tot zijn Oren door, die hij heeft geproduceerd, toen hij nog met schande wijs moest worden en hij radio-orkesten dingen liet doen. die helemaal niet kunnen. Nog een geluk, dat Phonogram alleen maar de successen van hem altijd op de plaat heeft gezet, zoals nu weer een elpee samen met An nie van het beste dat zij heb ben gemaakt onder de titel: „Lachen mag van God". Harrie Bannink: „Ik kan niet zeggen, dat ik een goede com ponist ben. Muziek is geluid, welluidend geluld, en die pro beer Ik te maken. Daarmee voorzie ik blijkbaar in een be hoefte net als wanneer ik krui denier zou zijn geworden. Zoals een kunstschilder met verf werkt een componist met tonen, twaalf maar. Het blijft afwachten of het iets moois wordt". TON OLIEMULLER Voor velen het toppunt van kijkvermaak. Voor anderen een bron ver ergernis en stij gende verbazing. Het populaire NCRV-zaterdagavondprogram- ma Zeskamp Sport, een knap uitgedacht staaltjè ver maak gericht op de grote mas sa. Een geplande puinhoop. Een programma met een der mate hoge kijkdichtheid, dat de NCRV ondanks de tegenzin van de makers onlangs besloot er nog maar een jaar mee door te gaan. Bij dit besluit speelt een grote rol dat te vre zen valt dat de TROS de lege plaats direct zal opvullen met een identiek programma. Komend winterseizoen gaat Zeskamp Sport het zevende jaar in. Een ongekend lange periode voor een amusement sprogramma. En na al die ja ren heeft men er nog niet ge noeg van. Tot groot verdriet van de makers, die het onder hand zat zijn, vertonen de kijkcijfers nog steeds een stij gende lijn. Zeskamp Sport is geen buitensporig duur pro gramma. De NCRV betaalt het vervoer van de deelnemers, de apparatuur en de speelruimte, de uitverkoren equipes en de rest. Een rest die inhoudt de „racewagen", kosten tussen de twee en de vijfduizend gulden, de kleding, de trainer en de begeleider. Nu spreken we nog niet eens over de vrije tijd, die de deelnemers aan Zeskamp Sport aan het spel opofferen. Wil men behoorlijk uit de bus komen, dan moet er minstens viermaal in de week zo'n twee uur intensief aan de conditie gewerkt worden. Het gebruik van alcohol en tabak zijn na tuurlijk gedurende de wed strijd-periode uit den boze. Je moet er wat voor over hebben om als „gratis artiest" de NCRV aan een goed lopend programma te helpen. Het enige niet te onderschatten werk, dat de NCRV aan Zes kamp Sport heeft, is het uit denken van de „oefeningen" een maandelijks terugkerend probleem, dat iedere maal gro ter wordt daar de speciaal voor dit programma aange trokken „vindingrijke geesten" zo langzamerhand ook aan het einde van hun latijn zijn. De „grappen" mogen niet eento nig worden, moeten uitvoer baar zijn en moeten zo zijn uit gedacht dat er onder geen be ding ongelukken kunnen gebeu ren, alhoewel de kijker wei eens meewarig met het hoofd zal schudden om de gevaarlij ke capriolen die de deelnemers moeten uitvoeren, kan men wat dat betreft gerust zijn. Alle onderdelen zijn goed uitge dacht en vele malen zowel „thuis" als in de zaal gerepe teerd. Hierdoor is het in prin cipe uitgesloten dat er ernstig gewonden of doden vallen. Natuurlijk loopt iemand wel eens een verstuikte enkel, wat schrammen, schaafwonden of gescheurde spieren op, dat zijn echter bijzaken die de ware sportman voor zijn prestatie moet over hebben. Zuiver spel Want hoewel de NCRV Zes kamp Sport zuiver als spel heeft gelanceerd, zien de deel nemers het als een keiharde sport. Met alle gevolgen van dien. Men loopt doodserieus een met groene zeep inge smeerde helling op en peinst er niet over om na de eerste „doodsmak" het loodje er bij te leggen. De prestatie, de overwinning, is het belangrijk ste. De verliezer wordt ver guisd, de overwinnaar beju beld. De Zeskamp-trofee staat gelijk aan de Europacup. De deelnemers worden in de des betreffende stad gezien als ware helden. Van dit ookpunt uit gezien is het een beetje te begrijpen, dat er fanatiek getraind wordt en dat men voor de goede zaak vrij grote financiële of fers over heeft. Een Hansje Bunschoten, amateur-zwem- kampioene. ontzegt zich im mers ook alles om als eerste van ons lage-landje-bij-de-zee de wallekant te kunnen aantik ken. En waarom zou je die prestatie niet op één lijn kun nen zetten met hetgeen in Zes kamp sport volbracht wordt? De roem is beider streven. De NCR V-program mam akers hebben het zeven jaar geleden goed gezien. Wij zijn een volk je met een alles overtreffende sportmentaliteit. Maar dat niet alleen. Wij zijn ook een volje dat het zuivere supporters- bloed door de aderen vloeit. Nederland is het land van de spandoeken en de gescandeer de aanmoedigingskreten. We weten van wanten. Voor de vele, vele kilometers die per autobus moeten worden afge legd om bij onze helden te zijn, deinzen we niet terug. We zijn er bij. Hoe dan ook en waar dan ook. Dan zal nie mand verbazen dat de zalen de grootste die ons land rijk is, weken voor de match tot de laatste plaats uitverkocht zijn. Cupsfeer Een aardige bijkomstigheid voor de NCRV overigens, daar :e van deze opbrengst de zaal huur kunnen betalen. Weer een Spelonderdeel mef grote hilariteit: hou de box schoon. onkostenpost van de lijst ge schrapt. Tijdens een uitzending van Zeskamp Sport zijn taferelen, die normaal bij cupwedstrijden te zien zijn, niet vreemd. Met dit verschil dat er geen hoog hek rond de vloer waar alles zich afspeelt is opgetrokken en dat de politie met de gevaar lijk briesende honden door af wezigheid schittert. Vandaar de complete chaos die groter wordt naarmate het einde van het spel nadert. Want een held is er om aangeraakt te wor den. Dus met z'n duizenden opgerukt. Je houdt er altijd wel een souvenier aan over. Voor de bezoekers is het pro gramma overigens veel min der aantrekkelijk dan voor de kijker. Tegelijkertijd zijn er op verschillende plaatsen in de zaak groepen bezig. De came ra selecteert het leukste er uit, maar voor de toeschouwers is het nogal onoverzichtelijk. De supporters hebben hier weinig last van. Zij komen immers voor hun helden en hebben daar alleen maar oog voor. Hoogstens schelden de burgers uit de verschillende steden die bij toeval naast elkander heb ben moeten plaatsnemen el kaar de huid vol. Verdraag zaamheid kan je in het vuur van het spel rustig vergeten. Vanavond gaat het dan einde lijk gebeuren. De finale, de be kroning of de jammerlijke af gang van een heel seizoen hard trainen en veie ontzeggin gen. Dit grootse festijn vindt plaats in de enorme Rijnhal te Arnhem. Nog enkele weken spanning. Gaat Geleen, Raalte of Zandvoort met de begeerde Zeskamp-trofee naar huis? ROELFIEN SANT op het droge, een sportprestatie van de bovenste plank

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 13