Na de aftocht van Amerika:
jungle van vraagtekens
Watergate kan einde van Nixon betekenen
VRIJDAG 11 MEI 1973
LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Halve steden zijn weggevaagd door de bombardementen.
President Nguyen Van Thieu en
zijn Messiaans-totalitaire gene-
raalsregime zijn hoog boven de
Vietnamees uitgegroeid. Met
Boeddha, God, Confucius en de
zon als trouwe handlangers en
een leger van een miljoen man
schappen dat tot de gemanipu
leerde gunstelingen behoort, is
er vooralsnog geen gevaar voor
de stabiliteit van de presidentië
le troon.
Vietnam is het land van de hal
ve waarheden, de regels van de
etiquette, de bamboestokken die
plooien met de wind. De burgers
voelen zich hulpeloos tegenover
de politieke instrumenten die
hun leven van een verre afstand
beheersen. Ze worden overdon
derd door de „soft-sell-stljl" van
de generaals die een angstwek
kende gelooiwaardigheid teweeg
brengt aan de holle frazen en
leuzen. De oppositie de fa
meuze derde macht waaróver
zoveel sprake is geweest is
kompleet de grond ingeboord
en aan de universiteiten woekert
een schrikbarend anti-intellectua-
lisme. Iedere discussie over de
gezamenlijke politiek verken
nend en impressionistisch. In
feite niet vóór maar tegen iets
het besef dat president Thieu in
staat is elke politieke motivatie
bij het overgrote deel van de be
volking volledig weggevallen.
Om zich te verantwoorden steu
nen de politieke leiders op de
misdaden van een ander. Ner
gens ter wereld is de corruptie
zo doorzichtelijk als in Vietnam.
De „zwarte manipulaties" heb
ben er de onverbiddelijkheid van
een staatsgodsdienst.- Alle admi
nistratieve kaders, het leger, de
politieze reageren nog al
leen op het geritsel van de pias
ters.
Thieu heeft geen andere keuze:
wil hij niet het risico lopen om
het zoveelste slachtoffer te wor
den van een staatsgreep, dan
moet hij zijn generaals en offi
cieren hun corrupte gangetje la
ten gaan. En het arme, lieve
volk dan?' Ach, wat vraagt een
mens, die in zijn leven niets an
ders gekend heeft dan oorlog,
nog meer dan een schoteltje
rijst, een vissoepje en een
vrouw om te beminnen. En ove
rigens, Boeddha zal later wel
zorgen voor de Wiedergutma-
chung.
De corruptie van het regime in
Saigon moet ongetwijfeld alle
Aziatische records kloppen. De
eerste avond in Saigon werd ik
al door een buitenlands corres
pondent gewaarschuwd: waag u
niet in het duister in de buiten
wijken van de stad, want je
loopt de kans door een politiepa
trouille meegevoerd te worden
naar een steegje en je komt er
pas weer uit wanneer ze je vol
ledig leeg geklopt hebben.
Verkeersboeten worden in Viet
nam zoqder enige scrupule ach
terovergedrukt. Aan de bruggen
moet je soms zware tollen beta
len aan een handvol politie-agen-
ten die met een machinegeweer
in de hand natuurlijk heer en
meester zijn op de eenzame rou
tes, ver van Saigon. Het politie
apparaat is zelfs gespecialiceerd
in de verkoop van camera's,
transistors en andere westerse
snufjes, die ze bij hun controles
hebben achtergehouden en enke
le dagen later via aanverwante
tussenpersonen „gloednieuw" te
koop léggen op de dievenmarkt.
De staatsambtenaren blijven
evenmin achter. Toen ik in een
PTT-kantoor van Saigon een
tekst per telex wilde laten door
seinen, moest ik vooraf voor de
bediende 30 gulden neertellen.
Zonder stee'kpenningen krijg je
in Vietnam geen enkel ambtelijk
papier. Zelfs de commandant
van het leger die ons een ver
gunning moest toestaan om in
oorlogszones te reizen weigerde
zijn stempeltje te zetten zonder
de voorafgaande betaling van 90
gulden. Douane- en andere
staatsambtenaren aarzelen ook
niet om staat«goederen voor een
zacht prijsje van de hand te
doen.
Kortom er wordt naar hartelust
gesjacherd met voedselvoorra
den, vergunningen, importpapie
ren en andere staatssnoepjes.
Ook het leger laat het niet afwe
ten zonder extraatjes. Officieren
die soldij achterhouden en siga
retten voor de zwarte markt op
slaan, voelen zich hoegenaamd
niet bevlekt in hun beroepseer.
Ze kunnen overigens altijd wel
refereren aan de generaals die
het met de buitenlandse inves
teerders op een akkoordje
gooien en in de winstgevende
opiumhandel betrokken zijn. In
Vietnam maakt geen enkel indus
trieel project een kans zonder
dat een stelletje generaals er
een jaarsalaris voor het leven
aan overhoudt.
De corruptie moet natuurlijk
ook bekeken worden tegen de
achtergrond van al te lage inko
mens en een jaarlijkse inflatie
van ruim 20 procent. Een poli
tieman verdient in Vietnam
hooguit 420 gulden per maand.
Een kapitein van het leger moet
het stellen met 700 gulden en
een dokter met 1800 gulden. Een
gerieflijke wagen kost in Viet
nam daarentegen vier keer zo
veel als in Europa.
Er is weinig fantasie voor nodig
voor de conclusie dat Vietnam
er een zuiver consumptieve huis
houding op nahoudt, minimaal
produceert en bijgevolg volledig
is aangewezen op de buitenland
se hulp. Van het jaarlijks bud
get wordt ca. 80 procent opge
slorpt door het leger. Het reste
rende wordt uitgesmeerd over
salarissen.
Het is dan ook in de huidige om
standigheden volkomen zinloos
om te spreken van een wederop-
bouw-filosofie. Van een georga
niseerd economisch beleid is
niet eens sprake. Bovendien ken
nen de meeste Vietnamezen
maar een vak: oorlog voeren. In
dit uitgesproken agrarisch land
(85 procent van de bevolking)
dekt de produktie van rijst niet
eens de behoeften. Ook de rub
berplantages zijn de laatste ja
ren aan het zieltogen. De pro
duktie van hout, koffie en tabak
is nog nauwelijks het vermelden
waard.
In 1970 werd een offensief inge
zet tegen de groot-grondbezitters
onder het principe „alleen dege
nen, die het land bewerken heb
ben er recht op". Het maximale
bezit werd gesteld op drie hecta
ren per gezinshoofd. De Groot
grondbezitters werden door de
overheid rijkelijk vergoed. Toch
mag de landhervormingswet niet
geïnterpreteerd worden als een
onverwachte opflakkering van
sociale bewogenheid van politiek
meer dan een marionet
Saigon. Ze moest alleen als ideo
logisch wapen dienen tegen het
bevrijdingsfront.
Maar daarmee was de status
van de Vietnamese boer nog
niet van de grond. Het dubbel
belastingsysteem bij daglicht
een deel van de oogst voor Sai
gon en bij nacht een deel van de
oogst voor het front houdt de
meeste boeren arm. In de plan
nen voor wederopbouw moet de
aandacht in de eerste plaats
gaan naar het onderwijs: her
scholing van gedemobiliseerden.
Ook ontbreekt het volkomen aan
massa-transport voor de bevol
king. Nagenoeg alle grote spoor
banen werden plat gebombar
deerd en het vervoer moet nog
steeds opgevangen worden door
legertrucks. Er moeten dus bus
sen aangekocht worden. Het zijn
allemaal toekomstplannen. Maar
helaas die toekomst is er in
Vietnam nog niet. Nog lang niet.
Thieu
en macht gewerkt aan de drooglegging en reparatie van een af-
Na de aftocht van Amerika
blijft er in Vietnam een jungle
van vraagtekens. De oorlog is
nog lang niet gestreden en der
halve is het erg gewaagd om nu
reeds voorspellingen te maken
over de politieke toekomst van
Zuid-Vietnam. Van verschillende
kanten werd ons ingefluisterd
dat het regime in Saigon een na
tionalistische ideologie mist die
de politieke leiders In staat stelt
een voor het volk geloofwaardig
gezag uit te oefenen.
Het bevrijdingsfront bezit deze
ideologie wel, maar heeft de
Zuidvietnamese boeren al te
zeer afgeschrikt door zijn strak
ke en niet zelden repressieve
partijdiscipline. De meeste bui
tenlandse waarnemers zijn van
oordeel dat president Thieu
die onder zijn politieke raadge
vers ook enkele astrologen heeft
onder een vrij gunstig ge
sternte kan blijven regeren.
Hij geniet weliswaar niet een
spontane sympathie bij de bevol
king maar algemeen wordt toch
erkend dat Thieu de eerste
Zuidvietnamese leider is ge
weest die een zekere machtssta-
biliteit in stand kon houden. Bo
vendien wordt Thieu in brede
kringen gesteund omdat hij an-
tj-communistisch is. De parle
mentaire democratie is in Viet
nam een fictie en dus bestaat de
behoefte aan krachtig leider
schap. Thieu bevredigt die be
hoefte voor vein, ook wel
omdat er geen geldige tegenkan
didaten zijn. De voormalige vice-
president Ky wordt beschouwd
als een playboy en Big Minh is
een te simpele figuur.
Van de zowat veertig politieke
groeperingen zijn er maar enke
le overgebleven met nog enige
invloed. Het zijn: de boeddhis
ten, katholieken, en een groepje
nationalisten en neutralisten.
Maar van een solide oppositie
front de zogenaamde derde
macht is in Vietnam nog wei
nig te merken. Politieke t«;eo-
standers van het regime zitten
ofwel in kampen of hun werd de
mond gesnoerd met winstgeven
de postjes.
De Zuidvietnamese president
stelde de laatste tijd alles in het
werk om de verschillende poli
tieke richtingen te groeperen in
een grote nationalistische partij
die een blok moet vormen tegen
de communistische oppositie.
Om dit doel te bereiken wordt
wel eens beroep gedaan op
krachtige middelen. Alvast
wordt voorkomen dat de vrijge
laten gevangenen zich opnieuw
zouden kunnen groeperen.
Ze worden zonder identiteitspa
pieren en met expliciet verbod
naar hun geboorteplaats terug te
keren, zowat overal over het
grondgebied verspreid.
Hoe dan ook, Thieu is op het
ogenblik in Zuid-Vietnam nog
steeds de belangrijkste machts
factor. Hij is in ieder geval
meer dan een kleine dictator of
een marionet van Washington.
Zijn leger beschikt over enkele
elite-troepen en vooral de lucht
macht is op sollede Amerikaan
se leest geschoeid. De hereni
ging van Noord- en Zuid-Viet-
num is dan ook zeker nog niet
voor morgen. Wellicht zal de be
standslijn op de legendarische
17de breedtegraad integendeel
vroeg of laat geconsolideerd
worden als een definitieve
grens. Maar voor het zover is
zal nog veel water en bloed door
de Mekong vloeien. Er vielen
aan beide zijden teveel doden,
en de gruwelijkheden van de
oorlog waren te barbaars om
snel te kunnen vergeten.
Het vredesakkoord van Parijs
znl de slotfase van de strijd niet
kunnen verhinderen. Hopelijk
met minder doden, minder ver
minkten en minder gruwelen..,.
HUGO CAMPS
„Ik stel de president in staat
van beschuldiging", was een
van de anti-oorlogskreten die ge
schreeuwd werden tegen Nixon,
en voor hem tegen Johnson, in
de felle protesten tegen het be
leid van het Witte Huis in Zuid
oost Azië. Deze kreet is nu
weer voor de dag gehaald of
schoon zijdelings door de ex
treme critici van de Watergate-
affaire: heel wat commentato
ren en politici zijn werkelijk be
gonnen, terwijl zij met grote
voorzichtigheid dit thema aan
roeren, vrij serieus het idee op
te vatten, dat de president in
staat van beschuldiging wordt
gesteld.
In feite zal er de volgende week
in het Huis van Afgevaardigden
gevraagd worden om deze kwes
tie te bekijken: Bella Abzug, een
keiharde vrouw uit het noor
den van New York, die een van
de meest vastberaden critici van
de Vietnam-oorlog en president
Nixon was, zal haar collega's
aanstaande woensdag vragen te
bekijken of er reden bestaat de
president in staat van beschuldi
ging te stellen. Als John Dean
nog meer beschuldigingen richt
aan het adres van de president,
dat hij gelogen heeft over Wa
tergate, bestaat er een grote
kans dat het Huis zou kunnen
beslissen dat deze mogelijkheid
in feite bestaat.
Geen enkele Amerikaanse presi
dent is ooit met succes in staat
van beschuldiging gesteld: dit
alleen al zal als een machtig af
schrikwekkend middel werken
voor congresleden die erover
zouden denken het ondenkbare
op de president toe te passen.
Maar als zij besluiten om door
te gaan, zijn de bevoegdheden
en de voorzieningen er ontegen
zeggelijk, een dagvaarding met
veel tierelantijntjes op het weg
kwijnende perkament van de
Amerikaanse grondwet.
Het Huis van Afgevaardigden,
zo zegt artikel één, lid 2, „zal de
voorzitter van het Huis van Af
gevaardigden en andere leden
van het dagelijks bestuur kie
zen: en heeft als enige de be
voegdheid om in staat van be
schuldiging te stellen".
De senaat, zo zegt lid 3, „zal als
enige de bevoegdheid hebben om
iedere staat van beschuldiging
gerechtelijk te onderzoeken. Als
zij voor dat doel bijeen is, zullen
zij onder ede staan of een plech
tige verklaring moeten afleggen
(in plaats van een eed). Als de
president van de VS verhoord
wordt, zal de opperrechter deze
zitting leiden; en niemand zal
veroordeeld worden als niet
twee-derde van de leden aanwe
zig is".
De veroordeling, zo voegt de
grondwet eraan toe, „zal niet
verder gaan dan het uit zijn
ambt zetten en het verbod om
erefuncties te bekleden in de
VS".
Het enige wat dan zou moeten
gebeuren als het vrouwelijke
congreslid Abzug ooit haar zin
zou krijgen, is dat het Huis
door een simpele meerderheid
een resolutie zou moeten aan
nemen, waarin staat dat Nixon
door zijn betrekkingen met Wa
tergate, om de grondwet nog
maar weer eens aan te halen,
beschuldigd zou moeten worden
van „verraad, afpersing of an
dere zware misdaden en misdra
gingen". In dit geval zou een
leugen door bijvoorbeeld te
zeggen dat hij niets wist van het
in de doofpot stoppen van de
Watergate-affaire, terwijl hem
dit wel verteld was voldoende
zijn om een beschuldiging te
rechtvaardigen wegens wange
drag, hoewel dit een taai punt
zou zijn om te bewijzen.
Als deze resolutie eenmaal is
aangenomen, wordt er een spe
ciale commissie van het Huis op
gezet en gaat deze de president
feitelijk aanklagen voor de
senaat, die deze zaak onderzoekt.
Als dit gebeurt, neemt de senaat
alle funkties van een normale
rechtbank over zij kan een
dagvaardiging uitgeven, zij kan
getuigen oproepen en eden afne-
Twee-derde van de senaat zou
dan vóór de veroordeling moe
ten stemmen, als de commissie
van het Huis deze zaak heeft
voorgelegd: en als het eenmaal
zover is, zou Nixon zonder enige
vorm van proces uit het Witte
Huis gezet worden, Agnew zou
de teugels van de regering over
nemen en de ex-president zou
zich klaar maken om nog een
bittere pil te slikken zoals
een gevangenisstraf die uitge
voerd zou worden door de gewo
ne rechtbank van het land.
De orde van voorrang in de VS
heeft er ook in voorzien dat de
vice-president de taak van de
president overneemt als deze
ste.ft of uit zijn ambt gezet
wordt een verstandige voor
ziening, want maar liefst acht
vice-presidenten moesten dit
ambt overnemen. Maar wat zou
er gebeuren als Agnew zou ster
ven of zelf in staat van beschul
diging gesteld zou worden? Deze
post zou ooit gegaan zijn naar
de minister van binnenlandse
zaken, maar in 1947, toen het
Congres bezorgd was dat deze
taak in handen zou komen van
een niet gekozen man, voerde zij
de regel in dat eerst de voorzit
ter van het Huis van Afgevaar
digden (momenteel de scherpe
kleine Carl Albert uit Oklaho
ma) vervolgens de voorzitter
vun de Senaat (James Eastland
uit Mississippi) en dan tijdelijk
een lid van de regering het pre
sidentschap op zich zouden ne
men.
Andrew Johson, de enige presi
dent die het congres geprobeerd
heeft in staat van beschuldiging
te stellen, heeft zijn godsgericht
in 1868 overleefd dank zij één
stem. Het is een bedroevend
commentaar op het verkeerd
uitleggen van de grondwet, dat
Amerika's enige politieke execu
tie toen gemaakt werd uit louter
partijdige overwegingen. De
staat van beschuldiging was een
voorziening die ontworpen was
om oneerlijke en oneervolle
mannen uit hun machtsposities
te zetten: het in staat van be
schuldiging stellen van de huidi
ge bekleder van het Amerikaan,
se presidentschap zou in elk ge
val om technische redenen eec
heel wat logischer stap lijken
dan het enige precedent val
meer dan een eeuw geleden.
Copywright the Guardian