Martinair
overvleugelt
tuinbouw
„onder glas"
Cor Bruyn BB
90 jaar
WINTER
VACHTEN
MET
ZOMER
GROENTEN
UIT
ZUIDEN
,SIL DE STRANDJUTTER" EN „KETELTJE" WERDEN GEBOREN IN HILVERSUM
ZATERDAG 5 MEI 1973
SCHIPHOL Het ziet er een
beetje somber uit voor de tuin
bouw onder glas, zoals die op
grote schaal onder meer in ons
land wordt uitgeoefend. „Onder
glas" betekent immers een win
terse vervanging van zon en
warmte. elementen die
noodzakelijk zijn voor de groei
en bloei van planten en bloemen.
Tuinbouw onder glas ontstond uit
de behoefte ook in de winter zo
mergroenten en fruit te eten.
Diezelfde behoefte kan ook be
vredigd worden door groente en
fruit te halen uit zuidelijker oor-
'den, waar in onze winter de zon
nog volop schijnt en de tempera
tuur aangenaam is. Bij de char
termaatschappij Martinair kun
nen ze van deze ontwikkeling
meepraten. Het aantal vracht
vluchten met groente en fruit
neemt jaarlijks toe. Vandaar dat
sombere perspectiefvoor de
tuinbouw onder glas.
Het begon allemaal met tomaten
en paprika. In Scandinavië
(vooral Zweden) bleek de consu
ment best bereid in de winter de
hogere prijs te betalen voor to
maten van de Canarische eilan
den, Soedan, Egypte, Marokko
of Mexico; ook de paprika's uit
Ethiopië of de ananas uit Nairo
bi bleek in trek. De enige ma
nier om dit fruit uit zuidelijker
oorden vers op de Westeuropese
tafel te krijgen was vliegensvlug
vervoer.
Na Zweden volgden ook Duits
land, Nederland, Engeland en
Frankrijk. Het aandeel van
groente en fruit in het vracht
vervoer van Martinair bedraagt
op het ogenblik al tien procent.
Dat is een zeer behoorlijk per
centage, temeer daar dit ver
voer vooral is geconcentreerd op
de maanden januari tot maart.
Aardbeien
Vorige maand werd een aard-
beienluchtrug geslagen tussen
Italië en Nederland. Dit dan
speciaal ten behoeve van de
Zaanse grootkruidenier Albert
H., die op die manier aardbeien
van de vroegste oogst uit Napels
een dag later in ons land kon
aanbieden. Later in de maand
april kwamen ook aardbeien uit
Verona. Eén aardbeienvlucht
met een toestpl van Martinair
neemt 15.000 kilo aardbeier
Toch groeien er ook aardbeien
in Nederlandse kassen. Als na
deel noemt men bij Albert H.
echter de decentralisatie van de
aanvoer over vele veilingen.
„Niet aan elke veiling kan een
AH-inkoper zitten afwachten of
die dag veel of weinig zal wor
den aangevoerd en hoe de prij
zen zullen liggen. Die kunnen te
gen het weekeinde of in een zon-
loze periode flink oplopen en la
ter weer onverwacht laag zijn.
Wisselende prijzen passen niet
in het systeem waarbij men de
klant tevoren wil inlichten. Ver
spreide aanvoer maakt een cen
traal distributiepunt moeilijk, de
kwaliteit in de teeltgebieden wis
selt en toch verwachten de huis
vrouwen een gestandaardiseerd
aanbod".
De tuinbouw gaat zich al een
beetje aanpassen aan het ver
keer per vliegtuig. Cargomana
ger C. M. v. Schaik van Martin
air weet te vertellen dat een
Amerikaans bedrijf in Dakar
(Senegal) enorme plantages
heeft laten aanleggen, waar ty
pisch Europese groenten als sla
en boontjes worden gekweekt.
Iets dergelijks is ook geschied in
Ivoorkust.
Op het ogenblik levert het ver
voer per vliegtuig uit die landen
nog wel problemen op. Op zo'n
grote afstand moet er immers
ook veel brandstof mee, hetgeen
ten koste gaat van het laadver
mogen. Na oktober zal dit pro
bleem voor Martinair niet meer
..bestaan, omdat dan beschikt
kan worden over de grote DC-10.
Het winterse vrachtvervoer is
voor een chartermaatschappij
als Martinair een welkome aan
vulling. In de zomer ligt immers
de nadruk op het passagiersver
voer. De heer Van Schaik: Dat
is ook de reden waarom onze
toestellen geschikt zijn voor zo
wel vracht- als passagiersver
voer. Een DC-9 bijvoorbeeld kan
dankzij een speciale methode
binnen een uur omgebouwd wor
den van vrachtvliegtuig tot pas
sagiersvliegtuig."
De heer Van Schalk kan nog
meer voorbeelden geven van
vervoer van consumptiegoederen
De chartermaatschappij heeft voor het vervoer van koeien speciale stallen ontworpen.
door de lucht. Zo wordt van heel
ver vlees gehaald: uit Argenti
nië, Nieuw Zeeland, Brazilië,
lamsvlees uit Australië; druiven
uit Turkije, Cyprus en Marokko
worden voornamelijk naar En
geland, maar ook naar Zwitser
land en Duitsland gevlogen;
aardbeien worden gevlogen naar
België, Spanje en landen achter
het IJzeren Gordijn, naar Zwe
den en Finland en nu dus ook
van Italië naar Nederland.
Met dat vlees is het eigenlijk
een gekke zaak. Geslacht vlees
wordt vanuit de verste hoeken
van de wereld naar onder meer
ons land gevlogen, terwijl het
omgekeerde gebeurt met leven
de dieren. In dierentransport
door de lucht is Martinair trou
wens gespecialiseerd. Voor elke
diersoort werden vliegtuigstallen
ontworpen. Zo kan een DC-8 bij
na tachtig koeien overvliegen, of
een DC-9 bijna 190 varkens.
Een fokorganisatie in Boxmeer
maakt al vijftien jaar gebruik
van het vliegtuig als vervoer
middel. Zo werden er vorig jaar
door dit bedrijf 32 charters ge
boekt naar diverse bestemmin
gen binnen en buiten Europa.
Het merendeel hiervan vervoer
de eendagskuikens (55.000 per
vlucht). Kuikens kunnen bij
transport over grote afstanden
het gemakkelijkst per vliegtuig
vervoerd worden, omdat een
pasgeboren kuiken de eerste 48
uur geen voedsel hoeft te heb
ben. Het haantje of hennetje
voedt zich dan nog met de re-
servestoffen die het nog uit de
schaalperiode bezit.
Heel bijzonder was onlangs ook
een vlucht van 130.000 kilo oes
terzaad van Japan naar het
Franse Bordeaux. Bijzonder om
dat het oesterzaad op tempera
tuur gehouden moest worden
(tussen de 5 en 10 graden Cel-
cius) Daarom werd de route
over de pool gekozen; bovendien
diende een groot aantal extra
maatregelen getroffen te worden
om in het toestel de vereiste
constante temperatuur te bewa
ren.
Bij Martinair proberen ze het
uiteraard zo te versieren, dat
zowel heen als terug het voedsel
is volgeboekt. Daarom kan het
gebeuren, dat een DC-9 vakan
tiegangers naar Tenerife vliegt
en terugkeert met tomaten.
Dankzij het vervoer van de va
kantiegangers blijven de prijzen
van de tomaten binnen de per
ken. Zonder de volgeboekte
heenvlucht zou het vervoer van
de tomaten terug immers veel
duurder uitvallen.
Een chartermaatschappij als
Martinair is gespecialiseerd in
bijzondere vluchten, die door
een lijntoestel niet gemaakt kun
nen worden. Een lijntoestel kan
nog wel kleine hoeveelheden
vracht meenemen, maar ge
bonden als dat toestel is aan het
vluchtschema kunnen de vaak
soeciale voorzieningen die nodig
zijn niet getroffen worden.
Martinair blijft gezond, dankzij
het vervoer van groente, fruit
en viees.
GUIDO HALLEEN
•Hei vervoer van varkens door de lucht is voor de mensen van Marhinair niets bijzonders. Men is
zelfs in staat deze dieren een VIP (very ïmporfant p-ig) behandeling te geven.
Wie kent Cor Bruyn niet. Wie las niet- zijn boeken
over Keteltje en Sil de Strandjutter. Hij wordt op 17
mei 90 jaar. Zes dagen eerder wordt in Wormerveer
een expositie van Bruyns werk geopend, het dorp
waar hij in 1883 werd geboren. Na de dorpsschool
volgden de normaalschool in Zaandam en de kweek
school in Haarlem. Van 1906 tot 1916 werkte hij aan
de Humanitaire School in Laren. Het was een school,
die voor die tijd als ,,zeer progressiefkon worden
gekenmerkt. Men deed er van alles aan om het onder
wijs te vernieuwen. Centraal daarin stond: de vrije
ontplooiing van het kind.
Het schoolgeld werd aangepast aan de hoogte van 't
inkomen van de ouders. De salarissen voor de leer
krachten waren miniem. Na de Humanitaire School
werd hij schoolhoofd van de Hilversumse Schoolver
eniging. Zijn pensionering volgde in 1942. Naast zijn
werk schreef Zaankanter Cor Bruyn tientallen boeken.
Van zijn bekendste werk, Sil de Strandjutter (,,ik lijd
aan Sil") werden 250.000 exemplaren verkocht. Het
boek loopt nu nog Cor Bruyn schrijft nog steeds. In
die bruine werkkamer van zijn mooie tussen de bo
men verscholen huis in Hilversum krast nog elke dag
de vulpen. In mei verschijnt bij Bruna zijn nieuwste
boek: ,,De triomf van Roel de Knoet".
HILVERSUM Een oude man loopt gebogen op het
grindpad. De scherpe stenen knerpen onder zijn leren
zolen. Het ruisen van de bomen haalt hem niet uit de
overpeinzing. Boven het groene bladerdak trekt de
lucht een loodgrijs masker. De eerste droppels laten
donkere vlekken achter op het grijs van zijn ouder
wetse wijde nak. De pas wordt sneller. In de verte
weerklinkt een donderslag: onweer... Ineens Is daar
hot huis. Het rieten dak schemert door water en groen
dichterbij. Een bliksemflits zet de omgeving in gloed.
De oude man is bij de deur. Hij pakt de klink en is
verdwenen. Tien minuten later is de sombere ontmoe
digende bui verdwenen. Heldere zonnestralen bespelen
door de kleine vensters de tientallen boekbanden. Over
al boeken.
Aan een donkerbruin bureau zit de oude man. Zijn
vulpen krast over wit papier. Hij schrijft; hij is au
teur. Hij, Cor Bruyn, zegt: „Al die jaren heb ik het zó
gedaan, zó gewild. De natuur opsnuiven, de lucht in je
aderen opnemen en dan schrijven. Ik ben nu bijna 90
jaar oud. Ik wou, ik kreeg er nog eens 90 bij"...
Het fijne witte haar is nog nat van de regen. Daaron
der: een aristocratisch gezicht, dat door de vriendelij
ke op „waarnemen" staande ogen, net niet autoritair
is. Zo in die schrijvershouding lijken er minder jaren
op zijn schouders te rusten. De oude man wordt een
vriendelijke heer net even zeventig.
Hij schroeft zijn vulpen dicht. Vertelt: „Nog steeds
schrijf ik. Zo lang ik dat kan doen. blijf ik het doen.
Het laat me niet los. Het boek. waaraan je bezig bent
vangt je aandacht. Die tientallen produkten met de
naam Cor Bruyn?ach. je hebt ze gemaakt. De ver
halen spelen door je hoofd, maar je wilt verder. De
volgende maand komt er weer één bij. „De triomf
van Roel de Knoet".
De opa van Cor Bruyn had niet genoeg geiten. Dat
was het geluk voor Cor en de tegenslag voor z'n va
der. „Mijn vader had ook graag willen doorleren. Hij
had een heldere kop. De bovenmeester had tegen hem
gezegd: „Vertel aan je vader, dat hij je moet laten
doorleren. Je moet meester worden".
De jongen z'n vader Hendrik dus, kwam met die
boodschap thuis. Er waren bij de familie geen centen.
Uiteindelijk kwam de meester er thuis over praten.
„Geen centen man? zei-t-ie.
Wat is dat dan? Hij wees op de geit. die in de tuin
liep en zei: „Voorlopig doe ik het daar wel mee". Dat
ging drie maanden goed.
Toen kwam Hendrik weer thuis: „Ik moet van mees
ter zeggen dat de geit op is". Nou, mijn grootvader
geloofde het verder en haalde hem van school af. Hij
moest meteen werken in de stijfselfabriek... Toen
kwam ik... kon ook wel goed leren. L'histoire se répè-
te, z«o* r.Qn wel. Dat kwam uit. De meester stuurde
r>;< met boodschap naar huis. Ik moest mees-
tei worden ond hij. Mijn vader aarzelde geen mo-
Cor Bruyn in zijn praatstoel in zijn bruine werkkamer.
ment. Ik mocht doorleren. Ik ben meester geworden".
Centraal in zijn nieuwste boek staat een zelfmoord.
Roel de Knoet, de hoofdfiguur is niet helemaal in
orde. Een kleine operatie kan soelaas bieden. Roel
weigert pertinent. Roel. een grote sterke man wordt
daardoor veracht door zijn omgeving. Roel pleegt zelf
moord aan het eind van de lijn der logische gebeurte
nissen.
Het fenomeen zelfmoord werd door Cor Bruyn in zijn
werken niet eerder gebruikt. Bij die opmerking wordt
het stil in de donkere, stemmige werkkamer. De vol
gende bui klettert op de ramen. De takken van de bo
men, die het huisje omgorden, zwiepen op en neer
door de ineens weer opgestoken wind... „Dit verhaal
is geënt op de werkelijkheid. Alleen, er zitten «en aan
tal elementen in die niet echt gebeurd zijn. Het leven
gebruikend, schep ik nieuw leven... die zelfmoord...
het kan te maken hebben met dat mistroostige, dat
melancholieke, dat me soms overvalt. Al die beroer
digheid in de wereld. Waarschijnlijk is het niet be
roerder dan vroeger, laat ik dat erbij zeggen. De fout
ligt bij de media.
De media laten je het geweld het brute geweld mee
maken. Door de krant, door de tv, door de film leer
je hoe je de misdaad moet plegen de tv, die maakt de
<inderen dood. Als je leest, dat kinderen tegenwoordig
geleerd moet worden hoe hun vrije tijd te besteden.
„In een gezin van tien kinderen ben ik opgegroeid.
Mijn vader was een arbeider. Het was een intelligente
man. Hij liet je de vrijheid. Als jongen heb ik niet an
ders dan natuur om me heen gehad. De weilanden, de
vogels, het water, de luchten. Wij woonden vlak bij
het veer. Don voeren wij mee, over de Zaan
Het kan niet anders. Zijn oeuvre, zijn totale werk.
komt op tafel: Sil de Strandjutter (1940): Heert, mijn
zoon waar ben je; De vogels van mijnheer Dupont
Stad onder Bourgondië. Zijn verhalen gaan onder
meer over het wijde Noordhollandse land, de Zaan,
Terschelling (Sil). Daarnaast zijn er de boeken voor
kinderen. Vertelt van zijn vier boeken over het Lap
pen-volk. Voert aan, dat hij zichzelf Zweeds leerde le
zen: „Daarna kon ik dat grote volk p&s goed bestude
ren... nee. ik ben er nooit geweest. In die boeken kun
je dat niet merken. Zijn eerste boek over het Lapse
volk. Lassa Lenta, werd in 1956 bekroond, als het bes
te kinderboek.
Schakelt dan over naar zijn eigen zienswijze op 't le
ven: „Kijkt u eens aan meneer, ik ben een pacifist,
het gaat om de vrede vrede in de ziel. Dat is voor
iedereen bereikbaar. Iedereen, verstaat u mij. Alle
mensen hebben het goede in zich.
Dat is ook waar mijn boeken over Keteltje (Keteltje
in de Lorzie) over gaan.
Keteltje was een ruwe vent... in wezen klopte dat he
lemaal niet. De omgeving waar hij in zat, was ver
keerd. Dat is belangrijk, uiterst belangrijk. Ik kan het
niet genoeg zeggen: „Ook in de ziel van de diepst-ge-
zonkene sluimeren paradijzen".
ANDRé NABER