Ya'acov
Yannay
,Dayan hoogstens een duif
die zijn veren opzet../
(jnofc
DE MAN,
DIE
NIET MEER
IN LEVEN
ZOU KUNNEN
ZIJN
Hla -Al:
ZATERDAG 5 MEI 1973
Ya'acov Yannay dankbaar voor elke seconde dat ik leef
Ya'acov Yannay heet eigen
lijk Jacob de Jong en zou
naar menselijke berekening
niet meer in leven kunnen
zijn. Toch zit hij tegenover
me, een jeugdig ogende
heer in onberispelijk zaken-
pak. De gloeiende wind uit
de woestijn van Judea waar
mee april in Jeruzalem be
wijst te doen wat hij wil»
laat hem ongekreukeld. Hij
heeft voor heter vuren ge
staan. Hij is een Nederlan
der die actief deel heeft ge
had aan de barenweeën van
de onafhankelijke staat Is
raël. En gek genoeg zegt de
viering van de 25-ste ver
jaardag hem niets. Hij heeft
daar de volgende verklaring
voor.
Ik kan geen verschil voelen
tussen een dag of een kwart
eeuw. Ik ben dankbaar voor
iedere seconde dat ik leef.
Het is het enige waarop ik
me telkens weer bezin. Ik
ben gezond hoewel ik met
anderhalf been in het graf
heb gestaan en hoewel de
medici me invalide hebben
verklaard. Daarom is iedere
dag voor mij en mijn gezin
een feestdag". Wie zijn le-
venverhaal verneemt, be
grijpt waarom.
Joodse en Arabische kin-deren maken een rondedans tijdens een gezamenlijk zomerkamp. Zo probeert de Israëlisdie regering de twee volkeren met
elkaar te leren leven de eerste voorwaarde voor vrede.
De jeugd van Israël, pionierend in de kibboetsiem, bewaart de herinnering aan de hölocaus evenzeer als de oude generatie.
Onmiskenbaar zijn de
lichtpunt uitgestippeld
joden teruggekeerd op hun heilige plaatsei
staan.
In het algemeen ziet Yannay de toekomst van Israël lichtpunt voor
Ya'acov Yannay die na een geslaagde
diplomatieke loopbaan in dienst van Israël
o.m. met een jarenlang verblijf in Den
Haag een geslaagd zakenman is gewor
den directeur van het vliegbedrijf Isra-
via dat onder meer de onvriendelijke uitge
strektheid van de Sinal bestrijkt werd
als Jacob de Jong geboren in Amsterdam.
Hij woonde in de keurige Birmanstraat. sa
men met zijn ouders die overtuigde Zionis
ten waren, een broertje en twee zusjes.
Met tienduizenden andere joden werden ze
in de oorlog tijdens een razzia van huis ge
haald en voorlopig opgesloten in het kamp
Westerbork. Toen gebeurde het eerste won
der. De familie kreeg het felgebeerde „Pa-
lestinastempel" in zijn persoonsbewijzen
hetgeen de mogelijkheid opende tot uitwis
seling tegen Duitsers die in het door Enge
land bestuurde Palestina geïnterneerd za
ten. Vanwege dit voorrecht zag het gezin
zich niet regelrecht op transport gesteld
naar een uitroeiingskamp, maar kwam het
terecht in Bergen-Belsen. De Duitsers
noemden het in hun administratie een .ont
spanningskamp" wellicht omdat er slechts
70 percent van de joden omkwamen in-
plaats van allemaal.
Het tweede wonder voltrekt zich in de zo
mer van 1944. De kampleiding zoekt 221
Nederlanders uit om naar Palestina te
gaan in ruil voor evenzoveel Duitse Tempe
liers gevangengenomen leden van de le
kenorde die de heilige plaatsen bewaakt.
Dr. Arons, zelf een gedeporteerde jood,
verricht de keuring. Hij is een goede
vriend van de familie De Jong. Toch wil
hij Jacob niet tot de groep gelukkigen toe
laten. De moeder smeekt om medelijden.
De dokter wijst erop dat de jongen een
ernstige longziekte heeft. Hij zal het niet
lang meer maken. In plaats van hem kan
beter een gezonde jood gered worden. De
moeder blijft volhouden en wint het pleit.
Jacob mag mee. Zo reist hij vanuit het do
denkamp dwars door brandend Europa
Boedapest, Belgrado. Sofia, het neutrale
Turkije binnen. De trein wordt herhaalde
lijk gebombardeerd. Urenlang ligt hij in
dekking langs de spoorbaan.
In Istanboel blijken de Tempeliers uit Pa
lestina nog niet te zijn aangekomen. De
Turken, verantwoordelijk voor de overeen
gekomen uitwisseling, stoppen de joden in
een drijvende doodkist en laten ze heen en
weer zwalken over een stormachtige Zwar
te Zee. De onzekerheid is nauwelijks te
dragen. Zullen ze verdrinken? Of terugge
stuurd worden ditmaal naar de gaska
mers van Treblinka of Dachau? Maar ein
delijk arriveren de Tempeliers en kan het
transport doorvaren naar het Beloofde
land. Na zijn debarkatie wordt Jacob on
middellijk opgenomen in het ziekenhuis va**
Haifa. Dr. Arons in Bergen-Belsen blijkt
een juiste diagnose te hebben gesteld. De
medici die zijn borstkas doorlichten, schrij
ven op de kaart: „Heeft nog hooguit 36 uur
te leven".
En toch zit hij tegenover me. Ya'acov Yan
nay zoals de naam luidt die hij in Israël
heeft aangenomen 47 jaar oud. Grijs op een
manier die elegant en zelfs jeugdig aan
doet.
De enige broer van zijn vader is met zijn
hele gezin omgekomen. Hetzelfde geldt
voor alle negen zusters van zijn moeder en
hun gezinnen. Een oud verhaal maar hij
leeft. Voor hem zijn de wonderen nooit de
wereld uitgeweest.
En ook dit verhaal dat hij vertelt, is deel
van een terugblik op 25 jaar Israël. ,,Ik
ben in de diplomatieke dienst verzeild ge
raakt. Ik was adjunct-chef van het protocol
toen de eerste Duitse ambassadeur in Tel
Aviv zijn geloofsbrieven kwam overhandi
gen. Pauls heette hij een voormalig offi
cier bij de Wehrmacht. Ik heb voor die ge
legenheid ontheffing van mijn taak ge
vraagd. Ik kon het niet. President Zalmar
Sjazar met wie ik goed bevriend was, liet
me bij zich komen. Denk er nog eens over
na. Ya'acov, zei hij. Het is voor mij niet
minder zwaar dan voor jou. Maar ik doe
het, want het moet een keer gebeuren. Ik
begreep wat hij bedoelde en ik heb het ook
gedaan. Het is een van de moeilijkste da
gen uit mijn leven geworden. Ik heb pillen
moeten slikken om er door te kunnen ko
men. Maar ik heb het gedaan".
De holocaust het brandoffer is een be
grip waarmee Israël nog iedere dag leeft.
Bij de ouderen, maar ook bij veel jongeren
ligt het voor in de mond bestorven. Het
zal ook niet uit de herinnering van Ya'a
cov Yannay verdwijnen. „Een maand gele
den moest ik voor zaken In Berlijn zijn.
Het was de eerste keer dat ik weer in
Duitsland kwam. Er was een ontvangst bij
de burgemeester en hij nam me apart.
Ginds staat meneer Fast, fluisterde hij. Die
is in Jeruzalem geboren. Hij is Tempelier
geweest. Ik dacht: verrek, da's interessant.
Misschien is hij een van de Duitsers aan
wie ik mijn leven te danken heb. Ik ben
naar hem toegegaan en heb hem mijn ver
haal verteld. Hij werd eerst spierwit en
vervolgens rood als een tomaat. Het bleek
dat hij indertijd toen wij rondzwalkten op
de Zwarte Zee, de Duitse attaché in Anka
ra was. Hij had persoonlijk aan de Turkse
grens staan wachten totdat de Tempeliers
eindelijk wilden aankomen. Hij was even
zenuwachtig geweest als wij op dat schip
even bang dat er iets mis zou gaan. Een
volbloed Nazi was hij. In Ankara wapperde
de hakenkruisvlag in zijn voortuin. Ik heb
hem beloofd dat ik hem in Hannover zal
komen opzoeken. Het is een moeilijke be
slissing voor me geweest, want in iedere
Duitser die ouder is dan ik, zie ik een po
tentiële moordenaar. Maar ik wil het pro
beren te begrijpen. Het gekke is dat mijn
kinderen er ook een waanzinnige belang
stelling voor hebben, hoewel ze pas 11 en
13 zijn. Ik heb ze over Anne Frank verteld
en ze zijn het toneelstuk gaan zien. Ze wil
len het begrijpen".
Nu het ijs zo duidelijk gebroken is. vraag
ik hem opnieuw wat 25 jaar Israël voor
hem betekent. Opnieuw antwoordt Ya'acov
Yannay met een schouderophalen. „Een
voortzetting van 200 jaar geschiedenis, of
van 400 jaar, als je dat liever hebt- De her
opbouw van de oude staat. En dit is pas
het begin. Neem de politieke strubbelingen.
We hebben nauwelijks 3 miljoen inwoners.
Maar aan de laatste verkiezingen hebben
zestien partijen meegedaan. Het recente
debat in de Knesset over grondaankopen in
de bezette gebieden heeft 180 uur geduurd.
Een bewijs dat we als staat nog niet rijp
zijn. Ofschoon het heeft allemaal iets
weg van de politieke gang van zaken in
Nederland. Misschien zijn we al wel over-
rijp".
Het militaire machtsvertoon in Jeruzalem
waarmee de regering Golda Melr het 25-ja-
rigo bestaan van Israël luister bijzet, er
gert Ya'acov Yannay mateloos. „Die para
de is volkomen overbodig. Moeten we soms
nog bewijzen hoe sterk wc zijn? Dot heb
ben wc al drie keer gedaan in 1948, in
1956 en in 1967. Het is weggegooid geld. De
tientallen miljoenen die het kost, hadden
wc veel beter kunnen gebruiken om de
kloof tussen arm en rijk in ons land te hel
pen overbruggen. Om woningen te bouwen,
scholen, ziekenhuizen. We hebben van alles
te weinig". Maar het is kritiek op een on
derdeel. In 'het algemeen ziet Ya'acov
Yannay de toekomst van Israël lichtpunt
voor lichtpunt uitgestippeld staan.
De belangrijkste vat hij aldus samen.
„Waar ter wereld is het ooit mogelijk ge
weest dat de burgemeester van een stad in
bezet gebied naar koning Hoessein kan
gaan met een klacht over de bezetters, en
's avonds ongestraft in zijn huis kan terug
keren? Hier gebeurt het. Waar ter wereld
is het ooit mogelijk geweest dat een over
wonnen vijand politionele macht heeft over
zijn overwinnaars? Hier gebeurt het. Ikzelf,
een Israëli, ben gisteren in bezet gébied
uitgefoeterd en bekeurd door een Arabische
politieman, en terecht- Waar kan dat? De
afgelopen zomer zijn in het kader van de
zogenaamde open bruggenpolitiek 150.000
Jordaniërs in Israël op bezoek geweest
sommigen wel voor drie maanden. Waar
kan dat? Denk aan de enorme risico's die
de regering daarmee neemt. Hoeveel Pa
lestijnse terroristen laat je op die manier
binnen? Hoeveel spionnen? Maar we beta
len graag de prijs.
Er kan pas vrede komen als we elkaar le
ren kennen en Ieren samen te leven. Jullie
in Nederland noemen Moshe Dayan een ha
vik. Baarlijke nonsens. Hij is iemand die
steen voor steen de vrede opbouwt. De
aanval op de Palestijnse leiders in Beiroet
is een van de mooiste, zuiverste militaire
operaties uit de hele geschiedenis. Geen en
kel overbodig slachtoffer en toch heeft
hij een kentering ingeluid. Van mijn vele
contacten in de vijandige landen weet ik
dat hij de Arabieren tot nadenken heeft ge
stemd. Tot nu toe moesten wij in Israël
schaak spelen met onszelf en praten tegen
een muur. Nu hebben we misschien een te
genspeler een oor dat luistert. Dayan
een havik? Laat me niet lachen. Dayan Is
hoogstens een duif die zijn veren opzet
wanneer iemand zijn broedsel te na dreigt
te komen".
PIET SNOEREN