Het beruchte apenootje
VOOR DE VROUW
MEDISCHE RUBRIEK
KWIK IN MOSSELEN
FEBRUARI 1973
LEIDSE COURANT
Het rommelt in de speelgoed
wereld en het zal nog wel ja
ren aanrommelen. Er staat
een kinderspeelgoedbesluit op
stapel om het speelgoed veili
ger te maken. De meeste onge
lukken gebeuren thuis. Narig
heid met speelgoed behoort
niet tot de uitzonderingen. Dr.
Stuyt (minister van volksge
zondheid) maakt zich zorgen.
Een advies voor een kinder
speelgoedbesluit wordt nu
voorbereid door een daartoe
ingestelde sub-commissie van
de Adviescommissie Waren
wet. Vooruitlopend op het tot
stand komen van een geheel
uitgewerkt advies over de te
nemen maatregelen moeten
meteen kleurpotloden met ge
vaarlijke kleurstoffen uit de
speelgoedwinkels verdwijnen;
vaste brandstoffen als bijvoor
beeld het uit West-Duitsland
komende „Esbit" mogen niet
meer bij kinderfornuisjes ver
pakt worden. Een maatregel
die weinig hout snijdt, want,
vindt moeder het goed dat
het kind tooh met die brandba
re blokjes speelt, dan is het
artikel apart verkrijgbaar.
Kleine electrlsche strijkijzer-
tjes gaan naar de afdeling
„reisartikelen". Ik hoor u al
vragen: „Wie is er zo gek zijn
kind een strijkijzertje te geven
met normale voltage (220
volt)?". Antwoord: blijkens in
formatie: velen. „Gevaarlijke"
electrische treinen moeten uit
de circulatie genomen worden.
Electrische treinen rijden
doorgaans via een transforma
tor die de 220 volt terugbrengt
tot' 6 volt. ..Gevaarlijk" kan
een defect zijn, maar wie voor
spelt wat er gebeurt als een
klein kind een kopje water
over zo'n transformator gooit?
Gevaarlijk speelgoed is rela
tief. Er zijn absolute gevaren
(ondeugdelijkheid, slechte be
veiliging bij electrisch gedre-
Er zijn
houten speelgoed verschillende houtsoorten, variërend van vuren- tot berkehout.
pot, de samenstelling van de
ven spullen), waarop het mi
nisterie doe't. Maar er zit ook
gevaar in, kleine kinderen arti
kelen in handen te geven
waarmee ze nog niet kunnen
omgaan. 01 ?o te verblijde*
met „verkleinde grotemensen
dingen (reis-strijkijzer) of za
ken die er als speelgoed Uit
zien maar het niet zijn. Zo was
er destijds een rel over de
„happy bird", een vogel die
ging pikken als hij door een
bepaalde vloeistof omhoog
werd geduwd. Het geheel was
van glas. Onnadenkende ou
ders kochten zo'n ding voor
hun peuter; het glas ging ka-
die ze over hun hoofd
zijn praktijk aan „Je hebt merts van Bueren van het Ju-
zo'n speelgoedje waarbij een lianakinderziekenhuis, Den
koetje zijn staart op en i
Haag: „We streven
doet, door die beweging vloeit kinderspeelgoed van plastic
„melk" in een emmertje.
Dat melkemmertje kwam in
de mond van een kind
Ook met kleurstoffen moet je
oppassen. Waarmee is een le-
dikantje geverfd? Zijn de be
standdelen van de verf niet beruchte apenootje.
algeme»
i het in de mond steken. De verantwoordelijk-
i kleintje speelt BLIJFT bij de ouders.
niets af kan in huis te
hebben. Nooit ijzeren dingen
waar iets af te peuteren is.
Van ijzeren autotjes sneuvelen
de ruiten en juist die autotjes
schaapjesKortom: het
leder-
geen speelgoed kie-
iets kan worden
gesloopt. Ogen uit beertjes,
belletjes van de halsjes van
ons moeilijk te zeggen: „Daar
op zijn we niet gesteld". In het
een weet dat je een klein kind
aardig zijn, maar het is voor
geen apenootjes mag geven er
schiets iets in de keel, een
kind schrikt, kan niet ademen,
krijgen de kinderen van hun
ouders vaak mee. Ze willen
dat is het gevaar. Pas op voor
speelgoed met kleine dingetjes
eraan, waarin ze kunnen stik
ken. Vandaar dat vanaf he
den de doppen van stapeldin-
gen die voor afsluiting dienen
vervangen moeten worden
door een ring. Kleintjes staan
voor niets. Ik weet van een
peuter (1*4). die met engelen
geduld uit de onafgwerkte
rand van een Perzisch kleed
een dikke draad zat te peute
ren, terwijl zijn moeder in de
gang telefoneerde. Toen ze bin
nenkwam speelde de baby
stralend met een touw, waar
aan je een koe kon vastleggen.
Een andere peuter had van
zijn wollen muts een dodelijke
strop gedraald, die hij om zijn
nek zat vast te trekken in de
korte tijd dat moeder even zijn
jasje uit het voorportaal haal
deHij zag al bauw!!"
Speelgoeddetaillist Benninga
uit Eindhoven ziet heil in over
heidsbemoeienis met speel
goed. „Ik houd al rekening
met de veiligheid bij inkoop bij
de fabrikant. Van een stapel
kubussen kunnen ze het sluit-
dopje inslikken. Scherpe kan
ten van slecht afgewerkt plas
tic en metaal kan gevaar ople
veren. Wat scherp is kan een
slagader doorsnijden".
Ook de heer E. H. v.d. Werff
uit Groningen, importeur-groot
handelaar van speelgoed is
glad voor strengere keuring.
„Electrisch speelgoed dat op
batterijen loopt kan geen
kwaad. Komt er een transfor
mator bij te pas dan is het
veiligste een artikel met een
merknaam te kopen". Over
het hoofdstuk kleurpotloden:
„Ik heb vroeger eens bezoek
gehad van de Keuringsdienst
van Waren. Van een be
paalde zending waren er twee
potloden van de twaalf niet he
lemaal giftvrij. Ze stonden
twee maanden voor Sint in de
showroom, maar natuurlijk
heb ik de gevaarlijke bij de
reeds afgeleverde doosjes laten
omwisselen".
De heer A. E. Pernot, secreta
ris van de Algemene Neder
landse Vereniging van Speel
goedhandelaren ziet hier een
moeilijk punt. „.Hoe weet de
importeur of winkelier welke
verfstoffen zijn gebruikt? Het
meeste speelgoed hier is im
port. We hebben zelf maar
drie of vier speelgoedfabrikan
ten. Bij bekende fabrikanten
loop je het minste gevaar. Die
worden geacht goede spullen
af te leveren. Maar de meeste
komen uit het buitenland. Dat
hele speelgoedbesluit is een
zaak die zich eigenlijk ook bui
ten onze grenzen moet afwik
kelen. In ieder geval moet er
Europese eenheid zijn. Er is al
een Europese Commissie die
zich jarenlang over dit pro
bleem gebogen heeft: het „Co
mité Européeen de Normali
sation", dat binnen het kader
van de EEG ligt. Coördinatie
is van het grootste belang.
Straks komen we in Nederland
met een besluit uit de bus dat
anders is dan de maatregelen
die dit Comité wil nemen. De-
taillisteri moeten goed uitkij
ken waar de goederen vandaan
komen, dat is punt een. Voor
artikelen uit bijvoorbeeld Hong
kong moet je als importeur
uitkijken. Maar daar heb je
weer zóiets: je kunt niet ie
mand bij de grens zetten om
te controleren. Bovendien zijn
ze goedkoop. Daar moet ook
rekening mee worden gehou
den.
Importeur, detaillist en fabri
kant kijken ook vaak naar het
goedkoopste omdat de consu
ment het wil. Als je alleen
maar kwalitatief het allerbeste
neemt, ontketen je een rel.
Dan valt er een heel stuk uit
de markt. Ik ben bang om te
generaliseren. Er zijn voor
houten speelgoed verschillende
houtsoorten, vure- of grene-
hout, beuke- en berkehout. De
r je moet er wel erg veel van houden, wil je
In landen waar kinderen meer
in de natuur opgroeien be
staan geen problemen. Hun
leukste ..speelgoed" in
land is een rendierkalf!
i Lap-
laatste zijn de beste, vurehout
het minste. Maar er is ook
heel goed vurehout! Je kunt
niet zeggen, nou ga ik alle vu
rehout verbieden, om maar
eens iets te noemen".
Vraag aan de heer Van Mont-
fori, eigenaar van een speel
goedwinkel: „Vindt u dat er
gevaarlijk speelgoed in de han
del is?" „Zeer zeker. In een
speciaalzaak koop je geen be
ren met losse ogen. Maar ze
zijn er wel. Als een beer na
vijf jaar in puin ligt, faalt hij.
Je kunt een Rolls kopen of een
Volkswagen, nietwaar? Er zijn
artikelen waar in de monster
kamer van de fabrikant de
splinters al aanhangen. Maar
dan weet je waar het vandaan
komt. Fins speelgoed van
berkehout is het beste. Maar
ik heb ook wel eens een blok-
kenstoof van slecht vurehout
gezien. In een mum van tijd
zit een kind van een jaar daar
van met een mond vol splin
ters. Dat is zangzaad kopen
voor koekoeksklokken. Dan
heb je van die modeartikelen
als bijvoorbeeld destijds „stlly
putty", een kleine verpakking
traag vloeibaar boetseermate-
riaal. Je kon er balletjes van
draaien. Maar die zijn niet om
op te eten. Het opstellen van
richtlijnen door die Commissie
zal moeilijk zijn. Voor het ene
kind is een klapperpistooltje
gevaarlijk, voor het andere
niet. Ik zeg altijd: de ouders
blijven verantwoordelijk".
Als het kinderspeelgoedbesluit
uit de broedstoof komt kan het
niet waterdicht zijn wat voor
komen van gevaar betreft.
Voor elk kind gelden andere
normen. Als het even kan ech
ter is het veiligste degelijk
speelgoed te kopen. Tenslotte
wordt er, naar ruwe schatting
van de heer Pernot jaarlijks
voor zo'n 20 tot 300 miljoen
aan speelgoed uitgegeven. De
beslissing of hier „gevaarlijke"
artikelen bij zijn, ligt primair
bij de ouders, aldus een woord
voerder van het ministerie.
TINY FRANCIS.
VROUWELIJKHEDEN
Ceintuurs zijn dit seizoen zeer gewild. Van José Cotel uit Parijs
dit vergulde exemplaar met enorme schakels. Wel voor een slan
ke taille
Wilt u een leuk cadeautje aan een jong moedertje in de kraam
kliniek geven? Bekleed een mandje met een fleurig stofje en vul
het met net zoveel kleine presentjes als ze dagen in het zieken
huis blijft. Ieder cadeautje (een kleingheidje, b.v. een stukje
zeep, babyolie, een paar babysokjes), wordt in een verschillend
kleurig papiertje gewikkeld met een strikje of gouddraad erom
heen. Voor iedere dag een kleine verrassing. Het mandje versle
ren met zachtrose- of blauwe strikken. Ook voor moedertjes die
thuis de baby krijgen.
Laatst gezien bij kennissen, die een etentje gaven: Elke gast
kreeg een eigen uitklapbaar tafeltje van dof plastic met artistiek
bloemmotief erop. Wijnglas, bestek en bord vormden de enige
aankleding. Op een rijdende bijbehorende trolley de dekschalen,
juskom, peper en zout etc. Na gebruik konden de vier tafeltjes in
de trolley worden opgeborgen en het geheel in een hoek wegge-
eet. Het stelletje kwam uit.... Amerika, waar het in Hollands
geld ongeveer 25,- kostte. Een idéetje voor een Importeur of fa
brikant?? Iedere huisvrouw zou er dolgelukkig mee zijn. Geen
tijdrovend tafeldekken en afnemen, maar ook geen ongezellige
„kluif op de knie...." (ik heb me laten vertellen dat deze tafeltjes
of mimi'tjes" ook wel verkrijgbaar zijn in Nedèrland. De uitvoe
ring is dan veel kostbaarder en de prijs ook, zodat ik die maar
helemaal niet noem.
Bijgaande medische ru
briek is gebaseerd op de
gang van zaken in België
na het rapport van de Bel
gische consumentenbond
over de aanwezigheid van
kwik in vooral Nederland
se mosselen. De kritische
opmerkingen slaan dus op
Belgische toestanden.
Niettemin zijn ze belang
rijk en leerzaam genoeg
om de Nederlandse lezer
er ook kennis mee te laten
maken.
Het rapport van de Belgische
verbruikersunie over de kwik-
vervuiling van de Noordzee en
de eventuele gevaren voor de
consumenten van vis en
schaaldieren heeft heel wat
stof doen opwaaien.
De deskundigen zaten elkaar
duchtig in het haar en de ene
verklaring volgde op de ande
re. Uiteraard reageerde ook de
consument zeer duidelijk. Het
visverbruik daalde fors; men
sprak zelfs van 40 tot 50 pro
cent In ieder geval is het een
onverkwikkelijke geschiedenis.
Of de bevolking werd zonder
reden gealarmeerd, óf het on
derzoek was juist zowel het
een als het ander lijkt ons zeer
ernstig.
Indien het rapport van de con
sumentenvereniging onjuist,
onvolledig of voorbarig is, dan
is het ongehoord de bevolking
nogmaals de stuipen op het lijf
te jagen. En dit om twee rede
nen. Ten eerste omdat heel het
vraagstuk van de milieuvervui
ling veel te emotioneel bena
derd wordt.
Een voortdurende en ongecoör
dineerde indruk maken op de
mensen leidt ongetwijfeld tot
een gevoel van frustratie en
ontmoediging. Men kan ook
overdrijven, zodat men weer
onverschillig wordt. Men heeft
dit verschijnsel ook meege
maakt toen men de Ameri
kaanse rokers op een onafge
broken manier schrik trachtte
aan te jagen voor longkanker.
Na een tijd steeg het sigaret-
tenverbruik weer tot de oor
spronkelijke hoeveelheid, zelfs
hoger.
Ten tweede zou het jammer
zijn als zonder onloochenbare
wetenschappelijke bewijzen,
het visverbruik zou dalen. Se
dert vele jaren wordt een ver
minderd vlees- en een vermeer
derd visverbruik gepropageerd
omdat vis veel meer onverza
digde vetten bevat dan vlees.
Zoals men weet, staan deze on
verzadigde vetten gunstig aan
geschreven in verband met het
voorkomen van aderverkalking
in tegenstelling tot de slechte
reputatie van de meer verza
digde vetten van het vlees.
Indien het onderzoek van de
Belgische consumentenvereni
ging wel juist is, dan is de
kwikgeschiedenis nog ellendi
ger.
Vooreerst omdat dit nogmaals
bewijst dat onze oceanen in
een angstwekkend tempo aan
het vervuilen zijn. Tevens om
dat het kwikgevaar dan toch
dient overwogen te worden en
tenslotte omdat we de offiële
en niet-offlciële weerleggingen
dan evenzeer moeten afkeuren
als een nutteloos alarmerend
rapport van de consumenten
vereniging.
Het is werkelijk onmogelijk
een gefundeerde uitspraak te
doen over de werkelijke toe
stand van het kwikgevaar,
maar na inzage van de ver
schillende reacties menen we
toch dat er geen reden is tot
paniek. Dit wil niet zeggen dat
we weer rustig kunnen door
slapen.
Waakzaamheid blijft geboden.
Vandaag is het kwik in de
mosselen en in de vis, gisteren
waren Tiet de hormonen in het
kalfsvlees, eergisteren de sulfi
den in het gemalen vlees, mor
gen zullen het de pesticiden
zijn en overmorgen het kool
zuurgas in de stadslucht-
De man in de straat maakt
zich zorgen en terecht. Hij
weet niet meer waar hij aan
toe is, en weet nog minder hoe
hij zich moet verdedigen. Hij
meent alleszins voldoende be
lastingen te betalen om objec
tief voorgelicht te worden. De
overheid moet hem voortdu
rend op de hoogte houden. In
dien hij gerust kan zijn, dient
hij dat te weten, indien hij ge
vaar loopt mag hij dat ook we
ten.
Het lijkt ons ongehoord dat de
wettelijke instanties enkel rea
geren als er moeilijkheden
zijn. Waarom worden de we
tenschappelijke gegevens
waarover ze overvloedig schij
nen te beschikken enkel te
voorschijn gehaald wanneer de
polemiek aan de gang is?
Waarom geen begrijpelijke
voorlichting in samenwerking
met de verschillende universi
teiten en gecoördineerd door
een ministerie van het leefmi
lieu?
Indien de officiële controle In
stanties goed werken, dan is er
geen enxele reden om hun re
sultaten te verzwijgen. Het
voorwendsel dat ze de bevol
king niet nutteloos willen alar
meren- mag niet aanvaard wor
den.
Deze diensten worden betaald
met het geld van iedereen en
ze staan bijgevolg ten dienste
van iedereen
Democratie veronderstelt in
derdaad informatie en indien
deze informatie niet gunstig is
moet ze het uitgangspunt vor
men van een systematische
aktie.
Anderzijds is het wenselijk dat
de officiële resultaten beves
tigd of tegengesproken worden
door onafhankelijk werkende
onderzoekers.
Om deze beschouwingen af te
ronden nog dit. De oceanen
zullen voor de volgende gene
raties van levensbelang zijn
voor het mensdom. De grote
universiteiten hebben dit reeds
lang begrepen en zullen tegen
het jaar 19S0 gesplitst worden
in land- en zeeuniversltelten.
Het vrijwaren van de oceanen
is een probleem dat weten
schappelijk en technisch op te
lossen is. Kortom het Is een fi
nancieel en organisatorisch
probleem. Hopelijk krijgt het
zijn begin van oplossing alvo
rens we te veel hinder onder
vinden van kwikvis of cad-
miummosselen.
DR. ICKX