ttJNST GESCHIEDENIS VAN SOLDAAT IN SCENISCHE UITVOERING fp| Drie avonden jong ballet in LAK \ry u kunst spreekt met uw moorde naar PAGINA 5 ZATERDAG 17 FEBRUARI 1973 LEIDSE COURANT Askenase vertolkt Chopin Het Rotterdams Philharmo- nisch orkest, onder leiding van Edo de Waart, presen teert op donderdag 22 fe bruari een concert met twee solisten, Stefan Askenase (piano) en Ruud Maas (fluit). Stefan Askenase zal zich laten horen in het twee de pianoconcert in f kl. t. op 21 jan. van Chopin, Ruud Maas in een Concert voor fluit en orkest van Carl Niel sen, een componist wiens naam weinig op de Neder landse concertprogramma's voor komt. De nu 77-jarige van oorsprong Poolse pianist Stefan Aske nase (die inmiddels de Belgi sche nationaliteit heeft ver kregen) is de Chopinvertol- ker bij uitnemendheid. Hij trad vele keren in Leiden op, althans voor de oorlog, en altijd in Chopin program ma's. Zijn spel is zeer ro mantisch en we zijn be nieuwd naar zijn vertolking van het Tweede Pianocon cert van genoemde compo nist. Het is voor het orkest geen dankbaar w rk. Struk- tureel en naar instrumenta tie is het niet sterk. Maar de pianopartij is virtuoos ge schreven. De thematiek heeft een danskarakter. Voor Ste fan Askenase „een kolfje naar zijn hand". LEIDEN Na de orkaan van Strawinsky's „Sacre du printemps" kwam „L'histoire d'un soldat" als een zoel windje. Destijds kwa men alle pennen in beweging: kentering in Strawinsky's compositie- getij. Willem Pijper legde een venijnig autobiagrafisch verband tus sen de componist en soldaat Joseph, die zijn viool (lees: ziel) ver kocht aan de duivel voor een boekje, dat hem rijkdom zou bezor gen. De werkelijkheid lag echter anders. Zo er sprake zou zijn van een kentering, dan is die onder druk van de toenmalige omstandigheden tot stand gekomen. Even voor het uitbreken van de eerste wereld oorlog had Strawinsky zich in Zwitserland gevestigd. Rusteloos van aard reisde hij van het ene land naar het andere, en zijn voorkeur ging uit naar Parijs. Na het uitbreken van de Russische revolutie werden alle buiten hun land wonende Russen statenloos verklaard, een lot dat ook Strawinsky trof. Maar door de oorlogsomstandigheden werd het reizen onmogelijk, werden de theaters gesloten en lag het Europese culturele leven plat. Strawinsky had in Zwitserland de dichter Ramuz ontmoet en met hem ontstond een hechte samenwerking. „L'histoire du soldat" werd in 1918 voltooid. Ramuz heeft het werk, dat ontleend was aan de Russische folklore „De soldaat en zijn viool", van een Franse tekst voorzien. De opzet was iets te maken, een theaterstuk, dat een minimum zou kosten aan décors, en een kleine bezetting zou vragen. Strawinsky wilde een muziek schrijven, die volkomen abstract, los stond van het gegeven, zodat het even tueel ook als orkestsuite zou kunnen worden uitgevoerd. Maar dit laatste mislukte, want zijn muziek was onverbrekelijk aan het gegeven gebonden: pakkend, heel eenvoudig, satirisch, maar te fragmentarisch om er iets voor orkest alleen mee te doen. Wel heeft hij er later een suite uit gedistilleerd voor piano, klarinet en viool. Het gegeven is het volgende. Een soldaat, op weg naar huis, ontmoet een oude heer, die zijn viool wil kopen vooi een boekje, dat de sol daat grote rijkdom zal opleveren. Wanneer dan eindelijk de soldaat in zijn geboortestreek is teruggekeerd, komt hij tot de ontdekking, dat iedereen hem negeert. Zijn familie, zijn vrienden en zijn verloof de keren zich van hem af. En dan pas beseft soldaat Joseph, dat hij 'n verbond heeft gesloten met d'e duivel, dat hij rijker is dan wie ook, maar ook armer dan geen mens ter wereld. Dan begint de strijd, die hij even lijkt te winnen. Hij ontfutselt de duivel zijn viool en belandt bij een prinses, die hij met zijn vioolspel van haar ziekte (zij kan niet lachen) geneest. Een huwelijk met haar weigert hij omdat het verlangen naar zijn geboorteland te sterk is, en hij vertrekt. Buiten het koninkrijk gekomen, krijgt de duivel weer macht over hem. Sol daat Joseph wordt een dolende. Zoals gezegd, is de bezetting van spelers en orkest klein. Er zijn slechts drie spelers, waarvan er één een dubbelrol heeft, althans bij deze uitvoering. Henk Votel heeft de rol van de duivel, die beurte lings als man of als vrouw optreedt. De verteller is Niek Pancras, de soldaat Rien Edzard, allen leden van de Nieuwe Komedie in Den Haag. De prinses is een danseres, Anja Licher (choreografie: Ro bert Fischer). De orkestleden zijn: Jaring Walta (viool), Piet Swin- kels (contrabas), Klaas de Rook (klarinet), John Mostard (fagot), Theo Laamens (cornet), Arthur Moor (trombone) en Frans van der Kraan (slagwerk). Decor en costuums zijn van Niels Hamel. Martinus Nijhof maakte in 1935 de Nederlandse vertaling. Het verhaal speelt zich hier af „tussen Sas en Sluis". Het werk heeft twee delen, onderverdeeld in scenes. Het eerste deel wordt voorafgegaan door een soort ouverture (een soldatenmars), waarin ook de verteller optreedt. Bij het entree van soldaat Joseph begint het eerste deel. In het tweede deel komen vier dansen voor: een Tango, een Wals en 'n Ragtime gedanst door de prinses, en nog een dans van de duivel. Het slot is de Marche triomphale du diable. 'Hi V" i A 1 V u i\ Hedenavond I Uitgevoerd nietta"; Strawinsky ,,L' StadsgehoorzaalResidentie-orkest o.l.v. Wl ssy „Préinde ft l'après d'nn faune' Istolre d'un soldat scenische uit' do Nieuwe Komedie. b. rijnders Muziek en drama: een boeiend huwelijk, gevierd met l'Histoire du Soldat Oratorium vereniging in Bonifacius- Iterk Alphen ALPHEN AAN DEN RIJN - De Chr. Oratorium vereniging geeft op 22 februari een concert in de Bonifaciuskerk aan de Paradijs laan. Het koor wordt begeleid door het Gewestelijk Orkest Zuid-Holland. Als vocale solisten werken mee sopraan Nelly van der Spek en de bariton Max van Egmond. Het geheel staat onderleiding van de heer Barend Schuurman dirigent van Hossanun. Het pro gramma bestaat uit: de Vier Maria Antiphonen van Her an Strategier, Requiem van Fauré, twee concert aria's van Haydn en het Gloria van Poulenc. Poppen theater Van Deth in het LAK LEIDEN Op 21 februari treedt in het LAK-theater het poppen theater van Felicia van Deth op met het spel „De Uizers", aar- vang half negen. Het is een stuk voor volwassenen e:i werd gr- schreven door Guido van Deth. De première was een half jaar voor zijn overlijden. Verschil lende slechte eigenschappen van de mensen worden in „De Ui zers" uits—~ Fons Jansen: Kwartetten": vrijdag 23 februari, 1 en 6 april, 20.15 uur. Het Rijnlands Lyceum. Een naam die bij niemand meer enige introductie nodig heeft, is die van Fons Jansen. Een aantal jaren geleden schoot hij als een ko meet aan de Nederlandse cabarethemel omhoog met zijn eerste soloprogramma, dat vooral geïnspireerd was door de katholieke kerk. Meermalen hoorde men toen echter verkondigen, dat dit ,,best wel leuk voor één keertje" was, maar dat er op de lange termijn geen brood in zat. Inmiddels is Fons Jansen al aan zijn vierde pro gramma toe (dat hij de toepasselijke naam „Kwartetten" heeft gegeven) en de publieke belangstelling wordt met het jaar eerder groter dan kleiner. In het spel zijn de namen van de pioppen gebaseerd op de trappen ver vergelijking, bijvoorbeeld „Wollewoofwuis-Wollewoofwui- zer-Wollev/ooofwuIst". Op het eerste gezicht lijken deze namen erg vreemd, maar later wordt duidelijker dat er wel degelijk een bedoeling achter zit. Felicia van Deth maakt tournee's met haar poppentheater door de hele wereld. Onlongs trad zij op in Japan en Finland. Het is beslist de moeite waard dit spel te zien om te kunnen constate ren dat in onze technologische tijd nog een kunst vorm be staat, die om met Guido van Deth te spreken „juichend ver telt van dromen". BBBHBSnBi ^4 1 V w v' j 1 1 Yofea Beretty en Ton Lensink in „U spreekt met uw moordenaar" Het is een opmerkelijk feit, dat er op het toneel naar verhouding vrij weinig thrillers worden gebracht. De boeken van Simenon, die vooral bekend is gewor den door zijn Maigret-se- rie, vormen na de Bijbel en Lenin het op twee na meest verkochte oeuvre ter wereld, de boeken van Do rothy Sayers, Agatha Christie en Erie Stanley Gardner vliegen al tiental len jaren lang de boekhan dels en kiosken uit, en wie hier in Nederland kent Ha- vank niet, of zijn voorgan ger Ivans (lange tijd één van mijn favorieten). Ook de film heeft vanaf haar ont staan een gezonde belangstel ling voor de misdaad aan de dag gelegd (Hitchcock), bij de (kortere) televisiefilms is de moord, al dan niet met voorbe dachten rade, zelfs een wezenlijk bestanddeel geworden. Op to neelgebied is het aanbod echter veel geringer en in feite zelfs beperkt tot enkele oude succes stukken, die steeds weer op nieuw van stal gehaald worden. Een van de meest bekende on der deze kassuccessen is wel licht ,,U spreekt met uw moor denaar" van Frederick Knott, dat volgende week in Leiden op gevoerd wordt in do regie van Guus Oster en met Yoka Ber- retty en Ton Lensink in de hoofdrollen. Het verhaal zullen wij u niet verroden, maar wel kunnen wij verklappen, dat een groot deel van de spanning In dit stuk juist te danken is aan het feit, dat het publiek al vrij spoedig na het begin weet, wie de dader is. pau| Korenhof ,U «preekt mol uw mnordcnnnr": 24 Wij, Hollanders, hebben de liefde tot het ballet niet tegelijk met de ^moedermelk ingedronken. Geïntegreerde expressie van lichamelijke beweging, ritme en klank vinden we prima zolang dit samenstel plezierig binnen de sfeer van de dancing of de polonaise blijlft. Dans- pathos die verder gaat, laten we liever over aan de paar exclusie- Velingen: kunst achter gesloten deuren. Niettemin zijn er steeds meer toeschouwers, die enthousiast raken nadat ze op de een of an dere wijze met het bdllet zijn geconfronteerd. En altijd zijn er apos telen van het ballet die de belangstelling voor hun kunst blijven sti muleren. Zo'n zendelinge is Marjolein Briër. Ballet-promotie zit haar in het bloed. Van haar is het idee om op vrijdag 9 maart en de zaterdag en zondagavond daarop het „Balletweekend Leiden '73" te houden. Drie voorstellingen, te geven door drie jonge, niet gesubsidieerde, erg geëngageerde groepen. Het balletweekeinde wordt gehouden in het LAK-theater aan het Levendaal, aanvang elke avond om half negen. Het eerste gezelschap, op vrijdagavond, komt uit Amsterdam. Enkele maanden geleden werd daar een niéuwe Modern-Jazz Dansgroep ge- cv formeerd door inspirator Fred Benjamin, een Amerikaan. De groep kreeg zijn naam: Fred Benjamin Dance Incorporated; de meeste leden hebben al naam gemaakt als solist bij bekende dansgroepen. Fred Benjamin danste op Broadway o.a. in „Promises" en „Hello Dolly". Hij had in New York en eigen dansschool, maar de New- yorkse atmosfeer werd hem te benuwd. Benjamin ging naar Pa rijs, waar hij balletonderricht gaf, en vervolgens naar de Zomer- akademie in Keulen. Een half jaar geleden vectigde hij zich defini tief in Amsterdam. De groep, bestaande (uit Terrin Miles, Karen Burke, Ronni Stuart, Henny Kamerman, Corrie de Leeuw, Wim de Haas en Marjolein Briër, voet een soul-programma uit: Inner City Blues, 902 Alany street, Two plus one, Mountain High, Our thing en Ember. Centraal staat bij hen de pure dansexpressie. Daarom maakt de groep wei nig gebruik van hulpmiddelen. De kostuums zijn sober. De muziek van eigentijdse componisten speelt een belangrijke rol. Mixed Media Theater uit Rotterdam danst op zaterdagavond. Deze groep werd in 1971 opgericht en bestaat uit een wisselend aantal dansers, acteurs, filmers, technici, beeldende kunstenaars en musi ci. Men tracht een geïntegreerd programma te bieden, waarbij alle elementen, die belangrijk zijn voor de relatie speler-toeschouwer, gebruikt mogen worden. Het resultaat is een audio-visuele gebeurte nis, waarin verschillende media zoals dans, mime, film, diaprojec tie en muziek een plaats hebben: „The late. late show". Meewer ken: Amy Gale, Michael Bruce, Henny Konings, Daniël Nieman, Mary Sciarone, Christine Switters, Maria Weinstock (dans, Rigina Dirkse (mime) en Jan Neef en Alfons Dirkse (projectie). De onder delen zijn: Dangerous Blues, Alice Jerry, Bevlekte Gevangenis, Evergreen en Wie is de weg? Tenslotte op zondagavond voor Leiden „boontjes uit eigen tuin", de dansgroep Marjolein Briër. Maar dan boontjes van eerste kwaliteit, want de groep heeft haar waarde al meermalen bewezen. Ter gele genheid van het balletweekeinde brengt de Leidse groep twee cho reografieën van Marjolein Briër in première. „Valerie" is een bal let op muziek van Elton John, een romantisch duet, waarin de nos talgie der jeugdherinneringen van een jongen naar het meisje zijn getekend. Marjolein Briër heeft de poëzie van het lied niet naar de letter verbeeld, eerder de lyriek en het gevoel die van de muziek uitgaan en die ook de inhoud van de story dragen en verklanken. De tweede première is die van „Live it up!", op muziek vun Jimmy Mc Griff.' Het is jazz-ballet, spontaan door de choreografe ontwor pen, pretentieloos en grappig, ontspannen swingend en ongecompli ceerd. De overige programma-onderdelen zijn Murderers' Homo (Sing-Sing-muziek), Brown Baby (Oscar Brown jr.), O Happy Day (Edwin Hawkins), Battle Hymne (Herbie Mann). Medewerkenden: Kenny Lalopua en Albert van Nierop, en Marjolein Briër, Pieternel- la Spruytenburg, Christine Gans, Trudy Ruivenkamp, Lilian Dooi, Amy Talahataruson en An Harting. Een bijzondere manifestatie die zowel de jeugd als de ouderen kan bereiken. Een eigentijdse danshappening ook, in een stad die best nog wat balletconfrontatie kan gebruiken. FRED BENJAMIN Mixed Media Theater Amy Talahaluruson in Brown Baby" in een choreografie van Marjolein Briër

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 5