Nederland overspoeld door carnavalshits,
maar de kraker heeft zich nog niet gemeld
DEIUf&PIIVTEil
^\JOHNNY<;
-TlEUBIBIOSEWrmEI
"Ér XL MüK
JOHNNY
RUK
m
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1973
mm
Aangrijpend nieuws voor
het hit- en biergevoelig
deel van' ons vaderland:
het zal straks In de feest
zalen en op dweiltochten
weer moeiteloos kunnen
verdrinken in de smeuiige
dijenkletsers, onverbidde
lijke krakers, formidabele
meezingers en collectieve
miskleuners. „Landgeno
ten", roept heilsoldate
Adèle Bloemendaal bij
voorbaat, „zet hem op.
Laat nu de klok maar lui
den. Hatsikidee. Agge-
maar leut het. Voor Ne
derland hoezee"
Vorige jaar leek het er
overigens op, dat de pla
tenmaatschappijen een ab
soluut record hadden be
haald, dat nimmer geëve
naard zou worden. Via de
schutsluizen van hun rij
melaars en krompraters
werden toen maar liefst
165 singles op de markt
geworpen, die bol stonden
van de lol. Ieder huisje
had zijn eigen carnavals-
kruisje en algemeen werd
aangenomen, dat Neder
land voor jaren voldoende
deunen gehamsterd had.
Dit jaar hebben de produ
cers er echter nog een
schep scnèllak bovenop
gedaan en het goedgelovig
volk verblijd met meer
dan 200 splinternieuwe
carnavalskrakers. Dit nog
afgezien van de creaties,
die plaatselijke pluggers
in diverse carnavalscentra
vers van de pers hebben
gepresenteerd. Vorige
week is in Bergen op
Zoom (Krabbegat voor iq-
nemers en hossers) de
nieuwe hit van stal ge
haald, die straks massaal
door de bevolking zal wor
den meegezongen. Tekst
en muziek zijn verplichte
leerstof op alle scholen in
Bergen op Zoom en overal
wordt druk op de beschik
bare instrumenten geoe
fend om het muzikale
kleinood straks zo gaaf
mogelijk af te leveren.
Thema voor dit jaar in
Bergen op Zoom is: „laat
de poppekes maar dan
sen". Het lijkt een open
deur intrappen, maar in
Bergen op Zoom neemt
men graag het zekere
voor het onzekere.
Schlager-festival
In Limburg heeft de Bond
van Carnavalsverenigin
gen inmiddels de zoveelste
mislukte poging gedaan
om een Nederlandse pla
tenmaatschappij te inte
resseren voor het idee van
een provinciaal schlager
festival. Opper-Ieutbroek
Jules Janssen zegt achter
af spijtig: „men vindt in
de Randstad de marict
voor originele Limburgse
carnavalshits te klein. Ze
willen alleen maar zoveel
mogelijk verdienen en
daarom wordt ons land
momenteel overspoeld
met zogenaamde carna
valsmuziek".
„Ik vind het diep treurig,
dat Bovenmoerdijkers op
schaamteloze wijze com
mercie plegen met onze
tradities. En dat, terwijl
we hier kwaliteit genoeg
in huis hebben. Denk
maar aan keien als Piet
Geuskens, Joep Radema-
cher en een Jefke Diece-
ren. Die weten stuk voor
stuk, wat Carnaval is,
maar ze krijgen gewoon
geen plaats aan de grote
platenruif. Het zijn weer
de Sjakie Schrammen en
de Mounties, die het voor
het zeggen hebben. Overi
gens ook alleen maar voor
de radio en de televisie.
Want ik voorspel nu al,
dat al die zogenaamde
Carnaval-krakers uit de
Randstad bij ons in Lim
burg geen poot aan de
grond krijgen. Wij zingen
onze eigen liedjes en heb
ben echt geen behoefte
om de zakken van de
poenmakers te spekken".
Venlo heeft inmiddels het
bewijs geleverd, dat Lim
burgers de muzikale leut
dit jaar in eigen beheer
houden. Het oudste vas
tenavondgezelschap „Jo-
cus" heeft voor de twaalf
de maal in successie een
eigen carnavalsplaat laten
persen met gave stamper
tjes als „de neuchtere",
„lach en vergaet 't" en
„Mieke Woep". Van de
3500 geperste platen is het
merendeel al weggezet bij
vrome Venloërs. (Phono
gram leverde overigens
de technici, die deze scho
ne droom van Jocus
moesten verwezenlijken).
In houdgreep
Toch verhelen ook de ver
stokte chauvinisten niet,
dat de carnavalvierder er
voortdurend voor moet
waken om zich niet te la
ten meeslepen door de
verleidelijke deunen, die
een Noorderling hun met
de paplepel ingeeft. Zegt
Jules Janssen, voorzitter
van de federatie van sa
menwerkende carnavals
verenigingen: „Onze eigen
artiesten liggen straat
lengten achter op de Hol
landers, die via de televi
sie en de radio hun pro-
dukten kunnen doordou
wen. Wij hadden dit jaar
serieuze plannen om een
potpourri samen te stellen
van schlagers uit diverse
Limburgse steden, maar
we krijgen de zaak niet
meer rond. Er is ontzet
tend weinig interesse bij
de platenmaatschappijen.
En de Limburger zelf. ach
je weet langzamerhand
wel, hoe die reageert. Hij
voelt zich nog steeds een
verschoppeling uit een ge
neraliteitsland, die in het
barre Noorden geen fluit
heeft in te brengen. Wie
zegt overigens, dat hij
geen gelijk heeft?".
Kassa
Vraagt m m overigens aan
de gevestigde auteurs van
carnavalsdeunen, wat hen
toch bewogen heeft om
hun curieuze teksten aan
de openbaarheid prijs te
geven, dan nemen ze je
mee naar het plaatselijk
café en wijzen ze op de
kassa. Er is bij de mees
ten van hen geen sprake
van apostolische ijver en
het overgrote deel heeft
zelfs een gloeiende hekel
aan carnaval.
Kenners zijn het er onder
tussen nog steeds niet
over eens, aan welke
voorwaarden een ijzerster-
ke carnavalstekst moet
voldoen. Droef gebaarde
Pierre Kartner houdt vol,
dat een potentiële kraker
wel mag schuimen, maar
nimmer dient te krassen.
Anders gezegd: het alco
holpercentage van de
tekst moet te verwaarlo
zen zijn. Kartner, die als
Vader Abraham precies
weet, waar je de mosterd
vandaan moet halen zegt
bestraffend :„het is 'n ty
pische misvatting van
Noorderlingen, dat een
carnavalslied per se ver
zopen moet worden in bier
en jenever. Dat bewijst
voor mij: „ze hebben er
geen spat van begrepen".
Een echte Carnavalsvier
der wil plezier, hossen,
dansen, slierten, noem
maar op. En daarbij wil
hij via de juke-boxen niet
steeds herinnerd worden
aan de glazen bier, die hij
bij zijn activiteiten al in
zijn keelgat heeft gegoten.
Een alcoholische tekst is
waardeloos, omdat het in
feite een beschuldiging is.
Je staat met een glas bier
in je hand te brullen, dat
je zo zuipt. Dat lijkt me
een zelfkwelling, die net
even te ver gaat".
Weertse Johnny Hoes
vrolijke Frans in platen-
land is daarentegen
van mening, dat een flin
ke scheut sterke drank
een slappe tekst alleen
maar opfrist.
„Leve de leut", deelt hij
wijsgerig mee". Het is op
dat moment zelfs hem een
raadsel wat hij daarmee
bedoelt.
Telt men nu de neuzen
om vast te stellen, waar
de potentit'le krakers van
carnaval 1973 zich bevin
den, dan blijkt, dat er in
feite geen geheide toppers
tussen zitten. In he. verle
den is dat wel eens an
ders geweest. De fervente
hosser kan zich nog haar
scherp het gebenedijde
jaar 1966 voor de geest
halen, toen Sjakie Schram
zijn „glaasje op, laat je
rijden" lanceerde. De
tekst was weliswaar niet
bedoeld voor feestgangers,
maar voor de Vereniging
Veilig Verxeer, maar deze
intentie kon niet verhinde
ren, dat half Nederland
het lied al loeide, toen het
door de vereniging nog
gelanceerd moest worden.
Sjakie Schram probeert
het nu met „leef vandaag,
betaal maar later". Vol
gens zijn platenmaat
schappij een hit, maar in
de nog nuchtere ogen van
kenners een bleke uit ve
len. Schram zal niettemin
op 19 februari in zijn tele
visieshow „kleintje Carna
val" proberen om het lied
op te stoten in de vaart
der feestvierende volke-
Datzelfde hebben ook de
Mounties op vrijdag acht
februari gedaan met hun
„lachen gieren brullen
loeien, dat was echt een
hele goeie, dit is er één,
die schrijf je op, dit was
weer zo'n ouderwetse, cri
minele dijenkletser". Bij
deze tekst zit het er dik
in, dat hij bij een groot
deel van de Carnavals
vierders zal aanslaan. En
waarom? „Omdat het een
niet-alcoholische, bijzon
der zwakke tekst is, die
door lallers zonder enig
bezwaar na één keer vóór-
zingep kan worden meege
bruld. „En daar gaat het
nou net om", legt de ken
ner geduldig uit, „de
stomste tekst is voor Car
naval nog niet stom ge
noeg. Dat is de misreke
ning van een man als
Toon Hermans geweest.
Die dacht: „ik maak even
een gaaf liedje. Wel volks,
maar gaaf". Nou mooi, dat
zijn eigen Limburgers
hem voor clown lieten
staan. „Mien, waar is
mijn feestneus?", Is ei
genlijk het enige bruikba
re. dat hij aan carnaval
heeft bijgedragen. De rest
is waardeloos. Goed voor
Het Nut of een avondje
van het Leger des Heils,
maar niet voor hossers.
Uche/ uche
Stukken beter zit de al
eerder genoemde Vader
Abraham met zijn lied
„uche, uche, uche, het
stikt hier van de muggen,
ieche, ieche, ieche, het
stikt hier van de vliegen,
rie, eie, eie, het stikt hier
van de bijen". „Krimme-
neel", is de kenner van
oordeel, „dit is nu juist de
stupide tekst, waar de
vastenavond-vierders op
zaten te wachten. Stel je
even het tafereel voor: na
vijftien pilsjes wordt je
met je ezelskop door een
monumentale meid naar
de dansvloer geduwd voor
een polonaise. Dat is het
gegeven. En waar heb je
op zo'n moment behoefte
aan? Juist, Uche, uche,
uche, het stikt hier van de
muggen". Na twintig pils
jes maakt hij er trouwens
in eigen regie van „mare,
mara, mare. het stikt hier
van de klare". Met zo'n
ijzersterke floddertckst
kan je alle kanten uit".
Adèle Bloemendaal met
haar „hallelujah kamera
den" is waarschijnlijk al
leen maar geschikt voor
intern georuik op noorde
lijke braspartijen. Dat
geldt ook voor het Cock
tail Trio (lief zijn voor el
kaar) en Do Butlers, die
met „Barend, waar is je
servet" een graantje mee
willen pikken uit de gou
den ellende van de
VPRO-anti-show-sensaties.
Het blijven echter gissin
gen, want zelfs een door
gewinterde producer als
Lionel Swaab van CBS
kan alleen maar een natte
vinger in de lucht steken
als hij zijn zoveelste hit
de carnavalspiste instuurt.
Worden het de Pinten met
hun „hé lekker stuk" of
Rita Corita met „alle
eendjes, die zijn dron
ken". En dan hebben we
het nog niet eens gehad
over het „citroentje met
suikerteam", dat „je moet
er mee leren leven" heeft
bijgedragen en over Farce
Majeur, dat het probeert
met „dikke mik".
En wacht eens even, wat
denken de heren feestvier
ders van Wim Kersten, de
afgescheiden Pint, die een
gooi waagt met „het leven
is maar 30.000 dagen" en
„het is hier zo fijn in Ne
derland". Om maar te
zwijgen van de ouwe hap,
die nog lang niet is uitge
woed. Geef mij de liefde
en de gein. Schitterende
tekst toch zeker. En „Hup,
daar is Willem" en „van
je hoempa, hoempa".
Toch ook zeker krimme-
neel. En „oh wat ben je
mooi" en „bij ons'staat
op de keukendeur".
Mijn hemel, was het maar
vast Pasen.
LEC THURING.
insamertottkrg rm joden EndeTheafcratxi
KRAAYKAMP&
DEGOOYER