(umfe
Duizend
maal
excuus
snor
...wezullen
het goed
met je
maken
POMMADE
UIT
GROOT
MOEDERS
TIJD
KOMT
TUSSEN
NEUS
EN
LIPPEN
WEER
TERUG
ZATERDAG 17 FEBRUARI 1973
ROTTERDAM Laten we wel
wezen: terwijl de neurosen
steeds weliger bloeien en de
welvaart bij het ingaan van elke
nieuwe loonronde meer mensen
knock-out tegen het canvas
slaat, neemt automatisch het
verlangen naar de broze zeker
heden van vroeger toe. Logisch,
want het is al eeuwen de glas
heldere wet der communiceren
de vaten, die de zaken op dit on
dermaanse in evenwicht houdt.
Op het moment, dat de knip-
beurs volloopt, zakt het welbeha
gen gelijk onder nul. En de
man, die alles beeft, wat zijn
hartje begeert, wordt doorgaans
spoedig daarna door een infarct
getroffen.
Hoe meer men zich kan permit
teren, des te schaarser worden
de gelukzalige ogenblikken van
tevredenheid. Men moest toch zo
nodig het zoethout van een cent
vervangen door ijskast, haardro
ger, kleurenbuis, auto en droom
reis en nu het verzadigingspunt
bereikt is, schiet prompt het ge
moed weer vol en denkt men:
,,wat koop ik er voor? Wat ben
ik er nou helemaal mee opge
schoten? Met al mijn poen, mijn
vrije tijd, mijn toeslagen voor
elke extra poot, die ik uit
steek?".
Anti-makassar
De logische reactie op de tanen
de tevredenheid is de massale
vlucht naar toen. Men droomt
weer hardop van de dagen,
waarop de thee zeurde op het
licht en vader na een twaalfuri-
ge werkdag het hoofd te ruste
legde tegen de anti-makassar.
Dat waren tenminste glorieuze
tijden. Je wist exact, waar je
aan toe was en voelde je daar
om noodgedwongen blij met het
handjevol dingen dat je had.
Daarom verdringt iedereen zich
nu voor een retourtje naar het
verleden. Men omringt zich als
bet even kan thuis met het puin
van de bric-a-brac, met todden
en vodden. Als het maar oud is,
dan zal het wel goed zijn.
Evergreens
Eén van de laitste aanwinsten
in het assoriment van herrezen
evergreens is het snorrevet, dat
generaties terug stolde, maar nu
weer als een smeuïge hoofdzaak
op de markt terug is. Als je dan
leest, dat het befaamde Parijse
cosmetica-huis Pinaud het mens
dom verrast heeft met zijn
„Pommada Hongroise", ofwel
snorrevet dan wel snorrewas,
denk je toch onwillekeurig:
„Mijn hemel, wat hebben we
ons al die jaren dan toch moe
ten behelpen. We hebben de
zaak mooi in de lap laten han
gen. En wie was het onschuldige
kind van de rekening? Duizend
maal excuus snor. We zullen het
goed met je maken".
Uiteraard is de „Pommade Hon
groise" ook een produkt, waar
de tand des tijds menige vulling
op stukgebeten heeft. Pinaud,
die in het begin der negentiende
eeuw reeds een wereldberoemde
parfumeur was en onder meer
zijn reukwater over de akkers
van Koningin Victoria liet lopen,
vond telkens nieuwe snufjes in
zijn kokende retorten. Eén er
van was het snorrevet. Het
bleek opnieuw een voltreffer te
zijn, want iedereen verlangde er
prompt naar om zijn knevel tot
in de puntjes te verzorgen. Na
poléon de derde werd een vaste
Napoléon III (1808-1873)
Napoléon de Derde
Pinaud-snorrevet.
i de trouwe afnemers
afnemer en ook de voltallige
Russische adel laafde zich gre
tig aan Pinauds vetpotten. Zelfs
gekroonde hoofden, die niet over
een snor beschikten, sloegen
toch een dozijn blikken „Pom
made Hongroise" in en smeer
den de inhoud achter hun oren
en in hun wenkbrauwen.
Rank in punten
De Pommade Hongroise, die in
dertijd door Pinaud gecreëerd
werd voor de ranke, in punten
gedraaide snor en het toefje on
der de kin, is zoals alle ouwe
zaken, die weer terugkomen, op
gebouwd uit plantaardige, de
snorharen en onderhuid genoeg
zaam voedende bestanddelen.
Als je zo'n volzin maar voldoen
de keren herhaalt, ga je op den
duur vanzelf in de werkzaam
heid ervan geloven.
Geheel overtuigd van de voor
treffelijke eigenschappen, is nu
reeds Ineke Vollemans, die als
directrice van het Rotterdamse
cosmeticahuis Intervoli de mars
route van het snorrevet in Ne
derland heeft uitgezet. Door on
voldoende haargroei op haar bo
venlip is zij zelf helaas geen
vaste afneemster van het pro
dukt, maar dat verhindert haar
niet om er vierkant achter te
staan. „Alles komt terug", seint
ze vanuit haar directiezetel over
tafel, „iedereen heeft heimwee
naar vroeger, toen alles zo ver
trouwd en zo geordend was. Ik
zoek voor mijn zaak dan ook
doelbewust naar produkten, die
de zekerheden van vroeger bin
nen hun verpakking hebben. Pi
naud heeft dat goed begrepen.
Die brengt nu een serie schoon
heidspreparaten in zalige, ouder
wetse flessen. Ook de verdere
presentatie, de kleur van het pa
pier, de drukletters, is net als in
de twintiger jaren. Ik ben zelf
helemaal mesjokke van die se-
Graankorrel
De besnorde Nederlander, die
nu onmiddellijk naar zijn huis
drogist snelt om een tube „Pom
made Hongroise" te kopen,
vindt daarbij dezelfde handlei
ding, die ook Napoléon de Derde
"voor zijn knevel gebruikte:
„men neme de benodigde hoe
veelheid snorrepommade op de
top van een vinger: een spelde-
punt voor de wenkbrauwen, een
graankorrel voor de snor, een
kleine erwt voor baard en bak
kebaarden. Daarna wrijft men
de pommade zorgvuldig uit over
het haar en vervolgens werkt
Eli J. F. Randolph uit New York komt de eer toe, dat hij
de uitvinder is geweest van de snorbeschermer. Een vernuf
tig apparaat, dat eenmaal op de neus gedrukt, de snor
onopvallend belet deel te nemen aan de maaltijden.
Mn het begin van deze eeuw namen de verzendhuizen in
hun prospectussen pagina's vol preparaten voor hoofd
zaken op. Daaronder was uiteraard ook het opzienbarende
vet.
men het haar in model met bij
gevoegde borstel"?
Terzijde van Ineke Vollemans:
„de snor is tegenwoordig weer
helemaal in .Er heeft een tijd
de klad in gezeten, zeg maar
tussen de wereldoorlogen, maar
nu groeit de zaak weer als kool.
Een beetje man laat tegenwoor
dig zijn haar staan en voelt zich
gelijk een stuk zekerder. Noem
ze maar op, de beroemde snor-
redragers: Salvador Dali, Cha
plin, Omar Shariff, André van
der Louw, Ted de Braak, Joseph
Luns. Als ik tegenwoordig de te
levisie aanzet, zie ik allerlei
mannen, van wie ik denk: „is
die nou ook al aan de snor?".
De knevel is overigens vrijwel
zo oud als het zout in de pap.
Voor de aanvang van onze jaar
telling was het al de gewoonste
zaak van de wereld om het
hoofd met de beschikbare haren
volledig aan het gezicht te ont
trekken. Een beetje barbier ver
diende dan ook bij de Germanen
het zout in zijn pap niet.
Vele eeuwen later pas ging men
onderscheid maken tussen vet-
kuif, bakkebaarden, knevel en
baard. De eerste, die van deze
hoofdzaken moest wijken was de
•knevel, die in de tijd van de
Grieken geleidelijk verdween.
Later liet Alexander de Grote
ook de baarden afscheren. Dit
met het oog op de vijand, die hij
zo min mogelijk greep op zijn
krijgers gunde.
Dat proces zette door in de mid
deleeuwen, (Peter de Grote
voerde zelfs uit hygiënische
overwegingen een gepeperde
haardbelasting in) en pas bij de
opkomst van de republiek der
Nederlanden kwamen snor en
baard weer in volle glorie terug
op de gezichten van regenten,
regeerders en verkondigers van
Gods woord.
Die triomf duurde overigens
maar kort, want met de op
komst van de pruik verdwenen
als bij toverslag alle verdere
haargroei en werd het „blote
billen-gezicht" opnieuw de grote
mode.
Theaterwerk
Volgens het actie-reactie^princi-
pe keerde de mens na verloop
van tijd toch weer terug naar
baard en snor en rond de eeuw
wisseling was het nauwelijks
denkbaar, dat men zonder kne
vel als man geaccepteerd werd.
Bekijkt men de mode-boeken
van die dagen, dan ziet men pa
gina's vol hulpmiddelen om de
knevel in optimale conditie te
houden. Dat varieert van Pi
nauds snorrevet tot het aange
plakte theaterwerk. Dringend
wordt in die dagen ook het re
gelmatig gebruik van de „snor
beschermer" aangeraden. Een
redacteur van een wetenschap
pelijk tijdschrift in Amerika be
richt doodserieus aan zijn le
zers, dat doktoren van mening
zijn, dat een snor tot de gezond
heid bijdraagt, gezien het veran
derlijke klimaat. En hij vervolgt
dan: „De man, die een middel
heeft uitgevonden waardoor zelfs
zij met de weelderigste snor hun
wijnen en andere spiritualiën
zonder enig bezwaar kunnen op
slorpen, verdient een ereplaats
in de lange rij van weldoeners
der mensheid. F.n daarom ver
melden we voluit zijn naam: Eli
J. F. Randolph uit New York,
die op zijn vinding van de snor
beschermer octrooi kreeg op 20
februari 1872.
Wat is nu de snorbeschermer?
De neus wordt sinds lang ge
bruikt voor het ondersteunen
van lorgnets en brillen. Er
wordt van gezegd, dat hij door
een beroemde musicus werd toe
gepast om een noot te spelen,
die een grapjas aan het muziek
schrift had toegevoegd op een
plaats, waarbij de handen van
de pianist zich aan de uiteinden
van het klavier bevinden terwijl
de noot in kwestie het manipule
ren van een toets in het midden
daarvan vereiste. Als een neus
zulk een heldendaad presteert,
is hij zeker in staat iemands
snor uit iemands appelmoes of
pap te houden, mits voorzien
van een voor dit doel geëigend
instrument.
Snorbeschermer
Zulk een instrument verschaft
ons mr. Randolphs uitvinding.
Het is een gebogen plaat van
hard rubber of ander geschikt
materiaal, aangepast aan de
vorm van de bovenlip, zodat
het, aan de voorkant daarvan
opgehangen, een flens vormt,
die de snor ervan weerhoudt
aan het eten en drinken deel te
nemen. Het geven van kussen,
hoewel in de octrooiaanvrage
niet apart genoemd, kan door
dit instrument wellicht ook ge
makkelijker en meer voldoening
gevend geschieden".
Een meer dan duidelijke zaak
voor Ineke Vollemans. Ze ziet
wellicht de snorbeschermer zo
één twee drie nog niet aan de
neus zitten, maar voor de Pom
made Hongroise acht zij een
grote toekomst weggelegd.
„Ik zal u nog wat anders vertel
len", deelt ze in het diepste ge
heim mee, „we gaan langzamer
hand naar de tijd, dat de mens
wel gedwongen wordt om zijn
hoofdzaken in eigen regie te
zorgen. Er verdwijnen steeds
meer kappers, vorig jaar alleen
a' zo'n 800. En op den duur zal
slechts een handjevol overblij
ven. Ook het aantal drogisten
zal in de komende jaren waar
schijnlijk worden gehalveerd. Er
zijn er nu nog 4000. Ik verwach!
dat er aan het einde van de
ventiger jaren nog 2000 ovt
zijn. Dat zijn dan de mense*
die zich gespecialiseerd hebben
De vaklui, die het hebben aan
gedurfd om een bepaalde groep
produkten te pousseren. Met
mijn zaak mik ik doelbewust op
de Nederlander, die bereid is
wat meer geld uit te geven voor
de luxe, waarmee hij zich wil
omringen. Mijn huis voert bij
voorbeeld de produkten van Ger-
maine Monteil, die tot de duur
ste ter wereld behoren. Daar is
een potje van veertig gulden de
gewoonste zaak van de wereld.
Maar de klant krijgt er alles
voor, wat hij wil. Een goed pro
dukt en een onmisbaar stuk illu-
Voldoening
Zo zie ik ook dat snorrevet. De
wereld zou echt niet ongelukki
ger zijn geworden, als Pinaud
die pommade niet opnieuw had
geïntroduceerd. Maar nu het er
is, geeft het wel voldoening. Al
heb je de lachers er maar mee
op je hand".
Neen, het is een duidelijke zaak.
Het zit in Nederland voorlopig
weer snor met de knevel.
LEO THURING
De snor, die jaren lang in de hoek heeft gezeten, waar de
slagen vielen, krijgt nu eindelijk zijn vet.