Sprinter op 1 mei 74 gereed NIEUWE STADSTREIN ZONDER BAGAGERUIM EN TOILETTEN WORDT IN DUITSLAND GEBOUWD DINSDAG 30 JANUARI 1973 LEIDSE COURANT De opstelling van de gemakkelijke stoelen in het nieuwe NS.materieel Nog sneller en nog meer comfort Nu de bestellingen voor de Sprinter de deur uit zijn, hebben de functionarissen van de Spoor wegen alweer andere plannen. Men gaat beginnen met de op stelling van een wensenpakket voor nieuwe Intercity-treinen. Materieel dat meer comfort heeft en een hogere snelheid kan bereiken dan de huidige Inter- citytreinen. Nederland duidelijke middenmoter Nederland is een duidelijke mid denmoter als de treintypes in ons land worden vergeleken met de ons omringende landen. Wij hebben geen „Mistral", maar ook geen prehistorische boemeltjes, die beide voor het spoorvervoer in Frankrijk zorgen. Ook na de Intrede van de Sprinter behoort Nederland niet tot de landen met het modernste materieel. Anders is het als men de dienst regelingen vergelijkt. Neder land staat hierbij duidelijk op een van de hoogste plaatsen. Vrijwel nergens in de wereld rij den de treinen zo geregeld en zo frequent. Het spoorboekje hoeft vaak niet eens meer in de hand genomen te worden om te weten hoe laat een trein naar een vas te bestemming vertrekt. Reizi gers weten al, dat de bewuste trein altijd om het heel en om het half de perrons verlaat. Onze buurlanden doen ons dat Eerste klas meer kans op zitplaats Onderscheid tussen de vermaar de eenste en tweede klas- coupé's gaat verdwijnen. De zit- eenheden zullen niet meer ver schillen. Overigens wel in prijs, want klasseverschil is tenslotte voor de Spoorwegen een voorde lige zaak. Reizigers die met een eersteklas kaartje de trein in stappen vinden een gelijkvormi ge coupé met exact dezelfde stoelen en beenruimte als in de tweede klas. Het prijsverschil houdt alleen in, dat men meer kans heeft op een zitplaatsje. Overigens heeft de NS besloten de beschikbare ruimte tussen de -eerste en de tweede klas gelijk te verdelen: beide klassen heb ben evenveel coupés en evenveel stoelen. Openslaande deuren voor al het materieel De bouw van nieuwe treinstellen heeft een cyclus van ongeveer gonnen een nieuw type te ont- tien jaar. Na de oorlog werd be- wikkelen. Het werd de bekende Hondekop-trein, die in 19S4 op de Nederlandse Spoorlijnen werd geïntroduceerd. In 1961 bleek de behoefte aan een ander type en rond 1965 deden de „gele" trei nen hun intrede. Treinen met openklappende deuren, hierin af wijkend van de schuifdeuren van de Hondekop. Overigens wil de NS binnenkort alle treinen voorzien van openslaande deuren zodat het open en dicht geschuif achterwege kan blijven. UTRECHT Toekomstbeeld op 1 mei 1974: een zware Duitse lo- komotief verlaat de fabriekshal len van de firma Talbot in Aken. Hij trekt de Sprinter, de nieuwe trein voor het Neder landse spoorwegnet naar Maas tricht. Een gele trein, zonder toiletten en bagageruim maar met een vereenvoudige instap, luchtveren, nieuwe motoren, zit banken als in een vliegtuig en nieuwe reminstallaties. Het is de bekroning van jaren denk- en sleutelwerk niet alleen in het hoofdkantoor van de Nederland se Spoorwegen in Utrecht, maar ook in het buitenland. De moto ren komen uit Frankrijk, draai- stellen uit Zwitserland evenals de reminstallaties, het stalen ge raamte uit Duitsland en een deel van de elektronische instal latie uit Nederland. Op eigen kracht kan de Sprinter niet naar de grens komen: de motoren werken niet op het voltage dat door de Duitse Spoorwegorgani satie door de bovenleidingen wordt gestuwd. Pas bij het be- rieken van de grenspaal volgt de boreling op eigen kracht zijn weg naar Maastricht, naar de werkplaatsen waar hij geduren de twee maanden aan de meest uiteenlopende proeven wordt on derworpen. Proefritten worden gemaakt op een verlaten stuk rails in Limburg, de „zit" van de banken wordt geprobeerd, motoren en remmen getest. De werkelijkheid van begin 1973 is nog: een dikke twee miljoen gulden heeft de Nederlandse Spoorwegen per Cprinter uitge trokken. Dat geld moet goed be steed worden, want het nieuwe treinstel schijnt een uitstekende toekomst tegemoet te gaan. Top functionarissen van de Spoorwe gen denken de Sprinter over en kele jaren op vele trajecten in Nederland te kunnen inzetten. Vanaf 1976 rijden de nieuwe treinstellen op het lijntje Den Haag—Zoetermeer en reeds in '74 bij wijze van proef op de strandiijn Rotterdam—Hoek van Holland. Als mogelijk traject waarop de Sprinter kan worden ingezet wordt genoemd de lijn Rotterdam—Den Haag—Amster dam. De eerste bestelling voor dertig Sprinters is de deur uit. Insiders verwachten, dat het bij die der tig zeker niet zal blijven. Ir. J. C. W. de Jong, hoofd van de constructieafdeling van de NS en speciaal belast met het rol lend materieel ziet rond 1980 wel 300 Sprinters de verstedelijkte gebieden van Nederland door kruisen. Twee jaar Het heeft de Nederlandse Spoor wegen bijna twee jaar gekost om tot bestelling van het nieuwe materieel over te gaan. Reeds in 1969 werd het idee geopperd voor de verstedelijkte gebieden met veel voorstandhaltes een nieuw treintype te introduceren: een treinstel dat bij veel haltes kan stoppen en toch snel kan rijden. Het leek de NS verstan dig en goedkoop een bestaande trein te kopen. Nadat de techni ci een gedetailleerd wensenpak ket hadden geformuleerd werden 43 verschillende treintypen on derzocht. Ploegen technici reis den naar Japan. Noorwegen, Finland. Frankrijk en Amerika om vaak na enkele weken hoofd schuddend terug te komen. Van de 43 types kwamen er maar zes voor een nadere studie in aanmerking. De andere vielen af door een afwijkend voltage, waardoor toch nieuwe motoren moesten worden ontworpen, en richt. Het bleek een onuitvoerba re zaak, de in- en uitstap van de treinen op dezelfde hoogte als de Nederlandse perrons te maken. Als meest aangename oplossing besloot men de instap zo te ver vaardigen, dat de „treden" een hoek maakten van 45 graden. Een steilere entree zou de reizi gers voor problemen stellen; een flauwere instaphoek stelde de constructeurs voor grote zor gen, hoofdzakelijk van financiële aard. Minder valide reizigers blijven dus ook de komende ja ren aangewezen op hulp van derden als zij een ritje per trein willen maken. „Het is niet reëel voor deze categorie reizigers gi gantische investeringen te doen om hen nog meer tegemoet te komen", stelt ir. De Jong. ffi Wensenpakket De gigantische neus van de Hondekop heeft als enige taak de machi nist optimaal te beschermen. een afwijkende spoorbreedte, zaak omdat met die verandering Van de zes potentiële kandidaten ruimten voor generatoren en bleef de Réseau Express Regio- motoren moeten worden ver nal, die rijdt op de nieuwste lij- plaatst. De kosten van dergelij- nen van de Parijse metro als ke reconstructies zouden de enige mogelijkheid over. Na ver- prijs tot ver boven de twee mil- gaande studie sneuvelde echter joen opschroeven, ook dit treintype: de instap vol- uitstap van de rer Goederenwagen De sluit aan bij de perrons Franse metro. De hoogte van deze perrons is niet gelijk aan de hoogte van de Nederlandse perrons. Wanneer de rer in Nederland zou gaan rijden, dan zouden alle perrons aan de nieu we instaphoogte moeten worden aangepast. Uiteraard een kost bare aangelegenheid. De instap van de trein veranderen was eveneens een vrijwel ondoenlijke Het afketsen van de rer illu streert de nauwkeurigheid waar mee de technici van de NS bij nieuwe plannen te werk gaan. Tevens illustreert het besluit de rer niet te kopen met het be lang dat de NS hecht aan een zo goed mogelijke entree van de treinen. Alleen al voor het con strueren van een zo gemakkelijk mogelijk instap werd een goede renwagen als proefstation inge- Een nieuwe trein moest dus ont worpen worden toen alle andere mogelijkheden waren verwor pen. Het wensenpakket voor de nieuwe trein was zeer complex. Als een der belangrijkste uit gangspunten werd besloten de Sprinter („die naam moet het gaan doen net zoals indertijd de Hondekop") te laten bestaan uit twee rijtuigen met elk een eigen motoreenheid. Er blijft dan een uitbreiding mogelijk met een derde motorloos rijtuig, dat er tussen kan worden geplaatst. De samenstelling van het treinstel bepaalt immers de kracht van de motoren. Ook werd besloten elke as apart aan te drijven. Momenteel heeft het materieel een aandrijving om de andere De zitplaatsen worden wellicht anders aangebracht dan in de huidige treinen: achter elkaar zoals in de bus en in een vlieg tuig. De Sprinter krijgt geen ba gageruim en voorlopig in de eer ste modellen geen toilet. „Als de behoefte aan toiletten in de trei nen blijkt, dan is er nog ruimte over om er alsnog een te bou wen. Probelemen geven dergelij ke toiletten natuurlijk wel. De Sprinters zijn bedoeld om in verstedelijkte gebieden te rijden, in Zoetermeer bijvoorbeeld als openbaar vervoer binnen de ge meente. Wat moet er gebeuren met de inhoud van de toiletten. Thans verdwijnt de inhoud tus sen de rails, maar in de stad ligt dat wat moeilijker", zegt ir. De Jong. IVeus De bestuurders krijgen een ver stevigde cabine. De machinisten moeten zich veilig voelen. „Hoe vaak steekt niet een auto een spoorwegovergang over als een trein aan komt razen. De cabine van onze machinist moet ook na een zware aanrijding onbescha digd blijven. Kijk maar eens naar de Hondekop. De machi- nest zit niet voor niets zo hoog en de uitstekende neus heeft als enige taak bescherming van de cabine". Hoe de cabine en daar mee het vooraanzicht van de Sprinter eruit gaat zien is nog een open vraag. De construc teurs willen dit keer geen „neus" ontwerpen. Vermoedelijk krijgt de Sprinter een afge stompte voorgevel en lijkt een beetje op de Haagse PCC'cars. Het remsysteem voor de Sprin ter is ook geheel nieuw: een elektrische dynamische rem die werkt op de motoren. Van de bestaande veerconstructies is de NS afgestapt. De Sprinter wordt uitgerust met nieuwe luchtve ring. Het bestek van de Sprinter, tot voor kort nog conurbatiespoor, stadsgewestelijk materieel, stadsspoor, semi-metro en boe mel genoemd was in januari van het vorige jaar gereed, twee jaar nadat de noodzaak voor het inschakelen van nieuw materieel was gebleken. Aan diverse indus trieën werden prijsopgaven ge vraagd. Nederlandse industrieën kwamen in dit hele plan niet voor, uitgezonderd de industrie Holec die kon inschrijven op de vervaardiging van een deel van de elektronische uitrusting. Een half jaar heeft het geduurd voordat deze industrieën met een prijsopgave konden komen. Drie maanden lang bestudeer den technici van de Spoorwegen de prijsopgaven en recent heeft men de diverse onderdelen aan besteed. De gehele trein wordt geassembleerd in Aken bij de firma Talbot. De overige onder delen worden van de plaats van fabricage vervoerd naar Aken om daar in het metalen huis te worden aangebracht. Nederlandse industrieën zijn bij de aanbesteding nauwelijks be trokken. „Wij hebben immers geen Werkspoor meer, die de nieuwe trein zou kunnen bou wen. Er is in Nederland momen teel geen industrie die de plaats van Werkspoor zou kunnen inne men". Ook spoorwegfabrieken in België kwamen niet in aanmer king. Wel heeft de NS de diver se industrieën, die de opdrach ten hebben gekregen, verzocht zoveel mogelijk grondmaterialen bij de Nederlandse industrie te kopen. Constructie Na de aanbesteding volgt thans het eigenlijke constructiewerk. Gedurende anderhalf jaar stro men wekelijks tientallen tekenin gen de bureau van de Spoorwe gen in Utrecht binnen. Elke te kening wordt door technici beoordeeld en eerst na het fiat van deze diensten kunnen de fa brieken aan de gang. Maar niet alleen door een scherpe controle op de tekeningen houdt de NS toezicht. „Van ons gaan er men sen naar de fabriek om het ge hele proces op de voet te volgen en indien noodzakelijk in te grij pen. De treinstellen moeten im mers vijfentwintig tot dertig jaar gebruikt kunnen worden. Het belang van een degelijke en betrouwbare constructie is bij zonder groot", aldus de heer De Jong. Na de uitgebreide proefperiode van de eerste Sprinter in mei van het volgende jaar worden gestaag nieuwe treinstellen naar Nederland gesleept om tegen het einde van 1974 bij wijze van proef op de lijn Rotterdam- Hoek van Holland te worden in gezet. Vijftien Sprinters worden hier in normaal bedrijf uitgepro beerd. De primeur is dus eigen lijk niet aan het nog aan te leg gen spoorlijntje tussen Den Haag en Zoetermeer. Het is overigens heel waar schijnlijk, dat de proef op het strandtraject na 1976 in een per manente lijndienst wordt omge zet. Vermoedelijk staan in 1976 al tientallen nieuwe Sprinters te wachten om te kunnen worden ingezet ergens in Nederland om daar de bestaande treinen, met Qe Nederlandse Spoorwegen hechten het grootste belang aan een ge- voor de verstedelijkte gebieden makkelijke instap. Voor de Sprinter werd een goederenwagon spe- te veel handicaps, te vervangen. ciaal verbouwd tot proefstation: eindresultaat van de proeven is een WIM A. BUIJTEWEG instap met een hoek va nvijfenveertig graden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 6