Al
100
jaar
best
bier
(tnafc
„Dat je van bier dik wordt is een fabel"
„JE MOET WEL OPPASSEN DAT JE VAN
AMSTERDAM GEEN MUSEUM MAAKT"
ZATERDAG 27 JANUARI 1973
a I
AMSTERDAM Als het ge
sprek met de heer A. H. Heine-
ken voor een groot deel van
Nederland al bekend als Freddy
Heineken een uur op gang is,
I, brengt een secretaresse de
meest recente cijfers binnen. Ze
.1 tonen aan dat het bedrijf waar-
r van hij de raad van bestuur
Ij voorzit, op de ranglijst van ter
beurze genoteerde Nederlandse
I ondernemingep in volgorde van
beurswaarde is opgeklommen
|j van de vijfde naar de vierde
s^l plaats. Gevraagd naar een voor
I iedereen begrijpelijke vertaling
van dit financiële jargon zegt
hij: Eigenlijk staat
VJ kopen, 2 miljard 236 miljoen 900
duizend gulden bedraagt". Bij
de woorden „in theorie" glunde
ren zijn ogen boven de halve
'maansglazen van zijn brilletje
alsof hij in zijn achterhoofd
denkt: „ze kunnen me wat met
die paar centen". Slechts de Ko
ninklijke Nederlandse Petroleum
Maatschappij, Philips en Unile-
overtreffen, naar deze maat
staf gemeten, het bedrijf dat
tam draagt. AKZO, Hoog
de Amrobank en de Alge-
Bank Nederland komen
achterop en voor klinkende na-
n als de KLM, Albert Heijn
Rijn-Schelde-Verolme moet je
nog verder teruggaan. Voorwaar
geschenk in deze dagen
jwaarin Heineken zijn honderdja
rig bestaan herdenkt, dat letter
lijk de glans heeft van goud.
Aan de kleinzoon van de man
die een eeuw geleden op 22-jari-
leeftijd de grondslag legde
arop het bedrijf anno 1973 py-
jramidaal overeind staat, alle-*
reerst de vraag:
Elk personeelslid en elke gepen
sioneerde krijgt een waardevol
cadeau, maar naar buiten toe
verloopt het jubileum zonder
ruchtbaarheid. Waarom?
De heer Heineken: „Het is al
leen de NV die honderd jaar be
staat. Al in 1864 had mijn groot
vader eigenlijk de firma gesticht
door in Amsterdam de brouwerij
„de Hooyberg" over te nemen.
Dje stond op de plaats waar u
nu het hotel „Die Poort van Cle-
vindt. Je zou het jubileum
ook tot die datum kunnen
igvoeren. Maar uit de archie-
de stad Amsterdam
•lijkt dat „Den Hoyberch" al in
1620 bestond en op grond daar-
je kunnen stellen dat
ouder zijn dan 350 jaar. Die
izetting in een NV had niet
m het lijf. Veel bedrij-
ren deden dat in de jaren 1872
—1873, precies zoals momenteel
veel NV's worden omgezet in
BV's. Er zat geen ideële visie
achter. Ik denk dat grootvader
gewoon geld nodig had en dat
hij daarom de kapitaalmarkt is
opgegaan. Moet je dat nou zo
verschrikkelijk vieren...? En we
zijn sindsdien met zoveel bedrij
ven een fusie aangegaan dat het
moeilijk is om uit te maken wie
wel en wie niet onder het jubi
leum moeten vallen. Kijk als
we nou mensen hadden die hon
derd jaar bij ons in dienst wa
ren geweest... Maar dat is een
grapje".
In de volksmond was alles vroe
ger beter dan nu. Wat is het
verschil tussen het bier van hon
derd jaar geleden en nu?
„Het bier van honderd jaar ge
leden heb ik nooit geproefd.
Weer een grapje. Maar serieus:
ik weet niet of er veel verschil
is. Het bier van honderd jaar
geleden zal niet minder helder
zijn geweest dan nu en ze kon
den het koelen. De nieuwe tech
nieken waren toen net ontwik
keld. Ze hadden net betere pro
cesmethoden ontdekt. Ze waren
van het Engelse type ale
overgestapt op wat toen het
Beierste type heette, het onder-
gistende proces. Ook het belang
van het water kenden ze. Toen
dat uit de Amsterdamse grach-
en niet meer geschikt was,
haalden ze het eerst uit de
Haarlemmermeer, later uit de
Vecht en nog later uit de dui
nen. Van de grondstof gerst
werden slechts de kwaliteiten
prima en primissima gekocht.
Hetzelfde gold voor de hop.
Wanneer die niet meer aan de
eisen van bitterheid voldeed,
verkocht Heineken hem aan
branderijen of aan brouwers die
het minder nauw met de kwali
teit namen".
Lang niet alle mensen achter de
tap zijn tevreden over het pilsje
dat ze hun klant voor moeten
zetten. Ze noemen het bier
„dood" en wijten dit aan het
feit dat de brouwerijen het in
hun verkoopdrift te kort laten
liggen zodat zich niet voldoende
koolzuur vormt. Ook zou de weg
van het vat naar de pomp onder
meer als gevolg van het koelsy
steem te lang zijn. En het bok-
bier zou vanwege chemische toe
voegingen niet meer het aroma
hebben van een paar jaar gele
den
Ik kan, me die klachten gewoon
niet voorstellen. We zijn ver
schrikkelijk fel op onze kwali
teit. Als er een dood pilsje ge
tapt wordt, moet er iets mis zijn
met de installatie in zo'n café.
Ze hoeven maar te kikken en
onze technische djenst staat
voor de deur. Daarnaast is er
nog altijd de bierwacht. Of het
kan zijn dat ze te koud tappen.
Vijf graden is veel te koud. De
temperatuur moet acht tot tien
graden zijn. De klacht dat het
bier te kort ligt omdat de brou
werijen zo nodig moeten verko
pen, is onzin. Als je omzet
stijgt, vang je dat op door grote
re kelders te bouwen. En aan
bokbier worden beslist geen che
micaliën toegevoegd. Hand op
het hart. Het mag gewoon niet
van de warenwet, ook al zouden
we willen iets wat we nooit
zullen doen. Zal ik u mijn theo
rie geven over het verschil dat
oudere mensen proeven tussen
het bokbier van vroeger en nu?
Het is heel eenvoudig. U en ik
dragen een bril. Als je ouder
wordt, loopt je gezichtsvermo
gen terug. Hetzelfde geldt voor
de gevoeligheid van je smaakpu-
pillen. Een kind verbrandt zijn
mond al aan een snufje peper,
terwijl een volwassene zonder
met zijn ogen te knipperen een
kwak sambal neemt. Daarom
was vroeger alles beter dan nu.
Aan de smaak zelf valt niet te
tornen. Bier is een natuurpro-
dukt en niet: helaas: je
kunt het goddank niet met che
mische foefjes imiteren. En je
zou het niet willen ook. Brou
wers hechten aan de traditie.
Die gaan niet gokken met een
produkt dat over de hele wereld
geaccepteerd is".
Maar het water? De
smaak van het drinkwater is
achteruitgehold. Sommige brou
werijen adverteren dat ze hun
water uit speciale bronnen of
putten halen. Hoe doet Heineken
het en dreigen er in de toekomst
problemen?
„Wij hebben ook onze eigen put
ten gehad. Ik herinner me dat
het nog maar kort geleden is
dat de mensen in Rotterdam bij
onze brouwer daar drinkwater
kwamen halen, of water voor
hun aquarium. Maar op het
ogenblik is het zo dat wij uit ie-
der water bierwater kunnen ma
ken. We kunnen eruit halen wat
we willen en we kunnen erin
doen wat we willen. Onze brou
werij op Curasao bijvoorbeeld
werkt met gedistilleerd zeewa
ter. Dat is uitstekend bierwater.
Alles kan. Het kost een hoop
geld, maar je kunt ieder wille
keurig water aanpassen aan het
bier dat je maakt. Dat is altijd
zo geweest. Het belangrijkste is
om niet te veel water in het bier
te doen.
Naast de reuzenzijn er in
Nederland nog een aantal kleine
zelfstandige brouwerijen. Heb
ben die overlevingskans?
„Zonder meer. Dat geldt trou
wens voor alle industrieën,
nders loopt de zaak uit de hand.
Binnen een straal van pakweg
honderd kilometer kunnen ze
voortreffelijk opereren. Ze hoe
ven geen duur verkoopapparaat
op te zetten en geen dure recla
mecampagnes te voeren. De be
zorging kunnen ze bij wijze van
spreken met de familie af. Voor
deze ambachtelijke werkwijze is
zeker plaats en wij hebben be
paald niet de ambitie om daar
in Nederland een eind aan te
maken. Concurrentie is goed.
Het mag niet gebeuren dat een
klant opgedragen krijgt wat
voor bier hij moet drinken.
Daar wordt hij maar kriebelig
van. Als we allemaal in dezelfde
auto zouden moeten rijden, was
er voor u en mij ook de lol af".
Hoe liggen na de fusie met Am-
stel de onderlinge concurrentie
verhoudingen? Heineken heeft in
het buitenland veel meer succes
dan Amstel. Wordt de smaak
van Amstel aan de buitenlandse
voorkeur aangepast? Of wordt
Amstel op de buitenlandse
markt afgeremd om het afzetge
bied voor Heineken nog te ver
groten?
„Geen van beide. We blijven
twee verschillende bieren, ieder
met zijn eigen receptuur bren
gen. Het is waar dat de export
van Heineken ruim twee maal
zo groot is als die van Amstel,
maar met name in een land als
Kongo wordt heel veel Amstel
verkocht. De export van Amstel
is ruim voldoende om er mee
door te blijven gaan".
Bavaria, Artois en Oranjeboom
zijn de namen achter de zogehe
ten kruideniersbieren. Brouwt
Heineken ze ook? Volgens een
recent onderzoek in de consu
mentengids is het verschil niet
groot. Vanwaar dan het prijs
verschil?
„Om met het eerste te begin
nen: nee. Wij brouwen geen
kruideniersbier. Met de hand op
het hart: nee. Dat het onderzoek
in de consumentengids weinig
verschil heeft geconstateerd, is
juist. Maar ze hebben terecht
het belangrijkste aspect buiten
het onderzoek gehouden de
smaak. Die kun je niet, zoals
het alcoholpercentage en de hel
derheid, in tabellen vastleggen.
En in die smaak zit het geheim.
Het gaat om de balans van het
geheel. Je kunt zwaarder hop
pen, je kunt bier zoeter maken,
je kunt er alles mee doen. Maar
wij werken met een receptuur
die het best voldoet aan wet de
meerderheid van het publiek
wenst te drinken. Tja. en dan
kom je op de kwestie van het
prijsverschil. Ons vereiste is een
constante kwaliteit. Die moet je
eerst zien te bereiken en vervol
gens zien te houden. Dat vergt
veel research Het is niet zo een
voudig, want je hebt te maken
met een levend proces. Er gaan
enorme investeringen inzitten.
Maar het resultaat is er naar.
Niet voor niets komen ze uit de
hele wereld naar ons kijken. Het
is bepaald ook niet zo dat het
goedkopere kruieniersbier ons in
De heer A. H. Heineken, voorzitter
Nederland uit de markt prijst.
De verhouding tussen de ver
koop van kruideniersbier en
merkbier is en blijft constant".
Wat vindt u van bier in blik?
Vooral als het nog uit plastic ge*
dronken moet worden ook. zoals
bij de Spoorwegen en de KLM
het geval is? Waar blijft de
drinkcultuur?
„Bier uit blik vind ik lekker. De
verpakking doet aan de smaak
niet toe of af. Blik is ideaal. Er
komt geen licht bij zodat het
bier langer zijn kwaliteit be
houdt en het is compact.
Je kunt er een boel van weg-
stouwen in de ijskast. Wat die
plastic bekertjes betreft per
soonlijk drink ik liever uit een
plastic bekertje dan uit een
slecht schoongemaakt glas.
Maar natuurlijk ligt glas anders
in de hand dan plastic, neemt
het sneller de temperatuur aan
en blijven er mooiere schuimrin-
gen op achter. Dat kan psycho
logisch werken. Ik geloof overi
gens niet dat de drinkcultuur
achteruit gaat eerder vooruit,
net als de eetcultuur. Je hoort
jonge mensen in café's over hun
biertje praten. Maar er is onwe
tendheid. Alvorens in te schen
ken, moet je het glas omspoelen
met koud water. Ik persoonlijk
doe dat altijd. En een glas in de
vorm van een vaas, dus taps
naar onderen toelopend, is beter
dan een bol glas omdat de kool
zuur beter onder de schuim
kraag opgesloten blijft. Hoeveel
mensen weten dat allemaal?
Overgewicht is gevaarlijk.
Steeds meer jonge mensen gaan
wijn en sherry drinken omdat ze
van bier het bekende maagje
krijgen. Is er ook bij bier een
halvarinedenkbaar?
„Dat bier zoveel calorieën be
vat, is een fabel. Ik denk dat ik
wel weet waar hij vandaan
komt. De schuimkraag wekt on
bewuste associaties op met slag
room. Loop maar eens rond
door onze kontoren en brouwe
rijen. Je ziet er maar weinig
dikke mensen en toch drinken ze
meer dan de gemiddelde gebrui
ker.
En bijvoorbeeld Engeland en
Denemarken waar het bierge
bruik per hoofd van de bevol
king hoger is dan bij ons, ziin
bepaald niet de landen van de
vette mensen. Nu kunt u Duits
land noemen, maar u moet eens
kijken wat voor worsten ze erbij
eten. Het zijn de genieters van
het goede leven die dik worden
de mensen die goed drinken én
goed eten combineren met wei
nig beweging. Een halvarine is
bij bier niet denkbaar. Dan
smaakt het naar niks meer.
Drink om en om een glas bier
en een glas water dan heb je
halvarine. Maar dat is een
grap".
Niet grappig is de nog steeds lo
pende controverse tussen de ge
meente Amsterdam en Heineken
over de uitbreiding van het
hoofdkantoor ten koste van
woonhuizen. Staat de Nederland
se overheid in het algemeen de
ontplooiing van het bedrijfsleven
in de weg?
„Die controverse met Amster-
de jubilerende bierkolos.
Laten daar in totaal nou eens
vijftien gezinnen in wonen, maar
het zijn er minder, geloof ik. Pa
is overdag naar zijn werk. De
kinderen zijn naar school. Moe
zit bij de kapper. Overdag staan
die panden dus leeg. En als je
er een kantoor van maakt? Dan
kunnen honderden mensen over
dag genieten van het zonnetje
en van het uitzicht op de bomen,
op het water, op de bootjes.
Waarom moet arbeidsvreugde
ondergeschikt gemaakt worden
aan woonvreugde? Nu blijft al
dat personeel in een onaangena
me werksituatie zitten. Amster
dam moet leefbaar blijven. Ja
moet oppassen dat je er geen
museum van maakt. Kantoren
zijn niet milieu-vervuilend. En
ze trekken gasten van buiten
aan die 's avond de stad in wil
len. Dat geeft leven in de brou
werij.
Als je goed plant, kun je van
Nederland iets fantastisch ma
ken. Een stuk met huizen, een
stuk groen, een stuk met indus
trie en dan weer een stuk met
koeien. En dan die industrie. Ze
plannen dat de luchtvervuiling
terecht komt boven bijvoorbeeld
het IJsselmeer waar hij zich
snel kan oplossen. Wij industrië
len zouden een dergelijke opzet
beter kunnen maken dan politi
ci. Ze willen echt wel, maar er
zijn veel theoretici onder die
nooit met het bijltje hebben ge
hakt. Een gevolg van ons poli
tieke systeem is dat je geen
planning op lange termijn krijgt.
Na vier jaar zit er weer een an
der. Maar we moeten oppassen
dat we niet uit de pas raken. We
moeten bedenken dat Nederland
geen eiland is. We zijn een klei
ne provincie binnen een strak
hopelijk Verenigd Europa".
„Ikzelf? Ik ben een echte Euro
peaan".
PIET SNOEREN
I De brouwzaal vol geheime recepti
I pas komt.
hop, gerst en gist hun gang kunnen gaan zonder dat er kunstmatige chemie
De bottelarij waar de flessen zichzelf vullen. Maar blik is beter, vindt Heineken.