,Hard Hat" rennan Londense theaters vol spoken en spokende kijkende acteurs IECHTSE VAKBONDSMAN "N NIXONS KABINET T lost op als je hem te na komt... 'JUAIj •s. „ra, ■f (postlh ZATERDAG 13 JANUARI 1973 [Peter Brennan: loon naar werken van Nixon (Van onze correspondente Jane Rosen) jASHINGTON Direct na zijn 'herverkiezing als tesident van de Verenigde Staten, is president xon begonnen met een reorganisatie van zijn (bindt. In het algemeen kan men zeggen dat de rtefeuMe-wisselingen een versterking betekenen n Nixons conservatieve beleid. Een illustratie iarvan is de benoeming van Peter Brennan als Minister voor arbeid in de nieuwe regering. 55-jarige Brennan, was 'oeger huisschilder en een *—d hat" (letterlijk: nu in bredere zin: mensen die om veilig- een helm dra- op het werk, zoals 00,- ^uwvakkers, constructiear- iiders enzovoort. In Ame- staan deze arbeiders de lagere inkomensklas- bekend om hun reactio- houding). Brennan is isident van de bouw- en ïstrucfiievakbond voor dè id New York (225.000 le- i) en van de zelfde orga- iatie voor de staat New irk met 386.000 leden. Hij een joviale en hartelijke die met een sterk Yorks accent spreekt n speldje van de Ame- ;aanse vlag in zijn ipsgat draagt om zijn rachtige patriottistische 'ertuiging tot uitdrukking k brengen. Hij is opge roeid in de vakbeweging ii weerspiegelt de mening in idealen van de hard pp een enigszins verrassen- e manier is hij dpgeklom- jien en befaamd geworden. ot mei 1970 was hij al be- r end als een krachtig vak- ondsleider die sterke druk p de regering uitoefende m alledaagse belangen 'oor zijn mannen veilig te R tellen. Toen op zekere dag e zoveelste anti-Vietnam lemonstratie gehouden verd in het centrum van 'lew York-city, ondernamen ,hard hats" van een nabu- ig bouwterrein een storm- oop op de jongelui: met 0|! önstructiebuizen en moer- ileutels maakten ze 'n ein de aan de protestbijeen- tomst. „De mannen hadden choon genoeg van die figu- 'ren die de Amerikaanse Vlag bespotten en onteren," :ïei Brennan. Enkele dagen anJater organiseerde Brennan tegendemonstratie van ienduizenden „hard hats" uitdrukking gaven aan liefde voor de Ameri- ise vlag, de jongens in 'ietnam en president Rixon. DANKBAAR president toonde zijn ikbaarheid door Brennan fel enkele andere oorlogsge- tinde vakbondsleiders op iet Witte Huis te ontvan- kleine plechtig- -•■oid kreeg Nixon een helm pfcangeboden en Brennan Sfvertelde hem dat „dit het s>mbool is voor vrijheid en patriottisme voor ons ge liefd Amerika". Een hechte 'vriendschap ontstond tussen 'de president en de bouw- i! vakbondsleider en in de II herfst van vorig jaar voer de Brennan die vroeger de mocraat was, een verkie zingscampagne voor Nixon. Hij leverde een mooie pres tatie door ervoor te zorgen kdat zijn bouwvakkers en orde. constructiearbeiders voor de president stemden. Het lijkt er nu veel op dat de republikeinse partij als tegenprestatie Brennan heeft opgenomen in het nieuwe kabinet. Kennelijk -.verwacht Nixon dat hij op deze manier zijn regering verzekert van de hernieuw de steun van de vakbonden en misschien zelfs voor de republikeinse partij. En zelfs de tegenstanders van Bren nan geven toe dat deze tak- tiek waarschijnlijk goed werkt in ieder geval voor een tijdje. Brennan zal zeker niet veel macht bezitten in de rege- ring-Nixon. De president heeft er al voor gezorgd door de benoeming van de minister van Financiën, George Schultz, tot alge meen economisch coördina tor. Brennan wordt geen onafhankelijk kabinetslid. Als minister van arbeid is hij samen met zijn collega van handel en transport di rect verantwoording schul- "dig aan Schultz. Maar toch, als Brennan de capaciteiten en sociale visie bezit, dan zou hij iets nut tigs kunnen doen in een aantal probleemgebieden. Vooral met betrekking tot de kwesties als inflatie-sti mulerende looneisen, on georganiseerde stakingen, en de noodzaak om raciale barrières in de Amerikaan se vakbonden op te heffen. BEPERKT Op al deze gebieden echter bezit Brennan beperkte kundigheden. Wat betreft het probleem van inflatie- stimulerende looneisen, zo merkte Wall Street Journal op, was het vrijwel juist de bouwvakbond die dit ver schijnsel uitvond. In de jongste onderhandelingen zijn weer contracten gete kend voor absurd hoge lo nen. De leider van de bouwvakbond is dus wel de laatste persoon die voor te genmaatregelen zal zorgen. Sterker nog, Brennan ver klaarde vorige week te ho pen dat de beperkende maatregelen op loonsverho gingen geleidelijk afge schaft zouden worden. Op de vraag of dat niet zou lei den tot een nieuwe ronde van inflatoire loonsovereen- komsten, antwoordde hij, dat hij alleen minister van arbeid zou zijn en dat ande re mensen „met grotere kennis van zaken dan ik" bij de plannen betrokken Wat de wilde stakingen be treft, men beweert dat Brennan enkele weinig suc cesvolle pogingen heeft on dernomen om een einde te maken aan de staking van liftconstnictiearbeiders. Zij legden vijf maanden gele den het werk neer en de bouwsituatie in New York verkeert nu in grote wan- Londen Hij wordt „De Man in 't Grijs" genoemd. Ofschoon het al jaren geleden is dat hij zich nog Het zien, ge niet geen enkel ander Londens spook méér bekendheid dan deze rijzige jonge man, die zwarte rijlaarzen, een sabel, een grijze kapmantel en dito steek draagt uit het begin van de 18de eeuw. De Man in 't Grijs spookt in het „Thea tre Royal", de oudste schouwburg van Londen, die in de volksmond „Drury Lane" heet, naar de zijstraat waarnaast hij gelegen is. Alles laat vermoeden, dat deze grijze heer trouwe steun verleent aan de be ruchte Engelse vakbeweging. Hij houdt zich namelijk streng aan vaste werku ren. De talloze mannen en vrouwen, die hem tot nu toe gezien hebben, stelden vast dat hij zich alleen overdag ver toont. Hij schijnt geen haast te hebben en wandelt met vaste tred. Hij is overi gens heel goed zichtbaar, behalve wan neer je hem benadert. Dan schijnt hij ineens lucht te worden en compleet te verdwijnen. De Man in 't Grijs werd ooit opgemerkt door een nieuwe schoonmaakster, die Pat heette en op een mooie morgen de engelenbak van Drury Lane een goede beurt gaf. Ze zag hem zitten op de hoek van de vierde rij. Zijn gelaat was aan dachtig naar het toneel gericht, waar net een repetitie begon. Pat dacht, dat het een akteur was, die zijn beurt af wachtte. Gedreven door de nieuwsgierigheid, die alle schoonmaaksters kenmerkt, begaf ze zich naar de onbekende sinjeur in het grijs, om met hem even een praatje te maken. Tot haar grote verbazing ver dween hij als bij toverslag, om vervol gens opnieuw te verschijnen bij de uit gang. Het geheimzinnige heerschap stapte dwars door de deur, zonder haar te openen. Pat slaakte een doordringende gil en snelde langs de andere zijde van de en gelenbak naar beneden om achter de schouwburgzaal, in het kamertje van de schoonmaaksters, een hartversterkend kopje thee te gaan drinken en haar ake lige belevenis verder te vertellen. Nie mand lachte erom, want de beschrijving die de nieuwe schoonmaakster gaf van de Man in 't Grijs ze had hem nooit eerder gezien klopte volkomen met het signalement van dit theaterspook. De grijze geest is als het ware een deel van de inventaris van het Theatre Royal. Volgens de akteurs en aktrices brengt hij geluk. Als de Heer in 't Grijs zich laat zien enkele dagen vóór de pre mière van een nieuwe show (het Thea tre Royal is sinds vele jaren gespec.ali- seerd in musicals) zal het stuk een triomfantelijk succes kennen. Vertoont hij zich niet, dan wordt het een flop. Het is nu al een hele poos geleden, dat de Man in 't Grijs nog zijn instemming betuigd heeft met een show van Drury Lane. Vroeger liepen de grote musicals daar soms vijf, zes jaar, maar de laat ste jaren is het vet veel vlugger van de soep. De Man in 't Grijs verschijnt nooit als er een fiasco voor het voetlicht ge bracht gaat worden. Hij werd opge merkt kort vóór de premières van suc cesrijke musicals zoals The Dancing Years, Glamorous Nights, Crest of the Wave, Careless Rapture, Oklahoma, Carrousel, South Pacific en The King and I. Tijdens de jaren dat deze shows op het programma stonden in Drury Lane, liet hij zich herhaaldelijk zien. Soms laat de Man in 't Grijs alleen maar voelen, dat hij aanwezig is. De Amerikaanse aktrice Betty Jo Jones speelde in het Theatre Royal de grappi ge rol van Ado Annie in Oklahoma. Tij dens de eerste voorstellingen stelde Bet ty vast, dat het publiek niet veel plezier beleefde aan haar vertolkingen, of schoon ze precies deed wat de regie van haar verwachtte. Dit gebrek aan succes maakte haar ongelukkig en zeer ner veus. Toen ze zich op een avond met twee akteurs op de Bühne bevond, ge reed voor haar eigen nummer, voelde ze dat iemand aan haar rok trok. De twee mannen waren te ver verwij derd om haar te kunnen aanraken. Na de ruk aan haar rok voelde ze twee han den rusten op haar schouders. Zacht maar kordaat werd ze over het toneel naar een andere plaats geleid. Op een gegeven moment kreeg ze een vriend schappelijk klapje op de rug dat zoveel betekende als: „Hier sta je goed!" Betty speelde haar nummer op die nieu- William Terriss, die er op 16 december 1897 vermoord we positie cn dit keer vouwde het pu bliek bijna dubbel van de pret. De vol gende dag nam de aktrice zonder na te denken haar oude plaats in, maar op nieuw duwden de handen van het spook haar naar een ander punt op het reus achtige toneel. Daarna liep alles weer gesmeerd en oogstte ze een overweldi gend succes. Van die dag af had Betty Jo Jones geen moeilijkheden meer met haar rol. Volgens de legende was de Man in 't Grijs vroeger een rijke jonge losbol, die mooie aktrices opzocht in hun kleedka mers. Een knappe toneelspeelster van Drury Lane werd door hem het hof ge maakt. Ze was echter verloofd met een eenvoudige burger, zonder fortuin. Deze verloofde besloot de rijke concurrent uit de wereld te helpen en stak hem koel bloedig dood met een dolk. De moordenaar metselde het lijk in een oude muur van het theater. Deze mis daad lekte nooit uit. Het geraamte werd pas 118 jaar geleden ontdekt. Het is eigenlijk geen wonder, dat het spookt in Drury Lane. Charles Macklin, een warmbloedige Ierse akteur, heeft er een collega vermoord in de Groene Ka- mer. Macklin ontsnapte aan de lange arm van het gerecht. In hetzelfde thea ter botste de akteur Stanley Lupino eens bijna letterlijk op het spook van een grote Victoriaanse komiek, Dan Leno. Lupino schrok zich haast een ongeluk. Drury Lane, de oudste schouwburg van Londen, was het eerste koninklijke thea ter van de wereld. Het werd geopend in 1663, maar brandde negen jaar later af. Het tweede Koninklijke Theater werd afgebroken, in 1791 en het derde brand de af in 1809. De huidige schouburg, foeilelijk aan de buitenkant, maar prachtig van binnen, dateert van 1812. In 1940 werd hij beschadigd door een bom en zes jaar later met grote luister heropend. Sinds 1663 beschikt Drury Lane over een koninklijke oorkonde, toegekend door Charles II. Deze vorst wenste, dat vrouwenrollen voortaan door vrouwen gespeeld zouden worden en niet door jongens, zoals dit toen de gewoonte was. Zo deed de koning het beroep van to neelspeelster ontstaan. Het handvest is een enorm verzegeld stuk perkament dat „Het Patent" heet De Man in 'f Grijs, het beroemde spook van Drury Lane, zoals hij er zou kunnen uitzien als de c i hem ooit in de lens zou krijgen en zorgvuldig ingelijst bewaard wordt. Sinds enkele jaren bestaat in Groot-Brittannië geen theatercensuur meer, maar vóór die tijd had Drury Lane het te danken aan zijn Patent, dat het theater geen speelvergunningen moest aanvragen bij de „Lord Cham berlain", een lid van het koninklijke hof dat ieder theaterstuk streng censureer de. Alle andere Britse schouwburgen waren op grond van de wet van 1841 on derworpen aan deze censuur. Zelfs zonder spoken is Drury Lane een merkwaardig theater. In de hal bevin den zich twee monumentale trappen. Boven de ene trap prijken de woorden „King's Side" (Kant van de koning) en boven de andere „Prince's Side" (Kant van de prins). Deze opschriften hebben hun bestaan ta danken aan een konink lijke muilpeer. George III en zijn zoon, die „Prinny" genoemd en later regent en vervolgens George IV werd, maakten doorlopend ruzie. Zij konden elkaar niet luchten. Op een mooie avond woonden zij bij toeval dezelfde voorstelling bij in hel Thentre Royal. Tijdens de pauze ontmoetten de vorstelijke vader en zoon olkaur tussen de andere theaterliefhebbers. De koning diende zijn zoon vliegensvlug een klinkende klap toe in het t ange- zicht. Om te vermijden, dat een derge lijk incident zich zou herhalen, besloot de theaterdirektie deze twee opschriften aan te brengen. Ofschoon ze er al lang niet meer nodig zijn, denken de conser vatieve Engelsen er niet aan ze te ver wijderen. Niet ver van Drury Lane bevindt zich aan de Strand een andere bekende schouwburg, het Adclphi Theatre, worur in het eveneens spookt dat het een aart! heeft. De geest van den huize is daat ene William Terriss, die in de tijd vati koningin Victoria een knap „matinee- idool" was. Op de avond van 16 decem ber 1897 stond Terriss, die de hoofdrol vertolkte in het drama ,,On Secret Ser vice", op het punt de Adelphi te betre den via een privé-ingang aan de Maiden Lane. Hij werd er overvallen door Ar cher Prince, een berooide en succesloze akteur, die Terriss haatte en hem ver moordde met een mes. De Adclphi werd sindsdien herbouwd, maar toch hebben toneelknechten er in 1R62 het spcok van Terriss gezien. Twee van zijn kleindochters en een journalist zagen zijn geest opnieuw in 1967. Ze hadden heel de nacht gewaakt en be merkten een „schaduwachtige figuur", die zich over het toneel haastte. Vrijwel ieder oud theater van Londen dat zich respecteert heeft een eigen spook. Het Theatre Royal aan de Hay- market heeft er zelfs twee. Het zijn ge wezen akteurs, die men soms hun rollen hoort repeteren in een kleedkamer. Ze komen wel eens door een raampje kij ken en tijdens de winter van 1063/'G4 ge beurde het, dnt een van beide spoken mee op het toneel kwam staan, tussen M'chael Flanders en Donald Swnn, twee artiesten van vlees en bloed. Ofschoon de schouwburg no':vól zat, bemerkte al- j^egle-Pssistentt. Olga Bennett. n v v/ s- rnfr men meent, populaire akteur- IC;!? nruw. r ""O nfet ge'oven. Ze 1 opr'euw. Mr-ar hoe - -O or..: ü'.pr r.dn om iets te zien, het spook van John BucKstone was weg. ROGER SIMONS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1973 | | pagina 15