„Mijn praktijk komt op de eerste plaats'
Er is een schreeuwende
behoefte aan sportartsen
3-
KERSTMIS 1972
LEIDSE COURANT
Eindhoven had rijn bierblikincidenf. Toen
Ajax bij PSV moest spelen, kort daarna,
verscheen dokter Rolink met een helm op.
Hij nam geen risico. Want zo is dokter
Rolink ook wel.
Joan Henri Maria
Rolink werd op 2 mei
1922 geboren in het
Overijsselse plaatsje
Losser, waar zijn va
der hoofd van het
grenskantoor van een
expeditiefirma was.
Het gezin Rolink ver
huisde later naar 01-
denzaal, waar
„John" naar het Car-
mellyceum ging.
Daarna stueerde hij
in Groningen, Am
sterdam (gemeente
lijke universiteit) en
weer Groningen („het
beviel me daar toch
beter") medicijnen.
Na de oorlog verbleef
hij als militair arts
drie jaar in Neder-
lands-Indië en begon
vervolgens zijn vrije
praktijk in Velsen,
waar het hem zo
goed beviel dat hij er
nog steeds woont en
werkt.
Velsen-noord Zo geruisloos als Ajax een jaar of
acht geleden aan een indrukwekkende opmars naar
de absolute voetbaltop begon, zo geruisloos werd
John Rolink, huisarts te Velsen-noord, in die periode
verzocht clubarts bij de Amsterdammers te worden.
John Rolink voldeed aan dat verzoek en het gevolg
is, dat vrijwel niemand buiten Velsen hem kent als
huisarts, maar als „dokter Rolink van Ajax". Net
als de namen Johan Cruijff, Plet Keizer en Jaap van
Praag wordt die van John Rolink ogenblikkelijk in
verband gebracht met Ajax. Maar voor hem is Ajax
toch niet meer dan een hobby, al is het dan langza
merhand wel een hobby met de allure van een dag
taak.
„Mijn relatie met Ajax is er een op basis van vrij
willigheid. Als ik morgen tegen mijnheer van Praag
zeg dat ik ermee stop, dan kan dat. En als het be
stuur van Ajax vindt dat ik maar eens moet op
krassen, kan dat bij wijze van spreken ook van de
ene dag op de andere. Ik krijg bij Ajax ook geen ho
norarium, alleen een onkostenvergoeding. Ajax is
voor mij een liefhebberij, wat niet wil zeggen dat er
geen fulltime job in zou zitten. Maar dat is een an
der verhaal".
John Rolink wil er maar mee zeggen, dat hij niet
een van de grote bazen bij Ajax is, zoals de laatste
tijd meer dan eens gesuggereerd is. „Ik kan me wel
voorstellen dat de mensen dat gaan denken. Ik heb
een adviserende taak. Begrijp me goed, alleen op
medisch gebied. Dat alleen is mijn terrein. Het be
stuur van Ajax hecht veel waarde aan die adviezen,
dat is tot dusver gebleken. Maar omdat het bestuur
die adviezen ter harte neemt, is het nog niet zo, dat
ik bij Ajax het beleid bepaal. Die gedachte is vooral
gaan leven in verband met die reis naar Buenos Ai
res, toen Ajax tegen Independiente voor de wereld
cup moest voetballen. Die reis is zo goed mogelijk
geprogrammeerd, juist op medisch gebied.
De manier waarop het elftal door Ajax tijdens die
trip naar Zuid Amerika werd begeleid heeft, geloof
ik, nogal indruk gemaakt. Er heeft zelfs in een
krant gestaan dat dokter Rolink de wereldcup ging
winnen. Een journalistiek grapje, dat ik best heb
kunnen waarderen, maar bij de buitenwacht komt
het toch anders over. En als je naam dan nog eens
een paar keer in de krant komt, wordt al gauw de
conclusie getrokken dat die Rolink het bij Ajax hele
maal voor het zeggen heeft. Nou lig ik daar niet
wakker van, hoor. De mensen hier in Velsen-noord,
waar ik mijn praktijk heb, weten wel beter. Zij we
ten drommels goed dat het voor mij niet alleen Ajax
is wat de klok slaat. En wat iemand in weet-ik-waar
van me denkt, daar heb ik niet 7.0 veel boodschap
aan".
Doorkruist
De trip naar Buenos Aires was ook voor dokter Ro
link een vuurproef. „Behalve die nederlaag tegen
NAC zijn er, dacht ik, geen nadelige gevolgen te be
speuren geweest. Ik heb veel nut gehad van een
lang gesprek dat ik met de medische dienst van de
KLM heb gehad. Die mensen hebben wat die verre
reizen betreft natuurlijk veel meer ervaring dan ik.
Aan de hand van die gegevens heb ik een program
ma opgesteld. Bij Feyenoord heb ik geen inlichtin
gen ingewonnen. Ik had van een aantal mensen ge
hoord, dat Feyenoord de medische begeleiding heel
anders heeft aangepakt en er ook minder een punt
van had gemaakt".
„Het programma dat Ik had opgesteld werd natuur
lijk een beetje doorkruist door die vriendschappelij
ke interland tegen Tsjecho-Slowakije, een week voor
dat Ajax tegen Independiente moest spelen. Dat was
een handicap, die de medische planning in de war
heeft gestuurd".
„Ajax had medewerking van de KNVB toegezegd ge
kregen wat betreft die interland, maar het tegendeel
is gebleken. Daar heb ik ook wel het nodige van ge
zegd. Trouwens, de medische staf van de KLM gaf
me alle gelijk van de wereld. Gelukkig is het alle
maal goed afgelopen, maar ik blijf mijn medische
bezwaren ten opzichte van zo'n korte trip naar een
ander werelddeel met een totaal andere dag- en
nachtritme, onverminderd handhaven".
Sneeuwbaleffect
John Rolink had 24 jaar geleden niet kunnen ver
moeden dat zijn pas verworven doktersbul hem via
een vrijetijdsbesteding nog eens in Zuid-Amerika zou
brengen. In 1948 vestigde de toen 26-jarige Rolink
zich in Velsen-noord, onder de rook van de Hoog
ovens. „Ik heb me hier vrij gevestigd. Dat wil zeg
gen, dat ik geen praktijk van iemand anders over
nam, maar helemaal nieuw begon. En dat wil dan
DEr
doet, heeft voor John Rolink wel tot gevolg, dat zijn ,ni
tweede liefde („eerst komt mijn praktijk") steeds in
meer van zijn tijd opslorpt. John Rolink ontkent het I
niet. „Het wordt steeds drukker. Kijk alleen maar
eens naar die buitenlandse reizen. Vooral bij die ge-
legenheden moet de medische begeleiding optimaal
zijn. Ik probeer er altijd zelf bij te zijn en dat lukt
gelukkig ook meestal. Houdt mijn praktijk me hier UlA
vast, dan wordt mijn taak overgenomen door dokter 1
Van Dijk. Die medische begeleiding is, ik zeg het H
nog maar eens, overigens niet meer dan een deel B
van het geheel. De spelers moeten het in de eerste H
plaats doen, dat moet niet worden vergeten. Al zou B
ik nog zo'n goeie dokter zijn, als er zestien krukken H
rondlopen bereik je nooit iets".
„De status van topclub eist een goede organisatie. H
Ajax neemt al jaren zijn eigen kok mee naar het H
buitenland. Noodzakelijk. Een situatie zoals FC-
Twente die onlangs meemaakte toen de ploeg voor
de UEFA-cup in Tiflis was en daar de grootste pro- me1
blemen met de voeding heeft gehad, is bij Ajax on- vaB
denkbaar. Ik wil daarmee niets ten kwade zeggen van
FC Twente. Ik vind het een toffe club. Maar als je DIM
zo'n verhaal hoort, realiseer je je eens temeer hoe
belangrijk een optimale begeleiding is. De spelers
van Ajax krijgen in het buitenland geen hap vreemd
voedsel naar binnen. Niet dat het slecht eten zou zijn,
helemaal niet. Ik eet zelf graag buiten de deur. Maar
je kunt het met sportmensen niet riskeren. Voor je
het weet is je maag of zijn de darmen van een of
meer spelers verstoord. Moet je je voorstellen wat
voor gevolgen dat allemaal kan hebben".
Kapitalen
Medische begeleiding in de sport. Het is een stok
paardje van dokter Rolink. „Bij Ajax hebben ze het
nu goed voor elkaar. Er is een goed team van mede
werkers. Het is jammer dat Salo Muller daar niet
meer bij is. Ook al zo'n zaak die verkeerd is overge
komen. Het is niet zo dat Ajax Salo Muller heeft ont
slagen. Hij kon met het bestuur niet tot overeen
stemming komen wat betreft de werktijden. Hij Q|
heeft ook een eigen praktijk. Maar goed, daar wil ik
verder niet meer op ingaan. Die zaak is geweest.
Huisarts Rolink uit Velsen-Noord in actie als clubarts Rolink. In het midden ex-verzorger Salo Muller
weer zeggen dat je de eerste jaren weinig te doen
hebt. Ik kwam toen in contact met een zekere mijn
heer Doorneveld, een nogal belangrijke figuur bij de
wiele-club Olympia in Amsterdam. Van hem be
greep ik, dat in de sport een enorme behoefte was
aan medische begeleiding. Nou ja, zo is het zo'n
beetje begonnen. De wielrenners Ab Geldermans en
Coen Niesten, beiden uit Beverwijk, waren de eerste
sportmensen met wie ik te maken kreeg. Die jon
gens hadden behoefte aan medische zorg, die een ge
wone arts met een drukke praktijk onmogelijk aan
hen kon besteden. Toen ontstond een soort sneeuw
baleffect. Een poosje later was ik bondsarts bij de
KNWU. Ik had natuurlijk het voordeel dat ik vrij
dicht bij Amsterdam zit. Al» arts heb ik ook heel
wat keren Olympia's Ronde door Nederland meege
maakt. Ik denk wel een keer of veertien. Van het
een kwam het ander. Ik werd ook nog arts bij de
Nederlandse Kanobond. Toen dokter Mosterd in
dienst trad van het Nederlands Olympisch Comité,
ben ik zowel uit de wieier- als de kanobond getre
den.
Niet omdat ik ineens iets tegen die bonden had,
maar wel omdat dokter Mosterd mijn plaats min of
meer overnam".
„Dat pikte ik niet. Daarvoor had ik mijn werk te
goed gedaan, vond ik. Later heb ik van die bonden
een brief gehad, waarin ze meedeelden dat de gang
van zaken hun geweldig speet".
„Maar goed, bij de voetbalclub Stormvogels in IJ-
muiden hoorden ze dat ik min of meer vrij was op
sportgebied en men vroeg mij of ik bij hen wilde ko
men. Dat heb ik een jaar of drie gedaan. Toen
kwam er een bestuurswisseling bij Stormvogels. Met
het beleid van het nieuwe bestuur was ik het niet
eens en ik stopte er mee.
Toen zijn de heren Geudeker en Bremer, destijds
beiden werkzaam bij het weekblad Sport en Sportwe
reld, naar me toegekomen namens mijnheer Van
Praag, die toen al voorzitter van Ajax was. Dat
was in 1964. Zo ben ik bij Ajax terechtgekomen
John Rolink breekt zijn sportmedische verleden
abrupt af. De rest moet bekend zijn, vindt hij kenne
lijk. Dat de organisatie bij Ajax ieder seizoen meer
optimaal is gaan functioneren en dat nog steeds
Het loopt nu allemaal weer goed, maar het kost ka
pitalen. Ik noem geen exacte bedragen maar bij
Ajax is met de begroting op medisch gebied per jaar
tienduizenden guldens gemoeid. Een halve ton is het
al gauw, terwijl het toch echt niet de bedoeling is 1
om bij Ajax een soort ziekenhuisje te maken, alsje- 1S
blieft niet. Wat moet ik met een röntenfoto-apparaat
doen? Het kost handenvol geld. Je hebt er uitsteken- L j
de en dus dure vakmensen voor nodig. Er zijn in te^
Amsterdam twee universiteiten, waar de spelers van eei
harte welkom zijn als daar aanleiding toe is. Je!au,
moet als medisch begeleidingsteam van een sport-1 ter
club ook niet alles willen. Mijn standpunt is dat een J Sjg
speler, als hij zijn been breekt, op dat moment geen je
speler meer is, maar een patiënt. Het klinkt mis-i^
schien anders dan ik het bedoel, maar dat wil ik nu[de
zeggen met dat ziekenhuisje spelen". m€
Voor de medische begeleiding in de sport is nog een
bonk werk te verzetten, heel veel. En er is ook een'"c
schreeuwende behoefte aan sportartsen.
Ideaal wordt het nooit en je blijft voor onaangename
verrassingen staan. Kijk maar naar Nico Rijnders. i
Hij is indertijd in de rust van de finale van Ajax
gen Panathinaikos op Wembley op mijn advies
vangen. Hij had wat wij noemen een aanval van een
zeer snelle pols. Hij is kort daarna uitgebreid ge-'
keurd en werd totaal gezond bevonden. Ook in Brug*1
ge schijnt hij kort voor dat hartinfarct de berich-1
ten spreken van een infarct; ik weet niet of dat de1
uiteindelijke diagnose was ook nog helemaal ge-I
keurd te zijn. Je schrikt er wel van maar een hart-l
infarct kan zo plotseling komen, ook al ben J» eeivi
dag tevoren onderzocht. Dat soort dingen is moeilijki
te voorkomen. Wat niet wegneemt, dat er op sport-i
medisch gebied veel en veel meer zou kunnen eni
moeten gebeuren". 1 1
Maar dan kom je onmiddellijk in ons maatschappe-j
lijk bestel terecht. Het honorarium van een huisartsi
is zodanig, dat je uit economische overwegingen niet
zomaar in een full-time functie als sportarts stapt.'
Daar is het vak ook een beetje te kwetsbaar voor.'
Ik zou ook wel weer eens iets nieuws bij een geheel j
andere club willen opbouwen, maar je komt er niet zo
gauw toe. De continuïteit bij Ajax, op allerlei ge
bied, spreekt me aan de andere kant ook weer heel
erg aan".
BERT BREVOORD