HET EINDE BETEKENT SiüSTAL EEN LEGE BEURS December zit vol verrassingen KERSTMIS 1972 LEIDSE COURANT Welgemoed stappen we ieder jaar de december maand binnen. Het vooruitzicht op een gezellige Sin terklaas, op een paar dagen in kerstsfeer en op een uitbundige en plezierige oudejaarsavond maakt deze maand bij voorbaat tot een van de plezierigste van het jaar. Maar en dan komt het vermoeid en vooral met een bijna lege portemonnee zeggen we dezelfde decembermaand dikwijls weer met vreugde vaarwel. Zo zijn wij mensen nu eenmaal. We denken aan de gezellige dagen, maar duwen de binnenko mende rekeningen in december het liefst zo diep mo gelijk weg. Met in ons achterhoofd tegelijk de weten schap, dat rond januari allerlei afrekeningen komen: aan hypotheken, aan artsenbetalingen, aan verzeke ringen enz. En dat in een maand, dat er al zoveel van ons budget gevraagd wordt. Welgemoed stappen we december binnen, berooid komen we er weer uit. Er is in onze maatschappij bijzonder veel geregeld. Maar in december is de burger vogelvrij en wordt hij van alle kanten belaagd zonder dat hij enig te genwicht kan bieden. ,,Er is weinig aan te doen", zegt L. Doriia, direkteur van het Consumenten Con tact Orgaan in Den Haag. „December is altijd al de duurste maand geweest en het is inderdaad een feit dat 1 januari als meest gebruikelijke vervaldag daar nog een schepje bovenop doet. Er is eigenlijk nog nooit aan gedacht of het mogelijk zou zijn regelma tig terugkerende betalingen wat meer in de tijd te spreiden". Chaotisch is ook de situatie rond extra uitkeringen. De een krijgt weinig of niets. De ander veel en nog meer. Bij het loonbureau van het voormalige college van Rijksbemiddelaars kan men ook nauwelijks wijs uit de grote verscheidenheid van „kerstuitkeringen". In grove lijnen onderscheidt men er drie categorieën. Dat zijn de echte kerstgratificaties, de uitkeringen die afhankelijk zijn van de bedrijfsresultaten en wat men eind-van-het-jaar uitkeringen noemt. In een vrij groot aantal cao's zijn daarvoor regelingen getroffen die meestal neerkomen op een uitkering van twee pet ofwel een weeksalaris. Het gaat dan om een recht op uitkering krachtens overeenkomst. Soms wordeh ook vaste bedragen genoemd, zoals bij de meeste autobusondernemingen die een vaste eind jaarsuitkering plegen te geven. „Dat is daar een bevoegdheid, geen verplichting". In de havens is het gebruikelijk een kerstuitkering te geven van een weekloon maar daar kent men ook een voorjaarsuitkering van twee weeklonen. Wat dat betreft zitten de havenarbeiders dus lang niet slecht. In de Horecasector wordt gewoonlijk een weekloon extra gegeven, althans als Bruin dat trekken kan. De vleeswarenindustrie geeft 2 pet, de zuivelindustrie eveneens. Grote sectoren als de bouw en de metaal en de textiel kennen op dit punt geen cao-regelingen alhoewel er per bedrijf wel uitkeringen gegeven kun nen worden. Meestal laat rr.en dan de bedrijfsresulta ten wegen. Philips en de Hoogovens zijn twee indu striële reuzen met goede winstdelingsregelingen. Bij Philips bovendien zodanig opgezet, dat men aan het begin van het jaar al weet waaarop men in december mag rekenen. Daar gaat het al de rich'ting uit van een 13de maand die reeds gewoonterecht geworden is in het bank- en verzekeringswezen en soms gaat men hier al verder naar een 14de maand extra. „Dat wordt daar buiten de cao's om geregeld, het is algemeen bekend", zegt men op het loonbureau. Het is een personeelsgroep die er heel wat beter aan toe is (alhoewel de lonen er lang slecht geweest zijn) dan de groep uit de handelssectorjiie in de cao niets gere geld heeft en waar de extra uitkeringen zeker niet uit de hand lopen. Bij de overheid zit het trouwens ook niet zo lekker. „Vast locn en vaste armoe", zei men vroeger. Zo is het gelukkig niet meer. Maar de ambtenaar zal het in de dure kerstmaand wel moeten doen van zijn normale verdiensten. Een extraatje is er voor hem niet bij. „De overheid geeft normaal geen extra uit keringen," zegt KABO-bestuurder L. Verrier. Toe vallig krijgen de ambtenaren dit jaar 4 pet extra met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus en 2,25 pet nacalculatie trend om achterstanden ten opzichte van het bedrijfsleven recht te trekken. Per 1 januari komt daar nog eens 3 pet bij. „De ambtenaren vragen jaren om een 13de maanduitkering, maar die wordt telkens door de minister afgewezen op grond van de overweging dat ook in het bedrijfsleven de winstde lingen zich niet uitbreiden en er met het spaarloon ook wel wat te doen is." Uit een en ander blijkt hoe verkeerd het eigenlijk verdeeld is in het financiële wereldje van december en in het huishoudbudget. Soms moeten de kalkoe nen duur betaald worden of wordt broer konijn de laatste toevlucht voor de feestelijke kerstdis. En na tuurlijk volgt er een run op de spaarbanken. Over de laatste drie jaren (statistische cijfers 1969, 1970 en 1971) werd in de maand december 188 miljoen gulden ontspaard. Over december 1971 was er weer een spaaroverschot van 129 miljoen, hetgeen echter toch nog 100 miljoen minder is dan het maandover- schotgemiddelde van 1971. Bovendien werd in ja nuari 1972 weer voor 293 miljoen meer ingelegd dan terugbetaald. Uit de spaarcijfers blijkt duidelijk dat de volle las ten drukken op de maand december. In de laatste jaren was december 1968 de duurste maand toen er 112 miljoen ontspaard moest worden, in december 1969 was dat maar 25 miljoen en in 1970 60 miljoen. Het zijn gigantische bedragen, zeker wanneer men beseft dat ze bij wijze van spreken, met dubbeltjes, kwartjes en guldens bij elkaar worden gebracht. Al thans door hen die nog iets te brengen hebben. De vrij aanzienlijke groep van de sociaal zwakkeren uit onze samenleving behoeft aan wat extra versiering nauwelijks te denken en onder die groep rekenen we ook de gezinnen met twee of drie niet verdienende kleine kinderen die all-in met 250,- in de week rond moeten komen en daarvan vaak direkt al een grote hap aan dure huren weg zien gaan. In materiële zin hebben ze nauwelijks reden om feest te vieren. JAN VAN DEN DUNGEN Zilver en goud schitteren ons toe uit de etalages. De overdaad die de maand december ons brengt kost ook inderdaad goud. Toch zouden we die blinkende en glimmende etalages niet willen missen. Ze fleuren de donkere maand tenminste een beetje op. Wie aan het eind van de maand zijn portemonnee met een gul gebaar wil opentrekken, zou best eens dit kunnen tegenkomen: wat stuivers, wat dubbeltjes, een knoop en een sleutel. De sleutel voor een betere tijd? Tja, vorig jaar viel de doos met kerstballen bij het opbergen juist op het laatste nippertje stuk Of dit jaar namen we een wat grotere kerstboom In ieder geval gingen de gekleurde ballen ook dit jaar weer met dozen vol de winkeldeur uit. Eigenlijk is de hele decembermaand een vuurwerk. Je begint eraan en het moois is zo voorbij. Die ene met die streepjes Net wat voor mij. Betalen is er voor hem, geluksvogeltje, nog niet bij. Voor hem is de maand december een maand vol verrassingen zonder dat zijn spaarpot er ook maar een centje pijn aan heeft. Oliebollen horen er bij. Zonder zou de jaarwisseling geen échte |aarwisseling zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 20