Wim Sonneveld...
Bernhard
Droog...
...mensen laten lachen is 'n ontzettend moeilijk vak"
...stoeit met de humor van tragische Tsjechov
KERSTMIS 1972
unHBsH
LEIDSE COURANT
COTE D'AZUR Het zonnig herfstbeeld is gepro
jecteerd tegen een einder van rust: terrasjehokkende
mensen, voorbijsjokkende bloesjes en alpinopetjes.
Op dit gerijpt puistje aarde is la douce France op
zijn zachtst. Over een Romaans torentje heen sproeit
de zon kwistig stralen over een veraf gelegen berg
top. Daar stapt hij voort: een leren jasje, openstaan
de geruite kraag en bruin-suède pet. Onopvallend
voor le petit peuple, maar juist opvallend genoeg om
op hem af te lopen, handje te schudden en dag Wim
te kuchen. Wim Sonneveld ontpopt zich als een oer
gezellige entertainer op dit podium van zijn Zuid
franse woonplaats.
Wim werkt ontwapenend, maakt zijn zinnen feilloos
af. wacht niet op een vraag en gaat door alsof het
zijn one-man-show betreft. Kijk, luister en geniet is
het motto van Wim en de animo viert hoogtij. Alleen
de bitterballen ontbreken. Wim verduidelijkt de si
tuatie: ,,Ik praat graag, vragen en antwoorden is zo
onpersoonlijk. Laten we gezellig blijven babbelen en
dan mag u een beeld van mij vormen. Laatst
schreef de Haagse Post, dat ik een hekel aan pu
bliek heb. Waar haalt dat kereltje dat vandaan. Ik
werk voor het grote publiek en dat publiek krijg je
nooit als je niet iets warms hebt. Een journalist ziet
dat misschien anders, maar dat is ook iemand die
niet naar me wil kijken, maar naar me moet kij
ken."
De situatie dient zich aan om Sonneveld te vragen of
hij verbeelding heeft. „Dat is voor het eerst dat ik dat
hoor", reageert Wim. „Dat heeft nog nooit iemand
tegen mij gezegd. Je bedoelt misschien of ik hoog
hartig ben. Kijk, als mensen dat van mij zeggen,
dan zijn ze mijn publiek niet. Ik ben niet hooghartig,
integendeel. Van alle artiesten krijg ik de meeste
brieven en cadeaus op ouderwetse manier. Meestal
neem ik dat natuurlijk niet aan. Soms ben ik zo link
dat ik een opmerking in een krant of op een feestje
plaats in de trant van dat is een mooie stoel. Nou,
dan vliegen de stoelen me om de oren".
Wim legt zijn hoofd aphterover, trekt zijn glimla
chende mond open ën steekt even een tongetje uit,
dan holt hij terug naar het uitgangspunt: „Vroeger
was ik wel eens hooghartig. Je moet niet vergeten
dat ik met mijn theater twee keer failliet ben ge
gaan. Ik kreeg een angst voor het publiek en rea
geerde dit wel eens af met hooghartigheid. Maar
daarom ben ik het zeker niet. Misschien denkt men
dit wel door mijn wijze van spreken. Ik spreek ac
centloos, ik heb spraaklessen gehad. Natuurlijk ken
ik auk sjo praote maar meneer Sjonnefelt wait wel
baiter", eindigt hij in polderdialect.
Sentimenteel
Oke, niet hooghartig dus, maar in hef kader van het
„liever naakt dan namaak"-gesprek waag ik het
erop hem sentimentaliteit in zijn sloffen te schuiven.
„Ja", zegt Wim in eerste instantie handig ontwij
kend, „zoals ieder mens". En na de eerste en enige
aandrang van mijn kant op deze avond: „Ik kan
ontzettend sentimenteel zijn over minoriteiten, over
aparte dingetjes, kleine voorvalletjes. Bijvoorbeeld
over een dikke mevrouw tussen alle slanke dennen.
Ik hou ook van mystiek. Kijk, het helpt niets al de
De KRO zendt Nieuwjaarsdag een show uit van
Wim Sonneveld. Het betreft zijn laatste one-man-
show met Willem Nijholt en Corrie van Gorp. Aan
leiding voor onze verslaggever om met Wim Sonne
veld te praten in zijn Zuidfranse woonplaats.
oude symbolen, waar bijvoorbeeld de rooms-katholie-
ke kerk zo rijk aan was, te vertrappen. Wij kunnen
toch niet zonder symbolen. Ook als artiest op het po
dium moet je een brokje sentiment hebben. Het sen
timent dat leeft in elke volksmentaliteit. Als ik op
het podium kom, dan ben ik geschminkt en goedge-
kleed. Dat is alles onsentimenteel. Toon Hermans en
Wim Kan doen het anders. Nu ik heb door mijn on
sentimentele opkomst een kleine achterstand. Je
moet de jongen uit het publiek zijn, herkenbaar
blijven. Het Hollandse publiek is een verzameling op
de schouder-slaanders."
Wim roert geen onderwerp aan of hij haalt zijn
broodbeleg erbij, Jan Publiftk, Of moeten we schrij
ven zijn publiek, de massa mensen waarvoor bij ie
der optreden de plankenkoortszweetdruppels op zijn
voorhoofd dansen, ook het publiek, dat in de provin
cie het best is en het publiek dat niet voor zichzelf is
gekomen, niet voor Willem Sonneveld, „maar voor
ons allemaal".
„Het is razend moeilijk alle mensen te laten lachen.
Je staat helemaal alleen en toch zit de zaal er voor
jou daar boven op het podium. Allemaal samen en
toch voor mij eenzaamheid. Je moet die hele zaal
binden. Als iemand op rij 2 in de neus begint te
snuiten, moet je het mens laten snuiten. Je kunt
geen opmerking plaatsen, want dan snapt rij 44 in
Carré er geen donder dan. Laatst stond in een van
de eerste rijen een vrouw een cursus handklappen te
geven. Het mens hield niet op en toen ze dan einde-
II
lijk ging zitten keerde ze haar handtasje op haar
schoot om en begon uitbundig te rommelen. Je stem
banden jeuken, maar je kunt niets zeggen, omdat
men achterin niets begrijpt. Een ander keertje ging
een madam van achteren naar voren wandelen. Dat
zag iedereen en dus kon ik opmerken: Wat doet u
daar? Gaat u een ommetje maken? Een zaal moet
bestaan uit individualisten. Toen wij nog het theater
hadden haalden wc zelf voor het begin van de voor
stellingen groepen uit elkaar. Een groep is een anti
medium."
Publiek
Wim Sonneveld zou een boek vol kunnen schrijven
over het fenomeen publiek. Hij zegt: „Je kunt ook
nooit verklaren waarom iets wel en iets anders geen
succes heeft. In een van mijn laatste shows heb ik
mij een keer versproken. De mensen lachten zich
rot, dus ik heb me wel 500 keer versproken en ik
weet nu nog niet waarom ze precies lachten. Een
one-man-show is een combinatie van oefening, erva
ring en talent, maar er blijven altijd dingen waar
van je zegt, waarom loopt dit nu lekker en waarom
dat niet? Ik zou het verdomd leuk vinden daar eens
achter te komen."
Wim Sonneveld heeft nog meer stille wensen van
een geslaagd iemand. Wanneer hij overspringt van
publiek naar carrière die begon bij Louis Davids
en met hinkstap-sprongen liep via Parijs, het Hol
lands toneel, het Duits-Joods theater, Amerikaans-
Engels bezettingsleger, Hollywood en Engeland en
weer Nederland tot bij My Fair Lady en Frater Ve-
nantius, en voorlopig even op adem komt aan de
Cöte d'Azur kan ik niet nalaten hem te vragen
waarom hij nooit in Frankrijk zijn carrière heeft op
gebouwd.
Wim zegt lachend en peinzend tegelijk: „Er zijn
drie dingen in mijn leven waarvan ik wel eens denk
wat zou er met me gebeurd zijn als het toen anders
was gelopen. Ik was 17 jaar toen ik als jongen met
een autootje door Frankrijk crosste. Ik werd gekid
napt door Arabieren, maar ik deed zo stierlijk ver
velend voor die lui, dat ze me weer loslieten. Had ik
vriendelijk gedaan, dan was ik nu misschien wel eu
nuch geweest in een super-harem- In de jaren '40 zat
ik in Parijs. De ambassadeur kwam me waarschu
wen voor de Duitsers en Wim vertrok naar Neder
land. Later in Hollywood had ik succes, maar daar
ben ik uit eigen vrije wil vertrokken. Ik verdiende
1500 dollar per week en dat was een prachtsalaris.
Ik vond Hollywood echter verschrikkelijk. Anderen
beslisten wanneer ik moest lachen en zo. Daar kon
ik niet tegen." Toch voelt hij ervoor nu weer te
gaan filmen.
Wim Sonneveld, een uiterst beminnelijk gastheer,
een oergezellige prater, een oude bekende na enige
uren, een op alle fronten geslaagd artiest, die weet
wat hij wil aan de zonnige Franse zuidkust.
Voordat we met thee gelaafd en een pakje sigaretten
armer zijn gastvrije en riante stede verlaten, heeft
hij nog een uitsmijter in petto. Het typeert hem vol
komen: „Het zou me geen bliksem kunnen schelen
om weer opnieuw te beginnen in een kamertje met
een bed en een bloem."
LEON VAN KAN
Buiten de kring van toneelkenners, die
wakker kunt maken voor elke wijziging in
de regie, geldt de Russische toneelschrijver
Tsjechov als dramatisch, tragisch, melan
cholisch en moeilijk.te begrijpen. Echt een
mannetje dat er zwaar aan tilt en het ver
val van de Russische adel rond de eeuw
wisseling desastreus uit de doeken doet.
Mismoedige mensen in een mistroostige
maatschappij, een wereld vol onvervulde
verlangens.
Het uur Tsjechov dat we vanavond op de
tv krijgen vijf eenakters gespeeld door
Bernard Droog, Elise Hoomans, Margreet
Blanken en John Lanting zou derhalve
een zwartgallig gebeuren worden, slechts
geschikt voor volslagen toneelgekken, die
van diep gedoe houden. Dat Tsjechov een
humorloze man zou zijn steunt op een-mis-
vatting, die ten dele voor rekening moet
worden gebracht van Scharoff, de Russi
sche regisseur, die destijds door de Haagse
Comedie naar hier werd gehaald om in een
nog lang natrillende, ontroerende speelstijl
de levens van De Drie Zusters uiteen te ra
felen en de verwelkte bloesem traag te la-
ten neerdwarrelen uit de Kersentuin. Scha
roff daalde af tot diep .op de bodem van de
geheid Russische ziel van Oom Wanja en
legde er psychische verborgenheden bloot,
die de toeschouwers steels in de ziel tas
ten, getroffen door transcendente tragiek.
Bernard Droog: „Ik koester grote bewon
dering voor Scharoff. Hij bracht een nieuwe
ongekende toneelopvatting van Tsjechov
naar ons land, die overweldigend op ons af
kwam. Met Paul Steenbergen en Ida Was
serman in de hoofdrollen heb ik tranen met
tuiten zitten huilen bij die voorstellingen.
Grandioos wat goed. Maar ik zou het zo
nooit gedaan hebben. Tsjechov is een
jeugdliefde van mij. Behalve toneelschrij
ver was hij ook literator, die eerder verha
len schreef dan teksten. Als tiener verslond
ik zijn verhalen. Ik verafgoodde hem. Met
zoveel liefde en humor als hij mensen te
kent. Dat houden van mensen is een van
de sterkste punten in het werk van Tsje
chov en daarom is bijvoorbeeld De Kersen
tuin eerder een komedie dan een tragedie,
althans voor mij. Ik dring niet de enig ver-
kondigbare wijsheid op, maar ik weet wel,
dat een stuk pas goed is als tijdens een
voorstelling 100 mei sen in de zaal 100 an
dere stukken hebben gezien, elk zijn eigen
stuk heeft herkend. Elk spel moet aan de
toeschouwer ruimte geven voor eigen, uit
het gemoed opkomende aanvullingen,
vrucht van intens meebeleven. Zo heb ik
van jongs af Tsjechov ervaren met een
glimlach en zo wil ik hem ook op de tv
brengen. Regisseur Jan Keja en ik waren
het daar direct over eens. De moeilijkheid
voor elke schrijver is om objectief te staan
Beeld van de hoofdpersoon uit De misdadiger
In de eenakter Het toneelstuk koos Bernhard Droog het uiterlijk van Bernhard Droog in Hef huwelijksaanzoek
Ibsen, zeer door Tsjechof bewonderd.
tegenover de mensen die hij beschrijft, of
hij ze nu haat of lief heeft. Tsjechov was
arts en stond heel anders tegenover zijn
patiënten dan tegenover de mensen, die hij
beschreef. Zelf heeft hij eens gezegd: „Ik
voel me als een man met twee vrouwen.
Een wettige echtgenoot en dat is mijn werk
als medicus en een geliefde, dat is de lite
ratuur. Als ik de ene moe word, vlucht ik
naar de andere". Met uiterste precisie te
kent hij in zijn verhalen en toneelstukken
die mensen. Zelfs onsympathieke figuren
worden mooi door de interesse waarmee
hij ze voor ons beschrijft. Als acteur ga je
op dezelfde wijze van die mensen houden.
De Kersentuin gaat over mensen die zich
gevangen voelen in een situatie waaruit ze
zich niet kunnen bevrijden. D'r loopt een
grappige houthakker in rond, die adviseert
om de tuin te verkopen en elders naar wens
te gaan leven. Geld is geen beletsel. Maar
ze kunnen maar niet besluiten tot ze ten
slotte uit de tuin gezet worden. De drie zus
ters willen ook wat anders dan ver van de
stad op een verlaten lindgoed wonen. Zij
zitten gevangen in hun dromen over wat ze
zouden kunnen doen als Maar dat komt er
steeds niet van. En daar zit voor mij nou
de humor in, die mensen zijn om te lachen
omdat ze geen kans zien uit hun eigen be
perkingen te treden. Tsjechov laat ons daar
niet om schateren, maar zet deze karakters
tot in de haarlijntjes zo scherp uit, dat we
ze herkennen. We kunnen ze waarnemen in
onze eigen omgeving. En dat heb ik samen
met Jan Keja geprobeerd er uit te halen.
Hier en daar doen de stukken natuurlijk
wat antiek aan, ze werden 100 jaar geleden
geschreven, maar de kijkers zullen er geen
probleem mee hebben".
Alledag
De vijf eenakters, die op hef scherm ko
men, heeft Tsjechov geput uit het leven
van alledag. De Misdadiger is zelfs een his
torisch verhaal, dat Tsjechov zelf heeft
meegemaakt. Het gaat over een vissertje,
dat schroeven loshaalt van de spoorrails
om deze als virlood te gebruiken. Een
vriendelijke voorbijganger wijst hem erop,
dat het gevaarlijk is dit te doen, omdat elke
schroef zijn eigen functie heeft, maar hij
slar.gt er niet in de man te overtuigen. Er
ontstaat ronduit een vermakelijke dialoog
tussen deze beide i
In het stuk, getiteld Toneelstuk, neemt hij
niet alleen zichzelf als toneelschrijver op de
korrel, maar bovendien de kunstvlooien,
waardoor dit soort mensen altijd omgeven
is. Een beroemde schrijver, die lijdt aan
zelfoverschatting, wordt bezocht door een
vrouw die een toneelstuk heeft geschreven,
dat stijf staat van algemeenheden en pla
giaat. Zij vindt zichzelf reuze goed, maar
de toneelschrijver vindt dat van zichzelf
ook. zodat een voor de buitenstaander rond
uit belachelijk gesprek ontstaat, gebouwd
op klinkklare nonsens.
Het stuk Huwelijksaanzoek werkt niet min
der komisch. Een man die graag wil trou-
v/en schakelt een koppelaarster in. Tussen
die twee ontspint zich in vraag en ant
woord een dialoog, waarin beiden zich zelf
zonder het zich bewust te zijn te kijk zet
ten. De man somt de eisen op, waaraan
zfjn toekomstige vrouw zal moeten voldoen
en de vrouw ontdekt, dat de mrn gaande
weg het gesprek bezig is een beschrijving
te geven van haar ze'f. De mart hangt bo
vendien een verheerlijkt verhaal over zich
zelf op en passant er op wijzend, dat zij
het beiden ook financieel goed kunnen heb
ben als de vrouw na haar huwelijk met
hem haar werk kan blijven voortzetten. De
vrouw gaat op dit voorstel in, maar dan
gaat de man ertoe over een uitvoerige op
somming te geven van wat hij van zijn
vrouw verwacht, wat zij doen en laten
moet. Dit leidt voor de man tenslotte nuar
een koude douche waar hij niet van terug
heeft.
In het stuk Weggelopen zien we een echt
paar. dat al vrijend eikaars kwaliteiten
prijst en intussen hevig afgeeft op een ken
nis van hen. die zich schofterig jegens
vrouwen gedraagt. De vrouw zegt weg te
zullen lopen als haar man zo-iets zou doen.
De man gaat hier spottend op in en moet
dan ervaren, dat zijn vrouw inderdaud weg
loopt, al blijft ze dicht in de buurt.
De schadelijke werking van tabak Is een
stuk, dat Bernhard Droog alleen doel. Het
behelst de lezing van een mnn die ker le
lijk bij het verkeerde gezelschap Is terecht
gekomen. Hij zit bovend'en onder de plak
van zijn vrouw, die achter de coulissen
meeluistert. Terwijl de man schutterig
voortpraat over het Rcbrulk van tabak,
drukt hij in zijn houding zijn eigen persoon
lijke ellende uit.
Humor
Bernhard Droog: „Het zijn allemaal leven
de mensen in deze stukken. Je komt ze op
straat tegen. Tsjechov heeft er door zijn
wijze van beschrijving diep-mensclijke we
zens van gemaakt. Je zou van al deze stuk
ken acts kunnen maken, maar dat hebben
ze niet nodig. De humor kun je er zo uit
proeven. Die hoef je niet aan te dikken.
Daarmee zou je Tsjechov tekort doen. Het
zijn stuk voor stuk geschreven glimlachjes.
De geest en de geestigheid van Tsjechov
schuilen in de situatie waarin hij zonder
linge of zelfzuchtige mensen plaatst, terwijl
hij ze over alledaagse dingen laat praten.
Leg je de nadruk op de komische kant, dan
haal je de humor er uit".
Bernhard Droog heeft bij Tsjechov niet
iar zw.- r? rvrnbo'lek gezocht, die zoveel
menden kopschuw markt voor toneel. Hij
cht de me i !.- :-.'i die gevonden. Com
pleet met humor.
TON OLIEMULLER.