Wassenaars Dierenpark ook in de winter mooi m&m. GEEN DAG PER JAAR GESLOTEN PAGINA 5 WOENSDAG 6 DECEMBER 1972 LEIDSE COURANT Buit? Buit? BUIT! Miert, zie jij daar ook geen bezoeker komen? Van bekijkte bekijker gewordenrustig wandelen pauwen in de winter Rustig slenteren... Wandelende tak, doodstil tegen het WASSENAAR Oók in de wintermaanden is Wassenaars Dierenpark gewoon open. Met dezelfde beesten, dezelfde 60 man personeel. Slechts enkele dieren verdwijnen in winterhokken, waarin ze niet te bezichtigen zijn. Maar op het totaal maakt dit geen verschil. Leeu wen, tijgers, wilde katten, antilopen, flamingo's, beren, panters, lui paarden, papegaaien, kamelen, Przewalskipaarden, struisvogels, skunks: ze zijn er. Ze zien er misschien wat beduusd uit, blij dat al die kijkers eindelijk zijn opgehoepeld, maar vaag ontevreden over het uitblijven van de belangstelling, waaraan ze zo waren gewend. Voor de spaarzame kijkers die blijven komen, is de naderende winter wel plezierig. Rustig Alle tijd om rustig te wandelen, te kijken waar je wil: geen geschet ter aan je oren, ongehinderd door de veertig anderen die de tijger willen zien. Je bent alleen. De geluiden die de dieren maken vallen opeens op; gekrijs, gesis van boze wilde katten, gegrom van leeu wen, nasaal gebabbel van papegaai-achtigen. De twee pauwen, die achter elkaar over een pad stappen, houden keu rig rechts. Niemand die ze aan de staart wil trekken, ze kunnen vrij rondwandelen. En dat jonge Przewalskipaardje rende met klop pende hoeven naar dat éne stukje bezoek. „Dag paard" „Dag kijker. Lekker weer, wat?" Het is een misverstand, dat een dierentuin in de winter gesloten is, dat de meeste dieren naar binnen zijn en het park er maar kaal bijligt. Frisser Goed, de bladeren zijn niet meer aan de bomen te liegen. En het is frisser, dan in hartje zomer. Maar daar staat tegenover dat de die- rentuin een dierenpark is geworden, waar je ongestraft een gesprek met een beest kan aangaan. Bedrijfsleider J. A. Nagtegaal: „Vroeger werd gedacht dat een tro pisch dier voortdurend in de warmte moest worden gehouden; kwam een dier dan in eep warme vochtige ruimte, dan kreeg hij juist longontsteking of zo. Het is beter ze vlug te laten acclimatise ren. Hun pels wordt dikker en ze varen er wel bij". Dat is te constateren. Een giraffe steekt zijn kop om de hoek van de deuropening en laat zijn nek daarop decimeter voor decimeter volgen. Dat duurt een hele tijd, maar dan trekt het beest zich in zijn verblijf terug. Hij mag zelf bepalen waneer hij zich geschikt acht helemaal naar buiten te komen. Beren, pooldieren en andere soorten die de koude gewend zijn, blijven uiteraard buiten, al steekt ook daar een addertje onder het gras. Sommige pasgeboren pooldieren worden de eerste dagen warm ge houden; soms bereikt de lucht van een holte in de sneeuw, onder de moeder waar het jong bescherming vindt, een temperatuur van 20 graden, waarna het langzaam aan de lagere temperatuur went. Uitbreiding Het Wassenaars dierenpark heeft 4000 beesten op 15 ha grond. Nog eens tien ha kan worden gebruikt voor uitbreiding, maar dient thans als opslagterreln. Ook wordt daar het gras gemaaid dat later aan de dieren wordt gevoerd. Maar dat is een fractie van het voerbestand. Om een indruk te geven van wat in zo'n dierenpark in de verzamelde dierenlijven verdwijnt: Per dag: 300 kilo vlees, 100 kilo zeevis, 100 kilo groenten, 150 kilo fruit, 300 kilo stro, 250 kilo hooi, 200 kilo meel(korrels), 80 kilo zaden en granen en 65 liter melk. En dat is geen afval. Directeur Louwman: „Dieren zijn kieskeuriger dan men gewoonlijk denkt. Mensen nemen soms afval mee, om dat de dieren te geven; maar die zijn heel wat beter gewend of an ders. Onze dieren krijgen bijvoorbeeld heel goed vlees, waar veel bloed in zit. Mensen zullen het niet lusten, maar voor de beesten is dat juist het beste. Voeren De borden die het publiek vragen dieren niet te voederen, helpen voor zo'n 80 procent. De meeste mensen houden zich er wel aan en an ders zijn er wel weer mensen die anderen waarschuwen: „Je m&g niet voeren, hoor! Voor sommige dieren geldt dit voederverbod niet. Dat zijn de beesten die geen speciaal dieet nodig hebben of zelf weggooien, wat niet ge schikt voor ze is. Zoals de beren en enkele apensoorten. Heel voorzichtig is de dierenpark-leiding met dieren, die echt speciaal voer moeten krijgen. Dieren, die alleen bessen mogen eten. Louw man: „Je kan niet zeggen, geef ze maar een appel, dat is óók fruit. Bessen moeten ze hebben. Of een verantwoorde vervanging, al zul len ze uiteindelijk wel in een appel bijten. Maar dan blijven de ge volgen niet uit". Zorgen De bezoeker overigens krijgt met deze zorgen niet of nauwelijks te maken. Die ziet hoogstens een afgekloven bot, of bakjes graan bij de vogels In de Louisehal. Maar de leiding weet, wat er zoal door dat graan zit. Gesneden fruit, vitamine, andere zaken die het dier nodig heeft. Daardoor komt het de laatste jaren veel vaker voor, dat dieren „in gevangenschap", jongen krijgen. Bedrijfsleider Nagtegaal: „Dieren hebben geen herinnering. Ze hebben geen heimwee naar oerwouden Bijna pré-historische reptielen. „Nog vragen? of prairies. Bovendien zijn veel dieren in een dierenpark geboren. Wanneer ze geen jongen krijgen, komt dat niet, omdat ze gevangen zitten, maar omdat de omstandigheden van hun verblijf niet natuur getrouw zijn". In het huidige Wassenaarse Dierenpark zijn die omstandigheden wél natuurgetrouw. Prompt voelen de beesten zich thuis en krijgen ze jongen. Leuk natuurlijk, voor iedereen, maar ook zakelijk gezien een succes. Want op deze wijze kunnen dierenparken over heel Eu ropa ruilen uit hun overschot, zodoende het bestand op peil houden, zonder dure aankopen te moeten doen. Winter Winter in Wassenaars Dierenpark: rustig slenteren langs wilde bees ten, bekrijst worden door levensgrote gorilla's, kijken naar tropische zee- en riviervissen in het apenhuis en luisteren naar hoge fluittonen van tropische vogel9 in de Louisehal. De nieuwe gorillahal in aanbouw nadert de voltooiing, zal open worden gesteld als de honderdduizenden weer in drommen worden aange voerd. Maar waarom komt men niet nu? Vele dieren hebben het winterkleed aangetrokken en zijn juist deze maanden op hun mooist; want straks volgt het voorjaar en dan moeten ze opgetut het huwelijk in. De voorbereidingen worden nu al getroffen en de rust om er naar te kijken, is vrijwel gegarandeerd. /Vt »SV. Tropisch centrum met dwergflamingo' pas op: gevaarlijk!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5