Florentijns mozaïek
ten dode gedoemd
Israëli's graven kruis
vaarders onder stad uit
Enormiteiten over Atlantis
VRIJDAG 1 DECEMBER 1972
Mozaiek uit Ravenna, samengesteld uit stukjes gekleurd glas of kristal.
Van onze correspondent
FLORENCE Wie ook maar
éénmaal van zijn leven in Fo-
rence is geweest, weet de Santa
Croce te staan. De monumentale
kerk, althans van binnen, heeft
sterk geleden onder de overstro
ming van 1967. Het was, een
jaar na de ramp, droevig om te
zien, hoe de stenen vloer over
de gehele lengte en breedte van
de kerk was weggezakt. Bulldo
zers waren het Godshuis binnen
gereden voor het maken van
nieuwe, diepe funderingen. De
schade is zo goed mogelijk her
steld, maar nog jaren en jaren
zal men op de wanden en muren
de vuile streep kunnen zien ten
teken, hoe hoog het water in dat
catastrofale jaar heeft gestaan.
Maar ook een andere klassieke
kunst in Florence dreigt onder
de bulldozer te verdwijnen.
Geen natuurramp. Geen geleide
lijk afknagen door die onweer
staanbare tand van de tijd. Het
gevaar komt van de bulldozer
uit onze jachtende twintigste
eeuw. die de handenarbeider
van eertijds opzij drukt en hem
vervangt door het razende ge
weld van de lopende band. Het
grote plein voor de Santa Croce
ondergaat de invloed van dat
jachtende tempo. Een jaar of
tien geleden kon men er nog
rustig wandelen of op een bank
van de stilte genieten. Dat hoort
er tegenwoordig niet meer bij,
want de ene stampvolle auto is
nog niet weg. of een andere
staat klaar om de lege plaats in
te nemen. Er zijn nog wel een
paar stille plekken, maar die
moet men weten te vinden.
In een smal straatje direct links
van de Santa Croce (als men
met het gezicht naar de kerk
staat) ligt een piet te grote
werkplaats, waar onder leiding
van een directeur nog een paar
goed geschoolde arbeiders bezig
zijn met het maken van mo
zaïek. De bereidwillige direc
teur, die behalve rap Italiaans
ook zeer verstaanbaar Engels
spreekt, zal u uitleggen, dat er
drie soorten mozaiek bestaan.
Er is in de eerste plaats een By-
zantijns-Venetiaanse van vier
kante stukjes gekleurd glas of
kristal - een Vaticaanse, ook
hoofdzakelijk van gekleurd, ge
schilderd glas met kleine, soms
microscopisch kleine stukjes na
tuursteen en dan is er ook
nog het Florentijnse mozaïek,
uitsluitend natuursteen in de
meest uiteenlopende kleuren en
tinten.
De directeur is geen moeite te
veel de belangstellende leek die
natuurstenen te laten zien. Hij
zal ze voor u afvegen met een
doek en als het stof er af is, zal
men bij nadere beschouwing
verbaasd staan over de kleuren
rijkdom van de ons omringende
natuur in steen. Veel van die
natuurstenen vindt men in Tos
cane. De rest van wat men no
dig heeft wordt aangevoerd uit
alle delen van de wereld: uit
Arizona ir. de Ver. Staten, uit
Turkije, India, de Congo, Rus
land, Perzië, Mexico, Pakistan,
Marokko en ook uit België. Uit
België is het hoofdzakelijk de
gitzwarte steen, die als onder
grond gebruikt wordt voor witte
rozen in mozaiek. Ga eens staan
kijken naar zo'n arbeider, als
hij toevallig bezig is met het ge
duldig uitsnijden van zo'n blan
ke roos uit spierwit natuursteen
en kom na een paar dagen terug
als de roos op het zwarte steen
van de ondergrond wordt ge
plakt.
En dat is dan nog maar een
simpele roos. Uit de hierbij
afgebeelde man met de man
doline kan men zich misschien
een voorstelling maken van wat
daarbij aan finesse komt kijken.
De vuurrode muts van de speler
moet eerst ragfijn gesneden
worden uit de steen in voorraad
en hetzelfde geldt voor het
zwart van de baard, de snor, de
wenkbrauwen, voor de geel-rose
tint van het gezicht, voor het
wit van de ogen, het blauw of
bruin van de oogappel, het wit
van het overhemd, het groen
van de broek, het bruin van de
mandoline en ga zo maar door.
Al die stukken en stujes, soms
zo klein als een speldeknop
let op dc randversiering van de
mandoline passen zó zorgvul
dig in elkaar, dat men later
over het kunstwerk de vinger
kan strijken zonder een afschei
ding of een oneffenheid te voelen.
Het hier afgedrukte mozaïek
meet in werkelijkheid ongeveer
50 bij 60. Wij zagen in een van
Man met mandoline, Florentijns mozaiek van gekleurd steen.
de laden een miniatuurtje, niet
groter dan 10 xl5. waar een hele
stad op was afgebeeld met hui
zen, torens en een kathedraal.
De arbeider, die een artist moet
zijn, kan met mozaiek een wille
keurig schilderij kopiëren, maar
hij kan ook zijn eigen fantasie
de vrije loop laten, maken wat
hij zelf wil.
De directeur is over de toe
komst van zijn werkplaats (pre
cieze adres: ,,Arte del Mosaico,
Via San Giuseppe 36-38, Rosso)
niet optimistisch. Zijn school da
teert uit het jaar 1588, toen men
begon met een honderdtal arties
ten. tekenaars, ontwerpers en
artisancn. Van dat aantal is niet
veel meer over. De jeugd van
heden verdient meer bij de
Fiatfabrieken of bij de vuilnisop-
phaaldienst met vaste afspraken
over loon, overwerk, premies en
betaalde vakanties, en wil )iiet
meer gebogen zitten over werk,
dat vroeger in de kloosters door
monniken werd gedaan. Op sub
sidie van het rijk met een be
rooide staatskas behoeft hij niet
te rekenen. Hij voorziet, dat het
Florentijnse mozaïek over een
kwart eeuw tot het verleden zal
behoren en alleen nog maar in
musea kan worden bewonderd.
Tenzij, zegt hij met flauwe
hoop. tenzij een volgend ge
slacht tot bezinning komt en
weer zoeken gaat naar levens
waarden, die niet nis droog zand
door de vingers lopen.
L. J. KLEIJN
ACRE, Israël (AP) 7- Met behulp van
Oude kaarten uit de Vatikaanse biblio
theek hebben Israëlische ingenieurs
onder de havenstad Acre de goed be
waarde resten van de kruisvaarders
hoofdstad van het nabije oosten bloot
gelegd. Diep onder de drukke bazars
van Acre is het druk van de geleerden
en toeristen in het ondergrondse fort,
waar thans ook uitvoeringen van ka
mermuziek worden gegeven.
Volgens Israëlische functionarissen is het
fort volkomen uniek in de wereld en geleer
den zeggen dat het metselwerk uit de 12e en
13e eeuw de voorloper is van de Gotische
stijl van de Europese kathedralen.
Onder de scholen, straten en bazars van
Acre liggen vochtige tunnels, grote gewelven
en een grote zaal waar de Engelse koning
Richard Leeuwenhart eens met zijn ridders
heeft gegeten.
der de Grote en Julius Caesar geweest, en
volgens de Grieken is de legendarische held
Hercules er eens binnengelopen om medicij
nen te kopen. Napoleon Bonaparte heeft ge
probeerd er vechtend binnen te komen, maar
dat is niet gelukt.
In Acre een belangrijke industriestad
wonen nu 35.000 joden en Arabieren, ten tijde
van de kruisvaarders woonden er, volgens
oud-burgemeester Joseph Catran, ongeveer
100.000 mensen.
De kruisvaarders veroverden de zeehaven in
1104 en noemden deze St. Jan van Acre.
Toen de ridders uit Jeruzalem werden ver
dreven, werd Acre de hoofdstad en de voor
naamste havenplaats van het christelijke
oosten tot de definitieve nederlaag van de
kruisvaarders in 1291.
Vijfhonderd jaar later slechtten de Turken de
muren, stortten er puin en bouwden er een
geheel nieuwe stad. Veel van de gebouwe-
eronder bleven intact, maar werden gevuld
met puin of gebruikt als mestputten
Israëlische ingenieurs hebben tot dusver een
fort en een ziekenhuis bloot gelegd. Met zand
gevulde olievaten dienen om de stad er bo
ven te stutten.
„De huidige stad binnen de muren beslaat 40
ha en staat geheel op de vroegere nederzet
ting van de kruisvaarders", zo vertelt Joha-
nan Rinot de directeur van de regerings
maatschappij die zes jaar bezig is geweest
met het karwei van 900.000 dollar.
„Wij zouden de gehele stad hebben kunnen
uitgraven, maar dat heeft weinig zin. Wij
hebben ongeveer l/5e van het gefortifieerde
gebied bloot gelegd, maar dat geeft een goed
voorbeeld hoe Acre 700 jaar geleden was".
Het blijkt dat de Levant toen weinig ver
schilde van de huidige. Een marmeren plaat
uit 1242 heeft de vrijlating van gevangenen
door Israël vastgelegd een probleem dat
Israël nu ook nog kent. En een gat in het
plafond van een kruisvaardersgewelf, welke
nu als concertruimte wordt gebruikt, toont
waar joodse terroristen geprobeerd hebben
langs een tunnel te ontsnappen uit een Turks
fort er boven.
Die ontsnapping deed zich voor in de jaren
'40, toen de Britten het Turkse fort nu een
zwakzinnigeninrichting als politieke ge
vangenis gebruikten.
Oude gemetselde zuilen dragen het gewelf in het kruisvaardersfort, diep onder de ha venstad Acre.
V Je 'l 'f*v.
Rotstekening van ongeveer 9000 jaar geleden in de Sahara.
harhajuiaji. althans hnsmische wezens die ook de hand gehad zouden hebben in Atlantis.
Anrew Thomas twijfelachtig schrijver
1 sommigen marsbewoners meenden te
(Van een onzer redacteuren)
Het onderzoek naar het bestaan van
Atlantis, een kontinent dat volgens
legenden en mythen moet hebben
gelegen tussen Afrika en Zuid-Ame-
rika, is reeds eeuwen een van de
meest fasinerende speurtochten.
Reeds Plato (427-347 voor Christus)
gaf in de dialogen van Timaeus en
Kritias waarvan de eerste de schep
ping van het heelal behandelt en de
andere een gedetailleerd beeld
schetst van de gesteldheid en de
maatschappijvorm van Atlantis,
zijn visie over de schatten van het
onbekende kontinent.
Meer dan 25.000 boeken en artikelen zijn
het verdwenen land geschreven. Er
is zelfs een wetenschappelijke vereniging
geweest die probeerde de grootste revolu
tionaire archeologische ontdekking van
ale tijden te doen. Onder leiding van ko
lonel Fawcett, een excentrieke Brit, trok
dertig jaar geleden een expeditie het
Amazonegebied binnen in de veronderstel
ling daar restanten aan te treffen van At
lantis. Kolonel Fawcett en zijn expeditie
leden keerden nooit meer terug.
De studie van het vergane kontinent is
volgens enkele deskundigen niet alleen
een terugreis in de geschiedenis, maar
vooral een ontdekkingstocht naar een we
relddeel met ontelbare schatten.
Naast de serieuze onderzoekingen van ge
leerden en andere deskundigen bestaat er
ook een groep charlatans, fantasten en
gelukszoekers, die zich met een enorm fa
natisme werpt op Atlantis en met een
verbazingwekkende pretentie met onthul
lingen voor de dag komt. Halve waarhe
den worden opgevijzeld tot wetenschappe
lijke bewijzen. Individuen, waarvan het
bestaan nauwelijks valt te controleren,
worden opgevoerd als deskundigen van
onverdacht kaliber. Met een pseudoweten-
schappelijk betoog worden enormiteiten
verkondigd, die soms maar een doel
schijnen te hebben: de argeloze lezer te
overdonderen.
Een van de twijfelachtige figuren is An
drew Tomas. wiens boek „The treasure of
the Sphinx" onlangs in de Nederlandse
vertaling „Atlantis Raadsels van een
verdwenen kontinent" bij Uitgeverij N.
Kluwer N.V. in Deventer is uitgekomen.
In dit boek wordt een aantal theorieën
over het ontstaan en vergaan van Atlantis
naar voren gebracht. Volgens Tomas
werd Atlantis verwoest door een rump die
onze hele aardbol trof. Filosofen en ge
leerden, die het niet eens waren met de
oorlogszuchtige politiek van de leiders
van Atlantis, trokken zich terug in ontoe
gankelijke gebieden van de aarde om
daar in afschermende afzondering verder
te leven. Toen de elementen na de ramp
met de aarde weer tot rust waren geko
men, toen er weer planten en dieren op
aarde kwamen, verschenen er „halfgo
den" om het mensenras weer te herstel
len. Dat was het guldentijdperk, het tijd
perk van de helden en cultuurdragers, de
tijd toen de goden op aarde wandelden.
Om het bestaan van een oude beschaving,
die onbekend is voor de historici, te be
wijzen, somt Tomas een aantal feiten op
die moeten duiden op het bestaan van een
prehistorische wetenschap. Op grond van
de mytholgie en gegevens uit de antieke
geschiedenis wordt dc hypotese gesteld
dat de Atlanfiërs geheime ondergrondse
musea en bibliotheken hadden Ingericht
voor de zondvloed.
Bergketen
Volgens Tomas komt het vaak voor dat
land in korte tijd in zee kan verzinken en
er weer opduikt. En zo is het don ook ge
gaan met Atlantis.
Het Andesgebergte is opgestegen en At
lantis naar beneden gezakt. Hoe is anders
de zeehaven aan het Titicacameer op een
hoogte van 3800 meter en op een ufstand
van 322 kilometer van dc Stille Oceaan
ontstaan, vraagt Tomas zich af. De berg
keten die onder de Atlantische Oceaan
loopt van IJsland tot het Zuidpoolgebied
is een keten gtWMSl van Atlantis. Vele
onderzeese dalen in de Atlantische
Oceaan zijn voortzettingen van de be
staande rivierbeddingen.
Om deze inzichten te staven worden aller
lei deskundigen ten tonele gevoerd. To
mas is zo slim deze deskundigen te laten
komen uit de Sovjet-Unie, hetgeen de on
controleerbaarheid alleen maar vergroot.
De auteur vraagt wel om verontschuldi
ging voor enkele fouten of vergissingen
die het werk kan bevatten. Maar, zegt
hij, men zal het ons vergeven op de dag
dat een van de pre-diluviaanse musea in
derdaad wordt gevonden. Want, aldus
orakel Tomas, het is niet onwaarschijnlijk
dat wij nog in deze eeuw de ontdekking
van een schatkamer van een verdwenen
ras zullen meemaken. Dan zal onze voor
naamste stelling, het bestaan van een
hoge beschaving duizenden jaren geleden,
ondubbelzinnig worden bewezen.