Denemarken leidt Eskimo's naar atoomtijdperk VALLEI VAN DE PRATENDE EKSTERS 7} ZATERDAG 25 NOvEMLER 15/2 LL l j. i./il'f PAGINA 15 Een jongeman had een wandeling gemaakt langs bos en veld. Kwam weer aan bij het huis waar hij woonde, bij vader en moe der. Het begon te schermeren en de rosse gloed van het haardvuur in de kamer scheen door het venster naar buiten. Kleine sneeuwvlokken dwarrelden omlaag en bedekten langzaam bomen en struiken, het dak en de vensterbanken. Vóór hij naar binnen, stapte keek de jongeman nog eens rond. Toen 'f zag hij hoe een ekster gevangen zat tussen de warrige takken van een hulstboompje. Voorzichtig liep hij erheen en maakte de vleugels zachtjes los uit de takken met scherp gepunte bladeren. Met een blij geluid vloog de vogel op en verdween in de duistere lucht. Het leeR wel of hij klapte: „Ik zal je belonen!" De jongeman schudde de sneeuw van zijn cape, ging het huis binnen en hoorde zijn moeder klagen: „Onze oudste zoon is een stoere zee man geworden. Onze tweede zoon een dapper soldaat. Maar de jong- ste die wij nog thuis hebben, blijft een dromer". De vader troostte haar en zei: „Heb geduld moeder, onze jongste zal nog eens goede daden verrichten, daar ben ik zeker van". Toen kwam de dromer de kamer binnen en vertelde: „Zojuist heb ik een ekster uit de warrige struiken van ons hulstboompje bevrijd. Het was mooi buiten: de groene hulst met rode besjes, de zwarte en witte veren van de vogels, en de sneeuw die juist begon te vallen. Het deed mij ernaar verlangen eindelijk eens naar de groene vallei te zoeken". „Wat??" riep zijn moeder verbaasd. „Midden in de winter zulk een eenzame tocht maken?" „Ja", zei de dromer, „juist nu". Er staan daar alleen maar bomen die ook in de winter groen blijven en het wemelt er van pratende ek sters. Daarnaar verlang je in de winter meer naar dan in de zomer. „Je hebt gelijk, zoon", vond de vader. De volgende morgen trok de dromer erop uit en na een lange tocht ontdekte hij al in de verte de beroemde vallei. Hij liep juist langs een beek en zag op de bodem iets glinsteren. Daar klonk vanuit een boom de stem van een ekster: „Er fonkelen onder water Twee stenen, groen en blauw. r. Haal ze eruit: de één voor mij De andere voor jou". v De dromer haalde de twee stenen uit de beek en hield ze op zijn vlak ke hand. De vogel streek neer, pikte de groene steen op en vloog er mee weg. De dromer stak de blauwe, die doorzichtig was als glas, in zijn zak. Hij wandelde de vallei binnen waar alle bomen die in de winter groen blijven, bijeen stonden. Ze pronkten met hun rode en witte bessen, met denneappels en elzeproppen. Hoor! Uit een oude ■i boom met kromme stam waarin een specht een holletje had gepikt, klonk alweer een vogelstem die riep: „Er liggen in dit holletje IE Twee sleuteltjes van goud, Haal ze eruit, dan krijg je er één Als ik de ander houd". De dromer stak zijn hand in het holletje van de specht en vond twee sleuteltjes. Hij legde ze op zijn vlakke hand. Een ekster streek neer, s pikte één sleuteltje op en vloog ermee weg. De dromer stopte het an dere in zijn zak en liep verder. Hij was ai bijna midden in de vallei en kon naar hartelust genieten van de schoonheid die het bos in dui zenden kleurengroen om hem heen toverde. Uit een hoge spar hoorde hij voor de derde keer een vogelstem: „Twee kralensnoeren hangen Haal ze eraf: voor mii.de één, Aan deze kromme tak. Stop jij de andere in je zak". n De dromer moest in de boom klimmen om de twee glanzende kralen- t snoeren eruit te halen. Lachend riep hij: „De mensen hebben wèl ge- n lijk, ais ze zeggen dat eksters dol zijn op glinsterdingetjes!Hij legde de snoeren op zijn platte hand. De vogel daalde neer, pikte een snoer op en verdween ermee tussen de bomen. De jongen liet het andere k snoer in zijn zak glijden. Toen kwam hij aan het diepste punt van de vallei en hier rees een hoge toren op met vensters waarvoor de luiken waren gesloten. Maar beneden stond in de open deur een oude man. De dromer vroeg: giaj „Wie bent u en wat is dit voor een toren?" De oude man antwoordde: en „In deze toren zit een koningsdochter gevangen en ik moet de wacht houden. De vijand van de koning heelt mij dat bevolen, maar ik vind a het vreselijk. Ik heb dat meisje nooit gezien, haar deur is op slot. De -* vijand heeft de sleutel. Ik kan haar alleen maar eten toeschuiven door een smalle spleet in de deur en ik durf niet naar haar te gluren". jJ Toen dacht de dromer aan de schatten in zijn zak. Hij nam de door zichtige blauwe steen en keek erdoor. Ja, hij keek door het blauw maar hij kon ook door de muren van de toren kijken en een aller- liefst prinsesje zien! Hij nam het gouden sleuteltje en het paste op *r' alle sloten van de toren. In een wip was hij boven! De prinses schrok 'f, zo vreselijk van de plotselinge bezoeker dat zij flauw viel. Maar de i dromer tilde haar op en droeg haar naar beneden. De oude man had dit alles aangezien en begreep dat de dromer zijn gevangene mee wil- de nemen. Daarom vroeg hij: „Mag ik bij u blijven? Ik zal altijd haar dienaar willen zijn, tot het eind van mijn dagen". De dromer nam het kralensnoer uit zijn zak. HIJ hield het ene eind In IVjn| zijn hand, de oude man het andere einde en zij legden de prinses rdai erop. Het snoer was zo sterk dat het niet brak en het meisje rustte m1 erop alsof ze in een zacht bedje lag. Duizenden eksters wolkten om hen heen en praatten zo druk door elkaar dat er geen woord van was !d te verstaan. Wil je een tol maken? Dat kan. Kijk heel goed naar de tekening en dan is het niet moeilijk. Je hebt een stuk sterk karton nodig met een doorsnede- van vijftien centimeter, een garenklosje en een stokje tien centimeter dat in het gat van het garenklosje past. Zorg ervoor dat het gat van het garenklosje precies in het midden van het stukje karton komt dat je zo moet afknippen dat het acht kant krijgt. Een verfje erover en je hebt een fijne tol, die je met je vingers moet ronddraaien. Oplossing vorige week Als bandiet niet zo vèel had gedronken, z mer 7 de echte sheriff is. i hij gezien hebben dat num- Na de lange tocht kwam de dromer met de oude man en het meis je weer thuis. „Onze jongste zoon heeft een moedige daad ver richt", zei de vader. Maar de moeder gaf geen antwoord: zij had het veel te druk met het verzorgen van het meisje dat zoveel te kort was gekomen. Zó dromerig was de jongen niet of hij liet het meisje achter onder de hoede van zijn ouders en de dienaar. Hij trok naar de ko ning om hem te berichten dat zijn dochter veilig was en gauw weer helemaal gezond zou zijn. Natuurlijk werd er later bruiloft gevierd en heus, zij leefden nog lang en gelukkig. Nu zul je vragen: werd die vijand van de konirg dan niet boos toen hij merkte dat het meisje was gevlucht? Daar kreeg hij geen kans toe. Want de eerste de beste keer dat hij weer eens naar zijn toren in de groene ekstervallei kwam kijken, schoten alle duizenden eksters tegelijk op hem af en pikten en staken hem zo hard tot er geen stukje meer van hem over was. t Al ar i/.s i VUÜft -j/1 Poch rs GODTHAAB (AP) Het oude mopje van de gladde vertegen woordiger die een koel'tns m een Eskimo verkocht, gaat niet meer op. Want behalve koelkas ten hebben de Groenlandse Es kimo's nog veel meer: wasma chines, vullstortkokers en soms een supermarkt om de hoek. Dit v' 1'. men rllemnal In de goed- !- ;u> i ':';en die do r de D r :g cp Cr onland gen de Dc o belastingbetalers tlidoork te brengen. Het kleine D r.id f m'IJ ei lm.on". it, ml d ae- dr p'i jnrr >1 .id blijven nitkerei. tot 1365. 100 miljoen Amerikaanse dollars De Scandinavische banden gaan per Jaar cp om de 41.000 af- duizend jaar terug tot de lan- stammelingen van de Eskimo's ding van de Noormannen onder uit het stenen naar het atoom- leiding van Erik de Rode op de nrH-n'i' c pu"t. H"t was nok lio f ro""Hnd zijn mislei- c j :iai.i ga. in de hoop an- l .i"j een te trc.en. iw la .3 met 2.1/5 luj vier kante k. o..i'.cer het g.oa-s.e eiland ter wereld. Op een zesde na ligt het voortdurend onder enn drie km dikke ijslaag. De nen hebbc i er een handje van bezoeken angst aan te jagen met de berekening dat als het ijs zou smelten, het waterpeil in de oceanen acht meter zou stij gen. Slechts de 39 000 km kuststrook is bewoonbaar, ook al daalt dan in het noorden het kwik gedurende de zes wintermaanden soms wel tot 70 graden onder nul en wordt hst ruiden dan geteisterd door zter zware stormen. Groenland v.as tot 1953 vrijwel vc i de buitenwereld afgesloten oi.i da s ;lno--ultuur te be schermen Het weid toe een deel i die i r cr UI.1 Bevolkingsexplosie 7.000 Denen. Door gezlnsninn- ning hoopt men de bevolkings explosie terug te brengen tot een jaarlijkse groei van vier pet. Do explosie maakte een ge weldig moderniseringsprogram ma noodzakelijk om do mensen te voordien van werk en huls vesting. De visserijvloot werd uitgebreid, er kwam wat indu strie en moderne appartemen- gestcgen. Absenteïsme op de fa brieken is groot omdat hier nog mensen wonen die niet naar de fabriek komen als zij voor de komende paar dagen voldoende geld hebben, f loses Olsen 134), die voor Groen land zitting in het Deense Par lement heeft, zegt dat veel ma- teri Ie dromen verwezenl'f'tt ten geb i in de van de vrocere er honden, walrussen, •els aan hu Vc. I rs zIJ.i bc.A c- ken vaor verleidingen van de beschavingen. Alcoholisme en ven^rsche zekten ver en blcmen en de criminaliteit is '*"t i telljke dlgheden als het bouwen van Itaja .s liet maken van speren en het snijden van bizarre fi guurtje-I uit walvlsbecn of puin- stee.i nlei teloor te laten gaan. cr cc.i ctrgclijka emigratie c',.,1 zuiien veel zielen ci. Olsen. „Er zijn en in Denemarken, n. kannen z.en... n een land jke waar- n or de snelle or culturele In- i naar de pen in Ca en .noselijk ook werk te vinden. Hij is een hart stochtelijk verdediger van de rs'.imo-cultuur en zijn instituut r.eeft cursurscn om oude vaar- voor de een ic'en- I. üc rek naar de n /e „ïoJernc nederzettingen en de heimwee nu ar het oude harde, maar manlijke bestaan, it zij kennen uit hun Jeugd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 15