Meer contact nodig
bij jongerenpastoraat
BEP NOOIJ
NEEMT
AFSCHEID
VAN HET
TONEEL
Korte
metten
„Afscheid is afscheid. Maar ik zal er
straks toch heimwee naar
Meer begrip tussen OMO-
katecheten en bisschop
KERK
EN
WERELD
Pax Christi wil
gesprek over
toekomst Europa
WOENSDAG 15 NOVEMBER 1972
LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Bep Nooy sr. is niet alleen maar een actrice die 2 mei 1973 tachtig
jaar wordt en dit seizoen afscheid neemt van het toneel waar ze
zestig jaar op gestaan heeft. Ze is niet alleen maar Kniertje in
Heijermans' „Op hoop van zegen", met welke rol ze afscheid
neemt, of Na Druppel in Herman Boubers „De Jantjes". Ze is
meer. Ze is de verpersoonlijking van een tijdperk en van een soort
toneel. Een tijdperk waarin acteren soms synoniem was met ar
moe, waarin er geen WW was voor werkloze toneelspelers, waarin
zij met groten speelde als Henri Brondgeest, Henri de Vries en Ko
van Dijk senior. En een soort toneel dat verguisd, verafgood werd
maar altijd zichzelf bleef: het volkstoneel.
Bep Nooij, bijna tachtig met een
stem waar een hoop 50-jarigen
blij mee zouden zijn, herinnert
zich: „Ik begon als kwekeling.
In grote gezinnen moest een van
de kinderen altijd in het onder
wijs. Ik had twee broers en vier
zusters. M'n vader, Jan Dirk
Blaaser, de grootvader van Jan
Blaaser, m'n neefje, was toneel
speler. „Niet één van m'n mei
den zet 'n poot op het toneel",
zei die. Maar toen iemand van
zijn troep ziek was geworden
nam ik een klein rolletje over.
Laat dat kind toch aan het to
neel, zeiden de anderen toen. Zo
is Betsy Nooij, m'n man is me
later Beppie gaan noemen, toch
aan het toneel gekomen. Ik was
een verlegen meisje. Maar toen
ik op dat toneel stond dacht ik:
Wat ben ik vrij! Hier ben ik
thuis".
Huisbaas
„Als kind kon ik wel goed imite
ren. Nu niet meer hoor. We
woonden in De Rijp, in een pas
torie. Stel je voor, toneelspelers
in een pastorie. We hadden 't
niet breed. M'n vader was een
groot acteur, maar als ie geen
werk had kreeg ie 7,50 steun
In de week. En van die habbe-
krats moesten we allemaal le
ven. Die ouwe tijd was zo goed
niet, hoor. Elke week was 't
hetzelfde. Dan kwam de huis
baas onderaan de trap: „De
Boer! Ik kom voor de huis
huur". Dan was 't paniek. Ik
deed 'm soms na, onderaan die
trap: De Boer! De huishuur!
En als ik dan boven kwam
vroeg m'n moeder zenuwachtig:
Heb je De Boer gezien? Dan zei
ik: Deze week was ik De
Boer!
Tevreden
„Het was nietgemakkelijk als
jong actrice, maar dit koppie kon
toen nog veel hebben. Ik speel
de Yolanthe in „Dolle Hans"
van Jan Fabricius. Met Henri
Brondgeest, dat was toen een
beroemd acteur. Hij woonde in
Den Haag. We hadden tien re
petities voor de première, maar
ik heb Brondgeest geen één
keer gezien. Pas op de generale
kwam ie opdagen. Hij kwam
naar me toe, gaf me een hand
en zei: „Yolanthe, doe je best!"
Dan moest je je maar redden.
Ik heb ook in een stuk met Henri
de Vries gespeeld. Een rol die
m'n man me gegeven had, die
was directeur van de Hollandse
Schouwburg. Maar Henri de
Vries pr-testeerde. „Wie is m'n
tegenspeelster?", Mijn vrouw,
zei m'n man. Ze heeft die"' en
die rol al gespeeld ,en doet 't
erg goed. „Je kan een heel lief
Esther de Boer-Van Rijk: De eer
ste „Kniertje" in Heijermans'
„Op Hoop van Zegen" in karak
teristieke pose met haar panne
tje. (Collectie Toneelmuseum).
vrouwtje hebben" zei Henri de
Vries. „Maar ik ken 'r niet".
Nou, toen de première kwam,
kreeg ik te horen: Meneer de
Vries vraagt of je in de kleed
kamer komt. Ik dacht: Ik krijg
op m'n donder. Ik kom binnen
en hij vraagt: „Kindje wat
denk je van je vak vanavond?"
Nou daar wist ik eigenlijk geen
antwoord op en ik zeg: ik heb
veel te veel andere dingen om
aan te denken, de mise-en-scè-
ne, m'n opkomsten, de tekst.
Hij zegt: „Ga 's op die stoel zit
ten, kindje. Ik ben erg tevreden
over je".
Vakwerk
„Ik ben nog steeds bezeten van
toneel. Ik zorg altijd dat Ik een
kwartier van te voren klaar sta,
voor ik op moet. Dat is vak
werk. Je hebt sommige jonge
ren die aan komen hollen en
hijgend 't toneel opstormen. Dat
vind ik erg. We hebben een
kunstvak. Het moet kunst blij
ven tot we 't toneel af zijn.
Dat er bij het volkstoneel ge-
schnierd wordt? Dat is niet
wé&dér! Daar moet je bij m'n
dochter Beppie mee aanko
men!! Volkstoneel is toneel dat
gaat over de mensen die in de
zaal zitten.
Ja d'r is wel wat veranderd in de
manier van spelen. Nu is alles
Het toneelbeeld anno 1972: Alle medespelenden bij elkaar in Herman Heijermans' vissersstuk „Op Hoop van Zegen"
tempo, vroeger werd alles hele
maal uitgespeeld. Er er werd
gegalmd: De vis wordt duur be-
tüadéld. De groten deden dat
niet hoor. Een Henri de Vries
en een Ko van Dijk speelden
heel natuurlijk. Ik heb ook nog
bij m'n dochter in „Rooie Sien"
gespeeld. Daar was ik een oud
Antwerps vrouwtje, een echte
burgertruus zo van: wat zit ge
daar te konkelefoezen. Ik had
een kapje op, met twee staart
jes. Toen ik klaar was ging ik
koffiedrinken in de kantine. Ik
zeg: ik betaal straks wel. Daar
na moest ik op als de moeder
van Rooie Sien. Helemaal ge
verfd, met een pruik. Ik kom
daarna weer terug in de kanti
ne: „Ik wil m'n koffie even beta
len". Koffie?" zegt die man aan
het buffet. „Ik heb u geen koffie
verkocht. Ik heb koffie aan een
oud vrouwtje verkocht". D'r
moest een acteur bij komen om
te zeggen dat ik 't echt zelf
was. Dat ik twee rollen speelde
in dat stuk. Dat is toch leuk lie?"
niertje
„We zijn iedere avond uitverkocht
met „Op hoop van zegen". Het
is toch zo'n goed stuk. En de
mensen willen het nog steeds
zien. Ook de elite hoor, die zit
op de voorste rij. En veel jonge
mensen. Ze komen vaak naar
m'n kleedkamer om handteke
ningen. Ja natuurlijk omdat ik
afscheid neem. De mensen zijn
toch zo lior I denm. e df voe
toch zo lief voor me. In de
troep ook. Het is oma voor en
oma na. Ik heb zoveel kleinkin
deren. al heb ik er maar drie.
Anderhalf jaar geleden heb ik
m'n heup gebroken. En in het
ziekenhuis zeiden de zusters:
mevrouw Nooij doet u 'ns
wat. Ik zeg: Maar wat moet ik
nou doen in m'n bed? Roodkap
je? Nee, doet u die eindscène
van Kniertje nog eens! Ik heb
er drie weken gelegen. Ik dacht
alsmaar: Straks moet ik weer
spelen. Straks moet ik het to
neel weer op. Ik ben op m'n ei
gen houtje gaan oefenen op de
gang. Daar had je een reling
om je aan vast te houden. Op
eens hoor ik: „Nooitje, je bent
brutaal". Stond de dokter ach
ter me „Doe je dat uit jezelf?
Nou, ga dan elke dag maar een
paar minuten langer oefenen".
Huilen
„Een paar weken nadat ik hele
maal hersteld was, heb ik Na
Druppel weer gespeeld. En Bep
pie was zo zenuwachtig: „Als er
maar niks gebeurt, als ze maar
niet valt". En dat hoorde ik
haar achter 't toneel zeggen.
Toen heb ik m'n benen nog ho
ger opgetild.
Ik heb een prachtig afscheid. En
het stuk is zo wéér.
Dat slot is zo mooi als Kniertje
wroeging heeft als haar zoon
Barendje is omgekomen, en ze
zegt: „Hij wou niet weg. En
met me eige hande heb 'k
heb 'k zijn handen van de deur
post lósgemaakt." Ik kan elke
keer weer huilen al ik 't speel.
Ik heb 't nog van Esther de
Boer van Rijk gezien toen was
ik Marietje. We zijn er zelfs
mee in Parijs geweest. Ik heb
ook Jo gespeeld in „Op hoop
van zegen" en ik heb de vrouw
van de reder 'ns gedaan".
finitief
,Nee, ik neem definitief afscheid.
Op 2 mei volgend jaar word ik
tachtig. En dan hou ik op. Dan
is 't schluss. Afscheid is af
scheid. Nu heb ik m'n stem nog
en ik kan nog lopen. Ik wil niet
dat de mensen me als een wrak
op het toneel zien. Zestig jaar
met een onderbreking van 'n
paar jaar toen m'n dochter ge
boren werd. Want ik wilde be
slist moeder zijn. En die mocht
gerust aan het toneel. Ik was er
zelf veel te gek mee. 't Is onge
looflijk hè, zestig jaar en je hebt
't gevoel of ze omgevlogen zijn".
,Ik heb zo'n geluk dat Ik die rol
van Kniertje nog mag spelen.
Die is zo mooi. Als ik opkom,
beginnen de mensen al te klap
pen. 't Lijkt wel of ze niet op
houden. En dan aan 't eind be
danken eerst de andere acteurs.
Ik moet later komen van Bep
pie. Dan gaan de mensen utaan.
U kent dat wel hè. En dan
duurt 't zo lang voor ze ophou
den met klappen. Omdat Ik
Kniertje speel. En omdat ik af
scheid neem. En dan zwaaien
te soms ook naar me uit de
zaal. Zo Bef. Ik zal er straks
och heimwee naar hebben".
BERT JANSMA
De af scheidsvoorstellingen
van Bep Nooy zijn onder
meer in de volgende
plaatsen: Scheveningen,
vrijdag 17 november, Cir
custheater; Delft, zondag
19 november, Stads Doe
len; Rijswijk, maandag
27 november en zaterdag
16 december. Kleine
Schouwburg.
De laatste Kniertje-met-pannetje:
Bep Nooij in haar afscheidsrol.
Zowel de jongeren, die bij het
jeugd- en jongerenpastoraat
betrokken zijn, als de jonge
renpastores achten het van
groot belang dat er betere con
tacten komen tussen de ver
schillende vormen van pasto
raat. Tevens acht men het
wenselijk dat de verschillende
jongerenpastoraatsgroepen in
het bisdom Rotterdam elkaar
drie of vier maai per jaar tref
fen, om informatie uit te wis-
Uit de uitvoerige dicussies die
maandagavond door jongeren
pastores en jongeren met de
leden van de diocesane pasto
rale raad zijn gevoerd, zijn
deze twee punten duidelijk
naar voren gekomen. Voor de
verwezenlijking van die punten
ziet men een overkoepelende
taak weggelegd voor het dioce
saan servicecentrum voor le
vensvorming, een centrum dat
zich oriënteert op de informa
tie die de jongerenpastores en
de jongeren in het huidige pas
toraat nodig hebben.
Punten, die er in de verschil
lende gespreksgroepen uit
sprongen waren onder meer de
volgende: de jongeren worden
het deelnemen aan allerlei ge
spreksgroepen moe. Er moeten
nieuwe mogelijkheden gezocht
worden de jongeren op een an
dere wijze te activeren.
Het jongerenpastoraat bevindt
zich in een crisis. Waarom?
Omdat de kerk alsmaar met
dingen bezig is, die de jonge
ren helemaal niet belangrijk
vinden, zoals de vraag naar
wel of geen gehuwde priester,
wel of geen open communie,
Gepleit werd ook voor een in
tensievere wisselwerking tus
sen ouderen en jongeren, tus
sen passieve en actieve jonge
ren. Dr. J. Nieuwenhuis bena
drukte onlangs in een artikel
van zijn hand in De Bazuin
nog het belang van die wissel
werking, waar hij schrijft:
„Jeugdzielzorg is in betrekke
lijk korte tijd geëvolueerd van
pastoraal voor jeugdigen tot
pastoraal via of vanuit jeugdi
gen naar de volwassenen toe.
De ervaring leerde steeds dui
delijker dat niet de jeugdigen,
maar de volwassenen in de pas
torale kou stonden en dat ziel
zorg voor jeugd in de grond
van de zaak niets anders is
dan ruimte scheppen bij de
volwassenen voor hun visioe
nen, bruggehoofden slaan naar
de volwassenen toe, opdat zij
.naar de jeugd zouden komen.
En verder: „Wat de jeugd het
eerst en dringendst nodig heeft
zijn profeten. De jeugd roept
om een verkondiging die zich
niet alleen richt op het per
soonlijke, maar ook op het
sociale en politieke leven, die
niet allereerst herhaalt wat
overgeleverd is, maar aan
wijst, waar de wereld schade
lijdt en door wie".
De door dr. Nieuwenhuis ge
schilderde tendens werd in de
verschillende gespreksgroepen
zeker onderkend, al werd hier
en daar wel geopperd dat on
der meer het servicecentrum
voor levensvorming juist wat
meer aan die verkondiging zou
moeten doen en wat meer bij
bels herkenbare uitgangspun
ten zou moeten laten zien.
De anglicaanse pastor van
een kerk in Sandiacre in Enge
land heeft besloten om voor
taan na de zondagsdienst in
het parochiehuis bier en an
dere alcoholhoudende dranken
te gaan schenken om het ge
zelligheidsleven van de paro
chie te bevorderen. Men leert
elkaar tijdens de dienst niet
gemakkelijk kennen en veel
parochianen hebben wel trek
in een afzakkertje, aldus de
pastor die er aan toevoegde
„Waarom net doen alsof het
niet zo is".
De baptistendominee van
Oslehan in Engeland, Tom
Chipper, zal zijn nieuwe volge
lingen niet meer onderdompe
len in het water van de naburi
ge rivier de Lark. „Het water
is zo vervuild dat de mensen
die er de laatste tijd mee ge
doopt werden, een uur in de
wind stonken", aldus de domi-
Het verzoek om een katho
liek patriarchaat voor de Oe
kraïne op te richten is door het
Vaticaan afgewezen. Het plan
tot de oprichting van het pa
triarchaat was afkomstig van
de in Rome levende leider van
de Oekrainse kerk, kardinaal
Slipyj. Het afwijzen van het
plan betekent dat alleen de H.
Stoel jurisdictie heeft over het
doen en laten van de verschil
lende Oekrainse bisdommen.
In de gouden bol op de koe
pel van de kathedraal van de
Italiaanse stad Brescia hebben
arbeiders een kanonskogel met
een middellijn van negen cen
timeter gevonden. De kogel
moet 123 jaar geleden op 27
maart 1849 door het Oosten
rijkse leger op het tegen de
Habsburgers in opstand geko
men Brescia, zijn afgevuurd.
Bij uitgeverij Samson in Al
phen aan de Riin is dezer da
gen het boek „Kerkelijke ver
andering", een sociologisch
ontwerp en een verkenning
van kansen, verschenen. Het
boek is geschreven door Mady
A. Thung en Anneke H. Schip-
per-Van Otterloo en is bedoeld
voor theologen en geïnteres
seerde leken om het gesprek
tussen kerk en sociologie voort
te zetten. Het boek kost 24,50.
De voorzitter van de Zuid-
afrikaanse kerkenraad heeft
voorgesteld om Zuidafrikaanse
missionarissen naar Europa te
zenden. Europa heeft volgens
hem predikanten nodig die de
mensen het woord van God op
eenvoudige wijze kunnen ver
kondigen. Bij een bezoek aan
Europa had hij de indruk ge
kregen dat de kerken in Euro
pa zo wetenschappelijk en filo
sofisch zijn geworden dat de
leer van Christus als redder
niet meer aan bod komt.
Pax Christi Nederland wil met een aantal leidende Duitse katho
lieken spreken over de toekomst van Europa met als punten on
der meer de Europese vellighcldsconfcrentle, de houding tegen
over het Oostblok, de economische koers van Europa in de we
reldontwikkelingen en do vraag of Europa een supermacht-oude-
stijl moet worden, compleet met kernwapens.
Pax Christi doet deze uitnodiging in een brief, die onder meer is
gericht aan de voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie
kardinaal Doepfner en de president van het centrale comité van
de Duitse katholieken, minister B. Vogel. Een soortgelijke brief
is eerder uit de Hervormde synode gestuurd aan de Duitse evan
gelische kerk.
„Onze ervaringen, juist in de Vredcsweek", aldus de brief, „heb
ben ons geleerd, dat de publieke opinie, de massamedia cn de po
litieke partijen, maar ook de regering wel degelijk luisteren naar
de stem van de kerken. Daardoor hebben wij een mogelijkheid te
meer om een eigen bijdrage te leveren aan het tot stand komen
van een Europese vredesstructuur. Deze kans moeten de christe
nen in Europa, ieder op 'zijn eigen plaats, benutten", uldus de
brief.
Dr. Albert Schönherr, voorzitter van de protestantse kerken in
de DDR brengt momenteel een bezoek aan Engeland. Hij sprak
daarbij ook met de anglikaanse aartsbisschop van Canterbury,
dr. Michael Ramsey (links) in diens residentie Lambeth Palace.
Tijdens een bijeenkomst van
de bisschop van Den Bosch
met katerheten van de scholen
van Ons Middelbaar Onderwijs
in Noord Erabant heeft mgr.
I. Bluyssen te kennen gegeven
dat hij het beste gevolg kon
geven aan de eis van de Ro
meinse kardinalen, de OMO-
katechese-cursus te verbieden,
omdat het hier ging om een
cursus, waar hij zelf ook echte
bezwaren tegen heeft en omdat
de verhoudingen met Rome
dusdanig slecht zijn geworden,
dat dit wel eens de druppel
kon zijn, die de emmer doet
overlopen.
Dit meldt Jos Brekelmans, pr.
zelf katecheet aan een van de
OMO-schoIen in het bisdom
blad van Den Bosch.
Op de bijeenkomst van de bis
schop met da katecheten is
volgens pastor Brekelmans
geen besluit genomen, behalve
dat de katecheten met hun bis
schop in gesprek blijven.
„Er is door h»t optreden van
mgr. Bluyssen en vicaris Van
Laarhoven, zeker meer begrip
gekomen voor het standpunt
van de bisschop, die zijn ver
zoek heeft gehandhaafd om de
cursus als handboek uit de
scholen te verwijderen".
In dit verband zou mgr. Bluys
sen nog gezegd hebben dat hij
het een nare en compromis
achtige beslissing vindt, maar
dat hij meent niet anders- te
kunnen om groter onheil te
voorkomen.
„De bisschop, aldus het bis
domblad. heeft geen antwoord
kunnen geven op de vraag wat
er r.u verder moet gebeuren,
maar hij heeft duidelijk ge
maakt dat een verzoek om de
cursus in te trekken niet in
houdt dat hij het werk van
OMO omtrent de katechese
wantrouwt. Integendeel, hij
heeft met grote nadruk uitge
sproken, dat hij ervan over
tuigd is, dat er op orthodoxe
w'jze godsdienstles gegeven
wordt op de middelbare scho
len".