Van Bonte Dinsdagavond Trein
tot Negen heit de klok...
1
(jnafe
„Ach Jan", zei het meisje, „laten we nu afstappen.
We hebben al zo lang gefietst. Ik heb honger". En
Jan: „Goed, Truus, zoek maar een mooi plekje. Dan
gaan we picknicken. Spreid het kleed maar uit. Ik
pak het mandje. Zeg, Truus, wat heb je er allemaal
in gedaan?" Truus weer: „Brood, kaas, een eitje en
nog iets toe". Waarna Jan: „Daar zal de wasman
dan van opkijken, want je hebt het mandje met de
vuile was meegenomen".
Deze grap uit het grijze verleden van de radio, fun
geerde als een van de vrolijke vullertjes op de zater
dagavond, die nog zo schaars vertier buiten de deur
bood, dat we er voor thuis bleven. Het elektronische
oog van de buis knipperde nog pas in het zeer expe
rimentele stadium. De radio was juist losgefrunnikt
uit de hebberige handen van het Militair Gezag. Ver
nield Nederland Wurmde met de wederopbouw. Men
zwoegde zich in het zweet. De radio reikte de hoog
tepuntjes in het levensplezier aan. We zakten diep
weg in de old-finished crapeauds voor de ethershow
van „De Klok heit negen" op zaterdagavond van de
KRO en we deden dit op de dinsdagavond nog eens
dunnetjes over als de AVRO zijn „Bonte Dinsdag
avond Trein" over de radiorails liet denderen. De
VARA liet in die dagen zijn „Showboot" te water en
de NCRV hield het speels-zonder-grenzen op „Mast-
klimmen" met Johan Bodegraven.
Haalde de '„Bonte Trein" zijn artiesten tot ver uit
het buitenland, van het begin af gericht op het épa-
ter le bourgeois, de KRO hield het huiselijk Hollands
met toen tintelende teksten, die nu voor taai worden
gehouden, en met het onverwoestbare trio Kris,
Kras en Kruimeltje, de twee even tanige als kriti
sche heertjes, die hun zegje deden over de dingen
van de dag en als commentaar daarop tegenspraak
te verduren kregen van het eigenwijze jochie Krui
meltje.
„Wij zijn gewone mannetjes, wij kletsen met elkaar
en geven op wat anderen doen ons leutercommen
taar. Wij zouden het wel weten als ik de baas maar
was". Zo zongen zij en verder: „Heb je al gehoord,
dat de staatsloterij overgaat van vier op zes trekkin
gen per jaar? Ja, dat loopt dan knap in de papieren
met zes nieten per jaar. En Tito bracht een bezoek
aan Griekenland om te zien of er al uilen genoeg
waren in Athene".
Deze teksten, de stemmen en de namen, Jan de
Cler, Alexander Pola, Stan-Haag, Peronne Hosang,
Dico v. d. Meer, Emile Lopez, Wam Heskes, Louis
de Bree, Piet Ekel; Peter Piekos, Harry Bronk,
Dries Krijn en Jules de Corte kan men weerom uit
de luidspreker laten komen, nu Polydor op een elpee
hoogtepunten uit „Negen heit de klok" heeft geperst.
Een greep uit de duizenden liedjes, sketches en bon
mots, die gedurende acht jaar in bijna 250 uitzendin
gen de oren van miljoenen luisteraars in en uit ging
en daarbij de droesem van de lach achterliet.
ECHT APPLAUS
Alexander Pola: „Het idee voor Negen heit de klok
kwam van Herbert Perquln, die Jan de Cler en Dico
v.d. Meer erbij haalde en ook mij vroeg. Ik was in
die tijd acteur met een voorkeur voor ernstige rol
len, die Ik hoopte te kunnen gaan maken bij Cor v.d.
Lugt Melsert en Dirk Verbeek bij wie Ik speelde. Bij
de radio zat er toen voorlopig niet meer in dan een
klein rolletje in de strip Buffalo Bill, wat achteraf
een mooi binnenkomertje bleek voor „Negen helt de
klok", al schreef ik toen ook al hoorspelen. Het be
grip voor de radio moest toen nog groeien. Men
maakte er gewoon een zaaluitvoering in de studio
van, met decors en geschmikte koppen, alsof de
luisteraars dat allemaal op hun gemak konden bekij
ken.
Daar wilden wij niet aan. Wij mikten direct op de
radioluisteraar en haalden er mensen bij die graag
eens een uitzending wilden bekijken en lieten die te
vens dienen als geluidsdecor, nuttig voor de respons
waar je als artiest toch niet buiten kan. In deze di
recte uitzendingen zat dus wel het applaus en de
lach ingebouwd, maar op een eerlijke, spontane ma
nier en niet zoals de Amerikanen dat nu mechanisch
doen. Kris (Wam Heske^), Kras (Harry Bronk) en
Kruimeltje (ik) waren populair in die tijd, vooral
dat eigenwijze jochie met zijn commentaar. Alweer
enige tijd maak ik voor de NCRV-radio tweemaal in
de week net zo'n figuurtje in het programma „Thee
tafel", waarin Henk Molenberg en mijn vrouw Katja
Berndsen het echtpaar zijn en ik het dwarse joch.
Het werict gewoon erg gek om een kind op een ei
genwijze manier volwassen dingen te horen zeggen,
de n
I-RANS MURILOFF
i die de Bonte Trein liet rijden
zoals kinderen en dronken mensen nu eenmaal de
waarheid plegen weer te geven. Het biedt de moge
lijkheid om de dingen rechtlijnig te benaderen, om
dat een hoop dingen, zoals bijv. sex, toen nog niet
op de radio mochten. Willem Parel (Wim Sonneveld)
is daar later in de Showboot heel voorzichtig mee
begonnen met zijn verhalen over de seksjewele pro
blemen van de orgelman. De artiesten van de ver
schillende programma's konden goed met elkaar op
schieten, maar tussen de omroepen heerste toen de
strijd om de gunst van de luisteraar. Men kaapte
van elkaar artiesten weg. In die tijd ging er een
enorme schok door het land als iemand als Cees de
Lange overliep van de VARA naar de AVRO. Ik
vind dat je als artiest niets te maken hebt met de
ideële doelstelling van een omroep. Als artiest moet
je geen etiket opgeplakt krijgen. Als artiest moet je
je zelf waarmaken en niet een doelstelling en verder
vind ik, dat je dingen moet kunnen zeggen zoals je
ze zelf aanvoelt ongeacht de kleur van de microfoon.
Ik heb het vak van Dico v.d. Meer geleerd. Hij had
een goed gevoel voor wat bij de mensen aansloeg.
Hij is helaas te jong gestorven en ten onrechte te
snel vergeten.
WONDERMAN
Jan de Cler was een uitgesproken wonderman. Die
kon nou letterlijk alles. Van huis uit was hij schilder
en tekenaar. Voor zijn plezier zong hij liedjes bij de
gitaar. Hij kwam bij de radio en schiep een liedserie
over de familie van Tutten, net als die hele snelle,
gekke liedjes die hij ook maakte op dagen dat het
Ned. elftal speelde. Niemand kon zingen zoals hij.
Hij had geen bal verstand van voetbal. Men moest
hem uitleggen wie een doelpunt gemaakt had, maar
in de pauze had hij al een heel lied klaar over de
eerste helft. Hij liet de leeuw niet in zijn hemdje
staan. De hele week was hij bezig met „Negen heit
BBC. Geen sketch of liedje mocht langer duren dan
een minuut of twee, liefst nog korter en toch zijn er
nog dingen bij geweest, die als je ze terughoort vre
selijk taai en kleverig aandoen. En als je dan weet,
dat het vroeger stil was op straat, op zaterdag
avond. De mensen in de tram herkenden je niet,
maar als je wat zei, dan hoorden ze gelijk wie je
was en dan kwamen ze naar je toe. Zelfs op vakan
tie in Zwitserland kreeg je in je hotel landgenoten
op je dpk, nadat ze je een keer hadden horen pra
ten. De kracht van „Negen heit de klok" was dat we
op de actualiteit reageerden. Ik weet nog, dat op een
zaterdagavond door het nieuws bekend werd, dat de
fietsbanden van de bon gingen. In geen tijd schreef
JAN DE CLER
de wonderman van de Klok heit negen
ALEXANDER POLA
Kruimeltje naast Kris en Kras
waarin hij op een oneindig onhandige wijze bezig is
geweest om een potje thee te zetten bij afwezigheid
van moeder Doorsnee. Letterlijk alles ging fout. Er
zijn radioluisteraars die toen compleet in tranen
hebben gelegen.
De VARA grijpt momenteel elke zaterdagavond tus
sen 11 en 12 uur de gelegenheid aan om terug te dui
ken in het verleden van de Showboot, gepresenteerd
door Karei Prior en geschreven door Eli Asser. Cees
de Lange leidde daarin het spelletje „Laat je niet in
de boot nemen" en Rijk de Gooijer gaf daarin ge
stalte aan de figuur van Bartels met de nog steeds
beroemde uitspraak uit zijn mond: Het benne krenge
van dinge. Max van Praag zong er de zeemanslied
jes en mensen als Jan van Ees, Conny Stuart en
Wiesje Bouwmeester brachten er met sketches de
vrolijkheid in. De imitator Jan Oradi, momenteel
respectabel toneeldirecteur te Den Haag, liet toen
nog met vingers, neus en microfoon treinen aanko
men en vertrekken en zond auto's op volle snelheid
door de zaal.
Citeren wij uit de tekst op de hoes van de „Negen
heit de klok"-elpee om aan te geven hoe de sfeer
tussen de artiesten in die tijd was en hoezeer de her
kenningsmelodieën van de verschillende program
ma's er bij het publiek ingebakken zat en: „Negen
heit de klok" bereikte allengs een even grote popula
riteit als de „Bonte Dinsdagavond Trein". In die da
gen was de verstandhouding tussen de verschillende
programmamedewerkers uitstekend en zo geviel het
dat Frans Muriloff van de Trein met een liedje op
trad in „Negen heit de klok". Klaas van Beeck, die
het orkest dirigeerde in „Negen heit de klok" had
een grapje bedacht en begon die avond met de her
kenningsmelodie van de Trein (op muziek van Max
Tak en tekst van Alex de Haas). De Klokmensen in
de zaal begonnen argeloos de melodie mee te zingeq
en beseften pas halverwege dat zij bezig waren met
de klok" en liet zich door een werkstudent in zijn
auto naar huls rijden. Onderweg studeerde hij voor
arts, wat hij intussen alweer jarenlang is. Als hij on
derweg pech had, repareerde hij de auto zelf. Hij
had overal verstand van. Hij leerde componeren om
het programma beter te kunnen voorbereiden met
Klaas van Beeck en Piet Lustenhouwer, die de mu
ziek maakten. Daar tussendoor leerde hij nog even
snel braille om te kunnen corresponderen met Jules
de Corte, die vast in het programma zat. Men dacht
dat hij van thuis financiële steun kreeg, maar hij is
dokter geworden van het honorarium dat hij bij de
radio verdiende.
Ik heb trouwens nogal wat talent zien ontluiken in
„Negen heit de klok": Corrie Brokken, John van
Kesteren die toen nog een baantje bij de post had, en
Mela Soesman. In onze programma's mikten wij
toen al op tempo. Dat hadden we afgekeken van de
ik daar een liedje over, dat gelijk in het programma
ging. Ik heb verschrikkelijk veel liedjes geschreven.
Corrie Brokken zingt nu nog „De liefde van een
messenwerper", maar vergeten is: „Wel hier en
gunter, kom in mijn punter", ofschoon dat destijds
gezongen werd door De Drie Musketiers", verzucht
Alexander Pola.
het verkeerde lied. Pas toen iedereen was uitgela
chen ging' de Klok verder met Frans Muri
loff".
BONTE TREIN
FAMILIE DOORSNEE
Een heel andere trekker op de radio in de dagen
van weleer was de strip, getiteld „De familie Door
snee", waarin artiesten als Sophie Stein en Ko van
Dijk van zich deden spreken. Wat daarin aan grap
pen werd verwerkt, grenst aan het ongelooflijke en
het was vooral Ko van Dijk die met een enorme
wendbaarheid van stem een karakter tot in details
kon ultboetseren. We herinneren ons een uitzcndLig,
Frans Muriloff, van huis-uit danser, reisde de hele
wereld rond met het gezelschap „La revue de la
danse" en trad later met een partner als duo op. La
ter stichtte hij In Amsterdam een dansschool en zet
te hij voor Lou Bandy revues in elkaar. Bevriend
met Florls Meslier van het Theater Plezier kreeg hij
Toon Hermans onder zijn hoede, werkte met Snip en
Snap in de revue van Sleeswljk en kwam via Tom
Schreurs bij de AVRO terecht, die toen juist van
start was gegaan met de Bonte Trein. Jan Boots en
Jan de Winter hadden er de leiding over en vroegen
Frans Muriloff er ook bij te komen.
■74
Frans Muriloff: „Ik vond het best en rekende op de
hulp van beide Jannen, omdat ik had gezegd van ra
dio geen verstand te hebben. Maar, bij de voorberei
dingen was er geen Jan te zien en toen op dinsdag
avond de uitzending de lucht in ging stond ik er nog
alleen voor. Ik heb me door die uitzending heen
voortgesleept. Na de uitzending kwamen de twee
Jannen voor de dag. Zij zeiden: „We hebben eens
willen zien of je het alleen aan kon. Het ging voor
treffelijk. Voortaan moet jij het maar doen".
Ik vond het best, maar ik was een theaterman en z
had ik na het optreden van een artiest de zaalgordij
nen laten dichtvallen, niet beseffend dat dan de ra
dioluisteraar in complete stilte terecht kwam. Grap
jas Ger Lugtenburg, nu een serieuze AVRO-figuur,
heeft me toen nog eens in de maling genomen. Hij
kon goed stemmen nadoen. Na de uitzending kreeg
ik een telefoontje van het ministerie van Onderwijs.
Nou die man ging te keer. Het was cultureel gezien
van laag allooi wat ik presteerde. Daar moest de
AVRO zich voor dood schamen. Ik sputterde beleefd
wat terug, maar kreeg er geen woord tussen. Ik
zweette water en bloed, want zoiets is geen lolletje.
Bleek het Ger te zijn die mij in de maling wilde ne
men. Het is hem best gelukt. Ik had het niet meer.
„De „Bonte Trein" bestond voor de oorlog al en had
toen de reputatie, dat er grote artiesten in optraden.
Een keer bijv. Richard Tauber, een hele beroemd
heid. In mijn Trein-tijd was ik de hele zomer op pad
om artiesten naar Nederland te halen. Ik had wel
wat aan gages te vergeven, maar daarmee konden
we hier toch niet tegen het buitenland op. Dus moest
ik het met die artiesten altijd versieren. Ik plooide
voor hen een gezellig tripje naar ons land met een
grachtentocht door Amsterdam en zo. Miep Koop
man, de vrouw van Joop van de AVRO, wa6 elke
maandag en dinsdag met artiesten op stap.
UW PUBLIEK
Op dinsdag reden speciale treinen uit alle delen van
het land naar Hilversum met daarop spandoeken:
Bonte Dinsdagavond Trein. De mensen werden ach
ter een Hilversum* fanfarekorps naar de studio ge
bracht. De buitenlandse artiesten geloofden hun ogen
niet, als ik ze kon vertellen: „Dit is uw publiek".
Zoiets hadden ze nog nooit mecgemuakL
Ik bouwde mijn Trein-show op rond figuren als Rens
van Dorth, Willy Vervoort, Sylvain Poons en dat
soort vaderlandse coryfeeën, maar Ik heb daarnaast
een eindeloze rij buitenlandse artiesten naar ons
land gehaald: Vera Lynn, Petula Clark, Shirley Bas-
sy, Eddy Calvert met de gouden trompet, Ronnie
Ronaldo, An Shelton die verzot was op Hollandse
taartjes cn daarom altijd kwam, Winnefred Atwcll,
klassieke mondorgelvituoos Tonny Reilly, Frnnky
Vaughan, Percy Edwards, Ellis Babs uit Zweden,
Ruwicz en Landauer (onze Schutte en de Raaf), Ro
bert Stolz, Vico Torriani, het vrouwenorkest van
Ivy Benson, Bobbejaan Schoepen, Phyllis Lane (dan
seres en nu mevr. Muriloff). La Esterclla de vrouw
die zowel met een vrouwen- als een mannenstem
kon zingen en The Singing Nightingales.
Een even eindeloze rij van Hollandse artiesten had
ik op het toneel: Teddy en Henk Scholten, Wim Kan,
Corry Vonk. Wim lbo. Mans Kaart, Snip en Snap,
Willy Schobbe, Jos Cleber, Mary Dresselhuys, Pierre
Palla, Beb Ogterop, Joop Doderer, de Wamn'a,
Frans du Mée, Kees Stet met zijn westfriese praat
jes, Willy Alberti, Berry Klevits, Heintje Davids, An
dre Carrell die een keer zijn zoontje Rudy mee
bracht, Lou van Burg, Thom Keiling. Mieke Tel-
kamp, Maria Zamoru. Herbert Jocks, Jan Doedel en
niet te vergeten Lou Bandy die eens een half uur
aan het improviseren Is geweest. Het licht was ulge-
slagen en iedereen van het technisch personeel dacht
dat het zo hoorde. Er kwam pas weer licht, toen Lou
na een half uur vroeg of dan niemand op het idee
kwam om een kaarsje te brengen. Ik heb zeven jaar
de Trein gemaakt en zeven Jaar overhoop gelegen
met de radiomensen. Zij wilden dat ik applaus uit de
zaal liet komen door mijn hand op te steken. Dat
vond ik niet eerlijk. Daar ben ik teveel theaterman
voor.
Wel heb Ik me cr een keer toe laten verleiden om
lets van de populaire toer te laten schieten en Iets
cultureels te doen. Toen had Ik de volgende dag een
professor uit Groningen en een dokter uit Applnge-
dam aan de lijn: „Wij doen de hele dag al rultu-
rcel. Doe JIJ nu maar gewoon, kunnen wij ook eens
lachen".
TON OLIEMULLER
Eddy Calvert, de man met de gouden trompet.
Teddy en Henk Scholten, twee sterren van de Hollandse radio.