Vraag naar sociale
rechtvaardigheid
brengt tweespalt
in kerk Zuid-Amerika
Dieren vermoorden
geen soortgenoten;
mensen wel...
OKTOBER 1972
PAGINA
LIMA (KNP) Vier
jaar na de geruchtma
kende bijeenkomst
van 130 Zuidameri-
kaanse bisschoppen
en honderd adviseurs
met Paus Paulus in
Medellin (Columbia) -
tijdens welke het
plan voor de aanpas
sing van de Kerk in
dit continent met
groot enthousiasme
werd aangenomen -
constateert kardinaal
Pablo Munoz Vega uit
Quito (Ecuador) met
grote bezorgdheid,
dat heel het plan
dreigt te mislukken
als gevolg van de ver
deeldheid onder bis
schoppen, priesters
en leken over de
vraag: Wat is sociale
rechtvaardigheid en
ïioe moet de kerk hel
pen die te verwezen
lijken?
Dit komt naar voren uit
een opiniepeiling onder
enkele vooraanstaande
Zuidamerikaanse bis
schoppen, verricht
door het katholieke
persbureau Noticias
Aliadas in Lima, sa
men met het Argentijn
se tijdschrift „Zielzorg
Geen cijfers zijn bekend
over de stemmingen
bij de vele honderden
bisschoppen van het
continent, maar zeker
is, dat het aantal voor-
uitstrevenden onder
hen niet bijzonder
groot is. Het meren
deel van de bisschop
pen vormt een afwach
tende middenstroom.
Van land tot land ech-
Minderheden
Het in de aanhef weer
gegeven oordeel van
kardinaal Munoz wordt
onderschreven door de
bisschop van Riobam-
ba in Argentinië, mgr.
Leonidas Proano Villa-
balba: „Tot mijn grot®
teleurstelling zie ik,
dat de Kerk zich insti
tutioneel aan het ver
sterken is. Zij wil al
leen maar haar eeu
wenlang gekoesterde
- zelfverzekerdheid, kos
te wat kost vasthou
den. De vooruitstre
vende groepen, die
streven naar een evan-
gelischer kerk en een
authentiek geloof, vor
men maar kleine min
derheden in sommige
landen van Zuid-Ame
rika. Zij worden door
de manoeuvres van de
institutionele kerk be-
Wat Medellin zelf betreft
zegt mgr. Proano, dat
de documenten voor
velen slechts papier
zijn, voor anderen zijn
het stukken om ruzie
over te maken, maar
niet om ze uit te voe
ren.
[ets minder radicaal
stelt zich de secretaris
van de Zuidamerikaan
se bisschoppenconfe
rentie, de Braziliaan
mgr. Pironio op. Hij
vindt dat de nieuwe
gedachtengang over de
taak van de kerk in de
maatschappij van Zuid-
Amerika toch wel
doordringt. Maar hij
voegt eraan toe, dat
deze ontwikkeling veel
te langzaam, gebrek
kig en onvolledig door
breekt. De kerk weet
zelf niet wat haar ge
zicht moet zijn.
Vraag naar taak
De drie ondervraagde
bisschoppen hebben de
situatie in Zuid-Ameri
ka uitvoerig geanali-
seerd. Zij komen vrij
wel eenstemmig tot de
conclusie, dat na het
tweede Vaticaans
concilie - en zeker na
Medellin - het kerke
lijk denken is vastgelo
pen op de vraag:
„Wat is de taak van
de Kerk van vandaag
in de wereld van
nu?".
In het algemeen, zo zegt
kardinaal Munoz Vega,
is men zich in Medel
lin er wel van bewust
geworden, dat onze
landen zich in een
overgangsstadium be
vinden van platte
landsbeschaving naar
stedelijke beschaving.
In die geest is men
dan ook plannen gaan
maken voor de toe
komst. Maar ondertus
sen zijn er diepgaande
meningsverschillen
aan de dag getreden
tengevolge van ideolo
gische tegenstellingen,
gen.
De oorzaak is, dat on
danks alle vooruitgang
in theologisch denken,
die in het Tweede Va
ticaans concilie be
reikt is, de theologen
er niet in geslaagd
zijn het sinds Pius XII
bestaande conflict tus
sen scholastiek denken
en het modern denken
uit de weg te ruimen.
De theologen zijn to
taal verschillende we
gen gegaan.
In hun toelichting op
hun standpunten, die
in verschillende formu
leringen alle tot de
constatering van de
zelfde basisfout in de
kerkelijke situatie van
Zuid-Amerika komen,
noemen de drie prela
ten enige essentiële en
praktische punten,
waar de splitsing, te
genstellingen en ruzies
in de praktijk op neer
komen. Met name het
vraagstuk van de be
moeienis van de Kerk
met de praktische poli
tiek is een groot strui
kelblok voor de een
heid van het kerkelijk
handelen in Zuid-Ame
rika geworden.
Wel politiek
Bisschop Proano zegt:
„Natuurlijk moet de
Kerk zich met de poli
tiek bemoeien. Paus
Paulus gaf daarvan
een duidelijk voorbeeld
met zijn encycliek
„Populorum Progres-
sio" en met zijn brief
aan kardinaal Roy,
voorzitter van de Le-
kenraad. Ook het Con
cilie heeft zich duide
lijk met de politiek be
moeid in zijn stuk
over Kerk en Wereld.
Tenslotte zijn er de
documenten van Me
dellin. De taak der
Kerk beperkt zich niet
uitsluitend tot de gees
telijke mens: haar
taak omvat de totale
mens. Vandaar dat
ook de gelovige poli
tiek actief moet zijn,
en zijn politieke keuze
naar eigen geweten
maakt.
Datzelfde kan men nief
stellen van de hiërar
chie. Zij kan niet meer
zoals voorheen zich
aan een bepaalde or
dening binden. Ten
hoogste kan zij een ze
kere voorkeur voor
een bepaalde partij of
voor een bepaald poli
tiek program uitspre
ken. Zij kan dwalingen
veroordelen en onrecht
signaleren. Die lijn
zouden naar mijn me
ning ook de priesters
moeten volgen. Behal
ve in uitzonderlijkè ge
vallen. wanneer het
werkelijk hard tegen
hard gaat, zoals thans
wel eens voorkomt,
zou een priester er be
ter aan doen het ambt
tijdelijk of voorgoed
neer te leggen, als hij
zich geheel politiek wil
engageren. Hij zou
dan bij eventuele fou
ten de Kerk niet com
promitteren".
Het standpunt van mgr.
Pironio is kort en
krachtig aldus: „Alles
wat het Tweede Vati
caans Concilie ons
heeft gezegd over een
kerk die aanwezig en
solidair is, over een
niet geisoleerde kerk,
die niet tegenover de
wereld staat, maar
meeleeft met de ang
sten en noden van de
mens, dat alles meen
ik is op gang gekomen
in Zuid-Amerika".
En verder „Wij zien da
gelijks duidelijker in,
dat de problemen, die
zich in de geschiede
nis, in een natie, in
een mens voordoen
een politieke dimensie
hebben. Als dan de
Kerk zegt zich te inte
resseren voor alle
menselijke problemen,
dan moet zij ook de
consequentie aanvaar
den van het politieke
engagement".
Als de voornaamste pro
blematiek van mens
en maatschappij nu
noemt hij: de vertrap
ping van de menselij
ke waardigheid en de
Wot is social» rechtvaardigheid en hoe moet de herh van Zuid-Amerika die helpen verwerenli/hen?
Een vraagstelling nog voor theoretici. De jeugd wacht intussen op praktisch resultaat.
verwaarlozing van d°
jeugd. Maar bisschop
Pironio is nog niet toe
aan een afdoend ant
woord als het gaat om
de praktische vraag
hoever de priester kan
gaan in zijn politiek
engagement. Op welk
punt prevaleert zijn
in-dienst-staan van al
len, boven het riskeren
van vijandschap door
een concrete politieke
keuze?
Marxisme
Zowel de theologen, als
de priesters en gelovi
gen, die zich metter
daad willen inzetten
voor de bestrijding
van het sociale on
recht en voor een
meer menselijk.? in
richting van ni= maat
schappij, komen voor
de levensgrote vraag
te staan: beantwoordt
het marxisme aan het
ideaal van deze nieu
we maatschappij?
Tweede vraag: zijn de
methoden die het aan
wendt om dit nieuwe
ideaal te bereiken voor
de christenen- aan
vaardbaar?
In het algemeen moet
gesteld worden, dat de
grote meerderheid van
bisschoppen in Zuid-
Amerika zich nog
steeds conformeert
aan het algemeen
geaccepteerde idee
van de leidende klas
se: marxisme is tegen
het geloof, tegen de
Kerk, tegen de maat
schappij en tegen het
welzijn van de mens.
Het moet te vuur en te
zwaard bestreden wor
den. Dit is het stand
punt, dat de Kerk van
af de opkomst van het
marxisme heeft ver
kondigd.
Maar onder invloed van
het theologisch denken
en de kritische maat
schappijleer zijn ook
enige bisschoppen en
grote groepen pries
ters van dit standpunt
teruggekomen, althans
zij aarzelen. Vandaar
dat in Chili de bis
schoppen dit vraagstuk
in studie hebben geno
men, omdat de samen
werking tussen christe
nen en marxisten in
Chili een heet hangij
zer geworden is.
Het is een moeilijk en
gecompliceerd vraag
stuk volgens bisschop
Proana van Riobamba
in Argentinië. Maar
één ding is wel zeker:
als het marxisme een
instrument is ter ontle
ding van de werkelijk
heid, een wetenschap
pelijk middel, dan
heeft naar mijn me
ning de christen het
recht dat instrument
ook te gebruiken om
zijn analyse te trek
ken. Maar dan moet
men onmiddellijk de
werkelijkheid ook van
uit het geloof belich
ten.
En het geloof zegt ons.
dat de situatie van on
recht, onderdrukking,
slavernij een toestand
van zondigheid is. Als
dat als vertrekpunt
wordt genomen, dan
heeft de christen het
recht samen te werken
met de marxisten.
Maar, zo voegde mgr.
Proana eraan toe, de
problemen beginnen
daar waar het gaat
om de taktiek, die bij
het hervormingsproces
moet worden gevolgd.
Revolutionair?
Natuurlijk loopt een
christen gevaar, wan
neer hij meegaat met
het marxistische den
ken, dat ongetwijfeld
in de praktijk tegen
het geloof strijdende
opvattingen aanhangt.
Doch ook daarbij dient
men niet aan te ne
men, dat deze ontwik
keling voor ae christen
per se noodlottig moet
zijn, want er zijn heel
veel vormen van so
cialisme mogelijk: het
Russische, het Maoïsti
sche en het Cubaanse.
Men moet tegen het
kapitalisme zijn, we
zijn dat ook, omdat
het slechts een mate
rialistisch» en pragma
tische opvatting van
de mens tot grondslag
heeft.
Wij kennen in Zuid-Ame
rika veel grotere ge
voelens van solidariteit
dan Europa en de Ver-
Staten. Wij moeten in
staat zijn een ander
Zuid-Amerika te bou
wen, waar het geld de
tweede plaats
in tegenstelling tot de
kapitalistische maat
schappij.
Daarom moet de katho
liek met het marxisme
in zie gaan en zich in
het revolutionele pro
ces storten, waar mo
gelijk en zolang moge
lijk zonder geweld.
Doch dit hangt weer
samen met de geweld
dadigheid van de groe
pen, die juist her
vormd moeten worden.
Wanneer wij van dag tot
dag zien hoe de onder
drukkers sterker wor
den, zich organiseren
om zich te verdedigen
en praktisch alleen
maar verdrukken en
zoeken naar nieuwe
middelen om te onder
drukken. zelfs met bar
baarse methoden, dan
kunnen we op een of
ander ogenblik voor de
situatie komen, die de
paus „onhoudbaar"
genoemd heeft. En op
dat moment zullen
naar mijn mening ge
welddaden volkomen
gerechtvaardigd zijn.
De totale situatie, de im
passe karakteriseert
mgr. Pironio, als se
cretaris van de Zuid
amerikaanse bisschop
pen aldus; „Er heerst
wantrouwen bij zekere
groepen. waarschijn
lijk als gevolg van het
feit, dat men de plan
nen van Medellin te
snel wil verwezenlij
ken, zonder te beden
ken. dat de historische
situatie van binnenuit
veranderd moet wor
den".
De Olympische geest van solidariteit, vrijheid, blij
heid en sportiviteit had gedurende de voorbije
spelen een wereldwijd en tamelijk vriendelijk ka
rakter aangenomen.
Plotseling werd dit eilandje van vrede als een bal
lon doorgeprikt door een daad van blinde terreur
die in zijn moorddadige omvang volstrekt tegen
wicht voor het Olympische ideaal vormde.
Wat is de mens toch voor een eigenaardig wezen.
We noemen onze soort met de wetenschappelijke
naam van „Homo Sapiens". Dit om er toch maar
goed de nadruk op te leggen hoe wijs en hoe
verstandig we zijn.
Maar anderzijds bewijst de dagelijkse realiteit hoe
onverstandig, hoe bloeddorstig en hoe agressief
we zijn.
Ligt dit in de menselijke natuur? Is deze agressivi
teit als het ware ingebouwd in onze hersenen of
betreft het hier een produkt van zieke milieufak-
toren. Hoe komen mensen tot zulke blinde ter-
De mens als soort is slechts goed
te begrijpen wanneer we hem
kunnen vergelijken met iets an
ders.
In de Middeleeuwen zou men de
"•ëngelen en de duivels nog als
punt van uitgang genomen heb
ben. maar onze modeme weten
schappelijke methode aanvaardt
„alleen wezens die men in de la-
ratoria kan observeren,
ffieindelijk blijft er dan niets
over dan de dierenwereld,
t^e vergelijkende studie van de
^mens en het dier is reeds zover
"gevorderd dat we gelukkig een
'dieper inzicht beginnen te krij-
wgen in ons eigen mens zijn. In
"verband met de agressiviteit is
*het opvallend dat alleen ménsen
'folteren en moorden, zowel op
"individuele schaal als in groeps
verband. Dieren doden maar
moorden niet. Dieren verdedi-
«gen hun woongebied, hun wijf-
ies en hun leiderschap tegen
■«hun soortgecoten.
Niettemin hebben ze beter inge
bouwde mechanismen om hun
agressiviteit te koelen naarge
lang ze over scherpere tanden,
grotere klauwen, scherpere bek
ken, langere slagtanden, dikke
re hoorns en dodelijker giftan
den beschikken. Wanneer twee
wolven vechten voor het leider
schap vechten ze niet tot één
van de twee doodblijft, maar
wel toi de overwonnene op de
rug gaat liggen en zijn keel on
beschermd aanbiedt aan de
overwinnaar. Dit is een duide
lijk signaal voor de overwin
naar. Zijn tegenstander erkent
zijn leiderschap en hij wordt er
door weerhouden de onbe
schermde slagader open te bij-
We zien dus hoe dieren die goed
uitgerust zijn om hun soortgeno
ten te doden dit in de praktijk
meestal niet doen. Laffe moord
op een soortgenoot is helemaal
onbekend in de dierenwereld.
Maar vooral agressiviteit in
groepsverband ontbreekt bij die
ren. Alleen de mens vormt le
gers om zijn eigen soortgenoten
uit te moorden.
De i
i dat i
op
uit is om allerlei groeperingen
te vormen. Deze groeperingen
kunnen zowel een sportief, een
politiek, een ideologisch een
godsdienstig als een weten
schappelijk doel hebben.
De leden verbinden zich in
groepsverband om hun doel te
bereiken. Toch komt het regel
matig voor dat sommige leden
van de vereniging zich zo fana
tiek en zo blind-emotioneel ge
dragen dat de vereniging als
vereniging ontspoort.
De vereniging gaat zich dan ook
blind-fanatiek gedragen tegen
over andere organisaties die
hun opvattingen niet delen of
hun doel in de weg staan,
hoopt haat exploderen dan in
Jarenlange frustraties en opge-
een wilde, niet gerichte terreur
die zinloos om zich heen grijpt.
Het ontsporen van de groepssoli-
dariteit heeft ons godsdienstige,
nationalistische en ideologische
oorlogen bezorgd.
Terwijl de individuele agressie
steeds een persoonlijk karakter
draagt, is de collectieve agressi-
i hun terrein of hun jongen te verdedigen of
viteit van ieder persoonlijk as-
pekt ontdaan.
Nu is het zo dat de remmende
signalen en mechanismen bij de
individuele menselijke agressie
nog min of meer doelmatig zijn.
De doodsangst in iemands ogen
of de aanblik van een onschul
dig kind dat vreselijk Hjdt, kan
een moordenaar nog tegenhou
den. Een vliegtuigpiloot die van
vijf duizend meter bommen laat
vallen op een onbekend stipvor-
mig dorpje onder zich mist ie
der persoonlijk kontakt met zijn
toekomstige slachtoffers. Ook
zijn agressie, zijn haat is onper
soonlijk. Hij heeft niets tegen
die onbekende, maar zijn haat.
voor zover hij haat, is anoniem
gericht tegen de vijand als
groep.
turom ontbreekt bij ons het bio
logisch mechanisme om tijdig
de collectieve agressiviteit te
kalmeren? Waarom roeien we
elkaar uit als soortgenoten, iets
wat de dieren niet doen. Deze
vraag blijft onbeantwoord.
Nochtans moet dit antwoord het
begin vormen van een eventuele
oplossing.
Zinvol blijft toch de volgende be
schouwing. Zowel de emoties en
de driften als het verstandelijk
denken, m.a.w. de ratio vinden
hun oorsprong en hebben hun
plaats in onze hersenen. De cen
tra die ons emotionele leven,
ons gevoel beheersen, zijn gele
gen in de oudste gedeelten van
onze hersenbasis. Deze centra
zijn ruim honderd vijftig mil
joen jaren oud en zijn in de
loop der tijden weinig of niet
veranderd. Onze hersenschors
echter, de zetel van de ratio, is
op een explosieve manier ont
staan. enkele miljoenen jaren
geleden.
Biologisch en neurodynamisch
lijkt het alsof deze nieuwe her-
sengedeelten, waarin ons ver
stand zijn plaats heeft, nog niet
voldoende ingespeeld zijn op de
oudere centra van ons gevoels
leven.
Het drama van het menszijn ligt
in het feit dat ons verstand en
ons gevoel elkaar voortdurend
voor de voeten lopen. Wanneer
we werkelijk een rationele be
slissing moeten nemen worden
we- jammerlijk beïnvloed door
onze emoties, onze sympathie,
onze haat, onze ijdelheid en
noem maar op. Anderzijds zijn
we dikwijls in onze tederste gc-
voelens geremd door verstande
lijke bespiegelingen die ons ge
voelsleven terugdringen. Het
harmonieus samenwerken van
gevoel en verstand is een zeld
zame bloem die slechts onder
de meest gunstige omstandighe
den bloeit.
Alle moralisten en godsdienst
stichters aller tijden hebben
steeds voorgehouden hoe het ei
genlijk zou moeten toegaan op
deze planeet.
Het doel wordt doorgaans aange
duid: Vrede onder de volkeren,
rechtvaardigheid en liefde. Op
de vraag hoe dit concreet moet
gebeuren geven ze doorgaans
geen antwoord. Niemand heeft
tot nu toe een efficiënt middel
uitgedacht om de collectieve
agressiviteit uit te bannen op een
positieve, opbouwende manier.
Blijkbaar overtreft de collectie
ve agressie als biologisch gege
ven onze huidige kennis en mid
delen.
Intussen jaagt het mensdom de
vrede na. enerzijds met wens
dromen die het manifesteert in
Olympische Spelen, en ander
zijds met een bewapening die
Iedere massale agressie door re
percussie ombuigt tot een zeke
re zelfmoord van de aanvallen
de groep.
De afwezigheid van de agressie
berust op een evenwicht in
angst. Maar dit is een toestand
die nog ver verwijderd is van
wat we in de gewone overgangs
taal vrede noemen.
DR. ICKX.