NOORDZ VOELT Z! JL Pï&L W'X $ïl /vi iïï$mcï t'M-IÉSl ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1972 - }'r (Tifc -v. „ansino door s zodat 1 schop- waarop ;egooid. ga na, n down ten ble- int van ieteken- match- j espelle- niet te oor de iet 50— 1 (16 winst xitleend r. Win- toernooi Pg6 gewon- nat). jn con- ehaald. mt Wa tt op te Koeper- hij zijn e troika ■tij een ben ge- >sitie in ikt. Wit 8 en de 15—20; 25x14, 58. 39- -25; 60. :16; Het weigerd ken zag i verder SCHEVENINGEN-KATWIJK De bodem van de Noordzee is de laatste jaren steeds belangrijker geworden als vindplaats voor olie. Op zo'n vijf tien plaatsen al staan kostbare boorei landen op hun kolossale poten in zee en tientallen meters buis boren zich met wisselend succes in de zeebo dem. Ondanks golven die soms een hoogte van dertig meter bereiken of windsnelheden van honderdvijftig kilo meter per uur en sterke getijstromin gen. Op zoek naar olie. Vooral de laat ste tijd worden de olievondsten in de Noordzee steeds belangrijker. Dit tot genoegen van de oliemaatschappijen, die kolossale bedragen hebben moeten investeren voordat, vaak na vele mis lukkingen, een boring met succes wordt bekroond. Zij willen daarom zo snel mogelijk tot exploitatie overgaan om iets van dat geld terug te zien. Het is juist deze ontwikkeling, die kringen in de Nederlandse visserij met zorg vervult. i In de eerste jaren van het seismisch onder zoeken van de zeebodem werd grote schade I aan de visstand toegebracht. Het gebruik van explosieven veroorzaakte schokgolven, i die een zo grote intensiteit hadden dat ze een verwoestende uitwerking op het onderwater leven hadden. Nu voelt het visserijbedrijf zich bedreigd door de vele boortorens. Zij zijn vooral beducht voor de pijpleidingen, in zee, die de kostbare netten kunnen doen i scheuren, waardoor een kostbare vangst ver loren gaat. Er lijkt zelfs al sprake van een conflict. BESCHERMEN In vakliteratuur van de visserij wordt al ge steld dat het de taak van de regering is de visserijbedrijfstak te beschermen tegen het I intimiderend optreden van de oliemaatschap- 1 pijen. Tijdens de tweede zeerechtconferentie in Ge- hève heeft de vraag over de jurisdictie met betrekking tot de zeebodem van het continen taal plat geleid tot het ontstaan van rechts regels. waarbij de bodem van de Noordzee werd verdeeld tussen de aangrenzende kust staten. Deze verdeling is vooral van groot belang voor het doen van boringen naar olie •n gas. Dit onderzoek wordt versneld door Wt feit dat de wereldolieproduktie en vooral te voorziening van West-Europa daarvan in terke mate afhankelijk is van de staten uit Lbt Midden-oosten. Dat kan van grote in- Hoed zijn op de olieprijs, omdat deze staten Mitiek niet altijd even stabiel zijn en ze de hacht hebben de oliekraan dicht te draaien. 1 het Britse en Noorse gedeelte van het lontinentale plat is men al tot winning over gaan en gezien de veelbelovende vondsten *n de laatste tijd zal men over een paar aar ook in de andere delen gaan exploite- Men staat aan het begin van een perio- k. waarin de Noordzee een van de grootste oliewingebieden van de wereld zal worden. Geschat wordt dat in de toekomst op rond vijfhonderd punten naar olie zal worden ge zocht. „Wanneer", aldus „De Visserijwereld", het vakblad voor het Nederlandse Visserijbe drijf, „deze boringen voor een groot deel succesvol verlopen betekent dat het aanleg gen van een geweldig net van pijpleidingen door de Noordzee en het is duidelijk dat dit voor de visserij enorme gevolgen zal heb ben". SPRINGSTOFFEN Het eerste contact van de visserij met het zoeken naar olie in de Noordzee was het ge bruik van springstoffen, die ongunstige in vloeden op de visstand hadden. Dat was een extra bedreiging, omdat de visvoorraad in de Nobrdzee de laatste jaren sterk is uitge dund door de overbevissing. Op aandrang van het visserijbedrijfsleven geschiedde het seismisch onderzoek later onder controle van de overheid, zodat wat „De Visserijwereld" noemt excessen konden worden voorkomen. Daarna verschenen de booreilanden in zee. Lastige obstakels volgens „De Visserijwe reld", die de visser dwongen omzichtiger te varen en te vissen. Nog later werden de eer ste pijpleidingen gelegd en hieruit is nu a' het begin van een conflictsituatie ontstaan. „De Visserijwereld" meldt dat een oliemaat schappij, die op het Britse gedeelte van het continentale plat olie explodeert, inmiddels via diplomatieke kanalen aan de Nexerland- se visserij heeft laten weten dat Nederlandse vissersvaartuigen te dicht bij boortorens en pijpleidingen vissen. Dfr maatschappij wil deze vissers aansprakelijk stellen voor even tuele schadevergoeding in geval van bescha diging. „De Visserijwereld" vraagt zich af of dit zo maar kan en vindt het een taak voor de Stichting van de Nederlandse Visserij om in dit geval voor de belangen van de visserij bij de overtieid op te komen. De Stichting is daarmee overigens al druk doende. In feite oefenen de kuststaten langs de Noord zee drie rechten over de zee uit: dat met be trekking tot de territoriale wateren, het recht ten aanzien van de visserijzones (zoals bekend heeft IJsland onlangs zijn visserijzone aanzienlijk uitgebreid) en het recht dat ver band houdt met het continentale plat. Bij het laatste recht gaat het echter niet om het wa ter, maar om de zeebodem, waarbij het strijdpunt dus het bodemoppervlak wordt. „De Visserijwereld" vindt dat wat onder die bodem gebeurt de visserij niet deert. Dat geldt ook voor voldoende diep ingegraven pijpleidingen. „Maar geheel anders wordt het wanneer de visserij door pijpleidingen op de zeebodem niet meer ongestoord kan wor den uitgeoefend en de kans van bescnaaiging van deze leidingen ontstaat, hetgeen desa streuze gevolgen kan hebben ten aanzien van de verontreiniging van de zee". bruik van de zeebodem de oudste rechten heeft. Een groot deel van de vissen, met name de platvissen, ligt op- of ingegraven in de zeebodem en vele rondvissoorten zwem men veelal dicht boven de bodem. Niet voor niets worden deze vissoorten met de naam bodemvissen aangeduid. Wil men deze vissoorten vangen dan gebeurt dit hoofdzakelijk met een vistuig, dat over de zeebodem wordt voortgesleept. „De Visse rijwereld": „Men is er dus niet mee klaar te stellen dat hij bij de visserij om vis gaat, die zich tussen de zeebodem en het waterop pervlak bevindt. Het oppervlak van de zee bodem is onlosmakelijk met de bedrijfsuitoe fening verbonden". ONAANVAARDBAAR ln deze situatie ontstaat een conflict tussen twee bedrijfstakken, die beide met obstakels boven de zeebodem werken en waarvan de laatstgckomenen, de oliemaatschappijen, vol gens de visserij brutaalweg beginnen het alleenrecht voor zich op te eisen. De bedrijfs tak met de oudste rechten, de visserij, moet voor deze machtige concerns wijken. „Dat het voor de visserij een onaanvaardbare si tuatie is, is vanzelfsprekend en dat het de plicht van elke regering is deze oude bedrijfs tak tegen dit soort intimiderend optreden te beschermen is al even voor de hand lig gend", aldus „De Visserijwereld". Een van de uitgangspunten van de wetge ving van het continentale plat is dat de nodi ge veiligheid in acht moet worden genomen, ook bij de aanleg van pijpleidingen. Dit houdt naar de mening van „De Visserijwe reld" in dat deze pijpleidingen zodanig moe ten worden aangelegd dat de bedrijfsuitvoe- ring van andere bedrijfstakken er niet door mag worden geschaad. En dat houdt weer in dat een pijpleiding dusdanig moet worden ingespoten of ingegra ven dat een trawlnet met toebehoren er overheen kan gaan zonder gevaar dat de lei ding wordt beschadigd. Als de pijpleiding zo danig is gelegd dat zij door een vistuig kan worden beschadigd dan behoort in het geval van schade niet de visserij door de oliemaat schappij aansprakelijk te worden gesteld, maar zal de oliemaatschappij de schade aan schade moeten vergoeden. Deze maatschappij heeft dan niet voldaan aan de voorschriften van een redelijke veiligheid. AANVAARDEN Men vindt zelfs dat deze aansprakelijkheid nog verder gaat. Afgezien van schade aan visserschepen of vistuig door pijpleidingen kunnen nog allerlei andere nadelen voor de visserij ontstaan. Bij proefboringen, zo vindt men, kan gas of olie ontsnappen en bij breuk van pijpleidingen kan hetzelfde gebeuren. Dit kan aanzienlijke schade aan de visstand be rokkenen, direct en indirect. VOETANGELS Ook dit behoort volgens de visserijdeskundi gen tot de voorzienbare gevolgen van het verlenen van concessies en men vindt dat het ongehoord zou zijn wanneer derden, de visserij, de schadelijke financiële gevolgen van een dergelijke overheidsdaad zouden moeten dragen. In „De Visserijwereld" wordt geconcludeerd dat met de olieboringen in de Noordzee ver houdingen zijn ontstaan met talrijke econo mische en juridische voetangels en klem men. Daarmee is volgens het blad in de be staande wetgeving geen rekening gehouden. Daarom zal het noodzakelijk zijn dat, voor dat met de exploitatie op het Nederlandse deel van het continentale plat zal worden be gonnen, in deze verhoudingen klaarheid wordt gebracht. Men wil dat de rechten van de visserij duidelijk moeten worden vastge steld „opdat de economisch zwakste bedrijfs tak niet de dupe wordt van de aktlviteiten van de grote oliemaatschappijen, hoe nuttig hun functie voor de Westeuropese olievoor ziening ook overigens moge zijn". Het visserijbedrijfsleven vindt dat het in di( geval de regering zal moeten zijn die het voor de belangen van de visserij moet op nemen, waar mogelijk in overleg met de re geringen van dc andere Noordzeestaten, die elk in eigen land met overeenkomstige prp- blemen zullen worden geconfronteerd. DEINING In visserijkringen vindt men dat de over heid dit standpunt wel zal moeten aanvaar den, w;i Zij n.ct ;n de positie worden gedron gen zelf tot schaoeloosstellingen aan de vis serij te moeten overgaan. Wonneer immers de visserij rekening moet houden met een net van p jp! dingen dat betekent dit dat haar visserijgebied ernstig wordt beknot en de be drijfsuitoefening wordt verzwaard omdat zij door andere buiten de visserij gelegen facto ren wordt belemmerd. Het is de reger ng, die de concessies heeft u tgegeven en door haar handden lijdt de visserij schade, die volgens visserijkringen dan ook door die re- ger.ng zal moeten worden vergoed. Bij de oliemaatschappijen is men bepaald niet kapot van de verwijten en argumenten van de visserij. Voor de seismische onderzoe kingen worden, zo stelt men, geen springstori- fen meer gebruikt maar gaat men tewerk met geperste lucht, waardoor schade aan de visstand wordt voorkomen. Ook de bezwaren van de visserij tegen do pijple dingen in de Noordzee worden van de hand gewezen. Men wijst erop dat de bodem van de Noordzee vrijwel overal uit drijfzand bestaat, zodat dc pijpleidingen voldoende on der het zand zullen liggen en ze geen schade zullen kunnen toebrengen aan de visnetten. Het enige gevaar dat bestaat is volgens de oliemaaLschappiJen dat er olie <n zee komt. Dan kan natuurlijk altijd via een tanker, naar dat er olie via een pijpleiding in het zeewater terecht komt achten de maatschap- p.j.n vr.jwel uitgesloten. Of er over deze kwestie net zoveel deining znl onls'.zan c'i er op de Noordzee is lijkt r erg vraanr i jri! Jk. Toch is de felle reac tie van v.sserijbcdrijf erg opmerkelijk. RIEN SCHILTE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 11