LUGDUNUM: VAN NACHT NAAR DAG Huiswerk Roodenburg WALLY VAN SCHOOTEN UVS wil soms nog wel eens te mooi spelen 'Oppepper voor de wedstrijd kregen de jongens vroeger in een cafeetje' AMSTERDAM. „Ik ben begonnen met voorop te lopen. Ga ik te hard dan houd ik wel wat in". Als een moderne Karei Doorman ontvouwt Lugdunums oefenmeester Joop de Busser zijn plan de campagne, waarin hij zich een avontuurlijk reisleider toont. Maar dan wel een die met een spervuur van Amsterdamse kwinkslagen tegelijkertijd oog heeft voor realiteitszin. „Misschien is het allemaal wat hoog gegrepen wat ik wil. Ik ben echt niet zo naïef om te veronderstellen dat alles voor honderd procent wordt gerealiseerd". Tegen de achtergrond van het zojuist verwezenlijkte statussymbool in de Kikkerpolder, het gigantische, van alle comfort voorziene voetbalparadijs, wil De Busser de structuur van Lugdunum grondig wijzigen. „Voetbaltechnisch zit Lugdunum namelijk nog niet goed in el kaar. Het is ongelooflijk als je ziet hoe Lugdunum in het ver leden is geduikeld en weer geste gen. Van bundeling en organisa tie is nooit geen sprake ge weest. We zullen daarom eerst prioriteiten moeten leggen". Een advertentie uit een Amster damse krant wordt er bij ge haald waarin het grote Ajax 8- tot 12-jarige oproept voor een instuif. ,,Voor mij is dat een memootje. Ajax is nou zo groot, maar zo is het toch ook aan Cruyff geko men? En waarom zou Lugdu num ook zoiets niet eens op touw kunnen zett?n? De hele Leidse jeugd uitnodigen op een woensdagmiddag. Niet ronselen. Alle n jongens, die nog niet lid zijn van een club. Na afloop geef je die jongens een flesje prik. Je houdt er altijd wel wat aan over. De konsekwentie van het uitbreiden van het ledental zal wel zijn dat op den duur mindere goden zullen moeten af vloeien. Lugdunum heeft te wei nig velden, om wil het weer gaan èn blijven meetellen ieder een toe te laten". De voorspoedige transplantatie van Lugdunum van Haarlem- merktrekvaart naar Kikkerpol der 2 vormt stellig een stimu Joop de Busser als een vorst in de nog vorstelijker Ingerichte bestuurskamer lans voor De Busser ,Zou het nog een jaar zo zijn ge bleven dan was ik weggegaan. Verantwoorde training heb ik het afgelopen seizoen niet kun nen geven. Bij positiespel ver dween de bal in de duisternis. De kampbewoners gooiden de lampen stuk. Maar juist toen kon je zien wat clubliefde was. Hoe groot de binding was. De jeugd moest zich verkleden in een noodkeet bij een kaarsje en zonder warm water. Met koud water konden ze het do n. Het is vaak genoeg gebeurd dat ze d'r kleren niet meer konden vinden. Dat die binding zo groot was, was vooral te danken aan Wim Planjer. Hij bracht het jeugdvoetbal het afgelopen sei zoen seizoen van de grond. Hij stelde verplicht dat er 's zater dags werd gewerkt. Anders mochten ze 's zondags niet voet ballen. Dat vind ik een goed te ken. De jeugd aan het werk zet ten." De overgang van dag naar nacht, zoals De Busser het uitdrukt („ook in de meest letterlijke zin") heeft de doorgewinterde proftrainer duidelijk ontdooid. De „minstreel onder de oefen- meesters", zingt weer het lied van de hoop en de toekomst. Af gerekend is met het verleden, dat het afgelopen seizoen zijn anticlimax bereikte voor Lugdu num: het voortijdige vertrek van d? Kubber, de brand, het afkeuren van de kleedaccommo datie en tenslotte de degradatie. De lijn van successen, getrok ken over de hoofden van o.m. UVS, Gouda en Roodenburg wil De Busser doortrekken. Het pas verrezen voetbaldomicilie moet daarbij voor de nodige inspira tie zorgdragen. „Ik heb nu in ieder geval het voordeel dat ik de besprekingen in het vervolg kan houden In een clubgebouw waar Lugdu num op goud zit. In het verle den moest ik daarvoor met de spelers naar een cafeetje ergens in een klein gehucht. Daar kon je stem natuurlijk niet ver heffen. Als je wat harder sprak dan had je meteen het hele café als publiek". Tot dat auditorium zullen het ko mende seizoen wel de jeugdspe lers behoren. Na vorig seizoen als redder-in-de-noodtrainer op het vlaggeschip van Lugdunum plotseling te hebben aangemon sterd. zal De Busser in het ver volg ook de bemanning van de „volgboten" de voetbalnavigatie bijbrengen. „Ik ben althans sterker betrokken bij de jeugd. Ik vind het alleen jammer dat een talent als Henk Montagnc weer is teruggegaan naar zijn oude vereniging VTL. Ver schrikkelijk toevallig is dat ook zijn broer en Koos van Es, die bij Roodenburg toch in de eer ste klas speelden, zijn terugge gaan. Maar laat ik er verder niets over zeggen". Met het arsenaal aan spelers, dot is gebleven wil De Busser „zon der meer pogen om terug te ko men. Het is niet zo dat wij kampioen moeten worden. Dan zouden we alleen maar kunnen falen". Om dat te bereiken wil ik een dagtraining invoeren. Op zaterdagmorgen bijvoorbeeld, wanneer ik voornamelijk de taktiek wil doornemen. Ik heb dat ook toegepast bij Elinkwijk. Het team werd meteen kam pioen van de eerste divisie. Mocht het niet lukken dan is er nog geen mens over boord. Mij zul je niet zien janken". „Ik heb al tranen genoeg ge plengd. Ik ben niet ge trouwd met voetbal. Som migen zijn zo bezeten van voetbal dat zij willen ster ven met de clubvlag op hun kist of slapen in club kleuren. Nee, zo een ben ik er beslist niet. Ik ben nu 56. Dan zie je het wel even anders en lach je om veel dingen Roodenburg bekijkt het ditmaal eens vanuit het oogpunt van de toeschouwers LEIDEN. „Ik geef de jongens soms huiswerk mee. Het lijkt me niet correct om spelers in liet openbaar de les te lezen. Zo van „joh, heb je liet nou weer niet begrepen?" Ik stuur hen liever tactische opmerkingen toe, die zij rustig thuis kunnen bestuderen. De vrouwen zeggen wel eens tegen me, het zijn net profs. Ze moeten zoveel doen". Het schriftelijk en mondeling voetbal- onderwijs van oefenmeester Rinus Smits is er stellig op gebaseerd van Roodenburg een professionele amateurclub te maken. In de goede zin van het woord. De tweede plaats in de eerste klas, waarop hij met zijn team het afgelopen seizoen arriveerde, betekende een tussenstation op weg naar het „grote doel". Som den Os hier in duel met de doelman van De Musschen Drie Jaar geleden lichtte Smits zijn" nieuwe club door. De denk beeldige röntgenfoto gaf enkele zwakke plekken te zien, die in middels door ophefmakende in grepen zijn verwijderd. „Ik heb allereerst een verjonging door gevoerd. De manier van voet ballen lange lellen naar vo ren was uit 'het jaar nul. Al leen jonge knapen zouden dit kunnen veranderen. De ouderen waren te zeer gewend aan 'n be paald systeem en konden moei lijk meer overschakelen. In de drie jaar dat ik nu bij Rooden burg ben heb ik al zo'n vijftien spelers gewisseld. Ik geloof met dit team, dat gerijpt is in de eerste klas, veel te kunnen be reiken". Ook de entourage werd veran derd. Trainingskampen werden opgeslagen, onder andere in Noordwijkerhout: „Misschien dat we dit jaar eens naar Zeist gaan, al is het ons in Noordwij kerhout prima bevallen. We mochten over het veld van VVSB beschikken zonder dat het een cent kostte. Het wilde als tegenprestatie wel dat Roo denburg een oefenwedstrijd tegen VVSB zou spelen. Er is echt wel vraag naar, om op zo'n manier toe te leven naar een wedstrijd. De onderlinge re latie wordt beter. De jongens le ren elkaar eens op een andere manier kennen als ze enkele da gen met elkaar optrekken. Niemand heeft haast. Voor een trainer biedt dat het voordeel dat hij alles rustig kan doorne men. Rustiger dan na een trai ning op donderdagavond wan neer iedereen de hele dag heeft gewerkt. Op zulke avonden is alleen de trainer bezig." Juist van die monologen wil Smits af. „Laten de spelers eens met voorstellen komen. Vorig jaar zijn we gestart met een spe- lersraad, maar daar is nog niet veel uitgekomen. Ze zullen moe ten Ieren aktief te zijn, bezig te zijn met de vereniging. Ik zou best willen dat ze met sugges ties kwamen. Ze moeten inzien dat ze niet alleen radertjes zijn, maar ook inspraak hebben". In het kader van het groeiproces wil Smits het komende seizoen dan ook een ruime plaats inrui men voor de persoonlijke in breng van de spelers, waarbij hij de improvisatie wil laten prevaleren boven het automatis me: „Het gebeurt nog te vaak dat gewacht wordt tot de rust op aanwijzingen. De jongens zullen nu moeten leren zelf te bepalen wanneer het moment is aangebroken wanneer ze het van mij meegekregen taktisch concept kunnen veranderen, zo dat ze niet doelloos een speel- helft uitspelen". De meest aangewezen speler, die deze koerswijziging zou moeten aanbrengen, lijkt de aanvoerder. „Ik zal Mattie Keercweer hier zeker bij be trekken. Ik geloof dat hij hiervoor de meest geschikte man is. Toen hij drie wedstrij den was geschorst, en terug kwam was het helemaal geen punt dat hij opnieuw aanvoer der zou worden". Samenstelling JAN PREENEN NOORDWIJK. „Wally van Schooten is een goede trai ner, maar geen psycho loog". Deze opmerking van een van de deelnemers aan de blauwwitte exodus moet het vacuum verklaren waarmee UVS is komen te zitten. Vacatures, waarin voor een groot deel zal worden voorzien door jeugdspelers. Het nieuwe seizoer zal moeten leren of ook de opengevallen sleu telposities voldoende zullen worden opgevuld. Zestig spelers sloten zich bij de uittocht aan. Natuurlijk, een groot deel was wel gedwongen. UVS was uit de Kikkerpolder gegroeid en stootte noodgedwon gen zijn zaterdagsectie af. Maar daarnaast sr.eed het mes, van ontevreden'ne'd en teleurstelling ook diep in de hechte band, die de top van de zondagafdeling leek te vormen. En juist die anatomische les" ontlokte een van de gederillusioneerden bo venstaande uitspraak. Van Schooten, in een van de nieuw- bouwlabyrinten in Noordwijk wonend, zou je het „verwijt" kunnen maken dat hij te jong is- lo Jaar. Dan oppert hij echter: „Dat is geer. bezwaar. Je hebt wat meer cortact met de jon gens. Je staa'. wat meer tussen hen in. Ik werkte vaak met hen samen, betrokken bij bepaalde zaken. Voornamelijk situaties, die betrekking hadden op de taktiek. Een samenspel van wat ik dacht en wat zij dachten. Dat gebeurde ook na afloop van het seizoen. Moe-sten we doorgaan met de trauvng Zouden we onze oefenwedstrijden om twaaif uur spelen of om, half drie? Ik betrok de jongens ook bij de voorbereiding. Ik liet hen meebeslissen wat we gingen doen. Waar we voor een wed strijd zouden heengaan" De inspraak van het elftal kende natuurlij»; zijn grenzen. De spe lers schikten zich daarin, ge wend als ze waren aan de af- standname van levende voetbal encyclopedie Kantebeen, de in dividualist. Van Schooten ver klaart het vertrek van sommi gen dan ook op deze manier: „Het vertrex van spelers heb je ieder jaar. Jongens, die teleur gesteld zijn denken hoger te ko men en zoeken hun geluk el ders. Ze redeneren „als wij bij UVS niet »n het eerste elftal kunnen komen dan moet dat en kele Klassen lager wel kunnen". Zulke jongens kunnen ergens op terugvallen, levens speelt dit jaar dan ook rog het zaalvoet bal mee. Karstens, Holl, Teske, Willemse, Jaap Vermeulen, Eddy van Duyl. UVS is tegen zaa.vu-.bal. Dat is een principe van de club waar ik achter sta. Je leunt niet twee heren dienen. ASC nceft door als tweede te eindigen in de zaal en kampioen te worden op het veld niet be wezen dat samengaan mogelijk is. Wie zegt mij dat het vier «wedsinjden eprder al niet kam pioen had kunnen worden aLs het Z'Ch had kunnen concentre ren op het veldvoetbal?' ,We zullen nu een gedwongen doorstroming krijgen. Aan de ene kint is dat we' positief. Er komen jeugdspelers over, die de kans krijgen wat sneller in een hoger elftal te spelen". Met name Ilan nart. maar toch ook wel jongens als v d. Boogaard en Bloemheuvel werden op het hoogste niveau al gewogen. Evenals Van Schooten zelf, die in de erfenis van voorganger Kan ebeen de nodige verande ringen aanbracht en in zijn eer ste jaar zijn team op de (ge deelde) tweede plaats afleverde. „Ik ben daarmee tevreden, al had ik gedacht meer te kunnen be reiken". Fen type trainer, die „kei- on keihard trainde" stond achter dat succes. „Ik heb be wondering voor de spelers dat zij steeds optimaal hun best hebben gedaan, al heb ik nog wel enkele bedenkingen. Het elf tal wil vaak nog te mooi spelen. In een wedsur.jd als tegen Fluks heb ik die ambitie om mooi te spelen op zij laten zetten. Het werd misschien wel onze slecht ste wedstrijd maar we verover den wèl twee punten. Tegen Xerxes waren we op ons best. maar wat kochten we er voor: geen punten. Indien noodzake lijk wil ik ook het tomende sei zoen weer p- .-.ade Nxven schoonheid laten gaan". Voor de andere nouveauté' tjes blauwwittm waren het op 0 spe- len („Vroeger wilde men nog wel eens de winst forceren. Het liep dan meestal falikant ver keerd af. omdat in de laatste minuten dun juist de tegenpartij scoorde") en het op groot scheepse wijze integreren van de -iieptepaas in het tot vorig jaar aan weliswaar fraaie, maar uitzichtloze patronen ge bonden spel van UVS. „In Jan Leget raak ik een dominerende figuur kwijt. Vooral zijn routine was zeer waardevol. Ik kon te voren wel zeggen „je moet in de diepte gaan", maar er moet wel iemand zijn, die het Juiste moment weet. Zo'n man was Legct". Wie gaat die rol straks vertolken? Desar? „Misschien, dat hangt nog van een aantal factoren af". De schijnwerper op Van Schooten zelf richtend knippert dc jonge Noordwijker even met de ogen: „Ik ben niet zo'n trainer, die zich zelf zo graag op dc voor grond plaats:. Het gaat toch om de opelers? Met hen heb ik leuk gewerkt. AI3 teatn hud men veel voor elkaar over. Men was bereid het vuile werk voor el kaar op te kmtppen. Mede daar door neb ik voor een Jaar bijge tekend. Zou ik gebleven zijn uls de stemming niet goed was? Voorstander van het tekenen van meerjarig contract ben ik niet. Het lijkt me niet prettig als je weg wil. Als je b.v. een gunsti ger aanbieding krijgt van een eerste divisieclub of dat je hulp trainer kan werden in de eredi visie. Toen ik mijn a-diploma haalde was ik de jongste, oefen meester dus ik heb mijn leeftijd mee. Ik zie r.og wel. Zolang ik met plezier blijf werken hoeft het voor mij niet. Een kam pioenschap had het vertrek kun nen versnellen, ul hechten insi ders (collega-trainers) daar niet zulke grote waarde aan. Een wedstrijd als tegen Utrecht is ook reclame voor je (UVS ver loor n een vriendschappelijk duel in de Galgewaard eervol met 3-2), ook al is het maar een eenmalige aangelegenheid". Het nieuwe *e.zoen zal moeten le ren of UVS np de voetbalmarkt hoog genoteerd blijft. Ondanks de uittocht lijkt UVS zijn krult nog lang niet te hebben verSCHOOTEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5