IS" Je kunt toch ook j wonen if? l als een prins in Leiden-Noord I jgJZATERDAG 22 JULI 1972 LEIDSE COURANT PAGINA ■BE": 'iJiLüfi Aardappels schillen terwijl je bij de buurvrouw op visite i Op je knieën lekker rommelen in je tuintje. LEIDEN In je woonplaats oo vakantie gaan. Het lijkt een absurde omstandigheid maar toch zijn er tientallen die nog geen kilometer de deur uit gaan en toch op va kantie zijn. U gelooft het niet? Moet U voor de aardig heid eens een bezoekje bren gen aan het volkstuinencom- p'ex langs de Willem de Zwijgerlaan en daar eens een praatje maken met wat mensen die daar hun tweede huisje hebben staan. Neem ru bijvoorbeeld de fami lie Bekkering. Elk jaar zaten ze ergens in Duitsland op een camping. Toen ze op „Ons Buiten" (zo heet het daar in Leiden-Noord) een vaste plaats kregen toegewe zen was die vakantie in het buitenland snel vergeten. „We zitten hier nog beter dun thuis" is de enthousiaste reactie van vader Bekkering. En dat geloven we graag want als we bij de familie Bekke ring een kijkje in het volks tuinhuisje nemen dan knip peren we wel even nederig met dc ogen. Een douche, een toilet, warm en koud stromend water, een slaap kamer voor de kinderen, een bankstel dat beslist niet op de boterbonnen te verkrijgen is, een draagbare TV. en als klapstuk ook nog een gezellig barretje. „Er komt nog een vrieksast bij", vertrouwt de heer Bekkering ons toe, terwijl hij enkele ge koelde biertjes van de Prachtduiven dop ontdoet. De familie Bek kering heeft een mooi huis. Er staan nog veel mooiere. Hun huisje is dan ook maar het begin. „Ons Buiten" heeft waar schijnlijk de meest verzorg de bodem van geheel Leiden want niemand van de ruim vijfhonderd ingeschreven le den haalt het in zijn hoofd om zijn stukje grond van 275 m2 te verwaarlozen en daar door de kans te lopen als vervuiler van de woning'.ijst te worden geschrapt. De tuintjes zijn stuk voor stuik juweeltjes en vooral in deze tijd van het jaar nu de plan ten, bloemen en bomen op hun mooist zijn. De bedrij vigheid op „Ops Buiten" is groot. Willem Benning, bij 25 graden de 10 centimeter gro te stropdas nog steeds om 'het keelgat gesjord, knipt de heg van zijn buurman die wegens ziekte het enige tijd moet laten afweten. Elke dag is hij present. Weer of geen weer. Als het regent trekt hij zich terug in zijn tuinkasteeltje. Er staan een lijvig dressoir, enkele nood zakelijke meubelstukken en aan de wanden hangen wat schilderijen waaronder ook die van Anton Geesink. Bij heldere hemel geeft Willem zijn Chrysanten en rapen een gceae beurt. Hij heeft het nog noiit zo goed naar zijn zin gehad zegt hij. Nog iemand die als een prins leeft in Leiden-Noord: Corne- lis Compier. Negenenzestig jaar oud waarvan de laatste eenenveertig jaar volkstuin der en dat komt hem hier maar wat goed van pas. Zijn peren hangen er kerngezond bij al hebben twee bomen de geest gegeven vanwege een niet te stuiten boomschurft. Hii had zijn peren natuurlijk kunnen redden door flink met de gifspuit te keer te gaan maar dat is niet de methode van Compier. „Ik heb het niet gedaan voor de buren", zegt hij terwijl de zweetdruppels gestadig onder zijn rieten hoedje vandaan rollen. Compier teelt ook nog druiven. In het kleine be nauwde glazen kastje, waar in een houten kist ook nog een kip zit te broeden, han gen tientallen druiventrossen en ook die hebben geen dok ter nodig. Zoals Compier zijn er velen op „Ons Buiten". Stadsmensen ien en het kleine beetje die de binnenstad ontvluch- groen dat ze krijgen toege wezen vertroetelen als hun rijkste bezit. Het zijn niet alleen de gener- signeerden die op „Ons Bui ten" 'het buitenleven me grc'.'ige handen omklemmer. Jorg en oud ve: mae :t z •- er. W. -m en Cornells zijn er slechts twee. Hermen van Amsterdam. De heg k :ippm veer je zieke bi f JAr: f'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5