Eerste vrouw in top van vakbeweging Mevrouw N. Tegelaar: In één op de tien Neder landse huwelijken gaat het slecht en in één op de drie bestaat behoef te aan voorlichting over sexsuele omgang. Weliswaar heeft de jongere generatie meer voorlichting ont vangen dan de oudere, maar de werkelijk be langrijke punten wer den daarbij omzeild. Ongehuwden gaan vaak gebukt onder ge voelens van eenzaam heid, een probleem dat nog te weinig is onder kend. Om in deze en andere moeilijkheden hulp te bieden, functioneren in ons land 61 bureaus voor levens- en gezins vragen (L.G.V.) met 75 gespecialiseerd maatschappelijk wer kers, die ieder weer deel uitmaken en voortdurend contact onderhouden met een team deskundigen waaronder psychia- tiers, psychologen, pastores, juristen. Des ondanks worden per jaar maar vier- tot zesduizend mensen ge holpen. Dit houdt in dat maar 1 tot 1 1/2% van de in gevaar ver kerende huwelijken bij die hulp betrokken is. Vragen de andere ge huwden in nood dan geen advies? Sommi gen weten inderdaad nauwelijks van het be staan van de bureaus af, anderen zijn te be schroomd om hun pro blemen op tafel te leg gen. Maar er zijn ook te weinig hulpkrachten ,,in het veld" zodat men niet allen die wél aankloppen meteen of op tijd kan bijstaan. De behoefte is groter dan waaraan voldaan kan worden. Problemen van verschillende aard Het zou onjuist zijn te denken dat alleen hu welijksperikelen hier aan de orde komen. Wij noemden al de eenzaamheid van on gehuwden, maar in het L.G.V. krijgt men te maken met o.a. opvoe dingsproblemen, iden titeitsmoeilijkheden, gebrek aan gevoel 'van voldoening in het le ven, generatieconflic ten, fatale psychische ontwrichting. „Hier kan ik eindelijk praten'\ zei een hulp zoekende in de beslo ten, vriendelijke ka mer van het Arnhems L.G.V. tegenover een vrouw die daar zit om allereerst tè luisteren en de bezoeker voor zichtig af te tasten. Er wordt tijd gegeven om de sfeer van ontspan ning te laten doortrek ken en de goede woor den te laten vinden. Mevsouw Heymans, gespecialiseerd maat schappelijk werkster, in Arnhem (waar wij op uitnodiging van CRM een bezoek brachten) is zo'n luis terende vrouw. „De ander moet ons erva ren, maar ook wij de ander. Wij moeten hun geval op ons laten in werken. En samen moeten wij het ant woord vinden op de vraag: hoe moet ik hiermee leven. Zo'n contact en het uitwis selen van gedachten kan beter gevoelsma tig zijn dan rationeel. Maar je moet ook weer afstand kunnen nemen. En steeds aan jezelf werken en den ken wie ben ik als instrument Deze woorden spreekt zij uit, maar ook zonder het gezegd te hebben ligt dit alles in haar houding en blik te zien. De sfeer in de kamer, de bomen in de tuin, zijn ermee in harmonie. „Wij nemen hier per persoon vier contacten per dag op. Vier gesprekken met „kliënten". In de staf bespreking met des kundigen op specifieke terreinen kunnen wij eventueel problemen bespreken. Door de verscheidenheid van moeilijkheden, wordt verscheidenheid van hulp door meerdere specialisten geboden". Preventief Wie aanklopt zit al in de problemen en wil sa men met de deskundi ge zoeken naar een op lossing. Maar het is duidelijk dat veel leed had kunnen voorkomen worden wanneer de kliënten beter waren voorbereid geweest. Daarom wordt tegen woordig door de L.G.V. bureaus niet al- leer. curatief maar ook preventief gewerkt, dankzij een nieuwe subsidie door CRM in '71 gegeven. (Het is dank zij zulke subsi dies dat deze bureaus kunnen functioneren zoals zij doen, maar ook door het remmen van .subsidies functio neren zij niet zó goed als betrokkenen wel wensen). Uit de praktijk is geble ken dat voorlichting aan groepen van be lang is en ook kan worden gezien als een der middelen waarmee preventief kan worden gewenkt. Deze voor lichting betreft beslist niet alleen sexualiteit en huwelijksvoorberei ding. De deskundigen brengen er alle facet ten van het menselijk leven in. Zij richten zioh erop, de mens aan te sporen zijn be trekkingen tot anderen naar mogelijkheid en eigen inzicht te verbe teren. Het gaat er de „voorlichters" niet om een aardig praatje te houden, maar om een wezenlijke verandering van houding tot stand te brengen. (Ook in sexuele voorlichting is niet alleen kennis van zaken, maar ook hou ding een punt). Geboorten- beperking Een andere hoofdfunctie van de L.G.V.'s is het houden van geboorten- regelings-spreekuren. Eigenlijk is het advies over contraceptie een taak van de huisarts, maar het blijkt dat de arts deze bureaus ziet als aanvulling van zijn werk. Ofschoon som mige instanties wel menen dat eenvoudige geboorteregeling nau welijks meer hulp be hoeft, blijken op deze spreekuren andere problemen aan de op pervlakte te komen, die verborgen lagen onder de „gebcortenre- geling" (dikwijls rela tie-moeilijkheden). Er bestaan verschillende instanties voor deze problemen, opgericht op grond van gods dienstige overtuiging. Maar ze zijn thans naar elkaar toege groeid, zodat het hel pen voorkómen van ongewenste of onbe doelde nakomeling schap gelukkig een ge zamenlijk uitgangspunt is geworden. Hiilp aan homofielen Van de Nederlandse be volking tussen 20 en 65 jaar, voelt zich ca 5% aangetrokken tot het eigen geslacht. Daar bij valt op dat 170.000 gehuwden min of meer homosexueel is gericht en 90.000 gehuwden uitgesproken homofiel zijn. Het behoeft geen betoog dat hun huwe lijken rampzalig zijn. Bij sommige L.G.V. bureaus houden spe ciale teams zich met deze zorg bezig. „Wij werken hier in Arnhem ook samen met het Gach, het Gel ders Advies Centrum voor Homofielen. De vraag is voor mij: moet er een apart ad viescentrum voor zijn. „Aldus mevrouw Hey mans. „In Nijmegen werkt een Gach-tele- foondienst met succes. Is het probleem niet telefonisch op te los sen, dan volgt er een persoonlijk gesprók als de kliënt dat wil". Er is een nieuwe behoefte ontstaan onder de mensen, tot anoniem contact per telefoon of per brief zoals in ru brieken van weekbla den. Aangezien de vra gen niet of zelden door ondeskundigen kunnen worden gegeven, is een Tele-Service Insti tuut met deskundigen op velerlei terreinen in de maak. Ongewenste zwangerschap Ofschoon abortus provo- catus niet onder het CRM-beleid valt en dus buiten de L.G.V. bureaus blijft, moet het adviseren en bege leiden van kliënten die voor deze problemen staan, wel de aandacht hebben. Aan de teams van deze bureaus wordt steeds meer om hulp gevraagd in deze noodsituaties. Men stelt nu dat de Stich ting Hulpverlening On gewenste Zwangerschap een L.G.V.-taak ver vult. „Hier in Arnhem werken wij samen met andere instellingen zoals het Rutgershuis, het con sultatiebureau voor geslachtkunde en ge- boortenregeling. Ook wel met het Mildred- huis inzake abortus provocatus. Soms is een verzoek van de hulpzoekende niet hel der. We houden een stafbespreking om de gevoelsverwarring op te heffen. De kliënt komt dikwijls tot een duidelijke kijk: O ja, dat zag ik niet, nu wel. Hulp is dikwijls nodig om het gebeurde te verwerken in een gesprek. Dat werd in het Mildredhuis al ge daan Bij ons nog niet." Groei van bureaus Mevrouw mr. De Vries Robbé is 8 jaar direc trice geweest van het Arnhems bureau. Het is van 1/2 kracht uit gegroeid tot 6 krach ten plus de figuur van mevrouw Van Beek, sexologe. „Het ver schil tussen het ge sprek met de psychia ter en een gesprek op ons bureau is, dat er in deze streek, weinig luisterpsychiaters zijn. De helft van de be volking slikt maar pillen. Wij luisteren meer en betrekken de omgeving van de kliënt erbij. Maar er zijn veel meer krach ten nodig. Zij krijgen helaas niet het salaris dat de zwaarte van het beroep eist en daardoor gaan goede krachten voor ons ver loren". Vrijwilligers helpen soms goed, maar an ders De gespeciali seerde maatschappe lijk werk(st)ers kun nen iets overdragen aan vrijwilligers; in sommig werk worden zij uitstekend betrok ken. Zo kan bijvoor beeld de Gach-telefoon doorverbonden worden met een vrijwilliger. In Duitsland, Frank rijk en Engeland werkt een legertje vrijwilligers rond de icentra van huwelijks adviesbureaus. Sexoloog in gesprek met scholieren In de 3e en 4e klas van een lyceum houdt me vrouw Dr. Van Beek gesprekken over sex met groepen van tel kens 15 leerlingen. De leiding van het L.G.V. bureau (in welk kader deze activiteit hoort) was aanvankelijk zelf huiverig: Moet dat nou? Eindigt dat met „iedereen moet met ie dereen naar bed?" Zo is het nu juist niet geëindigd. „De gesprekken zijn vrijwillig. Sommige ouders willen het niet. Sommige leerlingen willen het niet. Maar", aldus mevrouw Van Beek, „de gesprekken vielen in de smaak. En nu komen de eerst-afzijdige tóch. Het komt erop neer dat ze „biologisch" al lemaal zijn voorge licht, maar door onze gesprekken leren ze serieus met elkaar praten, dat is voor naam en effectief. Ideaal zou ik het vin den als de biologische voorlichting op de la gere school werd gege ven. Dat er een herha ling kwam op de mid delbare. Maar niet ge voelsmatig. De norm en vorm van onze ge sprekken kiezen de leerlingen zelf. Meest al gaat het zo: iemand stelt een onpersoonlij ke, informatieve vraag. Die schrijf ik op het bord. „Nou - en??" Dan komen de gesprekken op gang. Dikwijls heeft zo'n vraag niets te maken met hetgeen de vrager eigenlijk bezig houdt. Als we over en weer elkaar verkend heb ben, komt er schot in. De vragen waar het op aan komt, zijn ern stig: Waarom is er porno? Waarom is een mens homofiel? Wat is het belangrijkste bij coitus? Is tederheid het belangrijkst? Heb ben bejaarden recht op het beleven van sexualiteit? Een meisje dat haar ge voel van onvrede over een gebeurtenis uit sprak, stelde een zaak van belang aan de orde. Zij was na een feestje door een jongen naar huis gebracht. Het ging heel gezellig en gewoon, maar aan gekomen bij de voor deur moest het ineens gebeuren: rrang! Dat vond zij vreselijk. Na deze bekentenis zetten de jongens uit de groep grote ogen op. Zij vonden het zelf ook niet fijn, maar ze dachten dat je die prestatie hoorde te le veren. Hieruit blijkt (wel hoe preventief deze gesprekken kun nen zijn: iedereen hoeft juist niet met ie dereen naar bed. De vragen 'van deze leerlingen naar infor- macie verschuiven, momenteel staan voor behoedsmiddelen en geslachtziekte in de belangstelling. Als er gens „voorkomen be ter is dan genezen", dan wel hier. A. MAC. GILLAVRY AMSTI ne sc ment zoals ontst; Uitgetrokken spijkertjes kunnen bracl een vervelend gaatje in de muur echte achterlaten. U kunt het gat op- ping. vullen door een kleurpotlood in een dezelfde kleur als de muur t men, de punt daarvan in gaatje te steken en die af té tragi breken. Een „pottenlikker" leent zich uit] Q stekend voor heht invetten van bakblikken en cakevormen. DegAIGO boter wordt gemakkelijker ver- mes( deeld en bovendien kan u /ie8 van papier helemaal schoon schrapi gesc pen. war€ beVO Nguj vrouw het recht op arbeia °PP° evenzeer toekomt als de manj voer „Daar heb ik drie jaar voor gei 8adc vochten. Aan zo'n formulering^ on wilde men helemaal niet aan en ring je ziet nu, dat ook de regering zicht deze stelling in haar beleid wij verd opnemen". Ze heeft pretoogje^ achter haar bril als ze dit vastf jjet stelt. J wets Lof wil ze er ook weer niet voor (jelei incasseren, om dezelfde redeit als die, waarom ze wat terug) houdend doet over de haar toef gekende Wilhelmina Druckerprijsli j. voor de vrouw, die zich het- 1 meest heeft ingezet voor de ver betering van de maatschappelijk y' ke positie van de vrouw. Ze isBehan- vrouw genoeg om zich gestreeld ontw te voelen met zo'n onderschei! Van ding, maar: „men mag niet dt gedi indruk krijgen, dat ik het alle ten maal alleen heb gedaan. Er zijd bied er veel meer, die zich voor het' ciën zelfde inzetten, positie van dj al d< vrouw in de belangstelling digd plaatsen. Het belangrijkste vaj der zo'n prijstoekenning is dan ooï waa: dat de hele problematiek daar? rein» door opnieuw de publieke aan) rege dacht krijgt". I huid dan die nieuwe, belangrijl kans (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM Voor het eerst in de geschiedenis van de vakbeweging is een vrouw benoemd in de hoogste top van een vakcentrale: op 1 juli gaat mevrouw Nel Tegelaar deel uitmaken van het Verbondsbestuur van het N.V.V. Een buitenstaander hoort er even van op, niet aldus me vrouw Tegelaar: „Voor mij zijn in het arbeidsproces mannen en vrouwen volkomen gelijk. Een vrouw kan het zelfde als een man, dus ook doordringen tot de top van de vakbeweging". Mevrouw N. Tegelaar erkent, dat men er in deze maatschappij al tijd nog even van opziet, als een vrouw tot een hoge positie wordt geroepen en deswege pu bliciteit krijgt. Een vrouw als minister, rechter, deurwaarder wordt altijd nog als iets uitzon derlijks gezien. Voor een voor vechtster van de vrouweneman cipatie als mevrouw Tegelaar iets om je over op te winden: „waarom zou een vrouw zoiets niet kunnen bereiken. Ze is toch niet de mindere....?" Al vele jaren laat ze haar stem in binnen- en buitenland horen om deze stelling te verkondigen en te verdedigen. Haar beroep was er tot dusver helemaal op inge steld. In 1961 kwam ze namelijk bij het N.V.V. als hoofd van het vrouwensecretariaat. „Daar moet men zich overigens ook weer niet al te veel van voor stellen, want dat secretariaat was ok alleen, destijds". Dat nieuwe instituut en die nieuwe functie werden door de grootste vakcentrale van Nederland in gesteld omdat de positie van de werkende vrouw een duidelijk achterstand vertoonde." „Bij de afzonderlijke vakbonden waren wel vrouwen aangesloten, maar numeriek stelde dat niet zo heel veel voor, zodat het nut tig leek die vrouwelijke leden ook nog eens, naast het lidmaat schap van hun eigen bond, via een ..dwarsverbinding" bijeen te brengen." Nel Tegelaar werd hun leidsvrouw. Al kun je moti vaties nooit helemaal achterha len, feit is ongetwijfeld, dat door die nieuwe, extra organisa torische opzet het aantal geor ganiseerde vrouwen bij het N.V.V. sinds 1961 is geklommen van 26.000 naar 51.000. „Om dat te bereiken hebben we flink propaganda gemaakt. We doen aan scholing en vorming van de werkende vrouwen om hun ach terstand ten opzichte van de man weg te werken, zodat ze ook aan het algemene vak bondswerk kunnen deelnemen en kunnen toetreden tot de ka ders. Dat werkt goed. De vrou wen komen inderdaad meer naar voren en in dat licht moet men, geloof ik, ook mijn benoe ming een beetje zien. De vrouw wordt meer geaccepteerd", al dus mevrouw Tegelaar. Toen ze in 1961 met en op het vrouwensecretariaat startte, dacht ze dat ze zichzelf in een jaar of tien overbodig zou heb ben gemaakt. Ze weet nu. dat er misschien nog wel tien jaren nodig zullen zijn om mannen en vrouwen in het arbeidsproces volledig gelijk te doen zijn. Niettemin heeft ze in haar op treden iets gejaagd, alsof ze het allemaal toch nog voor de eer ste juli wil rooien. Tijdens een gesprek heeft ze duidelijk tien tallen andere onderwerpen op hetzelfde moment in haar hoofd, elk tussenkomend telefoonge sprek stelt haar nieuwe taken, af te ronden óp een exact tijd stip. Mevrouw N. Tegelaar: kan hetzelfde als een man. ik er aan zou kunnan meewer ken de vooroordelen ten opzich te van de vrouw op te heffen, de achterstand ook wel spoedig zou zijn verdwenen. Die voor oordelen zijn wel goeddeels weg, de discriminatie nog niet. Een mentaliteit verander je niet zo heel snel, zelfs in de vakbe weging niet. Het was bij vakbondsvergadering, vrouw verscheen „Kijk nou eens, een vrouw". En als ze een volgende keer een op merking maakte: „Gut, er komt ook nog geluid uit". Maar nu weet men in de vakbeweging wel, dat vrouwen ook meetel len". Het heeft het ook wel wat moeite gekost om de vrouwen zelf mee te krijgen. Door de jaren heen is ze steeds zo in een tweede rangspositie gedreven, dat ze ei genlijk niet anders wist of het hoorde zo. Dat begon al met de gebortejongetjes krijgen blauwe sokje, meisjes-baby's roze. Tijdens de opvoeding thuis is er ook altijd een rolverdeling geweest en niet te vergeten op school. Neem maar de leesboek jes: vader, een hardwerkende man die de kost verdient, moe der die de was doet en tranen droogt. Jongens gingen altijd verder leren, meisjes stopten na het lager onderwijs of gingen hooguit naar een huishoud school. En als ze wilden meepra ten over zaken als politiek en werk dan was het: „wat weet jij daar nou van". Door dit al les kwamen meisjes bijna altijd in ongeschoolde beroepen te recht, in slechts betaalde baan tjes". Mevrouw Tegelaar erkent, dat in die situatie wel wat is veran derd. Maar toch: „aan de oplei dingskant krijgen de meisjes te genwoordig wel wat meer aan dacht en kansen, maar discri minatie is nog altijd aanwezig. Let maar eens op welke betrek kingen meisjes krijgen en welke promotiekansen ze hebben. Zelfs als een gelijktijdig met een jon geman in dienst genomen meis je dezelfde opleiding als die jon gen heeft gehad, zal dat meisje een andere functie krijgen of moeten aanvaarden, omdat een werkgever er nog altijd van uit gaat. dat het meisje maar tijde lijk is, omdat re toch gaat trou- een Zelfs als ze op gelijk niveau be- gauw: gint als de jongen zal de jongen eerder opklimmen. Meisjes zijn voor werkgevers goedkope ar beidskrachten, die je na enige tijd weer inruilt voor een ande re goedkope kracht". Mevrouw Tegelaar wil niet horen van de tegenwerping, dat een meisje inderdaad na enkele ja ren pleegt te vertrekken wegens huwelijk. „Dat spruit ook al weer voort uit die oude instel ling. Waarom moet voor haar trouwen synoniem zijn met op houden met werken? Zij kan toch net zo goed de kost gaan verdienen als haar man? Voor mij behoeft zij niet per defenitie bij de kinderen te blijven, dat kan de man ook doen. Maar de werkgevers willen helemaal niet zo graag gehuwde vrouwen, daar deze over het algemeen boven de 23 jaar zijn en daarom in ieder geval het minimumloon moeten ontvangen. En ik zei al: „vrouwen zijn voor hen syno niem met goedkope arbeids krachten". Als ze de vrouwelijke vakbondsle den toespreekt, gaat het dan ook op de keiharde toer van „je moet het niet langer nemen (uit roepteken)". Ze mag dan geen „Dolle Mina" zijn. ze wil de vrouw heel graag tot actie aan zetten. Toch niet zo tevreden over de af gelopen elf jaren? „Toch wel, er is heel wat veranderd. We behoeven nu eigenlijk niet meer te praten over het opheffen van discriminatie, iedereen die er wat over te zeggen heeft, vindt dat dit moet. De vraag is nu nog hoe dat moet en welke ter mijn we daarvoor moeten aan houden. Een positieve ontwikke ling is voorts, dat de vrouwen zelf zich heel anders gaan op stellen. Ze staan meer in de be langstelling, spreken hun woord je, zij het hier en daar nog aar zelend, mee". Ze is er trots op, dat de Siciaal- Ecoromische Raad in een advies heeft geschreven, dat hij het principe aanvaardt, dat de i het verf Sai| ke functie. „Mij zijn i bondsbestuur de sectoren ar} beidswetgeving. maatschappe; -mr lijk welzijn, internationale za v 1 ken, ontwikkelingssamenwerj king en propaganda toegewezen Nu komt mijn werk dus in hej algemene vlak te liggen, is hef niet meer toeespitst op ó<N vrouw. Maar het spreekt vatT zelf. dat ik ook in nieuwe func tie en op de mij toegewezen ter' reinen steeds tevens de belar gen van de vrouwen in het oo^ e zal houden. Je zou kunnen zeg' gen, dat de invalshoek is omgef keerd: eerst probeerde ik hóDe werken voor de vrouw geïnte' pro greerd te krijgen in het algeme diet ne werk van de vakbewegin» en nu zit ik in het algemene wen de en kan van daaruit ook vee zich voor de vrouw doen, maar niej voor haar alleen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 8