Mens en auto strijden om grond
IR. P. B. VAN GURP
VOETGANGERS
EN FIETSERS
IN ONS LAND
NOG STEEDS
EEN VERGETEN
GROEP
NEDERLAND
HEEFT
GROOTSTE
AUTODICHTHEID
TER
WERELD
eerste directeur van eerste
Europese verkeersacademie
ZATERDAG 24 JUNI 1972
DEVENTER Ir. P. B. van Gurp heeft
weliswaar geen hekel aan auto's (tenslot
te heeft hij er zelf ook een) maar „de
auto" heeft inmiddels zoveel facetten van
onze samenleving zo indringend aangetast
dat het zijns insziens hoog tijd is gewor
den „dat de auto de plaats wordt gegeven
die hij meteen had moeten hebben. En
dat is niet op de trottoirs".
De 33-jarige ingenieur start in de komen
de weken als eerste directeur van de Eu
ropese Verkeersacademie: de Verkeers
academie Tilburg. Deze nieuwe onderwijs
inrichting is waarschijnlijk zelfs de eer
ste in zijn soort in de wereld. Zelfs in het
grote Amerika hebben de voorbereiders
van de Verkeersacademie Tilburg een
dergelijk instituut niet kunnen opsporen.
Na een gesprek met ir. Van Gurp blijkt,
dat hij zijn nieuwe functie mede ziet als
een mogelijkheid om te komen tot een al
gehele bezinning op de consequenties van
een ongelimiteerd autogebruik. De vraag
rijst of dat geen verloren zaak is: de pro
blematiek is- nu al nauwelijks te overzien,
laat staan dat oplossingen geformuleerd
zijn. Tenslotte heeft Nederland de groot
ste autodichtheid ter wereld. Het aantal
auto's in ons land zal in de niet al te ver
re toekomst verdubbelen of misschien
zelfs verdriévoudigen. Bovendien zal de
mobiliteit toenemen. De centra van de
grote steden worden dagelijk door dui
zenden auto's verstikt en op veel snelwe
gen zijn files van tientallen kilometers tij
dens de spitsuren en in de weekends niet
ongewoon, waardoor de benaming „snel
weg" soms een wat lachwekkende klank
krijgt. Een geparkeerde auto legt beslag
op 25 vierkante meter ruimte en een rij
dende op zo'n slordige 120 vierkante me
ter.
Het heeft er alle schijn van dat Neder
land binnenkort het strijdtoneel wordt van
een gevecht tussen mens en auto om elke
beschikbare centimeter grond. Het is
prettig te weten dat de heer Van Gurp in
elk geval aan de zijde van de mens staat.
Hij vertelt dat het woord „milieu" in
deze tijd een wat „beladen woord" is ge
worden, maar vindt dat de samenleving
met de auto over dat woord milieu nog
wel een appeltje te schillen heeft. „De
manier bijvoorbeeld die men op het ogen
blik gebruikt om de capaciteit van een
weg te bepalen is volkomen fout. Men
kijkt simpel naar het aantal auto's dat er
per uur overheen gejaagd kan worden.
Worden het er meer. dan heet het, dat de
capaciteit overschreden is. Dat is een al
leszins discutabele benadering".
„Ik ben ervan overtuigd, dat het verkeer
een bepaalde overbelasting veroorzaakt
door geluidshinder, stank, bedreiging van
de verkeersveiligheid, visuele obstructie
voor andere weggebruikers en omwonen
den. Het moet mogelijk zijn een andere
wegcapaciteit te berekenen waarbij de
belasting wordt bepaald die uit een oog
punt van hinder nog acceptabel Is.. Dat is
natuurlijk veel minder dan het aantal au
to's dat je er in een uur in werkelijkheid
overheen kunt voeren. Maar veel straten
worden gebruikt door doorgaand verkeer
dat geen bestemming in de straat heeft.
Dat is hinder zonder dat je kunt stellen
dat de weg zijn maximale capaciteit vol
gens de huidige maatstaven bereikt heeft.
Nu kun je de trottoirs in zo'n straat ver
smallen en het verkeer verbieden linksaf
te slaan om het in beweging te houden.
Dan kun je er nog meer auto's doorheen
sturen, maar het zou- een onjuiste beslis-
jaar kan betalen aan wat meters omrij
den als dat de verkeersveiligheid in een
wijk ten goede komt".
Hij vindt trouwens toch dat Nederland In
het algemeen veel te weinig doet voor het
langzame verkeer, de voetgangers en de
wielrijders, die hij de „vergeten groep
noemt. „In een gemeenteraad wordt soms
nauwelijks gediscussieerd over de nood
zaak van tonnen kostende voorzieningen
voor het gemotoriseerde verkeer, maar
eenvoudige voorzieningen voor het langza
me verkeer komen er vaak niet. Een uit
zondering vormt het voetgangerstunneltje
bij b.v. het Wassenaars dierenpark. Het
is gewoon een kwestie van wat het je
waard is iemand ongestoord en zonder ri
sico te laten oversteken".
Als we voorzichtig het idee opperen dat
Neerlands automobilisten hem hierdoor
wel eens eendrachtig het verwijt kunnen
maken dat hij zich ten opzichte van hen
schuldig maakt aan discriminatie, zegt
hij glimlachend: „Al zou ik het ongenoe
gen van alle Nederlandse automobilisten
op me laden, dan zal ik me daardoor niet
bezwaard voelen. Daarvoor zijn me de
belangen van het langzame verkeer,
waaronder de vele kinderen en en bejaar
den, te groot. Overigens zijn vrijwel alle
automobilisten regelmatig voetganger en
ben ik regelmatig (enthousiast) automobi
list".
De Verkeersacademie Tilburg, die in sep
tember van start gaat. moet mensen afle
veren die kunnen meedenken oplossingen
te vinden voor de problemen die door
„het verkeer" veroorzaakt worden, en
voorzieningen te bedenken ten behoeve
van dat verkeer. Daarbij zullen ze sterk
met de situatie van „overmorgen" bezig
moeten zijn. De heer Van Gurp krijgt do
leiding van dit instituut in handen, en hij
ziet het duidelijk als een uitdaging. Hij is
er vanaf het begin bij betrokken geweest,
omdat hij zitting had in de leerplancom-
missie onder leiding van prof. ir. J. L.
Cuperus.
Omdat het verkeer raakvlakken heeft met
alle facetten van de samenleving (ir. Van
Gurp: men verplaatst zich namelijk met
een bepaald doel") worden naast de tech
nische vakken ook sociaal-wetenschappelij
ke vakken gedoceerd. Er zal onder ande
re les worden gegeven in de verkeers
planning, - techniek, - onderzoek, - beleid,
- onderwijs - veiligheid, - psychologie cn
economie, maar ook in de sociologie, fu
turologie. psychologie, ruimtelijke orde
ning, milieuhygiëne en dergelijke. De
mens- en maatschappijwetenschappen zul
len 50 tot 60 procent van de leerstof uit
maken en de exacte en technische weten
schappen 40 tot 50 procent.
Dat er grote behoefte bestaat aan ver-
keersdeskundigen - zo gaan afgestudeer
den van de academie straks officieel he
ten - blijkt uit het feit dat volgens een op
gestelde raming nu ul zeker 500 aldus op
geleide mensen in Nederland werk zouden
kunnen vinden. Belangstelling voor de op
leiding is er voldoende. De academie kan
het eerste jaar tachtig tot negentig leer
lingen plaatsen, maar heeft al ruim hon
derd aanmeldingen binnen.
Grote behoefte aan verkeersdeskundigen
bestaat bij Rijks-, provinciale- en ge
meentelijke overheden, wetenschappelijke
en adviesbureaus, instituten voor onder
wijsinstellingen. voorlichtingsinstituten,
transportondernemingen, weggebruikers-
organisaties, de politie enz.
LEO ENTHOVEN.
Ir. P. B. »van Gurp
werkte al bij het
(middelbaar) on
derwijs o.a. in
Den Haag, voor
dat hij, na zijn
studie aan de
Technische Hoge
school in Delft, in
dienst trad bij een
ingenieursbureau.
Momenteel is hij
als stafmedewer
ker verbonden aan
hcC adviesbureau
voor verkeersorde-
ning Goudappel en
Coffeng en als zo
danig betrokken
bij de verkeersad-
visering van een
aantal Nederland
se steden en
stadsgewesten.
Naast de begelei
ding van een aan
tal verkeers- en
tervoersstudies
heeft de heer Van
Gurp zich speciaal
toegelegd op het
renovatieprobleem
van stadswijken.
Tijdens een aantal
buitenlandse reizen
waaronder naar
Japan, heeft hij
het samenspel tus
sen individueel en
openbaar vervoer
nader bestudeerd.
Hij is docent aan
de Academie voor
Bouwkunst in Am
sterdam en aan de
cursus verkeers
kunde van de HTS
in Utrecht.
De bestaande openbaar vervoersystemen schieten nog schromelijk tekort om met succes de strijd aan te binden tegen de
auto. Voor veel automobilisten is van een waarlijk alternatief (nog) geen sprake.
Op veel snelwegen zijn files van tientallen kilometers tijdens de spitsuren en in de
weekends niet ongewoon. En dan te bedenken, dat het aantal auto's in de niet al
te verre toekomst zal verdubbelen.
sing zijn. De milieuhinder wordt er alleen
maar door vergroot".
Woonstraten binnen wijken behoren een
voudigweg niet door doorgaand verkeer
gebruikt te worden. Als een straat te
zwaar (milieu) belast wordt moet of een
nieuwe wegverbinding (uiteraard buiten
de wijk) tot stand komen of de kraan
dichtgedraaid worden.
Er moet naar de mening van ir. Van
Gurp een net van wegen voor het „rij
den" komen en wijken van buurten moe
ten zoveel mogelijk voor het verkeer wor
den afgegrendeld: een hoofdweg, met af
takkingen naar de woonkernen.
„De noodzakelijkheid van een dergelijke
scheiding staat als een paal boven water.
Het zal steeds meer worden ingezien. De
mensen nemen het niet meer dat hun
woonstraten misbruikt worden. Het was
uitermate juist dat de bevolking van Epse
een aktie is gaan voeren om van dat ge
vaarlijke kruispunt daar bij de E8 af te
komen. Het is van een kant jammer dat
deze aktie vanuit de bevolking is geko
men: Rijkswaterstaat zou zelf voortdu
rend naar dit soort situaties moeten speu
ren. Ze hebben heel hard een „milieu
dienst" nodig".
„Gelukkig", aldus de heer Van Gurp,
„wordt de laatste paar jaar het uitwerken
van uitbreidingsplannen het verkeer be
wust zoveel mogelijk buiten de woonwij
ken gehouden. Daarnaast moet gekeken
worden hoe de situatie in bestaande
woonwijken kan worden teruggeschroefd.
Hij is allerminst een voorstander van te
veel snelwegen en gelooft dat de oplos
sing vaak gevonden zal moeten worden in
een vergroting van da capaciteit van de
bestaande snelwegen. „Sommige streken
laten zich niet meer door een snelweg
doorsnijden. Dan moet de automobilist
maar een stukje omrijden om bij zijn be
stemming te komen. Dat geeft niets".
Er zijn nog andere situaties waarbij de
plaats van „de auto" nader moet worden
bepaald. „Ik ben er van overtuigd, dat
wat het woon- werkverkeer betreft het
reizen per openbaar vervoer sterk bevor
derd dient te worden, zeer zeker in de
grotere steden. En dan gaat het om meer
dan alleen maar een paar leuzen die beo
gen wat meer mensen naar de stations te
krijgen. We moeten voor beperkte afstan
den tussen de woon- en werkwijken zor
gen, en bij grotere afstanden moeten bei
de bij voorkeur aan een spoorlijn liggen.
Pin een afgedankt goederenspoorlijntje
moet niet gesloopt worden. Er moet geke
ken worden of het geen nieuwe funktie
kan gaan vervullen, of we langs dat lijn
tje niet een nieuw woon- of werkgebied
moeten inrichten".
Anderzijds is de heer Van Gurp van me
ning, dat de bestaande openbaar ver
voerssystemen nog steeds schromelijk te
kort schieten. Voor veel mensen is van
een waarlijk alternatief geen sprake. Ze
ker indien je het voor- en natransport en
de reistijd erbij betrekt. Daarom ontstaat
de gevaarlijke tendens dan maar volledig
op de auto te wedden: een vicieuze cirkel.
Van nieuw naar oud overstappend zegt ir.
Van Gurp dat veel verkeersproblemen in
oude wijken opgelost zouden kunnen wor
den door een herverdeling van de he-
schikbare ruimte. De meeste oude wijken
kampen met een gebrek aan parkeer- cn
leefruimte. De beschikbare ruimte moet
nu voor veel doeleinden tegelijk gebruikt
worden (spelen, rijden, parkeren, groen).
Dat is jammer. „Bepaalde straten moeten
worden aangewezen als ,,rij"-straat, an
dere straten kunnen worden uitverkoren
tot parkeerstraten (door auto's dan haaks
op de trottoirs te plaatsen kun je er heel
wat in een straat kwijt) en nog weer an
dere straten kunnen worden aangewezen
als speelruimte voor kinderen of kunnen
worden omgetoverd tot openbaar groen.
Dat vergt natuurlijk wel een brok opvoe
ding van de automobilist. Die wil nu een
maal rijden en niet lopen".
Toen ik vorig jaar in Borgele, waar ik
woon, het drempelplan presenteerde,
kreeg ik naast veel enthousiaste reacties
een nijdig briefje van een mede-inwoner
van de wijk die eigenaar is van twee au
to's en die me voorrekende hoeveel het
omrijden hem elk jaar zou gaan kosten.
Het betekende veertig gulden meer per
jaar".
Een manier van denken die ir. Van Gurp
nog altijd niet begrijpt. Hij voegt er aan
toe: „Ik vind dat iemand die het zich fi
nancieel kan veroorloven er twee auto's
op na te houden, best veertig gulden per
De centra van grote steden worden dagelijks door duizenden auto's verstikt. Nederland heeft de grootste autodichheid
van Europa.
In Nederland wordt te weinig gedaan voor het langzame verkeer, de voetgangers
en de wielrijders. Een uitzondering vormt b.v. het tunneltje bij het Wassenaars
Dierenpark.