VLUCHTIGE INDRUKKEN VAN INDONESIË NU BM (Wip ZATERDAG 24 JUNI 1972 (3) In lang vervlogen tijden werd er bij de modderige banken van de Brantasdelta in Oost-Java een vreselijk gevecht uitge vochten: de haai Söró, heerser over de zee, kreeg het aan de stok met de kroko dil Bóió, de machthebber van de rivie ren, de riviertjes en het slik van de kust strook. Het gevecht bleef onbeslist en de beide kampioenen trokken zich terug in hun eigen gebied; ze lie ten elkaar in het vervolg met rust. Aan dit legendarische gevecht dankt Indonesië's tweede stad, Soerabaja, zijn naam :Sóró-ing- böjó. haai en krokodil. De onvervalste Soerabajaan noemt zich nog steeds een ,,arèk Söróbójö", een kind dus van de haai en de krokodil. In Soerabaja's stadswapen is het oude gevecht nog steeds in volle gang. Daarin happen, slechts gescheiden door iet heldengedenkteken, de beide dieren verwoed naar elkanders staarten. De zee is er nog steeds. Daaraan én aan de omvangrij ke suikercultuur in het achterland, ontleende Soerabaja, tevens marinestad, zijn belangrijkheid als haven. De rivier is er ook nog. De Biantasrivier ontspringt ergens bij de vulkaan de Ke- loed, maakt een wijde bocht via Toelongagoeng, Kediri en Mod- joketto e nsplitst zich dan in de Porongrivier en de Soerabajari- vier. Laatstgenoemde kabbelt bij Goenoengsari Soerabaja bin nen, deelt de stad via Ngagel, Kajoen en de Goebengsluis keurig in de lengte in tweeën, splitst zich op nieuw bij Ngemplak om tenslotte als Kali Mas in zee uit te monden. Kali Mas betekent Gouden Rivier, maar er is wel enige verbeeldingskracht nodig om in deze bruinebonensoep goudglans te ont dekken. Soerabaja is eigenlijk een reusachti ge lintworm: de stad Is zeer lang (tegenwoordig wel bijna 20 kilome ter) en betrekkelijk smal. Daarin zal in de toekomst zeker wel verande ring komen. Want ook Soerabaja kent zijn ..masterplan", zijn plan van stadsuitbreiding, compleet met industrievestiging en woonwijken. De om de stad gelegen regentschappen, zoals Tandes, Karang Pilang, Wonot- jolo, Roengkoet en Soekolilo zijn bij het gemeentelijke grondgebied ge voegd. Daarmee is Soerabaja gelijk driemaal zo groot geworden; een groei die hoofdzakelijk in de breedte ligt. Zo'n uitbreiding kan Soerabaja uit stekend gebruiken. Omstreeks 1950 telde de stad, officieus, ongeveer 700.000 inwoners. Dat is nu gestegen tot een forse 2,2 miljoen, welk aantal ieder jaar toeneemt. De vroegere regentschappen Tandes en Roengkoet zijn voorbestemd voor industrievestiging; in Wonotjolo en Karang Pilang komen woonwijken. Ook de krotopruiming wil men ter hand nemen. De vieze krottoestanden bij het station Semoet gaan verdwij nen en de bewoners zullen successie velijk overgeheveld worden naar de nieuwe wijken. Ongetwijfeld geen ge makkelijke verhuizing, want het zal hier al wel net zo gaan als elders op de wereld: de mensen zijn verknocht aan hun krot en willen niet weg En de onhygiënische situaties bij Pa sar Atom hebben eveneens hun lang ste tijd gehad. Blindelings In het algemeen is er in de stad wei nig veranderd. Iedere oud-Soeraba- jaan kan er nog altijd blindelings de weg vinden en de oude herinneringen komen als vanzelf op. Neem nou bij voorbeeld de grote begraafplaats Kembang Koening. Daar staat nog het grote grafmonu ment van de verongelukte vlieger: een meer dan levensgroot beeld van een zittende mannenfiguur met vlie gerhelm en -bril, starend naar de einderloze eeuwigheid, zijn rechtedel- leboog steunend op zijn rechterknie en de rechterhand onder de kin.of steunt hij nu met de linkerelleboog op de linkerknie.De echte Soera bajaan weet het wel: te middernacht wisselt hij van elleboog. Niemand heeft dat ooit zien gebeuren, want wie loopt er nou op dat gruwelijke uur op Kembang Koening rond? De vrouw, die vroeger altijd, gezeten op het graf, haar overleden man de krant voorlas, heb ik niet meer ge zien. Het was de vraag of ze kon le zen, want als je goed keek kon je Niet ver van Kembang Koening staat nog het stadion, waar vroeger het roemruchte THOR Tot Heil On zer Ribben) actief was. Daar speel de in het begin van de jaren veertig de vroeger zo bekende international Law Adam, de laatste wedstrijd van zijn leven. Onder de rust werd hij onwel en overleed nadien. Nu is er bij dat stadion een grote sporthal opgetrokken. Bijna alle vroegere bioscopen zijn nog in vol bedrijf. Om de oude na men te handhaven (ze heten nu bijna allemaal anders): Maxim (verbrand en weer opgebouwd), Rex, Metropo- le, Capitol, Luxor, Lucky enzovoorts. Alleen Sampoerna, waar je voor je kon zitten, de bergen kwatjischillen (kwatji: gezouten zonnebloempitten) moest wegvegen, bestaat niet meer als bioscoop. Ja, daar in die Sam- poernabuurt had je vroeger nogal wat huisjes van plezier, waarvan er een met het gastvrije opschrift: „Verzoeke beleefd, alle rassen zijn welkom. Bolle Onvermijdelijk is de gang naar het huis, waar je vroeger gewoond hebt. Het ligt er nog altijd helemaal aan het eind van het oude Simpangpark (thans Taman Simpang Pahlawan) met de rug naar de rivier. Het is al leen wat onherkenbaar geworden, omdat, wat je nu veel ziet, de grote open voorgalerij is gedicht, zodat er twee nieuwe vertrekken ter beschik king zijn gekomen. En, wel, wel, wel, wie komt me daar, woedend blaffend en driftig stoftrappend tegemoet? Dat kan niet anders dan een hele verre nazaat van de oude huishond Bolletje zijn. Er waren in die tiid vele honden in huis en hof, met wonderlijke namen als Bolle, Pompie, Bommel, Oen- toeng, Soboer (Javaanse klankver bastering van de waarschuwing „Pas op hoor") en Komir (dito van het be vel „Kom hier"). Met zijn alle vorm den zij een welgedisciplineerde kudde Kaliasin (Soerabaja), letterlijk zoutrivier, is, vergeleken bij vroeger, vrijwel niet veranderd. Rechts, even voor hef midden, hef gebouw van het vroegere dagblad De Vrije Pers, thans Indonesian Daily News en Djawapos. Daar naast de nog steeds bestaande Toko A. Judah en het technisch bureau Joseph. die in de avonduren luidkeels te keer ging als vreemde voeten het huis na derden. Bolletje, een mengsel van terrier, spaniel en onduidelijker toestanden, was op een vreemde manier op mij gesteld. Af en toe legde zij tenminste vriendelijk kwispelend een onwelrie kende dode rat aan mijn voeten, die ze ergens bij de kali had opgeschar reld. Thuis eten deed ze zowat nooit. Haar dagelijkse portie rijst met v!eesresten berook ze met een vieze lip en ging over tot de qrde van de dag. Maar 's avonds zag je ze wel schooieren op het terras van het res taurant New China. Dat deed ze dan De Goebengboulevard zoals die ook zo geraffineerd dat ze in minder dan geen tijd een voor mij onbetaal bare hoeveelheid nasi-goreng, tjap- tjai, ko-lo-bak en sam-si-Io-soen naar binnen kon slokken. Werpen deed ze wel geregeld. Zo'n stuk of vier jongen, waarvan ze er twee parman tig in de goot te vondeling placht te leggen, teneinde de rest een fatsoen lijke opvoeding te kunnen geven. Eten P.estrurant New China. het staat er neg met Japanse kers en al op de hoek van Simpang en de vroegere Palmenlaan. Alleen heet het nu Glo ry, want sedert september 1965 is het nieuwe China niet meer zo in trek. Maar het eten is er goed en goed koop: flinke portie bahmi goreng met een liter Bintangbier, 250 roe- uah, dat is nog geen rijksdaalder. Zoals in alle restaurants word je, als je nauwelijks zit, bestormd door klei ne schoenpoetsers, die je voeten van je benen schroeven om je af vijf keer gepoetste schoenen nog eens een ex tra riedel van kleef te geven. Aan de overkant, naast de oude Maximbioscoop, is een eethuis van wat eenvoudiger allure. Het gaat er zo ongeveer toe als in de Amster damse Poort van Cleve. Je geeft de bestelling door aan een jongen, die, oe'.e'sterd door de duivel van het middaguur, lui op een bank hangt. Dat gaat zó: .,Ik (we zijn met zijn tweeën): „Ko- 'o-bak sntoe dan nasi rames satoe (eén kolo-bak en één nasi rames)" De jongen schreeuwt in plaatselijk dialect naar een houten schot: „Ke- loba' sidji. rames sidji. Ik „Nas poetih doea dan bir blntang doea (twee witte rijst en twee bin tangbier)". De jongen naar het schot: „Segö 'rö.bir 'rö. van iemand in stervensnood, maar, hokus-pokus, na weinige ogenblikken -staat het bestelde smakelijk op ta fel. Een halve steenworp verderop is waarachtig nog de oude Okie-dokie- bar, nu een soort mini-,,nite"club> De vroegere eenogige uitsmijter is er niet meer. Over eten gesproken: aan Kali Anjar heb je een soort kippenrestaurant. Je eet daar de kip en de bergen witte rijst, die je kan versterken met laaiende sambal-ketjap, gewoon met je vingers. De karkassen gooi je weg, want er lopen schonkige honden en katten genoeg rond. Het oude iaarmarktterrein aan de Djalan Koesoemabangsa (Ketabang) herbergt tegenwoordig een perma nente jaarmarkt en op het daarnaast gelegen vroegere voetbalveld van Tjong Hoa is een lunapark opgetrok ken. Tjong Hoa heet overigens geen Tjong Hoa meer, maar Naga Koe ning (gele draak). Het speelt nu op het herboren Tambaksarisportcom- plex, wellicht op de grond waar hun vaderen begraven hebben gelegen. Want Tambaksari is ingrijpend ver anderd. Het oude stadion is ter gele genheid van de nationale sportweek 1969 vervangen door een modern. Het nabijgelegen Chinese kerkhof werd bij die gelegenheid meteen grondig opgeruimd; daar liggen nu de bijvelden. De toegangswegen Ka- pasari en Sidotopo zijn verbreed. Van een groot stenen huis werd zon der meer vijf meter afgehakt. „En de eigenaar?" vroeg ik een Soeraba jaan. „Oh, tidak apa-apa; seorang kaja. oh niks, dat is een rijke vent. Slenterend door de Embongs en over Simpang, sta je ineens voor het vroe gere IE V-gebouw. Daar is nu de GI- KI-stichting gevestigd. In zekere zin een voortzetting van het oude Indo- Europees Verbond. Het IEV was een beetje overbodig geworden, omdat de meeste Indische Nederlanders naar Nederland waren vertrokken en de achterblijvers in de Indonesische ge- meerschap waren opgegaan. De GI- KI-stichting, die zich op een breed cultureel en maatschappelijk terrein beweegt, staat onder het voorzitter schap van Soerabaja's wethouder van sociale zaken, de heer Davidsz. De stichting beschikt over een wel voorziene Nederlandse bibliotheek en verzorgt, evenals trouwens de Air- langga-universiteit doet, cursussen in de Nederlandse taal, waarvoor veel animo bestaat. Onder de heer Da vidsz' zorg valt ook het Roemer Vis schertehuis voor werkende vrouwen en het welzijn van weduwen van KNIL-militairen, die dikwijls in kom mervolle omstandigheden leven. Vogelvlucht Voor de oud-Soerabajanen nog even in vogelvlucht: op de oude Perakbou- levard staan nog steeds de Gezicht op Soeraboja's stadhuis, i genomen van het kruispunt Sim- pang. Rechts, bij de vlag, de in gang van de befaamde ijssalon Zangrandi. De oude houten „Ja panse brug" die eens de kali over spande is er niet meer. Die heeft plaats gemaakt voor een stevig betonnen bouwsel. huisjes, al wonen er nu geen Neder landse marinemensen meer. Het smerige veld met autowrakken, waarin veile vrouwen huisden, is al- i lang opgeruimd en het grote derma tologische instituut is links en rechts aangeleund door fabrieken. Het in moorse stijl opgetrokken gouver neurskantoor staat nog op dezelfde plaats, evenals het gebouw van hét Nieuw Soerabajaas Handelsblad, al I is daar nu 'een andere krant geves- f tigd. Gemblongan nog hetzelfde even- als Toendjoengan waar de naam Be- retty nog op de bekende autozaak I staat. Het makelaarskantoor Versluis l bestaat nog en is zeer actief en in het Hoenkwehuis komen de winkelen de huisvrouwen hun gewicht op peil i houden met ijs en gebak. Aan de muur hangt een oogverblindende tex- I tielvariatie van Leonardo da Vinci's I Laatste Avondmaal. Geen verande ringen in Simpang. Kepoetran ziet er wat netter uit dan vroeger, maar Pak Roesmin met zijn verrukkelijke geitensate kon ik niet meer vinden. Darmo is aanmerkelijk breder ge worden nu de tram uit het stadsbeeld verdwenen is en Goebeng maakte een redelijk verzorgde indruk. Ach- ter Karangmendjangan (vroegere marinehospitaal) is een heel nieuwe 1 wijk verrezen: een brede kaarsrech te verkeersweg reikt tot Ngagel. En J bij Pasar Kembang staat het r achtige „Roemah Setan" (spookhuis) I nog helemaal leeg. Op de pasars Blauran en Toendjoengan en Pasar Toeri is het nog steeds een druk lo ven en bieden. Bijna alle grote hotels zijn er nog al hebben ze, met uitzon dering van het Simpanghotel en hotel Pregollan, andere namen. 1 Het nieuwe moderne Tambaksari-sfadion; Chinees kerkhof opgeruimd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 10