BIJ ESTEC
NOORDWIJK
HEEFT WEST
EUROPA
DE RUIMTE
Italiaanse minderheidsgroep heeft
de schepen achter zich verbrand
Voor en
tegen
integratie
in kille
Holland
'ZATERDAG 3 JUNI 1972
LEIDSE COURANT
PAGINA 5
Noordwijk Het is bijna symptomatisch voor het doel en streven van de bijna 800 employés van ESTEC, dat meestal
in de talrijke liften van het stoere betonnen Pentagon van de Ruimte op een paar honderd meter afstand van de
zee gebouwd aan de schrale voet van Hollands zandblonde duinen op een knop wordt gedrukt die de passagiers
naar boven doet stuwen. Ook al koestert men de wens, juist naar beneden te willen. Het kan een gewoonte
of verstrooidheid zijn. Feit is, dat ik een ESTEC-werker trouwhartig hoorde getuigen: „We're always facing up wij
kijken altijd omhoog" en deze mentale instelling blijft ook in de lift ongebroken. ESTEC is een samenballing van
Europees zelfbewustzjin. De vlaggen van tien nationaliteiten geven vanuit de verte de indruk dat tussen Katwijk en
Noordwiik een permanente Europese kermis draait, maar in alle openheid weerstaan ze er klapperend en gerafeld de
felle zuidwesterse stormvlagen.
Acht jaar geleden raakte Europa
actief bij het ruimteonderzoek
betrokken. In 1964 werd de Eu
ropese Organisatie voor Ruim
te-onderzoek (ESRO) opgericht
teneinde samenwerking tussen
Europese landen tot stand te
brengen op het gebied van
ruimteonderzoek en technologie
(bevordering van de technologi
sche Ontwikkeling in de lidsta
ten is ééh van de voornaamste
oogmerken van ESRO) voor uit
sluitend vreedzame doeleinden.
ESTEC, in 1968 officieel „inge
wijd", werd de grootste en
meest belangrijke vestiging van
ESRO, uiterst deskundige
teams van ingenieurs, technici
en wetenschapsmensen werden
opgebouwd die in 1971 accuraat
omsprongen met het beschik
baar gestelde budget van 69
miljoen dollar; voor ESTEC be
liep de begroting in dat jaar 44
miljoen dollar.
Wie eenmaal de veiiigheidspolitie-
post van ESTEC (Europees
Centrum voor Ruimte-onderzoek
en Technologie) met een pasjé
is gepasseerd lijkt zo vrij als
-een vogeltje te zijn. Opener en
bloter kan men zich de Europe
se ruimte-aspiraties nauwelijks
voorstellen. Je doet maar en
loopt rond er wordt geen enkel
fototoestel afgepakt. „Iedereen
mag zien wat wij doen", zegt
men hier en de bunkerachtige
laboratoria op de stevige, tril-
vrije duingrond (noodzakelijk
voor bepaalde proefnemingen en
moetingen) liggen erbij als neor-
me showrooms met ondoorgron
delijke apparatuur die iedere le-
ke-bezoeker met stomheid slaat.
In deze weids gerangschikte ge
bouwen met een totale vloerop
pervlakte van 33.000 vierk. me
ter zag West-Europa de eerste
gezamenlijke inspanning op het
gebied van ruimteonderzoek be
kroond met de succesvolle vol
tooiing van de satellieten ESRO
1 en 2. de HEOS-A en de ESRO
IB, die in een vitrine nu mu
seumachtig te pronk staan na
de uitstapjes naar interplanetai
re magnetische velden en zon-
nedeeltjes.
Vrijheid gebonden
Uiteraard is de vrijheid binnen
het ESTEC-complex gebonden.
Je kunt er niet elke deur zonder
meer platlopen; daarvoor is een
kaart nodig die in de sleuf van
I een openingsmechanisme ge
stopt moet worden. Dergelijke
kaarten zijn alleen in het bezit
van bevoegden. Maar ben je
eenmaal onder geleide binnen
zo'n ruimte dan kan een, fijne
ontmoeting tot stand komen tus
sen een feest van vernuft en
techniek en anderzijds een we-
l reld van onbegrip bij de bezoe-
ker, die zich laat voorlichten
door een deskundige en door
gaans „ja", zegt, als gevraagd
wordt of-ie het allemaal be
grijpt. Hier heeft space craft
het voor het zeggen. Dit is het
-terrein van Cosmic Race Study
en de broedplaats van de Sky-
lark. Een schrijver van science
fictionverhalen kan volop sfeer
snuiven in deze heilige hallen
met ketels en vacuümtestka-
mers, luchtfilters en grpte dozen
met schone lucht, onder gewel
dige veren aan de zoldering
om elke vibratie op te vangen
en bij de lichtbronnen van zon-
simulators, die je niet met het
blote oog kunt benaderen zonder
met blindheid geslagen t^ wor
den.
Honderden
wetenschapsmensen
West Europa heeft enkele honder
den wetenschapsmensen en
technici op het ruimteonderzoek
'in Noordwijk losgelaten. Zij ma
ken ongeveer eenderde deel uit
van de ruim 70 £STEC-wer-
i kers.
!}e overige zijn B-gegradueerden
(lager technisch personeel) en
leden van de verschillende ad-
.ministratieve afdelingen en le
den van de huishoudelijke dien
sten. Een meer efficiënt opge
zette werkwijze bij ESTEC is er
,de oorzaak van, dat een deel
van het lagere technische perso
neel, onder wie vrij. veel Neder
landers, zal moeten afvloeien
omdat veel opdrachten bij de
industrie terechtkomen. Contro
le-stabilisatiesystemen, zonne-
windonderzoek, vibratietesten
en zo meer kunnen met minder
mankracht worden gepleegd. De
koffiezetsters, kantinemensen of
postrondbrengers worden niet
geschaad. Hoewel het niet zo
zeer op hen sloeg wat eens Sha
kespeare Hamlet tegen Horatio
"profetisch liet zeggen: „Er zijn
meer dingen in de hemel en op
aarde dan waarvan jij hebt ge
droomd in je filosofie".
'ren lidstaten
Üettemin wordt er veel geld ge
spendeerd aan de zorg rond
onze Europese satellieten en
«ondeerraketten: aan ruimteon
derzoek besteedt Europa 0.04
pet. van zijn bruto nationaal
produkt. Amerika gooit er 25
keer zoveel geld tegenaan,
maar toch heeft ESRO met het
bescheiden budget al resultaten
geboekt die de lof en waarde
ring hebben gekregen van ve-
len. De aandelen van de tien
lidstaten zijn verschillend. De
bijdragepercentages van de vier
„groten", West-Duitsland,
Frankrijk, Engeland en Italië,
zijn resp. 23,8021,9919,12 en
13,98. De zes „kleintjes" met
Nederland op de eerste plaats,
gevolgd door Zweden, België,
Zwitserland, Spanje en Dene
marken, dragen voor resp.
4,73—4,66—3,77—3,23—2,48 en
2,24 pet. bij in 1972
Eigen status
ESTEC leeft op gastvrije grond
een eigen leven met een eigen
status, maar de honderden ES-
TEC'ers die hier werken en een
Italiaanse
academici:
Moeilijk
om in
eigen
industrie
terug
te komen
prima boterham verdienen zwer
men elke dag na gedane
taak uit. Engelsen, Duitsers,
Zweden en al die anderen zijn
opgenomen in de Nederlandse
gemeenschap zonder hun eigen
identiteit te verliezen. Aanpas
sing is voor de meesten van hen
geen probleem, vooral niet als
ze hier een Nederlandse levens
partner hebben gevonden. Ove
rigens doet ESTEC, buiten het
werk om, ook veel voor het „so
cial life" van zijn werknemers.
Een speciale commissie houdt
zich daarmee bezig. Voor sport
en cultuur kÉn de ESTEC-wer
ker bij 25 clubs terecht. Zo is er
een bibliotheek met ca. 5000 boe
ken in alle talen van de ES-
TEC-nationaliteiten (Engels en
Frans zijn bij het Noordwijks
ruimteonderzoek de officiële
voertalen), maar ook zijn er
zo'n 110 man lid van de auto
club, op 3 courts van ESTEC
tennissen er 200 en verder is er
veel belangstelling voor badmin
ton. de smalfilmerij, golf. mu
ziek (1 piano en 200 Hifi-pla-
ten), zeilen, trimmen, fotografe
ren, voetbal en onderwater
sport. Klaverjassen doen ze ook,
maar dat zijn in hoofdzaak de
Nederlanders. Een handjevol
doet aan tafeltennis, judo of
postzegelverzamelen.
Hoogvliegers
Omdat men bij ESTEC het nu
een keer hogerop zoekt, mag
men er ook hoogvliegers ver
wachten. En inderdaad, er
wordt ijverig sportgevlogen en
luchtgedoken vanaf Rotterdam
Airport, waar men toestellen
kan huren bij de Rotterdamse
Vliegclub. Voor ESTEC-inge-
nieurs is vliegen goedkoper dan
ze dachten: een weekendje Lon
den of Parijs voor 85 gulden
heen en weer is al gauw meege
nomen. Bij de Italianen is het
geen uitzondering als de vlie
gers onder hen in een opwelling
van heimwee even een vlugger
tje maken naar Genua.
Italianen in de Hollandse storm
en kilte vormen een huiverend
groepje apart bij ESTEC. Ze
zijn er met hun vierentwintigen.
Spanjaarden bijvoorbeeld, De
nen en Zwitsers zijn er nog
minder, maar Italië heeft in de
totale bijdrage aan het ruimteon
derzoek een aandeel van bijna
14 pet en dan is 24 man op 2
na allen ingenieurs en technici
wel wat aan de magere kant.
Dat vinden ze zelf ook: „Italië
staat bij de ruimtevaart hoog
genoteerd, maar hier zijn wij
een minderheidsgroep", zeggen
mannen als Menardi. Martelli,
Berretta, Novello en de anderen
met enig onbewolkt pessimisme.
Het collectief verdriet compen
seren de Italianen met een gas
tronomische club, prachtige
avonden met nationale gerech
ten en veelvuldige parties.
Ze zijn vrijwillig naar Noordwijk
geivomen. Met name de Fransen
e ingenieurs Novello (links) en
Berretta bij een model van een
der met succes gelanceerde
ESRO-satellieten. (Onvolledig
plaatje, zegt Berretta, want Ita
lianen wijzen doorgaans met een
potlood naar iets).
en Engelsen worden meestal
door hun organisaties voor een
paar jaar uitgezonden en dan
weer teruggeroepen. De Italia
nen kwamen voor eigen risico.
Het is een klein groepje geble
ven, omdat de collega's thuis
moeilijk te overtuigen waren
van een paradijs aan de Noord
zee. Over het algemeen heeft
men in Italië bezwaar tegen het
werken in de Hollandse mist, ze
vinden het klimaat te winderig,
te nat en te guur. Nou, én dan
hebben ze nog gelijk ook, dacht
ik; je moet. als het even kan,
nooit de zon uit je tuintje ban
nen. Wie de sprong naar ES
TEC waagde betaalt nu alle Ne
derlandse belastingen, uitgezon
derd de inkomstenbelasting. Sig-
nor Menardi, die al een jaar of
acht hier woont en opeens ver
draaid goed Nederlands blijkt te
kunnen spreken, heeft het ge
noeglijk hier, met zijn gezin en
de hele accommodatie der lage
landnn. „Wie van ons hier te
rechtkwam, heeft min of meer
zijn schepen achter zich ver
brand. Het is moeilijk om in de
eigen Italiaanse industrie terug
te komen. Wij zijn individualis
ten en blijven dat", zegt hij.
Bij gelegenheid van het interview
heeft een gedeelte van het Ita
liaanse kolonietje een excellente
lunch laten aanrukken. Het ge
beurt niet zo vaak, dat ze bij
ESTEC met het hele stel bij el
kaar zijn, omdat ze over zowat
alle secties zijn verspreid. Al
leen de telecommunicatie kent
een kleine ItaEaanse concentra
tie. „We zijn nu eindelijk 'ns met
z'n allen in staat Italiaans te
praten. Alleen daarom al zijn
we dankbaar dat een journalist
een verhaaltje komt maken",
verdu delijkt signor Kovello me,
helemaal opgevrolijkt. Tussen
het Iingels en flarden Italiaans
door gaat de ESTEC canteen-
uiker in de capuccino, wordt
Italianen wist ik reeds zijn
beminnelijke mensen, die niet
weten wat weigeren is, zelfs als
het maken van afspraken be
treft. Als je vertelt, dat van die
afspraken zelden iets helemaal
terechtkomt, lachen ze begrij
pend en even vriendelijk. Ik
mag rustig aan tafel blijven zit
ten. Italianen en Nederlanders
kunnen veel van elkaar leren,
vinden ze. „Wij zijn, nietwaar,
niet zo precies. Jullie zijn zake
lijker, tot in de verzekeringen
toe. Iemand die bij ons Italia
nen een begrafenispolis zou pro
beren af te sluiten zou zo'n
beetje doodgeschoten worden;
zoiets staat gelijk aan bijgeloof.
Jullie Nederlanders denken te
veel in de toekomst: Ajax wint
van Inter. Er is niemand die
aan verlies denkt. Alleen aan
winnen denken vinden wij kort
zichtigheid". „Ach, wat is win
nen? Als Inter woensdag wint
geven wij een stel Nederlanders
een fles whisky. Dat we dat het
liefste willen hoeven we u niet
te vertellen. Ook heerlijk ais
Ajax wint. dan krijgen wij ten
minste die fles" (die nu inmid
dels dan wel leeg zal zijn.
Sommige van de meest ge
trouwde ESTEC-Italianen
sturen hun kinderen naar een
Engelse of Franse school Daar
is het eerste meningsverschil
over. De Italiaanse twistge
sprekken komen los en zoiets
gebeurt steeds in de beste sfeer.
De één zegt: de Franse basis is
erg goed, staat dicht bij de Ita
liaanse cultuur. Een ander
vindt: cultuur is niet de taal al
léén: je kunt als kind niet drie
culturen tegelijk in je opnemen.
„Jullie met je Nederlandse
vrouw en kinderen hebt makke
lijk praten", zegt een. vrijgezel
tegen zijn niet-celibatafre land
genoten; „menig aspect van het
Nederlandse leven begrijp ik als
Italiaan niet en dat is normaal.
Je kunt niet elke cultuur simpli
ficeren. Ook Byron, die jaren in
Italië woonde, is meer Engels
dan Italiaans gebleven. Laat
hier je horizon verbreden, maar
je diepte is minder geworden",
is het jeugdige oordeel; „je
kunt moeilijker contact houden
met twee of drie levenspatronen
dan met één".
Klitten
Italianen klitten aan elkaar voor
bescherming. Méér dan de an
deren. Voor hen maken de con
dities bij ESTEC het leven ge
makkelijker, ze zijn niet vastge
klonken aan Nederlandse ge
bruiken. Zo gauw ze willen
gaan trouwen, komen er proble
men met de families. De Italia
nen vinden de Hollanders (even
eens) vriendelijk. „Maar hoe
vriendelijk of behulpzaam ze
ook zijn, ze bemoeien zich niet
met je. Het is een gesloten ge
meenschap voor ons", vinden
de ongetrouwden. „Het is moei
lijk etn opinie te geven, we ken
nen ze niet".
Organisatie
In Duitsland, waar sommigen ge
werkt hebben, kwam men in
aanraking met efficiency, met
organisatie. Hier in Nederland
lijkt het daarop, „maar u bent
niet flexibel", is het lichte ver
wijt. „Wij Italianen hebben iets
van de mentaliteit van de boer
op Sardinië met zijn schop die
zegt: die schop heeft me al 50
jaar in leven gehouden, waarom
zou het nu anders moeten?"
Mijn gastheren kennen de Ne
derlanders van een avondje kof
fie drinken, maar blijven
vreemdelingen. Alleen de kinde
ren hebben geen problemen.
Kortom, de Hollanders houden
van gezelligheid en ze hebben
veel problemen van theologie
tot politiek, die ze graag bespre
ken. Dat zijn hun grootste be
trokkenheden.
Het enige dat ik uit een volgend
politiek gekleurd debat aan ta
fel zou willen noteren (bij ES
TEC mag niemand zich over
politiek uitlaten) is, dat men
vindt dat in Nederland alles po
sitief gericht is op de democra
tische instelling: de burgerlijke
opvoeding is hier hoger en het
totale effect produktiever. Of
schoon, je moet een klein land
niet met een groot vergelijken,
zegt men in een andere hoek:
„Wij zijn nog steeds niet ver
enigd en de democratische staat
is nog jong. Het eerste waar ze
bij ons naar vragen is: waar
kom Je vandaan, van Sicilië?
van Milaan?"
Mentaliteitsverschil
Deze Italianen weten waar ze het
over hebben. „Als we teruggaan
vangt onze regering 50 procent
van wat we hier verdiend heb
ben. Er is alleen tussen u en
ons verschil in mentaliteit, niet
in realiteit. Voor de t.v. (er was
op dat moment juist bezoek van
een cameraploeg, elders in het
gebouw, T.P.) vind je hier de-
zelfde stupiditeit als in Italië,
Zweden of Duitsland: als je de
taal niet hoort, weet je niet
waar je bent".
Eén Italiaanse ingenieur (met
weinig Nederlandse kennissen)
vindt het nutteloos, Holland en
de rest te leren kennen. Een an
der (met veel kennissen) zegt:
mijn leven is integratie met de
anderen. Een derde werkte en
kele jaren in Zweden: „Drie
maanden Zweden na de „pro
vincie" (Italië) en de verras
sing is weg. Ik kreeg een droe
vige indruk: ze worden door de
zelfde essentiële dingen gedre
ven. Het is in het westen alle
maal lo stesso: succes, prestige,
social standing, zekerheid, sex
en voedsel".
De Italiaanse minderheid bij ES
TEC heeft zelf een minderheid:
de jeugd, die integratie belang
rijk vindt. „Alleen hier blijven
voor je salaris is niet genoeg,
leder moment van Je leven is
belangrijk". „Dat is louter poë
zie", volgens anderen.
„Ziet u", vertelt „de jeugd" me,
„de getrouwden laat h<-t onver
schillig, met hun rust, hun t.v.,
de luie stoel en het gezinsleven.
Ze hebben het best naar de zin
en voor hun gemoed».rust blij
ven ze Italianen die hun eigen
trekken niet kunnen verlooche
nen. Al wonen ze hier tien jaar,
ze blijven „dag mineer" tege
hun buurman zeggen".
Ton Pieters