SOMMIGEN VAN ONS VOELEN ZICH EEN BEETJE BUITEN HET LEVEN GESTELD Geen automatische verrukking meer bij ambtsjubileum Dr. F. C. J. Holthuizen veertig jaar priester Pastoor T. J. Hilhorst veertig jaar priester Rijwieltochten zijn weer heel erg in trek 197; --•ZATERDAG 20 MEI 1972 LEIDSE COURANT PAGINA 5 NOORDWIJKERHOUT Pristers moe ten een vrij groot aanpassingsvermo gen hhebben. Bij het binnenkomen van de spaarzame brieven van het bisdom) (tegenwoordig is de cor respondentie bijna overstelpend) sloeg vroeger menig pastoor de schrik om het hart: „Ik kan m'n kof fertje wel weer gaan pakken", was dan de eerste reactie bij het zien van de envelop. Dr. F. C. J. Holthuizen, pastoor van de St. Jozefparochie en op 21 mei a.s. veertig jaar priester, kan het weten. „De verhuiswagen heeft een groot deel van mijn leven uitgemaakt. Ik ben nooit ergens ge setteld. Het had iets van het volk Gods onderweg. Maar het is geen saai beroep geweest; dat is zeker." In de ruime werkkamer van de smaak vol intern gerestaureerde pastorie ontwikkelt dr. Holthuizen rijzig en enigszins gebogen gedachten over verleden, heden en toekomst. Hij is een intellectueel en hij heeft geleerd, dat elke geforceerdheid op frustraties kan uitlopen. Pastoor Holthuizen wil nuchter blijven. Hij houdt niet van opjutten en formaliteiten; en dat krijg je volgens hem een beetje bij het vieren van ju bilea. Op zijn verzoek zal het feest met gepaste soberheid omgeven worden. „Omdat ik nu 40 jaar priester ben en 3 jaar ergens zit, moet men niet „automatisch" in ver rukking komen om een sta tus die vereerd dient te wor den. Ik zou die verrukking onnatuurlijk vinden. Die tijd is voorbij, omdat ook onze positie in het kerkelijk leven is veranderd." Pastoor Holt huizen is van mening, dat het priesterschap als zodanig veel werd „bevierd" met erepoorten, fanfares, paar den en bruidjes. „De pries ter heeft een andere plaats gekregen, dat moet ook an ders -geaccentueerd worden. Voor mijn persoon is het stil staan bij die 40 jaar wel van betekenis, maar daar moet je niet een heel volk voor ac tiveren." Priestercultus „Trouwens, drie jaar in een parochie is niet veel", beseft pastoor Holthuizen. „We vie ren het Pinksterfeest nu met bijzondere luister. Ik vind eenvoudige waarachtigheid wel passen iiT deze tijd. Die priestercultus moeten we wat afremmen. Het is een fijne toevalligheid: Pinksteren en mijn jubileum, want van feesten hou ik wel. Zelfs in een tijd van ballingschap (nou ja) moet je feest kun nen maken; blijven zitten met problemen is verve lend." Veertig jaar geleden werd de jongeman Holthuizen met nog 31 klasgenoten door zijn bisschop in het veld gezet. „Het was geen sloom stelle tje. De meesten zijn er nog van over. Er waren e§n paar apartjes bij. Twee werden later prof en verder hebben we nogal wat dekens gepro duceerd, als u begrijpt wat ik bedoel. In opdracht van mgr. Aengenent ging ik poli tieke en sociale wetenschap pen studeren in Leuven. Dat was een welkome aanvulling op de beslotenheid van een seminariestudie en de ope ning naar de werkelijkheid in de maatschappij. Het was ook de juiste inleiding voor functies in het katholieke or ganisatieleven, dat toen zo bloeide. Je voelde je thuis in de problemen van het men selijk beroep. Als geestelijk adviseur van verscheidene verenigingen en in het be- roepskeuzewerk heb ik daar veel nut van gehad. Je wordt iets minder dogmatisch, meer gespitst op de werke lijkheid." Overgang In die Leuvense tijd beleefden priester Holthuizen en zijn mede-studenten al in zekere zin de overgang naar een nieuwere tijd. In 't begin van de dertiger jaren begon men over te steken van het louter juridische en beschrijvende naar het zoekende. „In die in ternationale contacten met „Soms denk je: jammer, dat ik niet mee mag spelen jonge priesters uit landen als Polen en de V.S. beleefde je al een bepaalde ontevreden heid met het traditionele ge- bodene. We voelden allemaal (tot ontzetting van de rec- tor-magltificus) wat er bij jongere priesters leefde. Maar waarvoor wij naar Leuven gestuurd waren, kre gen we niet. Na mijn kritiek loze Warmondse tijd wilde ik, wilden wij, weten hoe we dienstbaar konden zijn in deze tijd: hoe moet het nou in de toekomst? Op branden de vragen kregen we veertig jaar geleden geen antwoord. We vertrokken naar de ziel zorg met een wetenschappe lijke bagage." Voordat student Holthuizen zijn proefschrift over „Voor lichting bij beroepskeuze" ging schrijven, zei z'n pro motor hem: „Schrijf wat je wil, als je maar op de feiten let en niet op dogma's. Ga alsjeblieft niet theoretise ren." „Daar ben ik hem nog dankbaar voor; die dingen gaan niet langs je heen. Mijn omgang met mensen heeft er baat bij gevonden." In Be verwijk maakte kapelaan Holthuizen later fietstochtjes en excursies met werklozen. Dat was een bezigheid voor mensen zonder werk. Het hoorde bij het priesterschap: levensgevoel en tijdverdrijf geven aan mensen die zich niet nuttig konden maken. Verschrikkelijke armoede was zijn eerste priesterlijke contact. Dankbaarheid Tientallen jaren, met daarin een wereldbrand, hebben ook zielzorger Holthuizen tot 1972 gebracht. Er valt weinig te betreuren; dankbaarheid is vandaag het meest op z'n plaats. De pastorie van St. Jozef in het bollendorp Noordwijkerhout heeft nog een vrij fatsoenlijke bezet ting voor een tijdperk waar in de kapelaans „dun" wor den: de pastoor wordt terzij de gestaan door een ijverige en waardevolle pater J. Jan sen msc en dan is daar nog pastor M. Simonse, die op de mavo les geeft en pastoraal werk verricht in de paro chies van St. Jozef en St. Victor. „Ja, en dan maken we ook hier de nieuwe tijd mee", vertelt dr. Holthuizen rustig; „dat gaat minder schoksgewijze, iets geleidelij ker dan iu andere milieus. In deze nog kerkelijk gerich te gemeenschap is geen ont worteling. Door de aard van de mensen al is het geen moeilijke parochie. Ze zijn hartelijk vind ik, je vindt geen nesten van kerkelijke problematieken. Je bent als priester overal nog welkom. Het kerkbezoek loopt natuur lijk wel wat terug, maar nie mand valt van zijn geloof af, dat is duidelijk. Het is een beetje zich afzetten tegen de té grote kerksheid van vroe ger. We leven in een beetje reactionaire tijd." Pastoor Holthuizen: Sommigen voelen zich een beetje buiten het leven gesteld Aanpassen De functie van pastoor Holt huizen heeft geen introduc tie zoals het bedrijfsleven die kent. „Wonderlijk eigen lijk. Je moet er zelf maar iets van zien te maken. Er is geen programma van eisen; je moet je maar aanpassen, er zijn geen duidelijk vastge legde taken. Iets te sterk hebben we nog God zegene de greep. Het blijft een apart beroep waarin we pro beren de zakelijkheden van andere beroepen te verdis conteren. Ik zoek zelf maar de witte plekken op verder. Over het tempo waarin je naar de nieuwe tijd toezeilt, komt overeenstemming in nauwere en diepgaander con tacten met de collega's van de buurparochies en in voe ling met mensen uit de paro chie. Het is een kwestie van oren en ogen openhouden. Dat hele planmatige, daar geloof ik niet erg in. Er is zoveel onzeker en in de mist." In Noordwijkerhout wil men niet overrompelend nieuw zijn. De mensen houden zich over het algemeen bezig met bloemen en bloembollen en daarbij is geen drang naar exotische dingen. Ze bouwen hier niet zo gauw een nieuw leven en een nieuwe visie op. „Dat is geen achterlijke kwestie", zegt pastoor Holt huizen, „Maar een natuurlij ker tempo dan sommige ont wikkelingen in de stad die met breuken gepaard gaan." Teleurgesteld Een beetje teleurgesteld is pastoor Holthuizen wel. Het menselijk contact tussen priester en niet-priester is oppervlakkiger geworden na het wegvallen van de biecht, die vaak 'n spontane weg was voor mensen die met levens moeilijkheden bij de zielzor ger kwamen en waarin de priester een rol kon spelen. Nu is deze weg afgesloten, al heb je in de steden Open Deuren en Stiltecentra. Pas toor Holthuizen vraagt zich af of hij nog wel de juiste communicatiewegen heeft om bij moeilijkheden betrok ken te worden. „Een arts wordt gemakkelijker inge schakeld in crisismomenten van het leven. We moeten een nieuwe manier zoeken om ons disponibel te stellen. In een kleinere gemeenschap hebben we die mogelijkhe den, maar ja, via de biecht stoel liep het gemakkelijker. Een zekere frustratie in deze menselijke functie is wellicht oorzaak van veel ambtsver- latingen. Men voelt zich niet zelden buiten het leven ge steld door de huidige crisissi tuatie. Het zit een beetje in onze roeping toch, dacht ik. Soms denk je: wat jammer dat ik daar of daar niet bij ben gehaald; jammer, dat ik niet mag meespelen. Maar dat hangt ook van het cha risma van ieder van ons af. En dan zit je hier nog in een relatief kleine gemeenschap met tradities. In de steden staat men voor een totaal nieuwe opbouw, waar wel de pioniersgeest veel heftiger is, maar helaas is daar de si tuatie vaak droefgeestiger dan hier." Nieuw type Het wordt werken naar een ander soort Volk Gods, een nieuw type gelovigen, dat zichzelf meer Kerk voelt en zich ervoor interesseert, de eigen rol bewust is. „Dat is wel zo voornaam, je ver heugt je erover dat deze symptomen er zijn. Vreemd, maar in het maatschappelijk leven worden alle verande ringen gemakkelijker aan vaard dan de minste veran dering in het godsdienstige, als je daar aan wrikt, wordt het opeens een probleem. De Kerk en het Leger zijn stati sche elementen, die onwrik baar en in wezen traditioneel zijn. Het troost je wel, met dat leger: Goddank, we staan niet alleen, zou je kun nen zeggen. Mijn ondertoon is geen wanhoop. Ik lijd niet onder de toestanden. Helaas veel gelovigen wèl, die vin den dat het „achteruitgang" is, terwijl het „leven" is." Levend in een uitloper van een formalistisch tijdperk zegt dr. Holthuizen weloverwogen Iets over de celibaatskwestie en de priesterfiguur van mor gen. „Laten de mensen niet denken, d?.t ik ook maar Iets tegen het celibaat heb. Inte gendeel. Ongehuwde pries ters zullen er altijd zijn, maar de kwestie is in ons land nu eenmaal achter haald. De aardappels zijn in Rome nog niet gaar, hier wel. Jammer, dat het nog ja ren moet duren. We wachten nu op mensen die zich in be roep en gezinsleven hebben waargemaakt en door hun karakter aanzien genieten In een levende gemeenschap. Laten we het moment zege nen als wij deze lieden kun nen roepen en tot priester wijden." De jeugdopleiding, broeikas van het priesterschap, is voor pastoor Holthuizen ver leden tijd. Dat ziet hij niet meer als een probleem, maar als de natuurlijkste zaak van de wereld. „We moeten er niet om treuren dat geen jongen zich meer aanmeldt. Geen aflevering van onrijpe seminaristen meer, die met volmacht be kleed zijn, dat is passé. Voor ons ligt een nieuw type gelo vigen, maar ook een nieuwe priesterfiguur, of getrouwd of niet getrouwd, dat is om het even. De informele lei ders van het katholieke le ven worden vanzelf naar vo ren geduwd en do bisschop bevestigt dat. Rome zal dan deze plaatselijke situatie moeten erkennen en er geen afwijking In zien. Een ande re weg is er niet voor het volk Gods." Ton Pieters HILLEGOM Morgen viert pas toor Hilhorst van de Hillegomse St. Josephparochie zijn 40-jarig priesterfeest. In zijn parochie kerk is er zondagmorgen, klok slag 10.00 uur een Plechtige Hoogmis in concelebratie. Pre dikant is deken C. van Ruiven uit Dordrecht, waar ook de a.s. jubilaris ruim 11 jaar deken was. Het parochiekoor zingt van Charles Gounod de „Messe So lemnele onder directie van H. A. I. Brüschke en aan het orgel zit organist Witteman. Zondagmiddag van 14.00-16.30 uur wordt in de aula van de r.-k. LTS-St.Paulus een receptie ge houden. Wens van de jubilaris: als parochiegeschenk een nieu we geluidsinstallatie in de St. Josephkerk. Geheel Hillegom kent deze markante figuur, alom in de woonplaats bekend i om zijn rijke humor, het bren gen van leven in de brouwerij. Hij is een radde prater met ge spierde taalkeuze, beoefent in tensief de gelaatsmimiek en be paald niet wars van vernieu wing. Pastoor Hilhorst werd in Amsterdam geboren en werd als kapelaan in '32 geïnstal leerd in Middelburg, in het Zeeuwse land. Vult hij aan „waar het leven goed is Na twee jaar werd hij kapelaan te Weesp en hij reisde vice versa naar het ouderlijk huis. De voetbalvereniging en de plaatse lijke toneelvereniging hadden daar in hem een vurige suppor ter. In 1936 trok hij naar Rotter dam en in de bezettingsjaren (1942) ging hij naar de Trans- vaalbuurt in Den Haag, waar hij zijn 12i/4-jarig Haags jubi leum vierde. „Daar in die Haagse parochie kon alles, er was toenmaals een geweldig geestelijk leven", zegt pastoor Hilhorst. In - 1956 werd zijn standplaats Vianen en werd twee jaar later het ambt van Deken te Dordrecht toever trouwd. Het zakelijk bestuur lag hem niet zozeer. Zegt hij „pas toors zijn nu eenmaal niet op vallend zakelijk, maar het con tact met burgerlijke overheden was bepaald leuk. Het dekenaat zelf., nee". Sedert 1969 werkt pastoor Hilhorst onder de ruim 1600 zielen van de Hillegomse St. Josephparochie. Binnen de 3 jaar slaagde hij erin, alom in Hillegom zich bemind te maken. Pastoor Hilhorst heeft geen be hoefte aan gevoelige woorden tijdens de a.s. receptie, die ge slaagd is, zo zegt de jubilaris, als de gasten en hij, niet al te veel „saaie redevoeringen" be hoeven aan te horen. Zijn harte- wens: een nieuwe geluidsinstal latie voor zijn parochiekerk. Honderden zullen zondagmiddag na 14.00 uur hem de hand druk ken tijdens de openbare recep tie in de aula van de St. Paulus- school aan de Garbialaan, nieu we woonwijk Elsbroek, achter de Leidsestraat. LEIDEN De Leidse groep „White Rabbit" handhaaft zich nu al ruim drie jaar en groeit nog steeds. Nieuwe ideeën en composities in de eigen, herkenbare White-Rabbit-stijl maken dat de groep een stijgende bekendheid krijgt, niet alleen in Nederland", maar ook in België, Duitsland en Frankrijk. Op het ogenblik staat er een single op stapel met zelf gearrangeerde muziek met een melodieus accent. „White Rabbit" is te beluisteren op de RUK-IN, tweede Pinksterdag in het jeugddorp, waar ook The Hobo String Band, Solution, Cannon en Brave New World spelen. ZOETERWOUDE De flets die bij de komst van de brommer een aantal jaren geleden ten dode opgeschreven leek is weer helemaal terug. De organisato ren van de jaarlijkse Zoeter- woudse Rijwieltochten kunnen daarover meespreken. De 4e lus trum-editie van dit evenement voor Zoeterwoude en wijde om geving boekte vorig jaar ruim duizend deelnemers. Daarmede werd het recordcijfer van 'n jaar eerder met bijna 200 over troffen. Of het overschrijden van „1000 grens" dit jaar door een nieuwe top zal worden gevolgd lijkt een hele opgave. Wel blijkt uit het aantal inschrijvers dat momen teel bekend is voor de 21e uitga ve op zondag 4 juni dat de be langstelling opnieuw groot is. Hoewel men vertrekt met korte tussenpozen per paar krijgen deze opeenvolgende nummers zodat de groep toch bij elkaar blijft. Vanaf hel begin in uir.2 wordt de afstand van 75 km. ge reden. Tien jaar geleden werd voor het eerst geëxperimenteerd met een tocht over 35 km. Aan vankelijk was de belangstelling hiervoor zeer matig maar in de laatste jaren is deze snel popu lair geworden zodat vorig jaar niet minder dan 278 personen deelnamen. Het speciale karak ter van de tocht met een speel se puzzel, welke toch veel aan dacht vraagt, de matige snel heid en het gespreide vertrek, blijkt de grootste bekoring te z.ljn voor de deelnemers. Het steeds groter wordende fietsld- ger heeft er wel toe geleid d$t het vertrek van de eerster steeds moest worden vervroegd. Vorig jaar is men hiermede reed. vunaf half negen begon nen. De rust van de vroege zon dagmorgen langs de wegen blijkt door talrijken gewaar deerd te worden zodat ook nu dit tijdstip is gehandhaafd. Het „Wapen van Zoeterwoude" hoeft toegezegd weer voor een senA- ce-equipe te zorgen om pechvo gels tijdens de tocht weer ver der te helpen. Men kan inlichtingen verkrijgen en inschrijven op de adressen Eloutstraat 9 en Watertje 19, tel. 01715-1229.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 5