B NA AMERIKANEN OOK RUSSEN OP MAAN ZEEBODEM een rijke knollentuin Hoewel het definitieve ontwerp van de ruimtetaxi nog niet komen te zien. Aan de bovenkant van de ruimtetaxi zitten vi kunstmaan hangt boven de taxi. ruimtevaarders Carr, dr. Gibson (een civiel ingenieur) en Po- gue, moet op 28 oktober 1973 worden gelanceerd om ook 56 dagen lang in het Skylab te verblijven. Maar, na afloop van het project Skylab, na 1973 dus, dreigt er een gat te vallen in de bemande ruimtevaartactiviteiten van de Amerikanen. Momenteel werkt de NASA wel aan de ruim- tetaxi j,Space Shuttle", een op een vliegtuig gelijkend ruimte schip ter grootte van een DC-9. Maar de eerste testvluchten daarmee zullen pas in 1976 beginnen, terwijl het toestel eerst omstreeks 1980 operationeel bruikbaar zal zijn. De ruimtetaxi is bedoeld om op goedkope wijze nuttige ladin gen in een baan om de aarde te brengen, zoals bijvoorbeeld onbemande kunstmanen voor wetenschappelijke en commer ciële doeleinden. Maar ook zal men imet de ruimtetaxi defect geraakte kunstmanen voor reparatie naar de aarde kunnen te rughalen. Voor die doeleinden zal het toestel uitgerust worden met een vrachtruim van 20x5 meter, welke ruimte ook omge bouwd kan worden tot passagiersvehblajf. Dit laatste zal ge beuren zodra de ruimtetaxi ook dienst zal gaan doen als pen. delvaartuig tussen de aarde en een groot ruimtestation, hoe wel de plannen voor dat laatste op dit moment nog erg vaag znjn. De ruimtetaxS zal een goedkoop rwmtevervoermiddel worden, omdat het toestel bij terugkeer op aarde in een be trekkelijk korte tijd en zonder veel kosten weer gereed ge maakt zal kunnen worden voor een volgende vlucht. Dit in te genstelling tot de huidige „wegwerpraketten". Bovendien zal de ruim tetaxi een eind maken aan het primitieve gedoe van landingen op volle zee, met alle moeilijkheden en onaange naamheden van dien. Na terugkeer in de dampkring zal het toestel naar een normaal vliegveld zweven en daar een lan ding uitvoeren. APOLLO EN DE RUSSEN Hoewel het officiële NASA-programma dus niet voorziet in be mande ruimtevluchten in de jaren 1971-1978 (de ruimtetaxi zal niet eerder dan in 1978 echt de ruimte ingaan), begint het erop te lijken dat de astronauten te Houston desondanks niet hoeven te wanhopen. Alles wijst er nl. op dat de NASA en de Russische Aoademie voor Wetenschappen overeenstemming hebben bereikt ten aanzien van een tweetal gezamenlijke bemande ruimtevluch ten in 1975 en 1976. De bekendmaking van een dergelijke on derneming wend reeds eind januari verwacht. Volgens insi ders was deze opgenomen in de toespraak van president Nixon aan het congres en de Senaat, eind januari. Spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten in verband met de Indiiaas-Pakistaanse oorlog weerhielden beide landen ervan hun samenwerkingsbesluit bekend te maken. Sedertdien zijn er steeds meer aanwijzingen bijgekomen dat f, is deze tekening een voorbeeld von hoe dit toestel er uit kon en, die op de tekening zijn opengeslagen. Een onbemande de Amerikanen en Russen inderdaad iets dn petto hebben. Zo sprak vorige maand de direkteur van het Centrum voor Be mande Ruimtevaart te Houston, dr. Ohris Kraft, reeds in be dekte termen over de mogelijkheid van een gezamenlijke Rus- sisah-Amerikaanse bemande ruimtevlucht. Eind april werd bekend gemaakt dat beide landen momenteel werken aan de bouw van een model van een koppelingseenheid. Een operatio neel model daarvan zal straks moeten dienen om du verbin ding tussen Amerikaanse en Russische ruimteschepen tot stand te brengen. Volgens betrouwbare bronnen zou het eerste experiment moe hen plaatsvinden in juni 1975. Daartoe zal eerst een onbemand ruimtestation van het type Saljoet door de Russen worden ge lanceerd, gevolgd door drie kosmonauten in een Sojoez-capsu- le. Nadat deze Sojoez aan de Saljoet is vastgemaakt, moet vanaf Kaap Kennedy de lancering volgen van een Apollo met drie astronauten. Ook dit ruimteschip zal vervolgens aan de Saljoet worden gekoppeld, waarna Russische en Amerikaanse ruimtevaarders gezamenlijk 48 uur lang experimenten moeten uitvoeren. Ook de tweede gezamenlijke Russlsch-Amerikaanse ruimte- vlucht zal bestaan uit de koppeling van een bemande Sojoez- en een bemande Apollo-capsule aan een Saljoet-ruimtestation. D e tweede keer zal hot hele experiment echter ongeveer 14 dagen in beslag nemen, om de zus bemanningsleden do gele genheid te geven een grote hoeveelheid wetenschappelijke ur- beid te verrichten. Die tweede gezamenlijke vlucht zou in de zomer van 1976 moeten plaatsvinden. De definitieve aankondiging van beide vluchten wordt nu deze maand verwucht, en wel tijdens het bezoek van presi dent Nixon aan Moskou. Hot Amerikaanse staatshoofd zal op 22 mei naar Moskou vertrekken. Meer of minder ter gelegenheid Van datzelfde bezoek ook- wordt verwacht dat de Russen een ruimtestation van het type Saljoet zullen lanceren, gevolgd door de Sojoez-12 met twee kosmonauten aan boord. Zoals bekend verbleven vorig jaar juni de kosmonauten Do- brovolski, Volkov en Patsajev drie weken lang aun boord van de Saljoet-1. Zij kwamen echter om het leven toen zij na beëindiging van hun taak in de Sojoez-11 naar de aarde terug keerden. Verwacht wordt dat de Sojoez-12 bemanning ook weer drie weken in de nog te lanceren Saljoet-2 zal moeten verblijven, en dat na haar terugkeer op aarde nog eens twee kosmonuu- ten zes weken lang hun intrek in het ruimtestation zullen ne men. Dit alles valt op te maken uit vage berichten die reeds in maart jl. in de Russische pers circuleerden. Of de Russen echter inderdaad klaar staan voor een nieuwe bestorming van de ruimte, is een vraag die ze alleen maar door de verwuchte lanceringen kunnen beantwoorden. GERARD J. PLUKKEL. >dig Deze tekening toont het Amerikaanse Skylab, dat volgend jaar in een baan om de aarde gebracht zal worden. Geheel linksonder Als tj is het Apollo-vaartuig te herkennen en rechts de vroegere rakettrap, die nu als ruimtestation dienst zal gaan doen. De grote schotel, n daa| v/aar het astronautfiguurtje bij is getekend, bevat de serie zonnetelescopen. ite uil 1 Nu de Apollo-16-astronauten Young, Mattingly en Duke weer veilig in Houston terug zijn, en de rijke buit aan maange- steente, foto's en waardevolle metingen binnen is, zijn de Ver enigde Staten een stap verder gekomen in het onderzoek van de maan, maar ook een stap dichter bij de beëindiging van de operationele fase van het Apollo-project. Deze maand precies elf jaar geleden kondigde wijlen president John F. Kennedy het bemande maanprogramma aan als een soort van presti geobject in de koude oorlog. Het project werd uiteindelijk een grote wetenschappelijke onderneming, hetgeen nog weer eens door Young, Mattingly en Duke werd bewezen. Maar thans is het praktisch voorbij. In december zal de laat ste Apollo maanwaarts reizen, voor wat voor Lange tijd het laatste bezoek van Amerikanen aan de maan zal worden. De ApoHo-17, met de astronauten Cernan, Evans en dr. Schmitt (een geoloog) moet op 7 december 1972 van Kaap Kennedy vertrekken. Hoewel daarmee het Apollo-project zal /orden beëindigd, wliLdait nog niet zeggen dat ook gelijktijdig .et gehele maanonderzoek wordt stopgezet. Integendeel. Ei genlijk is dat onderzoek nog maar net begonnen. Weliswaar hebben de Apoïlo-exp edities reeds tot vele verrassende ontdek kingen geleid, maar de bij het onderzoek betrokken geleerden schatten dat zij nog minstens 10 jaar nodig zullen hebben om alle verkregen gegevens uit te werken en zodanig te combine ren dat men een totaal beeld zal krijgen van de maan als he mellichaam in ons zonnestelsel. En hoever er met betrekking tot dit voortgezette onderzoek wel aan de toekomst wordt gedacht, blijkt uit het feit dat meer dan 90 procent van al het tot nu toe naar de aarde ge brachte maangesteente in zijn oorspronkelijke staat is opge borgen. Dit geschiedt in de verwachting dat in de komende decennia betere onderzoekmethoden zullen worden qntwik- keld, nieuwe technieken die een veel optimalere analyse van de maanmonsters mogelijk moeten maken. RUSSEN NAAR DE MAAN Dit alles neemt echter niet weg dat we in december voorlopig voor het laatst mensen op de maan zullen kunnen zien wande len. Amerikanen zullen er zeker de eerste 15 jaar niet meer komen. En sommige pessimisten in Houston betwijfelen zelfs of er voor het jaar 2000 nog iets van zal komen. In de komende jaren zal de maan dus louter Russisch onder zoekgebied worden. Dat zal eerst nog gebeuren middels on bemande Loena's voor het ophalen van maangesteente en het op de maan deponeren vari mobiele en vaste waarnemingsin strumenten. En vervolgens mag verwacht worden dat na 1974 ook Russische kosmonauten op onderzoek zullen gaan naar onze heelalbuur. En wat zijn de Amerikanen na de Apollo-17 nog van plan op het gebied van de bemande ruimtevaart? Welnu plannen zijn er te over, projecten die een zeer belangrijke plaats zullen in nemen in het onderzoek van de aarde en de ruimte. Maar ze hebben alle betrekking op operaties in banen om de aarde. In 1973 zal de NASA beginnen aan de uitvoering van het Sky- lab-programima, een project waaraan reeds vele jaren is ge werkt en dat in een recordtijd van acht maanden zal worden afgewikkeld. Het gaat daarbij om een klein ruimtestation, het Skylab, dat driemaal bewoond zal worden door telkens een team van drie astronauten. Het Skylab is afgeleid vam de oorspronkelijke derde trap van de Saturnus-5 maawraket. Het woon- en werkverblijf voor de bemanningen is wat eerst de waterstoftank was, terwijl de lege zuurstoftank in het Skylab benut zal worden als vuilnis bak, waarin de astronauten al hun afval kwijt kunnen. De wa terstoftank, diie een totale inhoud van 283 kubieke meter heeft, is in tweeën gedeeld door een metalen vloer. Het bovenste ge deelte (als men tenminste in de ruimte nog van boven en on der kan spreken) is daarbij ingericht als werkruimte. De an dere helft van de tank wordt de woonruimte van de bemannin gen, inclusief slaapzakken, een echt toilet, een al even echte douche en zelfs een keukentje, met de mogelijkheid om war me maaltijden te bereiden. Aan het Skylab zijn voorts verbonden een pakket met een se rie telescopen voor het onderzoek van de zon, een soort stuur huis, te vergelijken met de cockpit van een vliegtuig of de brug van een schip, en tenslotte een cilinder met twee aanleg steigers voor Apollo-capsules. Aan boord van het Skylab zullen meer dan 50 experimenten worden uitgevoerd, waaronder veel medische. Ook zal het ruimtestation worden voorzien van een serie camera's, waar mee de aarde geobserveerd zal worden voor het onderzoek van de milieuvervuiling, het ontdekken van ziekteverschijnse len in uitgestrekte land- en bosbouwgebieden en het vinden van natuurlijke hulpbronnen op het vasteland en op de ocea- Het ligt in de bedoeling het alles inclusief 77 ton zware Skylab te lanceren op 30 april 1973. Het ruimtestation moet in een cirkelvormige baan op een hoogte van 435 kilometer bo ven de aarde terechtkomen. De volgende dag, op 1 mei, zal een Apollo gelanceerd worden met de astronauten Conrad, dr. Kerwin (een arts) en Weitz. Nog diezelfde dag zal dit drietal hun ruimteschip vastkoppelen aan het Skylab en in het ruim testation overstappen. Conrad en zijn twee metgezellen moe ten daarna 28 dagen in het Skylab wonen en werken, alvorens ap 29 mei weer naar de aarde terug te keren. Op 30 juli 1973 zullen de astronauten Bean, dr. Garriott (ge specialiseerd in de elektrotechniek) en Lousma naar het Sky lab gaan. Zij moeten vervolgens 56 dagen in de ruimte door brengen. De derde en laatste bemanning, bestaande uit de NEW YORK (UPI) Het duurt geen tien jaar meer voor dat reusachtige mijnbouwmachines tot op zes km diepte miner»2en gaan winnen van de zeebodem. Het worden de nieuwe gereedschappen in de strijd om deze verborgen rijkdom, die voor het eerst in de geschiedenis binnen het bereik van de mensheid komt. Mijnbouw onder water bij de kust van veel landen. Wat nu in zicht komt is het uit breiden van deze mijnbouw tot de diepzee, aldus deskundi gen van de Verenigde Naties. Zij verwachten dat het nog wel enkele jaren, misschien zelfs tiental len jaren, zal duren voordat diepzee-mijnbouw op werkelijk grote schaal ontwikkeld kan worden, omdat de kosten enorm hoog zijn. Er bestaan al minstens 100 onderzeemijnen bij de kusten van Aus tralië, Canada, Chili, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Ja pan, Polen, Spanje, Taiwan, Turkije, Engeland en de Verenigde Sta ten. Mineralen Er worden mineralen zoals steenkool, ijzererts, tin, nikkel, ko per, goud en kalksteen gewonnen. Bovendien zoekt men voortdurend naar zware metalen zoals goud, tin en platina op en in de zeebo dem. Voorbereidend werk heeft aangetoond dat er bij de kust van Cambodja, Thailand en Zuid-Vietnam edelstenen voorkomen en dat bij de westkust van de Golf van Thailand goud ligt. Een andere groep metalen titanium, zirconium en thorium is al gewonnen uit strand- en duinzand in Australië, Nieuw-Zeeland Ceylon, Afrika, India en de VS. Deze metalen worden gebruikt in de vliegtuigindustrie en in het vormzand in de metoalgieterijen. Ver wacht wordt dat de grote vraag de produktie uit de hoogwaardige ertsen die in ondiep water voorkomen, de komende jaren zal stimu leren. Naast dit alles zijn momenteel in 60 landen 300 ondernemingen be zig met een andere vorm van ontgirning van de zee het winnen van mineralen die in zeewater opgelost zijn. Daaronder zijn zouten van magnesium en in geringere mate van kalium en ca c um, broom en zwaar water. Praktisch al dit werk blijft beperkt tot de betrekkelijk ondiepe delen van de territoriale wateren. De werkelij- - ke rijkdom ligt volgens VN-deskundigen in de internationale diepzee- bySt6ffi6l1 zone, in de vorm ven mcngcanknollen en -korsten. Verscheidene industriële ondernemingen in de VS en Japan hebben grote delen van de diepzeebodem afgezocht. Het onderzoek heeft tot dusver uitgewezen dat aan de oppervlakte liggende knollen met bui tengewoon hoog gehalte aan koper, kobalt, nikkel, mangaan en an dere metalen waarschijnlijk in voldoende hoeveelheden voorkomen op 3600 meter diepte en lager. Monsters die onlangs in de Stille Oceaan en de zuidelijke wateren rond het Zuidpoolgebied genomen zijn tonen tevens aan dpt man- gaanknoüen voorkomen in bezinksels op slechts enkele meters onder de zeebodem. Het is echter nog niet zeker of deze lagen rijk genoeg zijn voor economische ontginning. Er zijn nu twee geheel nieuwe systemen voor deze mijnbquw, die met succes in 1970 zijn beproefd, een ontworpen in Japan en een in de V.S. Het Amerikaanse systeem wordt gebruikt op een omge bouwd vrachtschip, in het Blnke-plateau, 270 km van de kust van Georgia. Het bereikt al bijna een kilometer diepte en zal tot 6Q00 meter diepte gaan. Dit systeem bestaat uit een op een slee lijkende baggerkop die tij dens het trekken over de Oceaanbodem voor het verzamelen van de knollen in een zuigbuis door een televisiecamera wordt gevolgd. Een spant van 46 m lengte houdt de buggerkop omlaag en verleent buig zaamheid aan de buis. Verscheidene pompen zuigen de bagger omhoog. Het Japanse systeem is in de Stille Oceaan beproefd, ongeveer 400 km ten noorden van Tahiti.. Het is een graafmachine met een „ein deloze ketting van emmers, die tot bijna vier km diepte kan worden neergelaten. Dit betrekkelijk eenvoudige systeem, dat op de manier van een transportband werkt, heeft meer dan vier jaren van ontwerpen en laboratoriumproeven geëist. Het is een zeer sterke kabel van poly- propyleen, 2,4 maal zo lang als de waterdiepte, waaraan een groot aantal speciaal vervaardigde stalen emmers op regelmatige afstand bevestigd zitten. Dc emmers dalen af langs een geleidende windas aan de boeg, trekken langs de zeebodem en scheppen duur dc knol len op. Zij worden dan weer aan het achterschip opgehesen en daar leeggegooid. Het Japanse systeem kon niet bij hoge zee werken en vereist een tamelijk lang schip om te voorkomen dat de kabels in dc knoop ra ken. Het is echter goedkoper en eenvoudiger te bedienen dan het zuigbuissysteem van Ame ns ontwerp. Deze twee, en andere g« i soortige experimenten wijzen er echter op dat de schatten van de diepzee in toenemende mate worden ont gonnen en dat het nodig is tot internationale overeenstemming tc komen over de manier waarop dat moet gebeuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 15