KINDEREN LEREN AL VROEG ROKEN Oud-deken van Johannesburg: „HET REGIME HEEFT NOOIT LEUK GEVONDEN WAT IK ZEI" ,ZE HEBBEN EEN VREEMD GEVOEL VOOR HUMOR" VERBIEDEN HEEFT GEEN ZIN, INTEGENDEEL ZATERDAG 6 MEI 1972 aaldj Naar Londen Rommeltje J Toen zijn moeder zijn vader Verliet, nam zijn vader een Au- itralische huishoudster" in lienst. „Volslagen heiden", zegt Ie deken. „Een rommelzooi, een Epische familie in het verre losten1Hij werd aan de zorgen j 'an de dochter van de dominee M toevertrouwd. Hij heeft zijn ■■Öj hoeder nog maar een keer ge- lion, e® zijn vader om de twee 'laar. fi i)e jongen werd met zijn broer J In zuster door de dochter van o; Ie dominee mee terug naar En- d leland genomen, naar een kost- ot 'chool gestuurd en door de jC ivangelische wol van de kerk leverfd, het ergste wat er naar i'jn mening is. Hij kwam van G-' 'e kostschool na gezworen te In een flat in noord-Londen heeft star-reporter Terry Coleman van „The Guardian" een gesprek gehad met de befaamde oud-deken van Johannesburg, Gon- ville Ffrench Beytagh, wiens openlijke uitdaging van de apartheidspolitiek ertoe leidde, dat hij als ge volg van het optreden van de Zuidafrikaanse veilig heidspolitie voor het gerechtshof werd gebracht. Hij werd toen tot vijf jaar gevangenisstraf veroor deeld, maar onlangs is het vonnis in hoger beroep vernietigd en kon hij Zuid-Afrika verlaten. Wij ge ven hierbij het interview weer dat Terry Coleman met deze menselijke man had. Gelukwensen voor de deken van Johannesburg, Gonville Ffrench Beytagh bij zijn vrijlating enkele weken geleden. De Deken van Johannes burg is een aardige kerel en is dat altijd al geweest van zijn vijfde jaar af, ver weg in Shanghai, toen hij om medische redenen jene ver dronk. Op 22-jarige leeftijd werd hij op een dronkemansfeestje met een ijzeren staaf geslagen, en hierdoor werd hij aan het denken gezet over het christendom. Een tijdje la ter vertelde hij zijn vrien din: „Weet je Naomi, ik denk dat ik geestelijke word". Ze bleef lachen. hebben, dat hij nooit meer een voet in de kerk zou zetten en vertrok via het „Emigratieplan voor leerlingen van jongens kostscholen" naar Nieuw-Zee- land, waar hij „hobo" werd, as sistent-schapenscheerder, en meester in goddeloze taal. De helden van zijn leven waren gangsters in romannetjes. Daarna vertrok hij naar Zuid- Afrika en liep daar 'n gebroken kaak op dankzij de in de aanhef genoemde ijzeren staaf en lag in het ziekenhuis aan het meisje te denken waarmee hij zou trou wen (van wie hij zich de naam niet meer kon herinneren), dacht aan de kinderen die zij zouden kunnen krijgen, en kwam tot de conclusie dat hij niet wilde, dat zijn kinderen gangsters zou den worden, maar liever zoals Alan Paton, die hij ontmoet had en bewonderde en die christen Hij is, dat is duidelijk, niet met dat meisje getrouwd. Ook niet met voornoemde Naomi. Maar hij zond wel een briefkaart naar de bisschop van Johannesburg om hem te vragen hoe hij pries ter kon worden. De bisschop vroeg waarom hij geestelijke wilde worden, en hij antwoordde dat dat eigenlijk wel het laatste was wat hij wilde en zeker het leiden van moedersorganisaties. Maar hij had het gevoel dat hij priester móést worden. De bis schop was overtuigd. Ffrench-Beytagh werd diaken, priester, kapelaan, rector, ka nunnik, daarna in het begin van zijn veertiger jaren, deken van Salisbury, Rhodesia; en daarna in 1964, deken van Johannes burg. Eerste botsing Wanneer vond de eerste botsing met het Zuidafrikaanse regime plaats? „Oh", zegt hij, „het regime heeft nooit leuk gevonden wat ik zei". Toen hij op het vliegveld van Johannesburg aankwam om aan zijn nieuwe taak te beginnen kwamen verslaggevers naar hem toe die hem vroegen of het waar was dat hij gezegd had dat Zuid-Afrika geregeerd werd met de zweep en het geweer, en hij antwoordde dat dit inderdaad De Zuidafrikaanse regering heeft nooit echt veel waacderinS j voor de deken kunnen opbren- ;8J gen. In 1971, na zes jaar deken van Johannesburg te zijn ge- weest, werd hij gearresteerd en van veel verschrikkelijke dingen !pef! beschuldigd, onder meer van ee1 een samenzwering om de Staat i «.middellijk ten val te brengen en van het weggeven van geld aan armen. Men had hem ook horen zeggen dat een kolonel van de veiligheidspolitie doodge- schoten zou moeten worden, H maar wat dat aangaat... hij F; heeft hetzelfde van verscheidene Anglicaanse bisschoppen gezegd. „Ja", zegt hij, „Schiet de ellen delingen dood. De Zuidafrika ners begrijpen dit niet. Zij yat- ten de dingen te letterlijk op. Ze hebben een vreemd gevoel voor De deken, de zeereerwaarde heer Gonville Aubie french-Beytagh, werd eerst schuldig bevonden en tot vijf jaar gevangenisstraf ver oordeeld, maar onlangs is dat vonnis in hoger beroep vernie tigd en vloog hij regelrecht naar Londen, voordat bepaalde Afri kaanse enthousiastelingen die zichzelf de Bond van Broeders en de Ossewagan Vuurdragers noemen de zaak in eigen hand zouden nemen en hem dood zouden slaan om het „ver raderlijke liberalisme" van de gerechtshoven te corrigeren. Sommigen van hen hadden al eerder zijn auto opgeblazfen. Ik sprak met de deken in noord-Londen in de flat van miss Alison Norman, een oude Vriendin, die tijdens het proces lady Alison heette. Ze is geen lady Alisqn. Dat was een van de vele onjuiste informa ties, die door de inlichtingen man van de politie, tevens hoofdgetuige k charge .gegeven werden. Maar ze is een verre nicht van wijlen sir Montagu Norman van de Bank van Enge land en ze heeft ruim 160.000 van haar eigen geld aan de de ken gegeven om eten, kleren en andere noodzakelijke dingen voor politieke gevangenen en hun gezinnen te kopen. De de ken is zestig jaar geleden in Shanghai geboren. Zijn vader was katoeaihandelaar die opge- was tot rooms-katholiek I' priester, maar vluchtte uit het seminarie voordat hij tot priester gewijd werd, daarna altijd fel anti-religieus gebleven is en altijd zijn vinger op de au- j toclaxon hield als hij voorbij een band van het Leger des Heils reed. De jonge Gonville werd Anglicaans gedoopt, hoewel zijn moeder geen geloof had. Een pijp. als zuigertje voor een baby, die er al lustig op los paft. Mogelijk een methode om hem het snoepen niet aan te leren. Verbieden heeft weinig zin: het verbod wordt een uitdaging verhindert het dan nog? Ziekten aan hart en bloedvaten zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. De mensen worden meer en meer gevoelig voor het probleem, de massame dia besteden er steeds meer aandacht aan. Goede raadgevingen zijn in overvloed voorhan den: minder vet, meer beweging, oppassen voor zwaarlijvigheid, minder stress, niet roken, matig gebruik van alcohol - ie der van ons kent het lijstje al van buiten. Maar tussen zeggen en doen blijft voor velen nog een hele afstand be staan, die niet zo ge makkelijk te overbrug gen is. Vooral het roken staat in een slecht blaadje bij de hartspe cialisten. Want het ro ken, dat ongetwijfeld een belangrijke rol kan spelen bij het ontstaan van longkanker, zou nog veel schadelijker zijn door zijn nadelige in vloed op ons hart en onze bloedvaten. In tegenstelling tot het spreekwoord „goed be gonnen, half gewonnen", zouden we over het ro ken beter kunnen zeg gen: vroeg begonnen, al les verloren. Want heeft men eenmaal de smaak van de sigaret te pak ken, dan komt men er niet gemakkelijk meer vanaf. Ruim 70 procent van de volwassen ro kers zouden eigenlijk wel met roken willen stoppen. Maar slechts de helft van hen die willen stoppen, proberen dit ook daadwerkelijk te doen. En dan nog is men veelal binnen drie maanden recidivist. Het is verwonderlijk dat de meeste mensen weer door de knieën gaan, hoewel meer dan de helft verklaart dat ze zich fitter en gezonder voelen als ze het roken staken. Negentig procent van de rokers verklaart dat ze niet zouden roken als ze er nooit aan be gonnen waren, en als ze over de ervaringen had den beschikt die ze nu bezitten. Deze duidelijke gegevens tonen voldoen de aan dat het de moeite loont het rookprobleem aan te pakken in zijn be ginstadium: bij de kin deren. Lagere school Onderzoekingen naar de rookgewoonten van kin deren in het lager onder wijs gaven een aantal verrassende inlichtingen. In Amsterdam rookten in 1958 reeds 28,4 pro cent van de jongens en 7,6 van de meisjes in het vierde schooljaar. In het vijfde schooljaar waren de cijfers al opgelopen tot 44,9 procent voor de jongens en 12.5 procent voor de meisjes. In het zesde schooljaar stabili seerden de cijfers zich: respectievelijk 47,3 en 10,8 procent. (Het onder zoek is niet herhaald, zo dat deze ciifers als eni ge beschikbaar zijn). Vanaf de leef:id van 12 jaar orat het sigaretten gebruik in stiiqende lijn tot de leeftijd van 16 jaar, waarop de m nste adolescenten hun H-':ni- tieve rookgevv nten aannemen, d.w.z. een derde niet-rokers tegen twee derde rokers. Een belangrijke aanwijzing, die de cijfers hebben op geleverd, is het feit dat een groot gedeelte van de kinderen hun rookge woonten al aannemen gedurende het lager on derwijs en niet geduren de het middelbaar on derwijs, zoals sommigen verkeerd veronderstel len. Uitdaging De vraag naar het waar om van het roken door kinderen is gewichtig, omdat een goed ant woord al het begim van een eventuele oplossing in zich draagt. Sommige kinderen beginnen te ro ken uit nieuwsgierigheid, anderen doen het omdat hun vriendjes het ook doen, weer anderen be ginnen eraan om zich een houding te geven. Voor sommige kinderen is roken het middel om „het gezicht niet te ver liezen", terwijl ook het voorbeeld thuis en op school van invloed is. Er zijn zelfs kinderen die beginnen te rokep omdat ze het rookverbod van hun ouders aanvoelen als een uitdaging. Ze be ginnen te roken juist omdat het hun verboden wordt. Opvallend is ook dat de redenen om te gaan ro ken bij kinderen boven de 12 jaar geheel ver schillend zijn. Tussen 13 en 17 jaar worden nieu we argumenten aange voerd, zoals: roken ver hoogt mijn concentratie vermogen, roken heeft een kalmerende uitwer king, ik rook om de tijd te doden, ik kan het een voudig niet laten, enz. Vanzelfsprekend De vraag waarom som mige kinderen niet ro ken is. even belangrijk als de vraag waarom ze wel beginnen te roken. Het probleem is bestu deerd bij niet-rokers in de leeftijd van 13 tot 17 jaar. Twintig procent had geen werkelijke re den: de kinderen vonden het vanzelfsprekend dat ze niet rookten; 15 pro cent vond roken vies, 34 procent van de 12-jari- gen en 12 procent van de 17-jarigen rookten niet omdat ze meenden dat roken slecht is voor de gezondheid, 10-15 pro cent meende dat roken nadelige invloed had op hun sportieve prestaties, 9 procent vond roken te duur en 4-8 procent had eenvoudig geen behoefte in die richting. Hoewel de helft van deze leef tijdsgroep wist dat roken longkanker kan verwek ken, gaf slechts 0,6 pro cent dit als reden op voor het niet-roken. Verbieden Op het eerste gezicht lij ken maatregelen tegen het rokon juist bij kinde ren simpel en afdoende: eenvoudig het roken ver bieden. De ondervinding leert evenwel dat dit niet zo afdoende is als men zou wensen. Zoals gebleken is uit het on derzoek: het rookverbod is voor veel kinderen een uitdaging om het toch te doen. Anderzijds hoeft men niet over heel veel fantasie te beschik ken om het rookverbod te overtreden. Het aanjagen van angst is immers een slechte raadgever en leermees ter. Het feit dat men op 60-jarige leeftijd long kanker kan krijgen, be roert iemand van 12 jaar evenmin als de voorspelling dat hij in de hemel van gouden borden moet eten. Aan de andere kant zien de kinderen hoe de wereld der volwassenen voort durend zondigt tegen zijn eigen raadgevingen. De volwassenen en op voeders hebben het pro bleem ook geprobeerd aan te pakken als mode verschijnsel. „Roken is ouderwets", zou de kreet moeten zi|n om de kin deren van het roken af te houden. Ook dit'heeft geen noemenswaardig resultaat, want overal worden mannen en vrou wen gevonden die het te gendeel bpwijzen, Te vens is in alle kranten te lezen dat het sigaret- tenverbruik nog steeds een stijgende lijn ver toont. Een overtuigend en dui delijk adviserend ge sprek schijnt het besto resultaat te hebben. De basisgedachte voor dit gesprek komt neer op het volgende: er zijn nu eenmaal dingen die vol wassenen doen of niet doen, maar die door kin deren niet op dezelfde wijze kunnen worden ge daan. Er zijn allerlei be zigheden die als voor beeld kunnen dienen. Eventueel kan men het kind op een of andere wijze belonen wanneer het de goede raad op- Volgt. De nadruk van de opvoeders moet liggen op de factoren geduld en zelfcontrole. Tevens zijn kinderen gevoelig voor het argument dat roken de sportprestaties ver mindert. Het loont alles zins de moeite het pro bleem eens van deze kant aan te pakken. Want de autoritaire me thode van verbieden heeft tot een volledig bankroet geleid. DR. 1CKX. zo ongeveer was dat hij gezegd had. In 1966 werd 'hem gevraagd voor te gaan in een dankdienst voor de republiek, maar hij be dankte daarvoor en zei dat er niets was, waarvoor men dank baar kon zijn. Als de Zuidafrikaanse regering het op de kerk gemunt had, en de deken in opspraak wilde brengen, waarom dan met zo'n ongeloofwaardige beschuldi ging gekomen? Waarom waren de beschuldigingen die tegen hem werden ingebracht niet zwaarder dan het geven van schoolblazers aan de kinderen van gevangenen, of gemakkelij ker te bewijzen dan de aange voerde samenzwering om slag schepen te saboteren? Als zij hem wilden pakken waarom heb ben ze er dan hun best niet voor gedaan. En waarom zijn ze niet met een paar meer ervaren meineedplegers gekomen die in ieder geval meer overtuigend waren opgetreden? Voor hen", zegt de deken, „klonk het wel overtuigend. Dit is een apart soort mensen. Zij dachten echt dat ik de Black Sash (een vrouwenorganisatie) tot geweld aanzette". Veel Afrikaners dach ten dat zij een verrader in hun midden hadden. Hef is een belangrijk punt dat de deken een paar keer her haalt: het ls erg moeilijk om te begrijpen hoe een Afrikaner denkt. Alleen die heel andere kijk op de dingen verklaart do mogelijkheid hem tweemaal In staat van beschuldiging te stel len, de eerste keer via de wet op het ondedrukken van het communisme, en de tweede keer vla de wet op terrorisme, waarbij een man in staat van beschuldiging werd gesteld die de meest onovertuigde commu nist en de meest hopeloze terro rist zou zijn. Alleen die andere kijk kan de opmerkingen verklaren van do rechter over Jordaan, de inlich- tlngenman die de vriend van do deken was geweest. Jordaans actie, zei de rechter, zou men als moreel verwerpelijk kunnen beschouwen, „maar in de gehele geschiedenis hebben mensen vrienden verraden vaak uit de meest hoogstaande princi pes". Wat de deken nu het liefst zou doen is het afruden van blan ke immigratie naar Zuid-Afrika. Op het moment, zegt hij, wordt de kathedraal in Johannesburg hersteld. De metselaar moet blank zijn. Er is een Afrikaan om de specie neer te leggen en een andere Afrikaan om de stenen aan te geven, maar de stenen moeten met blanke hunden neergelegd worden. „Dit", zegt hij, „ls Iets wat ik steeds maar weer zou willen zeggen: elke ambachts man die uit Europa komt, is een verrader van de goede zaak. Als ik alleen maar elke metselaar, elke electricien tegen zou kun nen houden, dan zouden de Afri kanen omhoog kunnen komen". Naar Amerika Een uitgever heeft de deken ge vraagd zijn memoires te publi ceren. Hij mag ze op. de band Inspreken. Hij zegt dat hij be reid is om te praten tot hij een ons weegt. In mei gaat hij voor een tournee van zes weken naar Amerika om lezingen te houden. Hij is niet langer deken, hoewel ik hem zo genoemd heb, omdat men zeker nog steeds aan hem als deken zal denken. Zijn be noeming, die voor zeven jaar gold, iiep met Pasen af. Hij heeft nu de ccebaan van kanun nik in Johannesburg aangeboden gekregen, die hij aanvaard heeft. De dochter van de dominee die hem grootbracht, leeft nog steeds, Zij is 91 en woont in En geland. Een van de eerste din gen die hij deed toen hij in Lon den aankwam was haar opzoe ken. In 1958 schreef ze haar me moires. Daarin noemt zo hem Aubie, en ze zegt: „Ik geloof dat Aubie het meest onbaatzuch tige kind was dat ik ooit gekend heb.. Hij had de werkelijke gave van medeleven met anderen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 11