Volley balcoach Johan v. d. Haar voelt zich soms niet erg gelukkig Geluksvogel Andries v. Dijk steunpilaar jeugdig Xerxes De weg voert naar Zanzibar Voor Josien Elzerman zijn records er om ze te pakken v' L 197ZATERDAG 8 APRIL 1972 LEIDSE COURANT Zoals men bij basketbal Amerikanen aantrok is het voor ons niet haal baar om bijvoorbeeld Tsjechische volleyballers hierheen te halen. In de eerste plaats is de men taliteit heel anders, maar bovendien laten dergelijke spelers zich niet zo gemakkelijk overplanten. De taalba- rière belet dat ze naast hun sportactiviteiten een baan kunnen vinden, want full-time volleybal lers kunnen hier niet be staan. Die Amerikaanse basketballers zijn tevre- i flat t (Van onze sportredactie) VOORBURG Het Ne derlandse volleybalteam, tof wat daarvoor na het bedanken van Delta- Lloyd moet doorgaan, staat va.naf komende dinsdag voor de eerste grote krachtproef van dit Olympische jaar. In het Griekse Saloniki moet de voor het meren deel uit Blekkeerspelers bestaande Oranjeforma tie trachten de eerste horde te nemen op de Jange weg naar deelne ming aan de Olympische Spelen in Miinchen. Voor echter de volley ballers de poorten van jMünchen voor zich open zien gaan wachten er echter nog enige evene- 'menten die met zorg worden tegemoet gezien. Vooral tegen het in au- jgustus in Frankrijk te (houden kwalifikatietoer- iiooi kijkt men op als te gen een berg. En niet (ten tfnreohte. Van de jzestien landen die daar aan de start komen, kunnen zich slechts twee het recht verwerven in de Westduitse bierstad te verschijnen. Onder de (deelnemers bevinden zich Oosteuropese landen als Polen, Roemenië, (Hongarije en verder Ko- n Italië. Vooralsnog concentreert men zich echter op de strijd om het Westeuro- kampioenschap, traditiegetrouw een toer nooi waarin Nederland ogen gooit. Tot idusver behaalde het (Oranjeteam niet minder dan zeven keer deze ti jtel, maar vooral de laat- -ste jaren is de suprema tie van ons land in deze (kring aanzienlijk ge taand. Niet zozeer eigen terugval, maar een soms {spectaculaire vooruit gang van de overige lan den lag daaraan ten grondslag. Landen als België, Italië en vooral t/est-Duitsland vormen ten bedreiging van de terste orde. De laatste drie jaar deed Neder land slechts eenmaal ten geslaagde greep naar de macht. In 1970 toonden de vaderlandse Volleyballers zich in Is raël de sterksten, maar ten jaar eerder en later feeg de doorbraak van tndere landen gestalte. Graadmeter Hoewel „Saloniki" niet heer is dan een graad- heter voor de ploeg van toach Johan van der Haar en Henk Hoog er- waard hecht men grote waarde aan het toernooi. Zo vlak voor het kwalifi- katietoernooi in Frank rijk is elke confrontatie met andere landen uiter mate nuttig, om niet te zeggen een eerste ver eiste. Johan van ^ler Haar, bezig aan zijn laatste seizoen als coach van het Oranjeteam, dat is ingedeeld met Italië, Zwitserland en Grieken land B, is niet pessimis tisch. „Uiteraard is Ita lië," zegt Van der Haar, „de grootste concurrent in de poule, want van de vier ploegen gaan er twee over naar de fina- legroep: Pas daarna wordt" het belangrijk. Dan komen de wedstrij den tegen West-Duits- land en België, de voor naamste mededingers buiten Italië". Gevaarlijk Johan van der Haar, te vens directeur -van het bondsbureau, ziet vooral in West-Duitffland een gevaarlijke opponent. „De Westduitsers", oor deelt Van der Haar, „hebben een grote voor uitgang geboekt. Na de periode van de Japanse coach Kato heeft men Kindermann belast met de training. Die haalde oudere spelers terug in 'de ploeg, waardoor er een beter evenwicht ont stond tussen jeugd en routiniers. Wat met die combinatie is bereikt hebben we vorig jaar de cember kunnen constate ren. In Münster verloren we kansloos. Vanaf ja nuari zijn de Westduit sers in training voor de Olympische Spelen. Dat is iets wat bij ons niet is te realiseren. Wat dat betreft moeten we hier werken op een amateu ristische basis en dat zie ik niet zo gauw ver anderen. Er is hier wel iswaar een stichting maatschappelijke bege leiding, maar die kan niet meer doen dan be middelen. Van financiële steun is totaal geen sprake. Zolang er in ons land maatschappelijk niets voor sportlieden worden gedaan zullen we op vele terreinen achter raken". Bekend thema De klaagzang van Johan van der Haar is een be kend thema. Velen gin gen hem voor en velen zullen volgen. „Voor het aainstaande toernooi in Griekenland", vervolgt Van der Haar, „hebben we de werkgevers bena derd voor vrije dagen van de spelers- Deze po gingen slagen nog wel. Maar zodra het gaat om derving van inkomsten wordt het moeilijker. Het is dan ook geen wonder dat op een gege ven moment een speler zijn studie of werk laat prevaleren, omdat hij ze niet langer onder zijn sportactiviteiten kan la ten lijden. Hij moet eens Met de problemen op maatschappelijk terrein houdt Johan van der Haar zich in eerste in stantie niet bezig, want de komende toernooien eisen al zijn aandacht op. „Het is jammer dat we niet over de spelers van Delta-Lloyd kunnen beschikken", zegt Van der Haar, „Daar zitten nu eenmaal mensen die je eigenlijk niet kunt missen". Toch is de coach niet somber ge stemd. „Ik ben alleen geschrokken van de mentale instelling van sommige spelers. Tij dens de wedstrijd van tweede paasdag tussen Delta-Lloyd en Blokkeer zag ik enkelen volkomen in elkaar klappen. En dat is een bedenkelijke zaak. Natuurlijk zijn er wel verklaringen. Er zijn maar twee belang rijke wedstrijden voor de beide topclubs, de duels tegen elkaar. Maar het is wel veront rustend dat men onder zo'n druk bezwijkt". Zoekend naar verklarin gen voor deze mentale zwakte komt Van der Haar tot de volgende conclusie. „Een volley baller", meent hij, „kan zich tijdens een wed strijd niet afreageren. Als hij zich ergert aan iets moet hij zelf naar de oplossing zoeken. Een basketballer bijvoorbeed kan zich in een paar in dividuele acties uitleven, zich weer opladen. Bo vendien moet deze fy siek veel incasseren, waardoor hij meestal ook pscyhisch sterker wordt. De vergelijking doortrekkend zegt Van der Haar: „Het zou na tuurlijk plezierig zijn als we net als de basketbal wereld een bredere top zouden hebben, waar door meer wedstrjden belangrijk zijn. Maar het is bij 'volleybal on mogelijk om buitenlan ders aan te trekken. klein bedrag. Die hebben daar de mentaliteit voor. Ze blijven een paar jaar en gaan weer terug. In Italië zijn na de moei lijkheden van 1968 in Tsjecho-Slowakije een aantal Tsjechen gaan spelen. Mede dankzij die spelers is het peil van de Italianen over de hele linie vooruitgegaan". Laatste keer In 1964 nam Nederland voor het eerst en tevens voor de laatste keer dee'l aan de Olympische spe len. Van de tien landen reikte Oranje naar de achtste plaats. Voor Mexico werd de volley- balploeg door het NOC echter niet waardig be vonden. Dit jaar zal het opnieuw een moeilijk haalbare kaart worden. Onafhankelijk van het feit of Nederland in Miinchen acte de présen- ce zal geven, Johan van der Haar is bezig aan zijn laatste seizoen. De bondsdirecteur die eind 1970 na de moeilijkheden rond Hidde van der Ploeg tijdens het wereld kampioenschap in Bulga rije de vacature van de coach vervulde, omdat de pogingen een buiten lander aan te trekken, mislukten, voelt zich n deze functie soms niet zo happy. „Als de natio nale ploeg een overwin ning heeft behaald", zegt hij, „heb ik het ge voel dat dit te danken is aan de clubcoaches. De contacten met de selec tie beperken zich tot een keer per week. Zeifs voor grote toernooien is het moeilijk om de spe lers voor extra-bijeen komsten bij elkaar te krijgen. Op zo'n manier heeft de coach van het nationale team niet zo veel invloed op de resul- Uitstekend In Saloniki vindt Johan van der Haar, Henk Hoogerwaard aan zijn zijde. „De contacten met Hoogerwaard", zegt Van der Haar, „zijn goed". Naar buiten lijkt het wel eens anders, maar de verstandhouding is uit stekend. Ik ken Hooger waard al twintig jaar. We zijn samen begonnen bij dezelfde club. Wat dat betreft zijn er hele maal geen problemen. Ik doe in Saloniki de coaching. Hoogerwaard is aan de groep toege voegd omdat het tens o - te om een groot deel van zijn ploeg gaat. FRANS WERKMAN ROTTERDAM An dries van Dijk noemt zichzelf een geluksvogel. Vanaf zijn eerste stap pen op het voetbalveld, zoals hij het geksche rend schertst, was hij al vertrouwd met het kam pioenschap. De titel, die Xerxes zondag in de eer ste klasse B kan verove ren, is dan ook de zo veelste aanvulling op de erelijst van deze gerouti neerde doelman. De vierde titel in de vier jaar, dat hij nu als ama teur onder de lat staat. Een succesreeks, die het logisch gevolg is van de kwaliteit van de spelers in 't veld. De kwaliteiten van oud-profs en toe komstige jeugdige talen ten vormden de juiste formule om de amateurs van Xerxes aan de top te brengen. De weg naar de top, die vijf jaar geleden werd ingeslagen. Door het vertrek van de toen nog semi-profclub Xerxes naar Delft. gepaard gaande met de fusie met DHC, stopten verschil lende spelers van het eerste elftal met het be taalde voetbal om als amateur verder te spe len. Andries van Diik: „Dankzij een bepaling van de KNVB heb ik toen een jaar aan de kant moeten staan. Het elftal eindigde toen op de tweede plaats in de vierde klas, waarin zij geplaatst waren". F.en tweede plaats, slechts voor een jaar. „Het elftal was gewoon te sterk voor deze afde ling. Oud-profs zoals Ab Verhoeven, Martin Snoek vormden de rug- gegraat van het elftal. Zij gaven het team de nodige routine, terwijl ook jong talent in ruime mate aanwezig was. Twee groepen voetbal lers ontmoeten elkaar in het eerste. Zij die terug komen uit het betaalde voetbal en de jongens die juist hierop hun zinnen hebben gezet. De ambi tie om hoger te komen is een verklaring voor het soms grote fanatis me dat zij aan de dag leggen". Andries van Dijk weet waarover hij praat. Van jongsaf aan is hij ver trouwd met voetbal. Zijn debuut op zeventienjari ge leeftijd in het eerste van Sparta vormde het begin van een carrière die nog steeds niet is beëindigd. Tien iaar was Andries van Dijk de laatste man bij Sparta. „Daar maak te ik onder andere het landkampioenschap mee waarna de befaamde reeks wedstrijden in de Europacup tegen Glas gow Rangers volgden". De concurrentiestrijd tussen Tonnie van Leeu wen. Pim Doesburg en Andries van Diik om de hegemonie, eindigde in een transfer van laatst genoemde naar Feyen- oord, waar hii enkele ja ren achter Eddy Pieters Graafland op de reserve bank zat. „Op dat mo ment had ik m'n absolute top al achter me. Tien jaar Sparta 1, verschil lende malen Jong Oran je en het Nederlands b- elftal. Het enige wat ik nooit heb gehaald is de A-selectie, maar daar lig ik niet wakker van". „Althans nu niet meer", vervolgt hij even later glimlachend. Xerxes was na Fcyen- oord de volgende werk gever van de nu 36-jarige doelman, waar hij de promotie naar de eerste en eredivisie meemaak te. „Het kampioenschap in de eerste divisie maakte ik mee, omdat Eddy Treytel een wedstrijd of tien voor het einde van de competitie zijn been brak." Het eredivisie schap van Xerxes ging gepaard met de gang naar Delft, op welk mo ment Andries van Dijk de gelederen van de profs vaarwel zei. De voetballer bleef, maar het klimaat veran derde. De wereld van de broodvoetballer, de boe te voor het extra-pilsje en de vijfdaagse training was voorbij. Wat niet veranderde was de men taliteit van Andries van Dijk: „Na zoveel jaren profvoetbal ben je je op een bepaalde manier gaan gedragen. Het gro te verschil tussen profs en amateurs is. voorzo ver ik kan oordelen, het punt discipline. Als prof do^ je bepaalde dingen niet. Althans niet in het openbaar. Het is ondenk baar dat ik toen, zoals nu, na de training rustig een pilsje ga drinken". En even later, doelend op ziin zoon Wilco, die aan het tafeltie is ko men zitten. „Dat is ty pisch 'n amateur, bij 'n profclub ga je naar ie werk. Hier neem ik mijn zoon nog wel eens mee, die dan ook zijn trai ningspak aantrekt en de ballen die naast het doel zijn geschoten gaat op- Verschil in sfeer tussen twee voetbalwerelden, qua spelpeil is nog geen conclusie te trekken. „Je kunt een duidelijk oor deel vellen op welk peil het amateurvoetbal staat, als volgend jaar het plan doorgaat, dat de 6 districtskampioenen gaan meedraaien in de bekercompetitie. Best mogelijk dat zij dan een of twee ronden mee draaien". Over techniek van profs en amateurs: „Ama teurs die spelen voor een eerste klas vereni ging behoren toch tot de laten we zeggen 1000 bes ten van Nederland. Je hoeft echt niet bang te zijn voor blessures ten gevolge van 't niet onder controle hebben van de spieren. Van de onge veer tachtig wedstrijden, die Xerxes de afgelopen vier jaar voor de compe titie speelde, heb ik er slechts één gemist. Dan nog tengevolge van het feit dat ik in Zweden in zeild raakte, waardoor het vliegtuig vertraging opliep. Misschien heb ik in al die jaren ook wel een in tuïtie ontwikkeld om al te gevaarlijke situaties te vermijden. De stap van prof naar amateur zegt niets over sportivi teit. Je vindt elke moge lijk denkbare overtre ding overal terug, 'n Ge mene speler blijft altijd een gemene speler. Con ditioneel verslaan profs amateurs met stukken. Logisch, voor de een is het een beroep, voor de ander een hobby". Stoppen is een woord dat voorlopig nog niet voorkomt in het woor denboek van Andries van Dijk. „Ik zal er pas mee op houden op het moment dat ik voel, dat ik door een ander verdrongen ga worden. Nu is dat nog niet het geval. Miin leef tijd drukt ook niet op het elftal. Als doelman komt reactie voor condi tie, die je natuurlijk wel op peil moet houden. Verdwijn ik uit het eer ste. dan wil ik mijn li chaamsconditie bijvoor beeld met indoorsport constant houden, niet door in een zesde te spe len. Het idee van om te moeten spe len. oir PAUL HOVIUS. I Zi - fe Jozien Elzerman (Van e zwcmmedewerker) DEN HAAG Josien Elzerman werd op eerste paasdag zestien jaar. Er was geen gezellige avond ln de huiselijke kring, want om kwart voor twee meldde Josien zich In het Utrechtse zwembad Den Hommel. Ze maakte deel uit van de Nederlandse jeugdplocg, die tijdens de paasdagen het opnam tegen zes Westeuropese landen. No* derland won overtuigend. Josien evenaarde een nationaal record en verbeterde er zes, waarvan vier estafettes. Bij de openingsceremonie mooht jarige Josien aan de captains van de deelnemende ploegen vaantjes uitdelen. „Dat was wel eng, maar ik vond het toch wol een beetje leuk. Van de leiding kreeg ik drie KNZB-glazen. Ik doe overigens toch nooit zoveel aan m'n verjaar dag. Na de winterkamploenschappen mag ik een Peest geven. Als ik het niet haal. weet ik nog niet of ik dat feest geef. Als ik het wel haal, doen we die fuif dubbelop." „Het" wil zoveel zeggen als de limiet voor de Olympische Spelen 1972 in München. Veel zwemsters en zwemmers hebben al binnen de limiettijden de basiswand aangetikt. Het komende weckend in zwembad Morgenstond aan de Loevesteinlaan te Den Haag is echter beslissend. Ook voor Josien Elzerman („Josien met een s en beslist niet met een z"), die enkele dagen voor de jacht op de limieten losjesweg vertelt, dat ze zo'n dertien uur per week In het water ligt. daar komt nog twee uur zaaJtrainlng bij en het schoolwerk (vierde Juair atheneum) schiet er bewust een beetje bij in. „Als ik MUnchcn maar haal, dan geeft het niet," zegt Josien. „Kom ik dit school jaar ook nog goed door, dan is dat alleen maar meegenomen. Ik heb wel veel medewerking van de docenten. Sommige gedeelten van uren tussen de middag mag ik missen. omdat we dan in Rijswijk trainen." Josien, die de dag na haar verjaardag het nationale record op dc 100 meter rugslag met 1.06.4 van Marjan Vermuat overnam (1,06.8) - ze kreeg deze week een kaart van Marjan: „Gefeliciteerd met je record!" - is nu twee jaar Intensief met de zwemtraining bezig. „Daarvoor zwom ik ook wel. M'n broers gingen naar Zian en toen ben ik zelf ook gegaan. Ik wilde eigenlijk liever gaan paardrijden. Een tante van ons heeft een paard cn daar heb ik wel eens op geze ten. Robbie Schouten, onze trainer, die nu in Lèiden de ploeg van de Zd'jl-LGB onder z'n hoede heeft, heeft toen gezegd dut ik een paar maanden hard moest gaan trainen. Dat heb ik gedaan. Ik vind het nog jammer, dat Rob weg is, want hij was hardstikkc aardig." Dank zij die training staat haar naam nu achter 26 nummers in de Haagse recordboeken. Josien heeft nog vijf records bij de meisje* onder 14 jaar, in welke leeftijdsgroep ze in 1970 voor het laatst mocht uitkomen. Wel leuk, maar niet van levensbelang: „Records zijn er om gepakt te worden. Of ze nu van mij zijn of van iemand anders De mooiste kringreenrdverbeteringen waren die op de 100 rug (1.07.4) en 100 vrij (1.00.8) dumes. De namen van Ria van Vel- zen en Erica Terpstra konden worden doorgeschrapt. Josien blijft zich hoofdzakelijk bezighouden met de rugslag. In Utrecht maakte ze wel deel uit van de vnjeslagestafette. Samen met Annette Segaur, Anke Rljnders cn Hans Bunschoten zwom ze een fabelachtige 4.01.5. Josien was met 1.02.5 veruit de minst snelle van het kwartet. „Ik schaamde me dood", bekent ze nu. „Daarom was ik zo blij, dut de 4 x 100 wissel de volgende dag zo snel ging." De tijd van 4.27.3. die Josien (rugslag). Erna Baaihuis (School), Anke Rijnders (vlinder) en Hans Bunschoten (vrij) op de klokken brachten, was een evenaring van het wereldrecord van de Verenig de Staten, dat echter op een 50-meterbaun (Den Hommel heeft i-cn 25-meterkuip) gemaakt moet worden. „Toen Hansje hud uungetikt, stond iedereen te juichen." zegt Josien. „Alleen ploegleider Jo Schreurs schreeuwde: „Nog niet er in springen. Nog niet er in sprin gen," En toen iedereen binnen was: „Nou mogen Jpllie erin", wat we dan ook gedaan hebben." Concurrentes Op de rugslag zijn Marjan Vermaat en Annemarie Groen de meest belangr'jke concurrentes. Wie er in Morgenstond wint, is volgens de familie Elzerman (broers Bert, Hans cn Henk zwemmen ook: me vrouw Elzerman is zwcmofficial en de heer Elzerman is als arts verbonden aan de Haagse toptraining) niet zo interessant. Josien: „De limieten halen is het belangrijkste." Mevrouw Elzerman: „Dat klopt. De nest is meegenomen. Josien komt dit weekeinde alleen uit op de 100 en 200 meter rugslag en in de ser.es - niet in de finale, als ze die mocht halen - van de 100 vrij. Op de 200 wissel evenaarde ze in Den Hommel het jeugd* record. „Ik vind het wel jammer, dat ik de wisselslag niet zwem« want ik heb de limiet al gehaald. Op de rugslag heb ik nu eenmaul de meeste kans. Daar zijn w< pi.iur met z'n drieën cn op dc w.s.Htlug aijn er ongeveer vijf even •wiel, „Dat de winlerkumpioenichappen in zwembad Morgenstond worden gehouden, vind i voor mij wel een voordeel, omdat we of ook trainen. Het is in ieder geval een snel bad en dat geldt vooi* iedereen." Oudste broer B rt zv m zich twee jaar geleden nog regelmatig in de prijzen. Hans haalde toen zijn eerste nationale record omlaag. Toci tipte Zianman Charle> Kuzoux Schultz Josien als meest talent- vo zwemster van de fam lie. Josien zdf: „Misschien had hij wel een beetle gelijk. Nu zeggen ze dat in ieder geval weer van m'n jongere broer Henk."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 11