ELEK SCHWARTZ: Zwemacrobaten willen sprong naar München maken Opbouw van Benfica is voltooid' ZATERDAG 1 APRIL 1972 LEIDSE COURANT „Zeven jaar geleden heb ik met Benfica een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tegen Ajax. Toen heb ik Benfica al gewaar schuwd voor Piet Keizer" (op foto rechts). Den Haag Het figuurtje, dat op een hoogte van drie meter balan ceert op een stuk aluminium, maakt in het verlaten zwembad Over- bosch een weinig imposante indruk. Pas als de sprong die gepaard gaat met een aantal nauwelijks volgbare bewegingen eindigt in op spattend water, wordt de doodse stilte verbroken. Door de plons en de zware basstem van Joop Braaanzeel. Het geduld van de bonds coach, die al voor het vijftiende jaar de schoonspringelite begeleidt, Is oneindig. Voor de zoveelste keer legt hij uit, dat de anderhalve salto met dubbele schroef of de tweeënhalve salto achterwaarts ge hurkt nog net iets beter kan. De acrobaten van de Koninklijke Ne derlandse Zwembond Mariette Dommers en Hans Feis luisteren ge hoorzaam. Daaraan en natuurlijk aan het nodige talent hebben zij tenslotte hun vele nationale titels te danken. Vorige week nog tij dens de winterkaippioenschappen in Den Helder vormde het Haagse duo van „Joop Stotijn" een klasse apart. Bovendien zijn Hans Feis en Mariette Dommers Olympisch kandidaat. Met het oog gericht op München concentreren zij zich bij elke training opnieuw. Een sprong wordt net zo lang herhaald, tot het stadium van perfectie is bereikt. „Want", zegt de 24-jarige Hans Feis, „pas als je op een training tien van de tien sprongen beheerst, heb je een redelijke kans, dat het op een wedstrijd ook goed gaat". De student in de biologie heeft dit jaar eindelijk de kans om door te dringen tot de inter nationale top. De tijd, waarin hij bij voorbaat kansloos was door een te ge makkelijk programma met een te geringe moeilijkheidsfac- tor is voorbij. -Afgelopen win ter heeft de Haagse schoonsprin- ger „gebouwd" aan drie nieuwe moeilijke sprongen. Tjjdens de vvinterkampioenschappen, waar Feis een recordaantal punten voor de (vijf) verplichte spron gen behaalde, stelde hij met het nieuwe (vrije) programma nog teleur. „Met veel moeite heb ik het „kunstje" van de drie nieu we sprongen onder de duim. Die hoef ik nu „alleen" nog maar te perfectioneren". Dan behoort (Braamzeel: „Hij heeft er de klasse voor") de Nederlandse kampioen tot de wereldtop. „Met een beetje geluk kan ik dan, als ik tenminste word ge selecteerd, bij de eerste acht in München eindigen". Mariette Dommers zal zich niet aan een prognose wagen. Daar heeft zij in haar tienjarige springcarrière te veel voor geleerd. In Mexico City bijvoorbeeld, toen haar een plaats bij de eerste vijf was toe bedacht, faalde zij reeds bij de eerste sprong. De 24-jarige lera res lichamelijke opvoeding, heeft er alles voor over om nog een keer te schitteren. Want na de Olympische Spelen stopt zij (trouwplannen) waarschijnlijk. Gekke dingen Mariette Dommers heeft on danks de tegenslagen intussen wel zoveel routine opgedaan, dat ze durft te voorspellen: „Ik kan München halen, als ik tenminste normaal spring en geen gekke dingen doe. Maar ik ken mezelf to langzamerhand wel een beet le". Tijdens vier interlands ach ter het IJzeren Gordijn, waar het puikje van de schoonspring- lop vertoeft, zullen de twee pu pillen van Joop Braamzeel voor iet NOC moeten bewijzen, of ze ten reis naar de Beierse hoofd- ttad waard zijn. Voor de bonds- toach hoeven die selectiewed- ttrijden niet. „Als je van inter nationale klasse bent, vind ik lat je zonder meer mag mee- !oen. F.en flater zullen ze echt liet slaan. Nu moeten ze bij die nterlands bij de eerste acht ein- ligen. Dat is een zware eis". foor de training begint neemt Ie 48-jarige pionier, die de schoonspringsport uit het slop haalde nog een pilsje. Hij mag dat, zijn leerlingen drinken tonic of koffie. Sigaretten verslindend, vertelt Jop Braamzeel: „Als ze wat willen bereiken, eis ik ver domd veel van ze". Dat mag ok wel, want de leraar aan de Academie voor Lichamelijke Op voeding offert al zijn vrije tijd ROTTERDAM Nog steeds onderhoudt EIek Schwartz een levendige briefwisseling met vrienden van Benfica, dat hem in 1964, na zeven jaar bondscoach van de KNVB te zijn geweest, naar Portugal riep. Zojuist heeft hij weer een brief ontvangen van een gewezen bestuurslid dat hem schreef over de grote zege van Benfica op Feyenoord: „Ik ben er verheugd over. De zege is 'n morele steun voor de ploeg maar de uitslag is wel wat te hoog. Toen het 2—1 was geworden, dachten we allemaal dat de wedstrijd voor ons verloren was. Het werd echter 3—1 en dat hadden we niet durven hopen". Nog luttele dagen scheiden Benfica van de tweede confrontatie met een Nederlandse ploeg, Ajax. En hoewel Elek Schwartz slechts drie spelers goed kent van het tegenwoordige Benfica Simoes, Eusebio en Da Silva „die in de reserveploeg speelde toen ik bij Benfi ca was kan de internationaal georiënteerde Schwartz in de coachkamer van Sparta, waar nog tot eind van dit sei zoen het bordje met de namen M. E. Schwartz boven de deur hangt, zijn visie geven op de Portugese kampioens- ploeg. „Benfica komt in Europa prestige van Portugal verdedigen" „Ik kwam bij Benfica in 1964. Het was nog de grote ploeg die een opmerkelijke rol speelde in het Europese voetbalgebeuren. Het was het jaar waarin we in de kwartfinales met 5—1 van Real Madrid wonnen. De finale verloren we met 10 van Inter nationale. Het jaar daarop ik ben één seizoen bij Benfica ge weest brak voor Benfica de tijd aan dat de resultaten allengs minder werden. In de kwartfina les voor het Europa Cuptoernooi werd Benfica uitgeschakeld door Manchester United, met 3—2 en 51. „De cijfers 51 blijken dus een grote rol te spelen in de geschiedenis van de Portugese ploeg. „Met Otto Gloria als trainer be reikte Benfica nog de finale in 1968. Met 4—1 werd van Man chester United verloren en toen is de periode begonnen van de opbouw. Dat tijdperk is thans voorbij. De opbouw is voltooid maar de ploeg moet nog gaan draaien. Daaraan wordt thans gewerkt, waarbij Simoes en Eu sebio belangrijke figuren zijn. Het is normaal dat in een elftal twee of drie oudere spelers zit ten. Ze hebben beiden nog drie jaar bijgetekend en dat wijst erop dat de opbouw voor die drie jaar verzekerd is. Het pro bleem komt pas na die tijd, als Benfica moet zorgen voor Si moes en Eusebio gelijkwaardige vervangers te hebben. Ik geloof dat er geen lacune zal ontstaan want voorzitter Borges Coutinho is intelligent en een realist, zo dat hij zeker de toekomst in de gaten zal houden". „Er is echter een groot verschil tussen het Benfica van 1964-1965 en het tegenwoordige. In mijn tijd beschikte ik over elf super technici. Op alle plaatsen ston den ze. Ze speelden alsof het een Braziliaanse ploeg was en dat land vertegenwoordigt de wereldtop. Ze demonstreerden ook dezelfde speelvreugde als in Zuidamerikaanse landen. Het Benfica van thans beschikt niet meer over zulk een groot aantal kunstenaars met de bal". Elek Schwartz, die in 1964 zijn functie als bondscoach neerlegde en vanuit Nederland vertrok naar Benfica. „In mijn tijd beschikte ik over elf supertechnici. Hef Benfica van thans heeft niet meer zulk een groot aantal kunstenaars met de bal." „Om te kunnen beseffen wat een Europa Cuptoernooi voor Portu gal betekent, moet men de men taliteit van het volk kennen. Ik zal dat met een voorbeeld duide lijk maken. Als een Portugees in het vliegtuig stapt naar Louren- co Marques, zit hij er veertien uur in. Hij noemt dat vlakbij. Feest Dat is ook de reden dat Benfica er in het geheel net tegenop ziet om elk jaar naar Zuid-Amerika te gaan voor een tournee. Die lange reis doet spelers en bege leiders niets. Maar nu gaan ze naar Parijs, twee uur vliegen. Dan zegt de Portugees: ik ga naar Europa. De Europa Cup competitie is een feest voor hen. Ze zeggen: „We gaan naar Eu ropa en dat klinkt vreemd in de oren van een Europeaan om het prestige van Portugal te verdedigen". Elek Schwartz, die nog altijd Portugese kranten krijgt toege stuurd, heeft het weer kunnen lezen na de zege op Feyenoord. Nogal lyrisch schreven de ver slaggevers: „Onze wedstrijd was een Europese nacht (omdat pas om tien uur wordt begon nen). Als Benfica in grote vorm is, wordt ook gezegd: we zijn in Europese vorm. In het Europa Cuptoernooi geven de spelers zich met hart en ziel. Men kan door al deze uitspraken dus na gaan hoeveel dit toernooi bete kent voor Benfica en Portugal". Men weet langzamerhand in Portugal ook welk een hoogte het Nederlandse clubvoetbal heeft bereikt. Elek Schwartz: „Toen ik bij Benfica kwam, was mijn grootste handicap dat ik van Holland afkomstig was. Ze vroegen me: wat is Holland, kunnen ze daar ook voetballen? Met Benfica ben ik bij Ajax ge weest voor een vriendschappelij ke wedstrijd. We verloren met 21 door doelpunten van Nunin ga en Keizer. Toen heb ik de spelers al gezegd, dat Keizer een voetballer is die in elk elftal kan worden opgesteld. Nu, zeven jaar later, lees ik in een krant: „Schwartz heeft ons zeven jaar geleden gezegd welk een voet baller Keizer is. Ze nemen het op als een waarschuwing". De recente successen van Feyenoord en Ajax in het Euro pese toernooi hebben Portugal niet onberoerd gelaten. Men weet dat het clubvoetbal in Ne derland op hoog peil staat, al blijft de kennis in hoofdzaak be perkt tot die twee ploegen. Elek Schwartz: „Het Neder landse voetbal is veel in kwali telt vooruitgegaan. Dat Ajax en Feyenoord de dienst uitmaken'1 het was in mijn Nederlandse» tijd ook al zo is 'n ontwikko ling waaraan niets is te doen. li Het is geen sportprobleem maari een economisch. Feyenoord heeft geld. Ajax in mindeie mate maar daar wordt zeer ef-$ fectief met het geld omgespron-r gen. Bovendien is Nederland een land van clubpatriotten. Achter elk( van deze twee ploegen staat een- stad. En dat is ook de reden dat j men niet achter het Nederlands elftal staat. Toen Feyenoord en Ajax groot wei-den in Europees verband, was het gedaan met de belangstelling voor het nationale team. Omdat Nederlanders. op| voetbalgcbied, lokale patriotten, zijn". Cijfers Ondanks zijn grote Internationa Ie ervaring zal Elek Schwart/' zich niet laten verleiden tot he' j doen van pertinente uitspraken' inzake het aanstaande Europa' Cupduel. Cijfers zeggen hem niet zoveel „want niets is valser dan een statistiek". Wel ver-'-, klaart hij zonder enige terughou dendheid dat het voetbul in Ne-2 derland in de breedte en aan do.'! top sterk vooruit is gegaan. „Er. zijn veel meer goede voetballers dan vroeger. Nederlanders zijlf ook intelligente voetballers en taktisch zeer rijp. Nederland heeft het voordeel dat men de taktiek belungrijk vindt. Dat is niet in alle landen zo". Ook de zware nederlaag van Feyenoord is voor Elek Schwartz geen maatstaf om de krachten te meten. „Dat met 5—1 werd verloren, is een uitzonde ring. Een grote zelfs want meestal leiden Nederlandse ploe gen slechts kleine nederlagen in het buitenland". Derhalve geen voorspeling, wel aanwijzingen. Elek Schwartz:" „Een paar dagen geleden ben Ik met mijn dochter naar het Rijksmuseum geweest. Suppoos ten schoten me aan met de, vraag: „Meneer Schwartz, wat, denkt u van Ajax—Benfica? „Ze waren al stedelijk nerveus, de clubpatriotten. Als het Neder landse elftal had moeten spelonr- hadden ze me niets ge-' vraagd HERMAN VAN BERGEM. Joop Braamzeel temidden van zijn talentvolste pupillen Hans Feis (links) en Mariette Dommers. Hij zal de Olympische kandidaten niet in de steeek laten. Al vijftien jaar offert de bondscoach zijn tijd op. „Ik heb altijd prestaties meegemaakt. Zonder zou ik het niet hebben volgehouden". Foto: Simon E. Smit. Mariette Dommers heeft al vijf jaar moeite met de anderhalve salto met dubbele schroef. Tijden: de training in zwembad Overbosch moet zij de sprong blijven herhalen, tot de perfectie is be reikt. Foto: Simon E. Smit. op. Hij is een eerzuchtige ama teur. Ik heb altijd prestaties meegemaakt. Zonder zou ik het niet hebben volgehouden. Alleen als ik mensen met talent heb, wil ik training blijven geven. Anders is het zonde van mijn tijd".... De ambitieuze bondscoach heeft meer redenen om zijn pioniers werk (nog) voort te zetten. „Ik ben leraar, jongelui boeien me. Daarom wil ik ze niet in de steek laten". En zo trekt Braamzeel al vijftien jaar met de schoonspringploeg op. Ook is hij trainer van de Haagse ver eniging Joop Stotijn. Mariette Dommers: „Zonder Braamzeel zou ik niet kunnen.'" Joop Braamzeel is onmisbaar, dat weet hij zelf ook. „Liefst zouden ze allemaal bij mij komen trai nen. Dat merk ik op de centrale training. Ik vraag me wel eens af, waardoor dat komt. Mis schien is het door de grotere waar ik les geef, zijn ook altijd de besten. Een kwestie van ver trouwen en aanpak?" Vakkennis Ook dank zij de vakkennis van de tienvoudige kampioen van In donesië breidt het springercorps zich de laatste twee jaar uit. Cursussen onder leiding van Braamzeel, die vier jaar gele den voor het eerst werden ge houden, leverden al zes trainers op. Toch zegt de bondscoach: „We hebben nog n^eer kader en ruimte nodig. Onze sport vereist met weinig mensen een ruime accommodatie. De springers ko men vanzelf, want de animo is Zo kunnen Hans Feis en Mariet te Dommers, die minimaal vijf keer per week trainen iedere dinsdagavond een uur over het fraaie zwembad Overbosch be schikken. Met de medewerking van de gemeente, is dat gratis. ren („Als ik een bepaald gebaar maak moeten ze weten wat ik bedoel") vergezellen zijn com- Bran: ijdens de t. „Dat eg i al veeleisend. Mariette Dommers moet haar sprong (anderhalve salto met dubbele schroef) die bij de winterkampioenschappen min of meer mislukte blijven herhalen, totdat perfectie is be reikt. Maar aan het eind van de avond was de bondscoach nog steeds ontevreden. Brede geb»- jaar, Ze begint te haastig en durft bij die anderhalve salto niet „uit te springen" En tegen Hans Feis: Zag je het water, op dut moment moet Je „inval len" Niets ontgaat de ijverige trainer. stuat, controleert hij alle bewe gingen die tijdens de „vlucht naar het water" worden ge maakt. Tot in de finesses moet elke sprong kloppen, wunt fout jes kosten punten. Daarom be klimmen de twee „wateracroba ten" telkens opnieuw de trup, die leidt naar de springplank. Met onblusbare trainlngsijvcr mikken zij op de sprong naar de top. KEES KOOMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 9