DAAR
iü
DIE
MOLEN
Daar bij
die
verwaarloosde
Hollandse
molen
ZATERDAG 1 APRIL 1972
LEIDEN - „Holland molenland? Ver
geet het maar. Er zijn nog zo weinig
Nederlanders, die iets van molens af
weten, laat staan ooit in een molen
geweest zijn. Buitenlanders hebben
doorgaans veel meer belangstelling
voor molens. Als die ergens wieken
zien draaien, dan zijn ze bereid door
de polders te soppen om die molen
van dichtbij te bekijken. Nederland
laat z'n molens rustig wegrotten. Van
de 960 molens, die er nog zijn, staan
er 600 stil. Voor de molenaars is het
plezier eraf; die verdienen er geen
droge boterham meer aan; geld om
hun molen zelf te onderhouden of te
restaureren hebben ze daarom niet".
molenaar hoefde zijn molen alleen nog
maar te laten draaien als de elektriciteit
was uitgevallen. Daar kreeg hij dan wel
een vergoeding voor, maar hij kon er na
tuurlijk niet meer van leven.
Trouwens, molenaars zijn altijd al slecht be
taald geweest. Het goed laten draaien van
een molen kost veel inspanning. En he»
moest vaak bij nacht en ontij gebeuren,
soms dagen en nachten achtereen. Hoe
vaak gebeurde het niet, dat de molenaar
zat te slapen op z'n stoel en z'n vrouw lag
te waken in bed?! Een molen kan immers
niet zomaar aan z'n lot worden overgela
ten; hij is afhankelijk van weer en wind.
De echte molenaars hebben daar in de loop
der tijd natuurlijk allerlei foefjes op gevon
den. Zo gaat een molen op een bepaalde
manier schudden als de wieken te hard
draaien. Bekend is dat sommige molenaars
een pook tussen deur en deurstijl klemden.
Als de molen door 'het te hard draaien van
de wieken ging schudden, dan viel de pook
op de grond, waardoor de slapende mole
naar werd gewekt.
De belangen van de molens worden sinds
1923 behartigd door de Vereniging de Hol
landse Molen. Toen na de oorlog zovéél
molens verloren gingen, heeft deze vereni
ging natuurlijk voor het behoud geijverd.
In de jaren vijftig had men succes, want
niet alleen werd in een aantal gemeenten
een molensloopverbod afgekondigd, maar
ook werden er stichtingen opgericht, die
molens kochten en gingen opknappen.
Het is alleen zo jammer, dat er zo weinig
geld beschikbaar komt om molens te res
taureren. Het opknappen van molens kost
ontzettend veel geld, omdat het allemaal
handwerk is. Hoewel ze veel op elkaar lijken
hebben ze toch allemaal verschillende af
metingen. Daarom kun je ook niet met
standaardonderdelen werken. Elke onder
deeltje van een molen moet apart met de
hand gemaakt worden.
Afbraak
Het nare van het stilstaan van een molen
is, dat er dan niet naar omgekeken wordt.
Kleine gebreken worden niet opgemerkt.
Als de buitenkant door weer en wind is
aangetast, dan gebeurt dat binnen afzien
bare tijd ook met het binnenwerk. En in
het restaureren van binnenwerk met z'n
vele kleine onderdeeltjes gaat veel arbeids
tijd zitten".
Ter illustratie van de problematiek enkele
opmerkingen uit het jaarverslag van de
Vereniging de Hollandse Molen. Daarin
Dit zegt vrijwillige windmolenaar Wim van
Krieken (24) uit Leiden, die zich het lot
van de Hollandse molens zo heeft aange
trokken, dat hij in z'n vrije tijd vrijwillig
de Grosmolen in de Voorhofschepolder ten
zuidwesten van Hoogmade in Zuid-Holland
onderhoudt. In zijn enthousiasme heeft hij
vorig jaar Zelfs zijn beroep als automon
teur opgegeven. Hij werkt nu bij een mo
lenmakerij.
,,Een molen is gemaakt om te draaien en
niet om stil te staan", zegt Wim van Krie
ken. „Staat ie stil, dan takelt ie af en
dreigt verloren te gaan. Vooral vlak na de
oorlog zijn er veel molens buiten bedrijf
geraakt door mankementen. In die tijd
werden er ook veel gesloopt.
wordt onder meer gezegd, dat de over
heidsbijdragen voor dringend noodzakelijke
restauraties aan molens de laatste jaren
geen gelijke tred hebben gehouden met de
kostenstijgingen. Als gevolg van de bezuini
gingen heeft het ministerie van CRM eind
vorig jaar zelfs een aantal reeds toegezeg
de subsidies ingetrokken of herroepen.
Wim van Krieken: „Het niet uitvoeren van
noodzakelijke restauraties betekent ook dat
het afbraakproces voortgaat. Restauratie
later zal nog veel meer gaan kosten".
„Daarom is het werk van de vrijwillige
molenaars zo belangrijk. Als er iets aan de
molen kapot gaat, dan wordt dat direkt op
gemerkt en er wordt wat aan gedaan. Dat
betreft doorgaans kleinere reparaties, die
nog wel te betalen zijn. Het regelmatig on
derhoud voorkomt trouwens ook, dat een
molen vergaat". „Enkele jaren geleden is
het Gilde van Vrijwillge Windmolenaars op
gericht voor mensen, die het molenaarsvak
wilden leren. Aan de opleiding is een diplo
ma verbonden, dat het recht geeft vrijwil
lig om voor eigen rekening een molen
te onderhouden. De opleiding is niet een
voudig. Er zijn dan ook nog maar 26 gedi
plomeerde vrijwillige windmolenaars".
„De cursisten moeten niet alleen weten,
hoe de molen draait, maar ook hoe die in
elkaar zit. Ze moeten eigenlijk meer tech
nische kennis hebben dan de echte mole
naars van vroeger. Als er voorheen iets
aan de molen kapot was, dan liet de mole
naar de molenmaker komen. De vrijwillige
molenaars moeten de reparaties echter zo
veel mogelijk zelf uitvoeren".
„Het Gilde telt 150 leden, die in hun vrije
tijd trachten het molenaarsvak meester te
worden. Het geringe aantal geslaagden
toont al aan hoe moeilijk het is. Vooral
stadsmensen verkijken zich er vaak op. Die
tillen niet zo zwaar aan hun vulpen, maar
als ze de zeilen voor de wieken moeten
hangen, dan zijn ze binnen de kortste keren
bekaf. Ontzettend zwaar werk".
„Een weekend op de molen is voor hen dan
ook geen sinecure. Een andere zaak is de
weergevoeligheid. Als je niet van jongsaf-
aan geleerd hebt het weer in de gaten te
houden, dan is het erg moeilijk het mole
naarsvak te leren. Echte molenaars zien
b.v. aan de vorm van de wolken naar wel
ke richting de wind zal draaien".
„Er wordt wel eens beweerd dat de mole
naars een weergevoelige grote teen hebben.
Vooral de molenaars op een zogenaamde
„binnenkruisr" (molen waarvan de kap
dooi het draaien vail een rad in de kap zelf
rondgedraaid kar worden, hetgeen nodig is
om de wieken in de juiste stand ten opzichte
van de wind te zetten) hadden de gewoonte
het rad met een voet te draaien en daarbij
hun klomp uit te trekken, zodat het weer
door hun grote teen aangevoeld kon wor
den. Er zijn helaas nog maar te weinig
echte molenaars in ons land over om dit
veithaal te kunnen bevestigen".
Wim van Krieken geeft de indruk een mo
lenaar van het zuiverste water te zijn.
Maar dat ontkent hij. Wel heeft hij van
jongsafaan belangstelling voor molens ge
had. Maar het begon pas goed. toen hij
zo'n vijf jaar geleden een minimolen ging
bouwen.
Dat wilde hij op schaal doen. precies vol
gens de officiële tekeningen. Dat lukte erg
goed en sindsdien staat er in de achtertuin
een juweeltje van een mini wipwatermolen.
die trouwens ook bediend wordt volgens de
echte molenaarsprincipes.
Bij het inelkaarknutselen van deze molen
vroeg Wim van Krieken zich af waarom
bepaalde onderdelen zus of zo gemaakt
moesten worden. Dat werd he<t begin van
een grondige studie van het molenwezen,
daarna kontakt met de Vereniging Holland
se Molen en uiteindelijk het diploma vrij
willige windmolenaar.
Zijn hobby leeft hij uit op de Grosmolen in
Hoogmade. Een 320 jaar oude wipwatermo
len, die tot 1956 in bedrijf is geweest en in
1960 werd gekocht door de Rijnlandse Mo
len Stichting. Door het buiten gebruik zijn
takelde de molen ontzettend af. Pas in 1966
kwam er geld beschikbaar voor restauratie.
Op deze molen heeft Wim van Krieken
„het vak" geleerd en toen hij het diploma
vrijwillige windmolenaar behaalde, kreeg
hij deze molen van de Rijnlandse Molen
Stichting in beheer. Sindsdien draaien de
wieken van de Grosmolen weer. Wim van
Krieken vindt het de grootste sport als het
polderbestuur komt wagen af de Grosmo
len het poldergemaal wil helpen bij het be
malen van de polder, bijvoorbeeld bij zwa
re regenval. Want zo is de molen nuttig.
Hij geniet dan van het water dat door het
scheprad plonst.
Maar ook als de poldcj siiet bemalen hoeft
te worden laat Wim van Krieken de wieken
draaien, dan koppelt hij het scheprad los,
zodat het waterpeil van de polder niet te
laag komt te staan.
Een tweede molen, die hij regelmatig laat
en de molenaar werd zo kwaad, dat hij
aankondigde een nieuwe molen te laten
bouwen, die zo hoog was, dat hij de mo
lenaar vanuit de molen in de schoor
steen van zijn buurman kon urineren. Die
molen werd de hoogste molen van ons land
en staat er op het ogenblik troosteloos bij,
omdat de wieken eraf zijn. Ik heb gehoord,
dat er resauratieplannen zijn".
Molenaars staan bekend om hun sterke
verhalen en wij krijgen zo langzamerhand
de indruk dat Wim van Krieken zich al
aardig een echte molenaar voelt.
Intussen moeten we ook constateren, dat
wij Nederlanders het Gilde van Vrijwillige
Windmolcnaars een Don Quichote-rol opleg
gen. Een Don Quichote echter die strijdt
vóór in plaats van tegen molens. Maar hoe
draaien, is een houtzaagmolen in Leiden.
Dat is een bijzondere molen, die in staat is
zeven bomen tegelijk aan plankjes te za
gen.
Alle molens in ons land hebbben oen funkti*
gehad. De mechanisering heeft het verval
van talloze molens ingeleid. Gemalen na
men het werk over van de poldermolen.
Maar gelukkig niet van allemaal. Door het
rijk worden een aantal molens in bedrijf
gehouden voor het geval er oorlog mocht
uitbreken. Die molens staan doorgaans in
polders waardoorheen belangrijke autowe
gen lopen. Als in oorlogstijd het polderge
maal niet kan werken, doordat b.v. de
elektriciteit is uitgevallen, dan kunnen deze
poldermolens de bemaling overnemen.
Veel mensen denken nog steeds bij het zien'
van een molen, dat ze met een korenmolen
te doen hebben. Dat is in de meeste geval
len echter niet zo. In de oorlog waren er
nogal wat Duitsers die dezelfde vergissing
maakten. Als ze een molen zagen dachten
ze aan meel en brood. En dan gingen ze er
op af. Dan bleek het een poldermolen te
zijn en de molenaar had slechts water te
bieden.
Verschillende molenaars zijn toen in moei
lijkheden gekomen, omdat die Duitsers niet
wilden geloven dat ze geen meel hadden.
Een andere oorzaak van het verval van
poldermolens is het steeds dieper zakken
van Nederland, waardoor het waterpeil ten
opzichte van het land steeds hoger komt te
staan. Die poldermolens kunnen het water
zo'n 1,70 tot 1,80 meter opvijzelen. Door het
hogere waterpeil kunnen veel molens dat
echter niet meer bijsloffen en moet een ge
maal worden ingeschakeld.
De hoogste molen van Nederland staat in
het Zuidhollandse Wateringen. Aan deze ko
renmolen is ook een vreemde geschiedenis
verbonden.
kunnen 26 vrijwillige molenaars 600 stil
staande molens weer op gang brengen?
Een onmogelijke zaak. Wim van Krieken
blijft desondanks optimistisch: „De belang
stelling voor de molens neemt de laatste
tijd sterk toe. Ik merk het hier in Leiden
en omgeving, waar op elke laatste zaterdag
van de maand alle twintig molens van de
Rijnlapdsc Molen Stichting draaien. Dan J
zie je tientallen mensen met hun foto- of
filmtoestellvn rond die molens lopen. Vuuk
ook vragen of ze binnen mogen komen om .1
te kijken hoe zo'n molen er van binnen uit- 1
ziet en hoe die werkt. Het aantal hegunsti- 1
gers van het gilde neemt gelukkkig ook
toe".
Holland Molenland. Nog wel. Maar blijft g
dat ook zo?
GUIDO HALLEEN
Foto's Simon E. Smit j
Sterke verhalen
Wim van Krieken: „Die molen Is destijds
volgens de overlevering gebouwd na een
ruzie tussen een molenaar en zijn buur
man. Die molenaar had een vrij kleine ko
renmolen. Zijn buurman had in de tuin
nogal wat bomen staan, die tot ongenoegen
van de molenaar teveel wind vingen, waar
door de molen slecht draalde. De buurman
weigerde een aantal bomen te kappen om
dat euvel te verheipen.
Daaruit ontstond een Verschrikkelijke ruzie