Zoeken naar procedure
voor onafhankelijkheid
Frustraties en onmacht in de
verhouding Nederland - de West
STATUUT VERVANGEN
Zoeken in alle
richtingen naar
toekomst religie
KONJNKRIJKSSTATUUT OP DE HELLING
Nijmegen kwam er niet uit
KORTE
METTEN
12
ZATERDAG 25 MAART 1972
LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Maandag 27 maart wordt in
het Nederlands Congres
gebouw in Den Haag de
Koninkrijkscommissie
geïnstalleerd die tot taak
heeft „een keuze voor te
bereiden uit realiseerbare
alternatieven voor de hui
dige staatkundige verhou
ding tussen Nederland,
Suriname en de Neder
landse Antillen". Deze
formulering komt in feite
er op neer dat de Konink
rijkscommissie moet zoe
ken naar de procedure
om Suriname en de Antil
len onafhankelijkheid te
verlenen.
De Koninkrijkscommissie
die bestaat uit 70 leden en
adviseurs, heeft een Ne
derlandse sectie (Neder
landse politici en deskun
digen) o.l.v. prof. mr. W.
de Gaay Fortman, een
Surinaamse sectie (Suri
naamse politici en des
kundigen) onder voorzit
terschap van J. Morpurgo
en een Antilliaanse sectie
(Antilliaanse politici en
deskundigen) met als
voorzitter R. J. Isa.
Verwacht wordt dat op de
eerste serie vergaderin
gen die tot 30 maart
duurt een schema zal
worden opgesteld voor het
overleg dat in de komen
de achttien maanden in
Nederland, Suriname en
de Antillen wordt ge
voerd.
In nevenstaand artikel geeft
e.sn onzer redacteuren
een overzicht van de ont
wikkelingen tussen Neder
land, Suriname en de An
tillen in de periode na
1954, toen de huidige ver
houdingen werden vastge
legd in het Koninklijks
Statuut
De Surinaamse politicus die naar
Den Haag komt om overleg te
plegen over de onafhankelijk
heidsverklaring heeft getekend.
Deze uitspraak van een hoge
ambtenaar belast met de zaken
van Suriname en de Antillen te
kent op beeldende wijze de ge-
da iten die leven in de ambte
lijke wereld en bij politici over
de huidige verhoudingen tussen
Nederland, Suriname en de Ne
derlandse Antillen. Deze ge
dachten vinden hun voedingsbo
dem in de wens om nu eindelijk
eens een eind te maken aan een
periode van onduidelijkheid,
frustraties en onmacht die steeds
gecamoufleerd werden in een be
leid dat er primair op gericht
was niemand en niets in Surina
me of op de Antillen te kwetsen.
Ex-minister Luns accentueerde
de gevoelens die bij vele politici
leven vorig jaar tijdens zijn af-
scheidstournee door Suriname
en de Nederlandse Antillen met
de woorden tegen Surinaamse
persvertegenwoordigers Ais u on
afhankelijkheid vandaag vraagt
dan geef ik het u liever gisteren
dan morgen.
Gedwongen door de omstandighe
den van de Tweede Wereldoor
log kondigde koningin Wilhelmi-
na in 1942 aan dat er fundamen
tele wijzigingen in de verhou
ding tusse.i Nederland en dte ko
loniën zouden worden ingevoerd.
In aansluiting op het Atlantic
Charter (verklaring van 14 au
gustus 1941 van president Roose
velt en Winston Churchill be
treffende de door de Verenigde
Staten en het Britse rijk na te
streven grondslagen van de vre
de na de Tweede Wereldoorlog)
werd het recht van alle volke
ren erkend om in vrijheid de re
gering te kiezen die zij wensen.
Koningin Wilhelmina beloofde
dat de relaties tussen enerzijds
Nederland en anderzijds Surina
me en de Ned. Antillen na de
oorlog zouden worden herzien.
I>it heeft er mede toegeleid dat
in 1954 de staatkundige relaties
tussen deze landen fundamen
teel werden veranderd door de
totstandkoming van een nieuwe
rechtsorde: Het Koninkrijkssta
tuut.
Hiermee voltrok zich op vreedza
me wijze een stuk dekolonisatie.
Binnen het Koninkrijk kregen
Suriname en de Antillen for
meel zelfstandigheid in eigen
(binnenlandse) aangelegenheden
en medezeggenschap in z.g. Ko
ninkrijksaangelegenheden als
buitenlandse politiek, defensie,
nationaliteit, waarborgen voor
fundamentele menselijke rech
ten en vrijheden, de rechtsze
kerheid en de deugdelijkheid
van het bestuur.
De grondgedachte yan het Statuut
is dat Nederland, Suriname en
de Nederlandse Antillen vrijwil
lig een nieuwe rechtsorde heb
ben aanvaard waarbinnen zij ie
eigen belangen zelfstandig be
hartigen en op voet van gelijk
waardigheid de gemeenschappe
lijke belangen verzorgen en el
kaar wederkerig bijstand verle-
Met deze rechtsorde hebben Suri
name en de Antillen gedurende
bijna achttien jaar één Konink
rijk gevormd. Ernstige staat
kundige problemen hebben zich
niet voorgedaan volgens mr. dr.
C. Ooft die deze week in Leiden
promoveerde op het proefschrift
.Ontwikkeling van het Constitu
tionele recht van Suriname is
dit te danken aan het feit dat
het Statuut meer naar de geest
dan naar de letter werd uitge
voerd'.
Slechts twee keer is er bij een
conflictsituatie gebruik gemaakt
van het z.g. intern appèl binnen
de Koninkrijkministerraad. Het
z.g. intern appèl wordt toege
past indien binnen de Konink
rijksministerraad geen overeen
stemming wordt bereikt over
een bepaalde zaak. De gevol
machtigd minister van Surina
me en de Antillen, twee Neder
landse ministers en de voorzit
ter van de Koninkrijksminister
raad plegen dan en peüt comité
overleg om tot een advies aan
de Koninkrijksministerraad te
komen. De twee gevallen waar
in dit intern appel werd toege
past was in de zaak van de uit
wijzing van de Nederlandse
journalist A. de Wit uit de Ne
derlandse Antillen in 1957, en de
Op 15 december 1954 werd in de Ridderzaal het Koninkrijksstatuut ondertekend. Hiermee werd
een eind gemaakt aan de koloniale periode van Nederland in Suriname en op de Antillen.
intrekking van de benoeming
van dr. E. Jonckheer tot gou
verneur van de Nederlandse An
tillen in 1970.
Op hoge poten
Wel heeft zich vaak de situatie
voorgedaan dat binnenlandse
Surinaamse problemen op eco
nomisch- en financieelgebied
werden afgewenteld op Neder
land dat niet steeds bereid was
zich garant te stellen voor het
aangaan van buitenlandse lenin
gen* of de geldkraan dichtdraai
de.
Op hoge poten kwamen dan Suri
naamse delegaties naar Neder
land waar zij hoofdzakelijk in
de perskamer van Schiphol hun
grieven neerlegden. Een over
moedig politicus liet dan wel
eens het woord onafhankelijk
heid vallen. Aan de vergaderta
fels op het kabinet van de vice-
premier aan het Haagse Plein
nummer 1 schermden de Suri
naamse politici met onafhanke
lijkheid om financiële setun af
te dwingen. Over de formule
ring bleken zij het dan niet eens
te worden. Bovendien schrokken
zij terug van de konsekwenties
van onafhankelijkheid. Deze
konsekwenties waren o.m. het
in stand houden van een geld
verslindend defensie apparaat
en buitenlandse dienst, minder
ontwikkelingshulp van Neder
land (Suriname zou immers ge
lijkgesteld worden met andere
ontwikkelingslanden die veel
minder Nederlandse ontwikke
lingshulp ontvangen). Kortom, de
nadelen van onafhankelijkheid
bleken groter dan de voordelen.
Ondanks deze nadelen bleef in Su
riname en dan vooral bij de
Creoolse bevolkingsgroep een
laetnt gevoel bestaan van onge
noegen over de staatkundige
verhoudingen met Nederland.
Dit talent gevoel was voorname
lijk gebaseerd op het gebrek
aan een eigen Surinaams ge
zicht naar buiten. In het Cari-
bischgebied en in Latijns-Ameri-
ka weet men geen goed raad
met het Statuut. In internationa
le bijeenkomsten (Verenigde
Naties, Unctad, GATT, ILO)
moet Suriname zich door zijn
verbondenheid aan Nederland
(en als zodanig opgenomen in
Koninkrijksdelegaties) scharen
aan de kant van de rijke lan
den, terwijl het land duidelijk
een ontwikkelingsland is en an-
dersgericht belangen heeft dan
door Den Haag worden voorge
staan.
Behalve deze externe politieke
aangelegenheden was ook in
binnenlandse zaken de hand van
Nederland duidelijk voelbaar.
Dit betreft vooral de besteding
van de ontwikkelingshulp.
De gehele Nederlandse ontwikke
lingshulp werd vrijwel uitslui
tend aangewend om de infra
structuur voor de delfstoffen ex-
plotatie (in handen van de Ame
rikaanse maatschappij Suralco
en de Nederlandse Billiton
maatschappij) te verbeteren en
Suriname aantrekkelijk te ma
ken voor buitenlandse investeer
ders. Het gevolg hiervan is dat
Nederlandse en Amerikaanse
bedrijven op elk strategisch
punt van de economische bedrij
vigheid sleutelposities innemen.
Deze bedrijven beheersen vrij
wel alle grondstoffenbronnen. de
buitenlandse markten, en de
economische opbouw van Suri
name. De voornaamste belan
gen van deze bedrijven liggen
bij de buitenlandse geldschie
ters, waarvan niet verwacht
mag worden dat het filantropen
zijn. die het belang van het Su
rinaamse volk laten prevaleren
boven het maken van winst op
hun aandelen.
Stroomversnelling
Vanaf 1969 werd de hulpverlening
relatief verschoven naar de so
ciale projecten op het gebied
van onderwijs, woningbouw, ge
zondheidszorg en sociaal cultu
reel werk. Hiermede werd ech
ter de verwevenheid van de Ne
derlandse hulp met de betref
fende regeringen en het so
ciaal-economisch leven ver
groot.
De Nederlandse verwevenheid in
het sociaal-economisch leven
heeft zowel in Suriname als in
Nederland een stroomversnel
ling teweeggebracht in het -den
ken over de bestaande relaties
tussen de beide landen. Actuele
aanleidingen waren de val van
premier Pengel in 1969. Op ad
vies van gouverneur dr. J. Fer-
rier dezelfde dr. Ferricr wiens
kabinet in 1958 door het politie
ke momentspel van de oppositie
onder leiding van Lachmon en
Pengel ten val was gebracht
weigerde de Nederlandse vice-
premier Bakker gelden beschik
baar te stellen aan premier
Pengel om beloofde salarisver
hogingen te effectueren. De
ambtenaren staking die volgde
betekende het einde van het be
wind Pengel.
Op de Antillen bleek bij de onge
regeldheden in mei 1969 toen
Nederlandse mariniers werden
ingeschakeld om de rust te her
stellen, dat de Nederlandse
greep stevig is.
Vooral in de afgelopen jaren werd
duidelijk dat het Statuut het Ko
ninkrijk belast (en daarmede in
feite Nederland) met het uitoe
fenen van typische bevoegdhe
den van de soevereine staat, de
zogenaamde Koninkrijksaange
legenheden (defensie, buiten
landse betrekkingen, nationali
teit, waarborgen van fundamen
tele menselijke rechten, vrijhe
den, rechtszekerheid en de
deugdelijkheid van het bestuur).
Dit betekent dat Suriname en
de Antillen zelf deze bevoegdhe
den missen en dat ze de facto
aan Nederland zijn opgedragen.
Suriname en de Antillen kunnen
op grond van het niet-onafhan-
kelijk zijn, geen lid worden van
de volkenrechtelijke organisa
ties.
In het Statuut zijn bovendien
spanningen ingebouwd, die zich
na verloop van tijd kunnen
openbaren. Dit heeft vooral be
trekking op de gelijkwaardig
heid en het waarborgen van
deugdelijk bestuur.
De gelijkwaardigheid tussen Ne
derland, Suriname en de Antil
len kan weliswaar formeel-juri
disch zijn vastgelegd, maar een
dergelijke constatering heeft
geen feitelijke grondslag.
De werking van het Statuut heeft
vanaf de aanvang af de domine
rende positie van Nederland al
leen maar bevestigd en verste
vigd. Elk der koninkrijksdelen
draagt zorg voor verwezenlij
king van een deugdelijk be
stuur. Het waarborgen daarvan
is echter een konlnkrljksaange-
legenheid, hetgeen in feite neer
komt op waarborg van Neder
land en op de schouders van de
verantwoordelijke Nederlandse
staatslieden en politici die het
Nederlandse volk vertegenwoor
digen.
Het ingrijpen van mariniers in
mei 1969 op Curasao is hiervan
het meest evidente voorbeeld.
Hoewel het Koninkrijk verant
woordelijk was droeg Nederland
materieel de verantwoordelijk
heid door het verlenen van mili
taire bijstand. Eerder had Ne
derland het zenden van troepen
naar een Rijksdeel geweigerd.
Dit deed zich voor in de grens
kwestie tussen Guyana en Suri
name in december 1967/januari
1968. Slechts door staatsmans
wijsheid en beheersing bij Suri
naamse en Nederlandse politici
is het toen niet tot gevechten
gekomen.
De taak waarvoor de Koninkrijks
commissie zich ziet gesteld, een
keuze voor te bereiden uit reali
seerbare alternatieven voor de
huidige staatkundige verhouding
tussen deze landen, zal niet ge
makkelijk zijn te verwezenlij-
ken. Deze taak zal hoofdzakelijk
in de verzoeningssfeer liggen
wegens de scherpe meningsver
schillen die binnen de Suri
naamse en Antilliaanse sectie
liggen verborgen. De politieke
partijen die in de Surinaamse
sectie vertegenwoordigd zijn
hebben sterke uiteenlopende in
zichten over de toekomstige ont
wikkelingen. Voor de oppositie
partij in de Surinaamse delega
tie, de Nationale Partij Surina
me, is onafhankelijkheid een
uitgemaakte zaak. De NPS wil
alleen nog maar een datum
vaststellen.
De regeringspartijen (VHP en
PNP-blok) wensen overleg over
de keuzemogelijkheden en de
procedure die gevolgd moet
worden. Hierbij denkt vooral de
Hindoestaanse VHP. onder lei
ding van zijn voorzitter J. Lach
mon, aan het raadplegen door
een referendum van de bevol
king over de toekomstige status.
De VHP leider stelt dat de mo
gelijkheden van het Statuut niet
voldoende zijn uitgebuit. De
coalitiegenoot van do VHP, dc
Creoolse PNP is sterk gepor
teerd voor de geleidelijke weg
naar onafhankelijkheid.
Verzoenen
Surinaamse staatsreclitkundige in proefschrift:
Het Statuut voor het Koninkrijk dient vervangen te
worden. Dit staatsstuk is een competentierege
ling, waarbij de vele competenties van de rege
ring van het Koninkrijk, zo die worden gehnn-
teerd naar de letter van het Statuut, de verwor
ven zelfstandigheid der beide deelgenoten ernstig
zouden kunne.i schaden. Tot deze conclusie komt
mr. dr. C. D. Ooft in zijn proefschrift „Ontwikke
ling van het constitutionele recht van Suriname",
waerop hij woensdag in Leiden promoveerde.
Mr. dr. C. Ooft, ex-minister van economische za
ken thans directeur van het departement van bin
nenlandse zaken in Suriname, zegt in zijn proef
schrift dat het Statuut hoofdzakelijk kon functione
ren dankzij de kontakten op het sociale en cultu
rele vlak (interparlementaire kontakten, goede
persoonlijke verhoudingen), meer dan het recht
positieve recht toelaat zoals dit vervat is in deze
rechtsorde. Uitgebreid gaat de Surinaamse staats-
rechtskundige in op de staatkundige geschiedenis
van Suriname waarbij veel aandacht wordt ge
schonken aan een van de meest opvallende,gouver
neurs uit de koloniale periode, gouverneur Kiel-
stra. Diens bestuursbesluiten werken tot vandaag
nog door in het Surinaamse rechtsleven.
Mr. dr. Coft laat er geen twijfel over bestaan dat
in zijn opvatting, met behoud van de historische
banden tussen Nederland en Suriname, dit laat
ste land. zijn vadefland, spoedig de algehele zelf
standigheid behoort te verwerven.
Op de achtergrond van de ver
schillende meningen in Surina
me speelt de latente spanning
tussen de Creolen en Hindoesta
nen. Een spanning die door de
politici nu eens wordt uitgebuit
en dan weer wordt aangewend
om de bevolkingsgroepen voor
zich te winnen.
Op de Antillen loopt de scheidslijn
niet tussen de partijen maar
dwars door de eilanden. De Cu-
ragaose politieke partijen wil
len van de Nederlandse Antillen
een onafhankelijke federatieve
republiek maken met een geko
zen staatshoofd en een sterk
centraal gezag.
Aruba met ruim zestigduizend in
woners het tweede eiland van
de Nederlandse Antillen wil als
zelfstandige eenheid of als deel
staat erkend worden met een ei
gen grondwet en met recht
streekse banden met Nederland.
Gezien de grote verschillen tussen
Suriname en de Nederlandse
Antillen met betrekking tot hun
toekomstige staatkundige ont
wikkeling wordt dan ook ver
wacht dat het overleg binnen de
Koninkrijkscommissie in bilate
rale vorm zal plaatsvinden: Ne
derland- Suriname, en Neder-
land-Antillen. De deskundigen
en politici in de Nederlandse
sectie zullen er dan naar moe
ten streven de veelheid van me
ningen uit de West te harmoni
seren en te verzoenen opdat een
formulering gedestilleerd wordt
waarmee Nederland kan wer
ken.
Sig. W. Wolf
„Ais we de toekomst van de
godsdienst bekijken vanuit
de structuren waar de kerk
nu in zit. dan is er geen toe
komst, tenzij de structuren
veranderen. De maatschap
pij waar we nu als kerk in
leven Is alleen doelgericht op
de materie, maar heeft geen
toekomst. Ons optimisme
steunde aanvankelijk op de
heilwetenschap van de tech
niek In deze tijd, daarna ko
zen we voor het existentialis
me wat inmiddels weer heeft
afgedaan. We zijn nu in feite
in een vacuüm terecht geko
men, zodat we wei moeten
zoeken naar alle richtin
gen.".
Aldus typeerde prof. E. Schille-
beeckx de huidige situatie
aan het eind van het vier
daagse theologisch congres
dat onder het thema: „Toe
komst van de religie: religie
van de toekomst", deze week
in Nijmegen is gehouden.
Dat „zoeken naar alle richtin
gen'" heeft in feite het con
gres voor een groot gedeelte
bepaald. Deskundigen op het
gebied van de theologie, het
Marxisme en Aziatische cul
turen, brachten na elkaar
verschillende visies naar vo
ren, om daarmee een bijdra
ge te leveren aan het con
gresthema.
Prof. Schillebeeckx, die In zijn
inleiding een grote plaats
had Ingeruimd voor de zin
van het menselijk lijden,
moest op de laatste congres
dag ervaren, dat zijn visie
niet op alle punten gedeeld
werd door de protestantse
Duit9e hoogleraar dr. W.
Pannenborg uit München.
Deze was het niet eens met
de stelling van prof. Schille
beeckx, dat lijden zinvol kan
zijn.
Prof. Schillenbeeckx gaat er
namelijk van uit, dat het lij
den ervaringen met zich
meebrengt die duurzaam
zijn, die de mens terugwer
pen op de vraag naar de zin
van het bestaan. Lijden kan,
naar zijn mening, de mens
verder helpen. Prof. Pannen-
berg daarentegen acht het ge
vaarlijk om het lijden als
uitgangspunt te nemen van
het christelijk leven, omdat
naar zijn mening de enige
zin van het lijden die is, dat
men er zo snel mogelijk van
verlost wordt.
De Duitse hoogleraar Pannen-
berg legde in zijn inleiding
de nadruk op de toekomst
verwachting van dc mens,
die steeds op zoek Is naar
zijn eigen verwerkelijking.
Daarbij tekende hij aan, dat
men oog moet hebben voor
de tendens, dat de mens zich
steds meer uit de gemeen
schappelijke samenleving te
rugtrekt op zichzelf, of in
groepen waar het individu de
volle vrijheid heeft.
In dit licht wees hij op het
druggebruik en op het ver
langen naar religiositeit dat
vooral bij Jongeren steeds
sterker wordt. „Als Jezus als
de grootste „trip" wordt er
varen, dan is dat toch op
zijn minst een opmerkelijke
bevestiging van de Marxisti
sche opvatting, de religie
opium voor het volk' al
dus dr. Pannenberg.
Vier dagen lang heeft men In
Nijmegen in de verschillende
inleidingen ervaren, dat de
oosterse mystiek, de hernieuw
de belangstelling in het wes
ten voor meditatie en con
templatie en een door Marx
aangesproken christelijk hu
manisme. niet zonder meer
zaken zijn die men als onbe
langrijk terzijde kan schui
ven. Vanuit de verschillende
visies heeft men gepoogd
hier en daar iets vnn de ver
hullende sluier, die hangt
over de toekomst van de re
ligie, op te tillen. Maar de
meeste vragen bleven uiter
aard onbeantwoord.
„Wat we nu gedaan hebben Is,
alle stromingen, die we lan
ge tijd miskend hebben, re
habiliteren".
Op het eerste gezicht kan men in de veronder stelling geraken, dat deze foto er een is van de
werkgroep „Samengaan van Religieuzen", tijdens een werkvergadering. Maar dat is niet
hef geval. Men werpt wel een balletje op, maar dat is zuiver ter ontspanning, waartoe
men momenteel het Scheveningse strand voll edig ter beschikking heeft. En natuur heb je
nodig. Het kan niet alle dagen bóvennatuur zijn.
De Internationaal bekende
Tsjechnlsche theoloog dr. An-
tonin Mandi (54) is in Praag
overleden. Dr. Mandi was
een invloedrijke figuur in de
Tsjechosiowaakse kerk, voor
al door zijn contacten met de
jeugd en met talrijke ver
nieuwingsbewegingen. Ook
vertaalde hij dc nieuwe Ne
derlandse katechismus in het
Tsjechisch, maar publikatie
ervan werd verboden.
„Het Getuigenis" het ge
schrift van een aantal ver
ontruste hervormden, dat in
oktober uitkwam en sinds
dien de gemoederen in de
Hervormde Kerk en ook
daarbuiten danig heeft be
roerd, zal op dinsdag llaprll
in de jaarlijkse hervormde
predikantenvergadering wor
den besproken. De vergade
ring. in het Jaarbeusrvcrge-
dering te Utrecht, staat on-
Twee jubilea wereldmissie
Met een „mis der volken" op Pinksteren en een bijzondere
vormgeving van wereldmissiezondng op 22 oktober, zal het
350-jarig bestaan gevierd worden van de curiecongregatie voor
de missie. Dit heeft het hoofd van de congregatie, de Brazi
liaanse kardinaal Agnclo Rossi, in Rome bekend gemaakt. Bo
vendien zal ter gelegenheid van dit jubileum een herdenkings
boek worden uitgegeven, over de geschiedenis van de congre
gatie.
Het 350-jarig jubileum van de congregatie voor de mssie. dit
jaar, valt samen met het 150-jarig Jubileum van de „Pauselijke
missiewerken". Ter gelegenheid hiervan wordt er van 9 tot 12
november in Lyon een internationaal miseiecongres gehouden.
Onderwerp van dit congres zal zijn: dc toekomst en de ver
nieuwing van de Pauselijke Missiewerken na het Vatikaans
Concilie.
Kardinaal Rossl deelde nog mede, dat de kerk op het ogenblik
J47 Afrikaanse en 141 Aziutische bisschoppen telt. In 1969 woon
den er in de missiegebieden, die onder zijn toezicht staan, in
totaal 57 miljoen rooms-kathoüeken. In Azië (met uitzondering
van China. Noord-Vietnam en Noord-Korea) was he; aantal ge
lovigen van zes miljoen in 1949 tot ruim veertien miljoen geste
gen in 19G9. In Afrika was het aantal in dezelfde periode van
11 tot 32 miljoen gestegen.
Ook het aantal priesters was toegenomen en wel van 6.900 tol
15.300 in Azië en van 7.500 tot 15.100 in Afrika. In 1969 UI I
er in Az bijna 10.000 inheemse priesters, terwijl er toen in
Afrika 3.600 waren. Kardinaal Ross*, zei dat er zowel gebrek
aan geld als aan priesters is. Voor hulp aan ruim duizend dio
cesen was dit jaar neut meer dan 38 miljoen dollar beschik
baar.
In de komende
den organiseert het vor
mingscentrum Den Alcrdlnck
te Lnag-Zuthcm (bij Zwolle)
twaalf verschillende ontmoc-
tingsweken. Op het program
ma staan onder meer gozlns-
weken, nieuwe religieuze le
vensoriëntatie, twee Isrnël-
weken, een week voor 65
ers, een creatieve film week
en een Duits-Nederlands
werkkamp voor jongeren.
Helder Camara
spreekt ook
in Utrecht
Helder Camara, aartsbisschop
van Recife in Brazilië, zal
behalve In Eindhoven ook
spreken In Utrecht en wel op
4 april (20.00 uur) in dc
Buurkerk. Hij spreek bij ge
legenheid van de internatio
nale conferentie over geweld
loze verandering in de maat
schappij, die van 4 tot cn
met 8 aprli wordt gehouden
in Driebergen.
Op de manifestatie in Utrecht,
getiteld „de macht van
nnchtelozen". zal ook James
Lawson naaste medewerker
van Martin Luther King het
woord voeren. De organisatie
is in handen van Kerk en
Wereld Drieborgen. tel,
03438-2241.
KERK EN WERELD i