Barend
Barendse
Stap eens bij ons binnen
we zijn zo
gemakki
dichtbij
IK BEN EEN EENVOUDIGE
AMSTERDAMMER
MET EEN VOLKSWAGEN"
Raiffeisenbank fZi Boerenleenbank
In het eerste telefoongesprek heeft
Barend Barendse al gewaar
schuwd: „we maken er geen „Dit
is uw leven" van. Laten we dat
'ooral duidelijk afspreken. Ik heb
in deze wereld een klein privé-
hoekje, waar een buitenstaand^'
niks mee te maken heeft. Dat
houd ik voor mezelf. Je hoeft -ook
niet te vragen, hoe oud ik ben,
want daar geef ik toch geen ant
woord op. Een mens is zo oud, als
ie zichzelf voelt. Wat zeg je? Hoe
oud ik me dan voel. Haha. Dat is
een alleraardigst strikvraag!e. Als
eenvoudige Amsterdammer kan ik
het waarderen, maar ik trap er
toch niet dn. En dan nog wat: als
het soms 'in je bedoeling ligt om
een hard interview met me te ma
ken, kun je ook beter een deur
verder gaan. Ik voel er bitter wei
nig voor om in een krant als de
kletsende dorpsgek te figure
ren. Ik weet verdomd goed, dat dk
alles behalve geruisloos ben, maar
dat wil nog niet zeggen, dat ik
maf ben. Mijn God, als ik die
Arme Fred Haché op de televisie
naar het toilet zie lopen en ik hoor
op hetzelfde moment allerlei win
derige geluiden, denk ik: „wat
moet je eou voor een man zijn om
zulke dingen te pakken?". Die
Fred Haché gaat af als een gieter.
Dat is bijna dramatisch. Later
heb ik nog zitten bedenken: „mis
schien hebben die jongens van de
VPRO die winden er later inge-
dubt. Zonder medeweten van Ha
ché dus. Als dat zo is, vind ik het
helemaal een laffe streek".
„Ik heb veel van mijn grootvader: hij was de
het grote gebaar
paar dagen later diept Ba-
endse zijn stellingen in de Hil-
rersumse NOS-katakomben ver-
V. er uit. Hij is even tevoren stra-
f)end de kamtiine binnengedrib-
- eld en heeft links en rechts va
derlijke schouderklopjes uitge-
J eeld aan pauzerende broodar-
^Tiesten. Hij draagt op deze mid-
lag een geruit Sherlock Hol-
nes-hoedje, dat hij onlangs in
-jphotland heeft gekocht. In zijn
'ffer heeft hij nog een petje,
ant je kunt nooit weten, waar
fans om vragen. Hij schuift
jn croquet terzijde en zegt op
edempte toon: ,,Ik heb een he-
n valse bescheidenheid en
n durf ik je ook te vertel-
N en, dat ik populairder ben dan
I oit tevoren. Ik heb pas nog één
I an mijn petjes in „Éénmaal
^yindermaal" bij opbod verkocht
■X n dat heeft een geweldig be-
rag opgeleverd. Barend Ba-
N— endse is de man met het petje,
at weet heel Nederland. Ze
lebben ook op de televisie mijn
V igen laten zien. Alleen mijn
gen en dan mochten de kijkers
l -. aden, van wie ze waren. Het
rootste aantal inzendingen tot
t an toe was 17000 geweest,
naar op mijn ogen kwamen er
V 10.000 binnen. Kijk, op zo'n mo-
nent vraag je je even af, waar
Jat aan ligt. Ze mogen me niet
anwege mijn slanke gestalte of
nijn moof golvend haar Weet
arom wel? Omdat ik een
envoudige Amsterdammer ben
ebleven. Ik zeg wat ik denk. Ik
in mijn emoties en daar houdt
et publiek van. Het is de laat-
te tijd grote mode om alles sec
doen, langs je neus weg,
laar dat kan op een gegeven
loment ook stomvervelend wor-
en. Als er dan een man komt,
ie fris van de lever zijn com-
lentaar geeft en de kleine men-
ïlijke dingen in de gaten houdt,
eeft hij het pleit' bij voorbaat
ewonnen. Ik kom uit een ge-
lacht van watergeuzen, zeelie-
muzikanten en toneelspe-
In mij stroomt nog steeds
et bloed der oude Batavieren
dat is verrekt goed te bier
en. Ook de Batavieren hielden
J an knokken, vissen, bier en
rouwen. Neem maar van mij
an, dat niets menselijks mij
reemd is.
long Festival
lu ga ik je iets vertellen, dat
duidelijk licht werpt op mijn
ersoon. Op een gegeven dag
ford ik opgebeld door Fred Os-
er, die net bezig was met de
r, oorbereidingen van het nationa-
Song Festival. Ik zeg: „Voor-
t je je verhaaltje afsteekt
'red. Als je me soms wilt vra-
en of ik op jouw finale spreek-
almeester wil zijn, dan zeg ik
it de grond van mijn hart „ja,
at wil ik". Later vertelde ie,
at anderen liever een toneel-
)eler hadden gehuurd. Een Ko
an Dijk of een Guus Oster.
laar Fred geloofde in me. Die
„Barend is spontaan en ba-
genoeg om die spreekstal-
leester te creëren. Die maakt
iets heel moois van",
lisschien heb je die uitzending
ezien. En anders kan ik je ver
dat het een geweldige
vond is geworden. Ik had een
lauw rokkostuum gehuurd en
itte handschoenen en een hoge
jde. Zo ben ik de piste van
arré binnen gegaan. En toen
oog uit het amphi-thealer en
it de stalles het applaus van de
700 aanwezigen op mij neer-
aaide, dacht ik: „dit is een ont-
„Barend Barendse is de man met het petje, dat weet heel Ned rland".
roerend moment. Na zeventig
jaar staat er opnieuw een Ba
rend Barendse in de piste van
Carré. Het is groots, dat een
eenvoudige Amsterdammer dit
kan bereiken".
En terwijl ik de artiesten aan
kondigde gingen mijn gedachten
naar mijn grootvader, die in
1903 op dezelfde plek triomfen
vierdp. In dat jaar bracht Paul
Kruger een bezoek aan Neder
land en iedereen widde een
glimp van die grote man opvan
gen. Omdat er toen nog geen te
levisie en geen radio was moes
ten toneelspelers voor de com
municatie zorgen. Stel je voor:
.daar kwamen 's avonds zes
stadsherauten met bazuinen een
stampvol Carré binnen. En
daarachter figuranten, die ver
kleed waren als Transvaalse
boeren. En daar weer achter
een open calèche ggetrokken
door vier paarden. En in die
koets zat Paul Kruger met zijn
bakkebaarden en zijn hoge hoed.
Die PauJ Kruger was mijn
grootvader Barend Barendse.
En de hele zaal zong hem toe:
„En de boeren hebben overwon
nen, hiep, hiep, hoera, hiep,
hiep, hoera". Ook in die dagen
was het al een spijkerharde
evergreen.
Volksacteur
Ik heb veel geërfd van mijn
grootvader. Hij was in zijn da
gen een gevierde volksacteur,
die met zijn eigen gezelschap
Het Paleis van Volksvlijt be
speelde. Hij was de man met
het grote gebaar, een martiale
figuur vol pathos en tempera
ment. Ik heb dat ook. Als Dick
van Bommel me niet van tijd
tot tijd afremt, ga ik ook door
tot het bittere einde. Versta me
goed: ilk ben geen uitzonderlijk
mens, maar wat ik doe, doe ik
met volle inzet. Ik heb een bloed-
ernstig vak ,dat je niet even
tussen de soep en het slaatje
waar kan maken. Misschien lijkt
het er soms op, maar dan komt
dan door mijn spreekvaardig
heid. Ik had dat vroeger al als
jongen. Mijn broer fietste har
der, maar ik smoesde beter. Zo
ben ik uiteindelijk ook via Tom
Schreurs van de AVRO bij de
radio en televisie terechtgeko-
Grootvader speelt op een gege
ven moment de hoofdrol in
Dreyfus, de banneling van het
duivelseiland". Een schitterend
stuk. dat stromen tranen los
woelde. Mijn vader leefde zich
zo in die arme Dreyfus in, dat
hij de halve avond op zijn benen
stond te trillen. Daar stond dan
die grote man kaarsrecht op het
toneel, terwijl links en rechts de
onderscheidingstekens van zijn
uniform werden gerukt. Op h'et
moment, dat een soldaat het
zwaard uit zijn schede wilde ha
len, zei hij: „Nee, dat doe ik
zelf". En hij trok zijn zwaard en
Na afloop van de voorstelling
zei één van zijn medespelers:
„Barendse, je was enorm. Jam
mer alleen, dat je bij die slot-
clausy zo sliste. Je was bijna
onverstaanbaar. Mijn grootva
der keek hem aan en zei: „Jon
geman, je bent volkomen abuis.
Wat je hoorde waren mijn hete
tranen, die geblust werden door
het staal van mijn sabel". Kijk,
dat was nou grootvader ten voe-
teh uit. Hij wilde het altijd mooi
zeggen. Ik heb dat zelf ook. Ik
houdt van de taal en als ik zin
nen bouw, wil ik ze afmaken
zonder gestotter en gs-um.
Dat wil overigens niet zeggen,
dat je met zo'n instelling nooit
een fout maakt. Als ik een wie
lerwedstrijd versloeg zag ik
soms 130 modderige renners
op de meet afstormen. Ga jij
dan maar eens op je dooie ge
mak vertellen, wie één twee, en
drie zijn geworden. Mag een
mens zich cp zo'n moment asje
blieft een keer vergissen? Waar
om zitten er anders 20 juryleden
Ik heb 18 jaar het wielrennen
de televisie verslagen. Ik
vind het een geweldige sport,
omdat ie bedreven wordt door
rasindividualisten. Je kunt nog
zoveel afspraken maken en com
bines vormen, maar als je wilt
winnen, zul je er toch voor moe
ten trappen. De wielrenner is
een eenzame strijder, die vecht
tegen de dorst en de steken in
zijn zij. En aohter elke bocht
vermoedt hij de meet, want hij
kan niet meer. Dat is wielren
nen. Ik hcud van het drama,
van het gevecht van man tegen
man. Maar ik wil ook de mens
zien, de kleine man in de ach-
tertioede, die geen schijn van
kans heeft. De waterdrager, die
niet eens een illusie mag koeste
ren.Ik heb in mijn verslagen al
tijd de mens gezocht. Ik houd
niet van de glad opgepoetste vo
gel, want die zegt de kijker
geen fluit.
Ik ga er van uit, dat er in die
„ik ben blij dat ik na al die jaren nog steeds dezelfde ben
huiskamers een vader zit met
zijn borreltje. Hij is wel geïnte
resseerd, maar hij legt zijn
krant er toch niet voor weg. En
moeder zit de spercieboontjes af
te halen en dochter leest onder
wijl Libelle. Dat is mijn gehoor.
Als ik die mensen nu wil berei
ken kan ik natuurlijk moeilijk Non-actief
gaan doen over groot verzet en
bandenmaten, maar daar wor
den moeder en dochter niet
warm of koud van. Pas als ik
roep: „En daar achter in het
peloton zwoegt Huub Zilverberg,
de eenvoudige Brabantse jongen,
die vanmorgen vader is gewor-
len van een welgeschapen
zoon", vergeet moeder de sper-
ciebonen en zet pa zijn borreltje
op tafel. Want dat is een her
kenbare situatie. Is die jongen
vader geworden en kan hij niet
eens thuis zijn. Arme Huub.
Kijk, dat is de stijl van Barend.
Want waarom zoeken naar wat u vlakbij kunt vinden?
U stapt eenvoudig even bij een Raiffelsenbank of
Boerenleenbank binnen. Er zijn 3000 vestigingen.
Dus overal gemakkelijk dicht bij u in de buurt.
Om te kiezen uit wel 8 verschillende spaarvormen, met
elk een aantrekkelijke rente. Zodat u kunt sparen
op de manier die het beste bij uw bedoelingen en
mogelijkheden past. Een deskundige adviseur helpt u
graag bepalen welke spaarvorm juist voor u het
meest geschikt is. Bij de Raiffeisenbank en
Boerenleenbank, de bank waar de helft van alle
Nederlanders al bij spaart.
V kuilt zoveel méér doen
met onze bank
de.bnnk voor ioderqen
3000 vestigingen
Nu had Bob Spaak in 1968 al ge
zegd, dat er in zijn opzet van de
NOS-sport een paar mensen
moesten afvallen. Maar hij zei
er toen niet bij, wie er de laan
uitvlogen. Toen ik later voor de
TROS een catch-as-catch-wed-
strijd versloeg, werd ik prompt
door meneer Spaak voor drie
maanden op non-actief gezet.
Versta me goed: ik heb met die
man nooit kwaaie woorden ge
had, maar we lagen elkaar ge
woon niet. Hij had misschien
een hekel aan mijn virtuositeit
en dacht, dat hij het zelf beter
kon.
Ik heb daarna van meneer
Spaak nooit meer iets gehoord.
Na 18 jaar televisie liet hij me
als een baksteen vallen. Hij riep
me niet bij zich, hij zei niet:
„Barend ik mag je niet. Geen
denken aan. ik was immers
maar een free-lancer en free
lancers zijn in het omroepbestel
vogelvrij, Die kunnen niet eens
aanspraak maken op een mini
mum aan bescherming.
Ik heb me ontzettend geërgerd
aan de manier, waarop Spaak
me er uit getrapt heeft. Hij
wist, dat ik voor een belangrijk
deel leefde van de opbrengst
van de NOS-sport. Ik had 18
jaar bij de televisie een stuk
brood verdiend en mijn best ge
daan. En dan gebeurt er dat.
En uitgerekend flikt een man
dat. die jaren bij het Vrije Volk
en de Vara heeft gewerkt en dus
doortrokken zou moeten zijn van
de socialistische principes. Ik
heb Spaak dat zeer kwalijk ge-
Maanden later heeft hij een kan
toorjuffrouw nog eens op laten
bellen. Of ik zin had om op
Kerstmis een cycle cross te ver
slaan. Ik heb haar gezegd:
„Mag ik voor de eer bedanken.
Ik ga net zo lief kleerhangcrtjes
verkopen", zo geladen was ik en
ben ik eigenlijk nog steeds. Ik
zou willen, dat ik in een forum
kwam te zitten met Spaak. Ik
zou hem de zaal uitblazen".
Verrassing
•Hij buigt zich voorover en zegt:
„Je vroeg net, of ik wat gaf om
populariteit. Wat moet je daar
nou op zeggen? Ik krijg uitnodi
gingen van wildvreemde mensen
om op hun verjaardag te ko
men. Laatst nog een vrouw, die
zei: „Ik wil mijn man verras-
sen. Als hij alle cadeautjes heeft
uitgepakt komt u tussen do
schuifdeuren vandaan en dan is
het feest compleet". Ik kreeg
ook een brief van twee oude
mensen uit Den Hang. die een
tandem hadden met buitenboord
motor. Of ik iemand wist, die ze
er een plezier mee konden doen.
Ik had immers zoveel verstand
van wielrennen. En wat denk je
van deze dreun.
Barendse schuift een getikt
kwarto-vel over de tafel. Aan de
bovenkant staat: de sneldichter
van Deifshaven over commenta
tor Barend Barendse. Daaronder
volgen negen coupletten, waar
onder deze:
Als ik wat cijfers uit kon delen,
dan gaf ik Barendse een acht,
oe Zeskamp gaat ons rooit ver
velen. door zijn vitale zeggings
kracht. Een laaiend vuur van
vlotte woorden, de volheid van
een rijke ziel, het zijn de much-
tige accoorden. een wentelende
prestatie-wiel. Dus hulde voor
zijn presentatie, Barend Barend
se is uniek, hij valt bij ieder in
de gratie, en wat hij doet is
magnifiek".
Barendse haalt grinnikend de
schouders op. Zegt dan: „Wat is
nou populariteit? Ik kom in elke
Zeskamp misschien vijf secon
den in beeld, maar ik pak de
huiskamer toch door mijn en
thousiasme. Ik vind het een zali
ge wedstrijd, een echt spel nog.
Bij ons worden geen mensen ge
molesteerd en geen bierflessen
gegooid. Alleen de supporters
willen de laatste tijd nog wel
eens uit de hand lopen. Ik weet
donders goed, dat er wordt afge
geven op Zeskamp, maar de
massa vindt het prachtig. Laten
die negatievelingen maar rustig
in hun ivoren torens blijven zit
ten. Wij hebben ze voor Zes
kamp echt niet nodig.
Timmerman
Ik zal Je nog één ding vertellen
over populariteit. Als Gerrit de
timmerman met vier "poten en
twaalf planken de televisie-stu
dio binnenkomt en zegt: „Da
mes en heren. Ik ben Gerrit de
timmerman. Ik ga u laten zien,
hoe je een kast maakt". En dan
neemt hij de vier poten en iegt
er een plank op. „Dit is de bo
dem van onze kast", zegt hij,
„tot over veertien dagen". Als d
hij dat vier maanden vol houdt
wordt hij ook op straat herkend.
Populariteit betekent derhalve
niks.
Laat mij maar rustig mijn werk
doen. Ik lig niet wakker van kri
tiek en loop niet naast mijn
schoenen, omdat ik toevallig bij
het volk goed zit. Ik zit in Zes
kamp, in Zo vader zo dochter,
ik schnabbel wat mee bij de
KRO en wordt in het hele land
gevraagd als gnst-commentator.
ik vind het allemaal best zo. Ik
ben blij, dat ik na al die jaren
nog steeds dezelfde ben,
Ik ben een eenvoudige Amster
dammer met een volkswagen".
LEO THURING.