Eusebio toonbeeld van de ware sportman Eenzaam en huiverend kwam ,mufana' in Lissabon aan Olympia Waldi "j| "r iii in. r* is NOTEER BIJ DE RADIO ZATERDAG 4 MAART 1972 LEIDSE COURANT Met zijn furieuze dribbels, zijn vernietigend schot en zijn keiharde kopballen heeft hij triomfen gevierd c de gehele aardbol (Van onze speciale verslag gever) LISSABON „Het was nog net vrijdag. Even voor middernacht, op de zeven tiende december I960, ik vergeet het nooit, zag ik de lichten van het vliegveld van Lissabon. Ik speurde in het donker of ik iemand zag, die me bekend voor kwam want Benfica had me beloofd dat ik zou wor den afgehaald. De passa giers verlieten al het vlieg tuig en ik durfde nauwe lijks van mijn stoel op te staan. Toen ik de trap af ging, was het enige wat me opviel dat het zo koud was. In mijn land is het warm omstreeks die tijd van het jaar. Ineens liepen er drie heren op me af, bestuur ders van Benfica. Er rie pen ook een paar mensen mijn naam. Later hoorde ik dat het supporters van Bénfica waren. En er ston den twee journalisten. Ze stelden me vragen ma^r ik stotterde alleen wat terug. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Ik voelde me ongelukkig, ik had het koud en ik verlangde naar een bed. De drie heren brachten me naar het club gebouw van Benfica, waar ik voorlopig onderdak zou krijgen. Gelukkig, ik was alleen. En het eerste wat ik deed, was een brief /.•schrijven naar mijn moe der in Lourengo Marques. Ik voelde me het jongetje dat van het platteland naar de grote stad was geko men. Iedereen was erg aardig voor me, ik vond het prachtig dat ik bij Ben fica was gekomen..Maar ik was alleen, ik miste mijn broers en zusters en vooral mijn moeder". Elf jaar later herinnert Eusebio da Silva Ferreira zich haar scherp zijn aankomst in Lissa bon en zijn eerste, moeilijke tijd, waarin hij buiten zijn wil de speelbal werd van touwtrek ken tussen Benfica en Sporting Lisbóa, de club die het eerst op hem opmerkzaam was gemaakt. Sporting wenste echter niet meer te betalen dan achttiendui zend gulden voor'het onbekende voetballertje van bijna achttien jaar die dan wel in de plaatse lijke club van de stad in Mo zambique een ster was maar nog moest bewijzen dat hij_ met het „grote voetbal" mee zou kunnen. Benfica tastte dieper in de portefeuille en had een be drag van 450.000 escudos (een halve ton) over voor de zacht- Nog, na een decennium van de grootste successen op het voet balveld, barst de vreugde los bij Eusebio als hij heeft gescoord. aardige, ietwat verlegen en goudeerlijke jongeman, die het voetballen op straat had ge leerd. Eusebio hing als jongetje altijd rond bij het voetbalveld. Met zijn kameraadjes trapte hij naar alfes wat los en vast zat, met zijn blote voeten. Toen eens iemand met verbazing toekeek hoe goed dat soepele kereltje met de bal kon omgaan, schonk hij hem een oude voetbalschoen. Eén, voor de voet waarmee hij het gemakkelijkst schopte. Toen hij werd ingelijfd in de ploeg van Louren?o Marques, vijftien jaar oud, kreeg hij zijn eerste paar voetbalschoenen aan. Ik zat met Eusebio in een klein etablissement. Hij had beloofd er op een bepaalde tijd te zijn en hij was er. Voor Eusebio, on waarschijnlijk populair maar EREDIVISIE Vitesse—MVV FeyenoordGo Ahead Eagles (vrijdag) FC Utrecht—DWS TelstarNEC VolendamPSV FC Den BoschNAC AjaxFC Groningen FC TwenteExcelsior FC Den HaagSparta EERSTE DIVISIE HeraclesDe Volewijckers Willem IIHeerenveen VeendamRoda JC PEC ZwolleWageningen Helmond SportSVV Fortuna VI.—FC VVV EindhovenAZ'67 fortuna SCHaarlem SC Cambuur—HVC Blauw WitDFC mgeduid met wars van sterallures, iets vanzelfsprekends. Hij kwam van de training en hoewel geen agent een aanmerking zal ma ken als hij zijn auto parkeert waar het niet mag, wenst hij van dat privilége geen gebruik te maken en had hij de wagen straten verder neergezet. Ook dat is voor Eusebio vanzelfspre kend. En dan gaat het erop lij ken dat menigeen van hem een soort heilige wil maken, met het aureool van de man die nage noeg volmaakt is. De waarheid is dat Eusebio, door zijn oude vrienden nog steeds „mufana" (kleintje) genoemd een bij naam die hij kreeg toen hij pas bij Benfica was zonder meer een fijne vent is, die zichzelf er misschien wel het meest over verbaast dat hij zijn natuurlijke talenten zo te gelde heeft kun nen maken. Hij is geen geldwolf maar wel zo zakelijk dat hij in een auto rijdt die hem niets kost omdat hij het voor reclamedoeleinden doet, dat hij in Lissabon en zijn geboorteplaats geld in apparte menten en huizen heeft gesto ken en zijdelings nog verbonden is met enige projecten die hem, de thans dertigjarige, een „rus tige oude dag" garanderen. Hij woont in een, voor de ster die hij is met zijn bepaald niet te verwaarlozen salaris, beschei den flat, is geen uitgaander en loopt niet als een playboy rond in peperdure kostuums. Hij is dezelfde gebleven om wie Benfi ca en Sporting Lisbóa achter de schermen een hevige strijd uit vochten. Sporting Lisboa meende, omdat de club „het eerste bod" had gedaan, alsnog rechten te kun nen doen gelden op Eusebio, die zich van de strijd achter zijn rug niet bewust was maar wel ongeduldig werd omdat hij maar niet mocht spelen en zich ook verwonderde over de wijze waarop hij met overdreven zor gen, naar zijn mening, werd omringd. Als hij de st aat op ging, kreeg hij altijd een men- netje van Benfica mee. Hij moest, al stond hij nooit opge steld, alle uitwedstrijden van Benfica mee. Op den duur be gon hij eraan te twijfelen of hij ooit de kleuren zou dragen van de club, die hij al bedonderde toen hij als jongetje van acht jaar Benfica voor het eerst had zien spelen tijdens een tournee door Mozambique. Terwijl hij, zonder zich ooit geïr riteerd te tonen, fans groette, af en toe een handtekening weggaf en voor een knulletje dat hem met grote ogen vol bewondering stond aan te gapen een lekker nij kocht, vertelde hij met feil loze precisie over zijn begintijd bij Benfica. „De dag nadat ik was aangeko men. werd een uitwedstrijd ge speeld tegen Covilha. Ik moest mee en zat op de tribune. Ik maakte ook mijn eerste grote reis, naar Denemarken. In Aar- hus kocht ik een souvenir, voor mijn moeder. Maar ik voetbalde niet. Benfica speelde in heel Eu ropa. Ik ging mee, maar nooit mocht ik een shirt aantrekken. Eindelijk werd het me duidelijk dat er iets aan de hand moest zijn en toen ik ernaar vroeg en aandrong dat ik beslist wilde weten waarom ik niet mocht spelen ik trainde hard, deed veel aan mijn conditie en voel de me in grote vorm kwam het antwoord: de controverse met Sporting Lisboa. Het duurde tot mei 1961 eer de clubs tot overeenstemming kwa men en Benfica het transferbe drag overmaakte naar Mozam bique. Ik mocht de kleuren van Benfica verdedigen". In die tijd was het nog moeilijker dan nu om een plaats in het eerste team te verwerven. Ook Eusebio lukte dat niet ineens. Men kan zich verbazen over zijn enorme geheugen als hij vrijwel zonder na te denken zegt: „Op 31 mei 1961 speelde ik, mijn debuut. Met de reserve- ploeg van Benfica tegen Atletico Alcantara. Het was de week voor de Europa Cupfinale Bar celonaBenfica. In de kranten had gestaan dat ik zou spelen en toen ik de tunnel uitkwam naar het veld, begon het publiek te applaudisseren. Ik was totaal verbijsterd maar hief toch mijn hand op als groet. Ik voelde dat ik helemaal begon te gloeien. Wat verwachtten die mensen van mij? Ik had geluk. In de elfde minuut kreeg ik de bal goed en scoorde van grote af stand. Uit een vrije schop maakte ik nog een doelpunt en tenslotte een derde. We wonnen met 4—2". „Ze klopten me op de schouders, het bestuur feliciteerde me en Nooit zal Eusebio een handteke ning weigeren, mits zijn coach en bestuurders het hem niet ver boden hebben. Nooit zal hij zich geïrriteerd tonen als de fans en die heeft hij over de gehele wéreld een cordon om hem heen leggen. Hij vindt dat alle maal vanzelfsprekend, deze pro bleemloze voetbal-ster. ik begon er een beetje aan te denken dat ik misschien wel die Europa Cupfinale mocht spelen. Het werd een grote desillusie. Er waren, zo zei men mij, regels van de FIFA die inhielden dat ik nog niet met de hoofdploeg mocht spelen. Ik heb het niet helemaal begrepen, en ook niet helemaal geloofd. En zo kwam het dat ik met de reserves de bekerwedstrijd speelde tegen Vitoria Setubal omdat het eerste team nog niet terug was uit* Bern van de Europa Cupfinale. Ik vergeet het nooit. We kwa men met 3—0 achter, ik maakte een doelpunt en kreeg toen een strafschop te nemen die ons op 32 had kunnen brengen". „Ik was zo nerveus dat ik de bal recht in de handen van de doel man schoot. We verloren met 41 en omdat Benfica thuis maar met 3—1 had gewonnen, lugen we eruit. De hele nacht heb ik niet geslapen. Door die gemiste strafschop was Benfica geëlimineerd". Eusebio speelde nog wat wedstrij den bij de reserves en drong tot de hoofdploeg door in het duel met Belem. Enige dagen later vertrok Benfica naar Parijs voor het befaamde toernooi van Racing Paris, waaraan ook An- derlecht en Santos deelnamen. Hij ontmoette er die andere „zwarte parel", Pelé, die met Santos de finale tegen Benfica speelde. Trainer Bela Guttmann zette Eusebio op de reserve bank. „Ik wist toen nog niet dat zoiets heel normaal is. Guttmann deed het, zoals hij later vertelde, om dat hij dacht dat ik tc moe was na de eerste wedstrijd in dat toernooi. Ik schrok echter van zijn beslissing want ik dacht dat ik gepasseerd was. Snntos kwam met niet minder dan 5-0 voor en toen haalde Guttmann Santamaria eruit en zette mij in. Ik was geladen en scoorde driemaal. Augusto miste een strafschop en Santos won met 6—3." De teleurstellingen bleven Euse bio in die beginperiode niet be spaard. Benfica, Europa Cup houder, had thuis voor de We reldbeker met 10 gewonnen van Penarol. Twee spelers moesten thuis blijven toen Ben fica naar Montevideo reisde: Si- moes en Eusebio. Penarol wotj met 5—0 en omdat toen nog geen doelpunten telden, moest een derde wedstrijd worden ge speeld. Ik had met de reserve- ploeg een wedstrijd gespeeld te- gen Marinha Grande. Toen wó in de kleedkamer kwamen,, werd mij en Si moes gezegd d,it we onmiddellijk op het vliegtuig moesten om naar Uruguuy te reizen voor de derde wedstrijd. We verloren met 2—1 maar ik maakte ons doelpunt. Van die wedstrijd af was ik voor goed in het eerste team opgenomen". De successen reeg Eusebio nadien aaneen tot een onwaarschijnlijk fonkelend snoer voetbalparels. Zo simpel hij leefde, zo eenvou dig hij zijn voetbalgaven exploi teerde, zo eerzuchtig streefde hij ook naar het hoogst bereik bare. Hij wilde in het nationale team. Op 8 oktober 19CI maakte hij in de uitwedstrijd tegen Luxemburg zijn interlandde buut. Portugal verloor verras send met 4—2. Eusebio scoorde één van de twee doelpuntci* Zijn ster rees onwaarachtig snol en hoog. Hij speelde in hej UEFA- en h«*t wereldelftul dat in 1963 tegen Engeland aantrad. Temidden van grootheden al» Yasjin, Puskas, Kopa, Mnso- pust, Di Stefunn. Djalma San tos, Gento bracht hij het publioj in verrukking met zijn dribbels, zijn schotvaardighoid. zijn „net te manier van spelen". T Hij werd, en wordt „gepakt" mnar neemt nooit revanche. Hij probeert verhitte gemoederen te sussen. Hij houdt niet van ge weld. En hij kan sommige din gen niet begrijpen. „Transfers vind ik verschrikkelijk. Ik kan niet begrijpen hoe iemand van club kan veranderen en ik vind het ontzettend als je een goede clubgenoot het volgende seizoen als tegenstander hebt". Eusebio is de eenvoudige, ietwat simpele figuur gebleven die op 17 december I960 tegen midder nacht in Lissabon arriveerde. Maar hij heeft in zijn loopbaan alles bereikt. Zijn instelling ten opzichte van transfers heeft hem nooit be rouwd. Ook niet toen andere ploegen met fabelachtige som men kwamen aandragen. Toen Eusebio nog maar kort bij Ben fica was, bood Vasco da Gama anderhalf miljoen voor hom. RchI Madrid wilde hem hebben, Atletico Madrid, Napoli, Juven- tus dat drie miljoen wilde neer tellen en Internnzionale dut Benfica drie miljoen bood en Eusebio privé de helft op zijn bankrekening. Eusebio schudde het hoofd en zijn bestuurders zeiden eenvoudig: „Hij is niet te koop". Eusebio, toonbeeld van de ware sportman; Eusebio, één van de grootste voetbullers die de we reld heeft voortgebracht. Euse bio, een fijne kerel en een voor beeld van clubtrouw. Maar ook Eusebio, die nu wel wil toege ven dat hij in het begin van zijn carrière menigmaal door de hel is moeten gaan. MIGUEL ARRABALDA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 9