Bedelaars en boeven beheersten oud-Parijs AUTOCHTONE AUSTRALIËR VREEMDELING IN EIGEN LAND LICHT MAAKTE EIND AAN DUISTERE PRAKTIJKEN Il/jj ZATERDAG 4 MAART 1972 PARIJSOver het Parijs uit de veertiende en de vijftiende eeuw heeft de Franse journaliste Chantal Dupille een byzonder aardig boekje gescnreven: „Histoire de la Cour des Mira cles", uitgegeven door Hachette, 200 pagina's, frs. 17.50. Waar te genwoordig de Beurs en de krantenwijk staan in de Rue Reaumur, grenzende aan de ver dwijnende Hallen, lag in die da gen de Cour des Miracles, de wijk van de wonderen. Wonde ren gebeurden er helemaal niet, maar wel zwermden 's morgens vroeg uit die Cour over heel Pa rijs de bedriegers, oplichters, zakkenrollers en simulanten. Heel wat van die lieden waren invalide, maar nog veel groter was het aantal van hen, die 's morgens op krukken de deur uit strompelden, 's avonds gezond ter been thuis kwamen en 's nachts potverteerden. Vandaar de naam: cour des miracles. Er waren heel wat van die cours des miracles in Frankrijk. Men vond ze overal. Oorlogen en burgeroorlogen hadden met het land aan de rand van de af grond gebracht, de fiscus z at aan de grond, handel en indu strie kwijnden en de boeren op het land klaagden steen en been over de plundering door solda ten, die op het slagveld geen emplooi meer hadden. Door de straten van Parijs liepen meer bedelaars dan normale werken de burgers. Waren er dan geen rechters? Was er dan geen poli tie? Rechters genoeg en die draaiden er de hand niet voor om het ergste geboefte naar de' beul te sturen, die begon met één oor, later het andere oor af te slaan, te brandmerken met het gloeiende ijzer, te radbraken, onder te dompelen in (Je kokende olie of kortweg op te knopen. Van de gehangene zei in die dagen de volksmond, dat hij de wereld zegende met de voe ten. De bedelaars en simulanten strompelden het eerst naar de kerken en liefst naar de Notre Dame, waar overwegend de wel- gestelden kwamen. De Notre Dame was in die tijd ook mu seum, waar voorwerpen uit overzeese gebieden werden ten toongesteld en waar zakenleiden, die zelf geen winkel of magazijn hadden, hun affairs afhandel den. De slimmerikken hadden vooral het oog gericht op buiten landers uit Engeland of Duits land, die zo lang in stomme ver bazing naar de een of andere Parijse buitenisseigheid stonden te kijken, dat het volgens be schrijvingen van tijdgenoten geen moeite was om hun zelfs het hemd van het lijf te stelen. Bovendien schreven de regle menten van sommige kerken voor, dat geen gewapende agent de kerk mocht binnenkomen. Bij de kerkdeuren van de Saint- Jacaues-de-la-Boucherie in Parijs hingen twee grote verzilverde ringen. Voor de bedrieger, die door de politie achtervolgd werd, was het voldoende een van die ringen aan te raken om in veiligheid te zijn. Hij behoef de maar te wachten, tot de deu ren van de kerk open gingen om vrii man te zijn. En de politie zelf? Die was te weinig in aan tal en werd zo onderbetaald, dat zij ~door welgestelde oplichters gemakkelijk omkoopbaar was. Bovendien keken de agenten wel uit om zich in donker, onverlicht Parijs binnen de Cour des Mira cles te wagen, want tegen de overmacht van geboefte, gewa Het rovershol van de Rue Neuve-Saint-Sauveur. pend met van alles, waren zij niet opgewassen. Wie er niet le vend uit kwam werd in de Seine gesmeten. Bedelaars Wat buiten de kerk zat te bede len en medelijden op te wekken waren in hoofdzaak simulanten. Het geboefte had al vroeg ge leerd, dat men zich tegen justi tie en politie beter collectief dan individueel kon verzetten. Er was in die cours een straffe hiërarchie en een even straffe discipline. Aan het hoofd van alle Cours in Frankrijk stond een gekozen Coërse, wiens beve len even onverbiddelijk werden uitgevoerd alsof het keizerlijke of koninklijke decreten waren. Aan hem of aan zijn adjudanten werden alle inkomsten afgedra gen. Zij zorgden voor een eerlij ke verdeling en voor zware straffen aan hen, die de bevelen niet opvolgden of roof achterhiel den. De kopstukken in de cours hadden de beschikking over een uitgebreide collectie krukken, gipsverbanden, pleisters en die renbloed om de zogenaamde wonden zo reëel mogelijk te ma ken. Aan lager wal geraakte edellieden, studenten, afgezette of weggelopen monniken zorg den voor de codificatie van de boeventaal, volstrekt onver staanbaar voor buitenstaanders en die regelmatig bijgehouden, vernieuwd en onderwezen werd aan de nieuwelingen in het vak. Die nieuwelingen mochten niet eerder de straat op of zij moes ten het vak volledig onder de knie hebben. Dat progamma was zo uitge breid mogelijk. Simulanten la menteerden op straat, dat zij le den aan waterzucht. In werke lijkheid hadden zij op hun buik een luchtkussen. Vrouwen deden eensgelijks om te simuleren, dat zij zwanger waren. Er waren vrouwen, die met een kind op de arm borstkanker voorwendden, maar in werkelijkheid een spons onder de oksel droegen, ge drenkt in een vocht van bloed en melk. Er waren lieden, die stuipen en toevallen zo voortref felijk wisten na te bootsen, dat voorbijkomende doktoren hen voor dood verklaarden. Een stuk zeep in de mond zorgde voor het schuim op de lippen. Anderen namen de mond vol be dorven fruit en hoestten dat te gen de muur alsof zij longpatiën ten waren. Twee liepen samen op straat, de een viel zogenaamd dood neer, terwijl de andere be delde om geld om zijn maat te kunnen begraven. Sommigen smoorden zich vrijwillig met een onzichtbaar koord om des te be- tei* naar adem te kunnen snak ken. Deskundigen hadden bede laars in een paar weken geleerd de ogen zo te verdraaien, dat alleen het wit zichtbaar was. Dat waren de blinden. Op ar men en benen werd de huid van kikkers geplakt, besmeurd met eiwit en meel om te laten gelo ven, dat het lichaamdeel door bederf was aangetast. Uitgedost Niet iedereen liep met vodden. Sommigen waren rijkelijk uitge dost en werden gevolgd door vier livreiknechten. Op een ge geven moment deed de ridder, of hij aangevallen en van zijn beurs beroofd was. Van alle kanten schoten nieuwsgierigen toe, die in de algemene verwar ring door medeplichtigen werden beroofd. Men reisde met welge- stelden mee in de diligences, knoopte vertrouwelijk gesprek ken aan om het slachtoffer 's nachts in de herberg des te be ter te kunnen beroven. Het we melde van klerken", die het midden hielden tussen een leek en een priester, die zich door een barbier een tonsuur lieten scheren en in de Rue Saint Jac ques een monnikspij met een kap kochten. Alleen al door de tonsuur vielen zij niet meer on der de civiele, maar onder de kerkelijke rechtspraak. Door ge brekkige verbindingen viel niet uit te maken, of de klerk een echte of een valse was. Kerk en kloosters waren vergevingsge zind wanneer de bedriegers een betere levenswandel beloofden. Lichtstad Pas tegen het einde van de ze ventiende eeuw werd het lot van de Cour des Miracles bezegeld. Maart 1667 kreeg het hoofd van de politie, La Reynie, van de re gering opdracht de Cour met wortel en tak uit te roeien. Hij begon met een uitstekende maat regel: de verlichting van Parijs. Op afstanden van 20 passen wer den lantaarnpalen geplaatst, aanvankelijk verlicht van 1 no vember tot eind februari, later, toen dat niet voldoende hielp, van 20 oktober tot 31 maart. De straatbewoners moesten er voor betalen. Het succes was zo groot, dat een gouden penning werd geslagen met de woorden: Urbis Securitas et nitor. Toen La Reynie zijn ambt in 1967 neerlegde brandden er in Parijs 6.500 lantaarnpalen. Wat door de Courbewoners werd stuk gegooid werd onmiddellijk vernieuwd. Na de eerste verlichting ging hij tot de aanval over. De Cour moest worden ontruimd. Weken lang verdedigden de bewoners zich met de moed der wanhoop en gooiden al het vuil, waarover zij beschikten, naar de hoofden van de politie, de soldaten en de marechaussee. Tot ieders verba zing liet La Reynie zijn mannen in de steek, ging moederziel al leen de Cour in en schreeuwde met zijn vervaarlijkste stem, dat hij de bewoners van de Rue Neuve-Saint Savour een uur de tijd gaf de krotten te verlaten. Na het verstrijken van dat uur zouden twaalf lieden worden gearresteerd; zes van hen zou den terstond worden opgeknoopt, zes van hen veroordeeld tot twintig jaar bagno. Het dreige ment maakte zoveel indruk, dat de straat binnen de twintig mi nuten ontruimd werd. De zoge naamde lammen, blinden, toe vallijders, waterzuchtigen en kreupelen liepen in de looppas voorop. De krottenwijken wer- itptuJuhtdilux ttufi faiiLrrr /n - fujMÜyidém M Een dame wordt van haar beurs ontdaan. Allerlei teksten sieren de oude prent, zoals-, een goed arbeider is nooit rijk. T i rjj orr.i-x stuMtorKK v vhot-kh ut \fjijtJ. j'J, J. A ult. yi.i ï4 De „grote Coësre" zat de jaarlijkse bijeenkomst van de onder wereld voor, gezeten op de rug van een „Mion", een nieuwkomer in het wereldje. den met de grond gelijk ge- des Miracles leefde voortaan al- maakt. leen nog maar in de verbeelding Dat was het einde van de Rue voort. Neuve-Saint Savour. De Cour Lucas Kleyn. (Van o e correspondent) Oude Australiër in het gebied dat hem toegewezen is: de woestijn. CANBERRA De meest gediscrimineerde bevolkingsgroep in Australië, die van de autochtone Australische negers, heeft se dert 26 januari een „ambassade" in Can berra. Het Is een verzameling van groene, witte en oranje tenten, opgezet tussen de perken en fonteinen tegenover het Australi sche federale parlement. De datum, 26 ja nuari is niet willekeurig, want op die dag kondigde premier Willam MacMahon van Australië, aan, dat de autochtonen nooit het eigendomsrecht zullen krijgen op hun tradi tionele stamgebieden. Het beste dat zij kunnen verwachten zijn huurcontracten voor algemene doeleinden. De Australische regering wil niet het risico lopen dat kost bare delfstoffen in autochtone handen val len of dat zij compensatie moet geven voor gebieden die reeds worden geëxploiteerd. Het oprichten van de „ambassade" is ken merkend voor de nieuwe militante geest onder de Australische autochtonen, die zich niet alleen bewust zijn geworden van hun achterstelling, maar ook van het feit dat hun vanouds vreedzaam karakter de ach terstelling zeer in de hand gewerkt heeft. De ..ambassadeur" is de twintigjarige Mi chael Anderson en in zijn staf bevindt zich ook een „minister voor blanke aangelegen heden". Alles bij elkaar zijn er nog HO.OOO autoch tonen in Austalië. Dat is eeti procent van de totale bevolking. Zij zijn verdeeld in stad- en stamautochtonen. Zij hebben zelfs een vertegenwoordiging in het parlement; de 54-jarige senator Neville Bonner. On danks, of mogelijk dank zij zijn langdurige en waardige pogingen om begrip te kweken tussen de blanke en de autochtone bevol kingsgroepen, wordt hij, door de militante re jongeren uitgemaakt voor „Oom Tom", een uit de VS afkomstige kwalificatie voor een neger die streeft naar een vreedzame co-existenoie tussen blank en zwart. Een an der voorbeeld van generatieverschillen is Een brede lach van de Australische autochtone jeugd, die evenwel met de dag opstandiger wordt en zich steeds meer verzet tegen beschamende discri minatie door de blanke bevolkingsgroep. de tegenstelling tussen de autochtone dich teres, Katherine Walker en haar 25-jarige zoon Dennis. Katherine werd lang be schouwd als een radikule autochtonenleid- ster. Maar nu heeft ze felle kritiek op haar zoon Dennis die in Australië de eerste Zwarte Panterbeweging heeft opgericht en beweert over 300 man stoottroepen te be schikken. Sedert kapitein Cook dn Austalië landde, hebben de blanken de autochtone Australiërs uitgebuit. De recente afwijzing van eigen domsrechten op hun stamgebieden IS als het ware een verlengstuk van het beruchte verdrag van John Batman, die de Dubtgal- lar-opperhoofden overhaalde hem de 250.000 ha. te verkopen, waarop thans Melbourne gebouwd is. De prijs bedroeg vijftig scha ren. tweehonderd zakdoeken en zes rok ken Tennisspeelster Evonne Goolangon, een au tochtone, mug dan wel zijn „AuslraKsche van het jaar", maar de manier waarop haar stamgenoten behandeld worden is rond uit schandalig. Hun welziijn heet te wor den behartigd door het ministerie dat ook milieu, kunst en toerisme onder haar hoede heeft en In de volksmond bekend staat als het ministerie voor stukken en brokken. Een minster, die de eigendomsaanspraken van de autochtonen steunde, werd kortweg ontslagen. De autochtone Australiërs in de steden lei den een ghettobestaan. De kindersterfte on der hen is tienmaal hoger als het nationale gemiddelde en een van de hoogste in de wereld. Tuberculose is onder hen 'chering en .nslag, maar komt onder de blanken praktisch niet meer voor.Queensland, waar de discriminatie het opvallendst it>, «ent een stelsel van hechtenis, boete en beper king van bewegingsvrijheid, da' doet den ken aan de toestanden in Zuid-Afrika. In Nieuw Zuid-Wales bestaat veertig pet. van de mensen, die wegens dronkunscli..p wor den gearresteerd uit autochtone Austi allërs, die slechts een pet. van de bevolking van die staat uitmaken. De autochtone reserva ten zijn in het algemeen buitengewoon on vruchtbaar. Het Is dan ook niet voor niets dat de „ambassade van autochtone Austra liërs" de bittere klacht uit: ..Wij zijn vreemdelingen in ont eigen land".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 15