10 WAS HET EN VLIEGENDE KEEPER VAN ARSENAL EN AJAX O Belangstelling voor belangrijke jwedstrijden is er in Engeland altijd geweest. Een „rijtje" toeschouwers in 1949. O Het ballet der lange broeken ujt de tijd van Gerrit Keizer bij Arsenal. AMSTERDAM Wanneer woensdag aanstaande het Europacupgeweld weer losbarst, zal Plet Keizer de schrik voor Arsenal zijn. Het legioen althans zal daar smachtend om roepen. Hetgeen ons brengt bij ene Keizer die eens de hoop van Arsenal was. Alleen heette hij Gerrit en schrijven we 1930. Ze zijn geen familie de maat van het toeval is al vol genoeg. Maar ze hebben ge meen dat ze geklofte Amsterdamse jon gens zijn, met een klinkende sportcar- rière. Beider naam is onverbrekelijk met die van Ajax verbonden. Gerrit Keizer echter heeft er nog een gekke di mensie bij. Hij heeft ruim veertig jaar geleden in het doel van Arsenal gestaan de tegenstander die de Amsterdam mers woensdag van de grasmat moeten zien te vegen. Zijn dienstregeling zag er in die vergrijsde tijd als volgt uit. Op vrijdag vloog hij naar Engeland. Op za terdag stond hij daar tussen de palen. *s Avonds vloog hij terug naar Amster dam. En 's zondags verdedigde hij het doel van Ajax. Zoiets kon allemaal in die dagen. Hoe kwam de kaaskop met het melkboe- renhondenhaair Uit een land waair voetbal nog slechts een sportieve liefhebberij was, terecht in het Mekka van het prof voetbal en nog wèl bij een van 's we relds beste ploegen? We lezen daarover in een vergeeld exemplaar van het Ajax-nieuws, gedateerd op 29 april 1939. Op het moment dat het verhaal begint, was Gerrit Keizer doelverdediger bij de junioren A vain Ajax en dezen waren dank zij hem ongeslagen kampioen ge worden. Het blad vervolgt dan: ,,In sep tember 1927 verhuisde hij voor werk zaamheden naar Engeland. Wie echter gedacht had dat men daar klaar stond om hem met open armen te ontvangen, kwam bedrogen uit. Keizer wilde graag in het moederland van Koning Voetbal zijn sport blijven beoefenen, maar hij vond geen enkele vereeniging bereid om hem zelfs maar een oefenwedstrijd te laten spelen. Meer nog dan tegen woordig waren de Engelschen terecht of niet ervan overtuigd dat zij alleen het waren die konden voetballen en waar was het dan nodig voor om dien Dutchman een oefenwedstrijd toe te staan? Keizer heeft hen echter spoedig wel beter geleerd en ook het publiek heeft menig knap doelverdedigerswerk van hem openlijk gewaardeerd. Toen Keizer namelijk in Londen niets kon vinden, ging hij zijn geluk maan eens buiten de Engelsche hoofdstad probee- ren en zoo kwam hij na een jaar voetbalrust in Margate terecht. Dit plaatsje is niet alleen door de schaak- tournooien bekend die er ieder jaar ge houden worden, madr ook door het feit dat vele vereenigingen hier hun jongste leden naar toesturen, spelers dus die mede door hun jeugd nog niet geheel rijp voor eerste-divisie voetbal zijn. Hier vond Gerrit eindelijk emplooi en zelfs bracht hij het al zóó ver dat hij te Gil lingham in een Cup-wedstrijd kon uitko men. Toen speciaal door zijn werk in het doel de wedstrijd gewonnen werd, dacht hij zoo ongeveer het hoogste in Engelsch voetbal bereikt te hebben". Het begin „Maar het begon feitelijk pas voor hem, want bij dien wedstrijd was nie mand minder dan de beroemde Arse nal-manager Herbert Chapman aanwe zig geweest. Chapman was zóó verrukt over het spel van onzen Ajacied dat hij hem terstond trachtte over te halen een contract als prof tegen betaling van 6 pond per week wat tcnn nog 72 gulden beteekende aan te gaan. Gelukkig voor Ajax want anders had hij waar schijnlijk niet meer voor ons kunnen spe'en maakten de arbeidsbepalingen in Engeland zulks onmogelijk. Dat be teekende echter nog geen scheiding tus sen Chapman en Keizer, want deze laat ste was zóó vereerd met het aanbod wie zou dat niet geweest zijn? dat hij zijn diensten als amateur aanbood". „Chapman, de geniale manager, hapte maar al te graag toe en na een paar oe fenwedstrijden maakte de toen juist 19 jaar geworden Amsterdammer reeds eind augustus 1929 zijn officiële debuut in Arsenal te Blackpool. En Keizer, de jonge Hollander die in een voor hem zoo vreemde omgeving onder de. meest moeilijke omstandigheden en onbekend met de vele proftrucjes debuteerde, speelde zóó verrassend goed dat het niet in de laatste plaats aan hem te danken was dat Arsenal met 41 won". „Waar een ander van zenuwen op z'n beenen had staan trillen, was Keizer uit wendig ijskoud, net zoals wij hem nu kennen. Maar meen niet dat hij inwen dig ook zoo was en is! Dat bewees trou wens ook wel het voorval dat zich toen 's nachts na den wedstrijd te Blackpool voordeed. Dien nacht namelijk onder ging Keizer toen hij in bed lag, eerst goed de reactie van den grooten strijd van 's middags. Steeds maar weer kwam deze strijd hem in de gedachten; hij lag te woelen zeer tot ongenoegen van zijn kamergenoot Roberts, den be kenden spil maar eindelijk dan kreeg de slaap hem te pakken. Geen rustige slaap nochtans, want de wedstrijd werd in zijn droom geheel overge speeld". „Daar komt de Blackpool-voorhoede aanzetten; de rechtsbuiten rent langs de lijn, hij geeft vóór, maar gelukkig trapt Hapgood den bal weg. Neen, nog niet weg, want de spil der tegenpartij heeft den bal opgevangen, een pass naar zijn middenvoor volgt, even een spurt en als een-kanonskogel zoo hard vliegt de bal n den hoek van het doel nu moet ik iitvallen, daar gaat ie en pardoes lag Keizer op den grond naast zijn bed! In zijn onschuld biechtte hij zijl. droom aan den ook weer wakker geworden Ro berts op, maar wat heeft hij daar een spijt van gehad! Want het is te begrij pen dat hij den volgenden morgen het middelpunt der plagerijen van alle Arse- nalspeiers was". Weerstand Tot zover het schone proza uit de jaren dertig. In totaal stond Gerrit Keizer ze ventien maal bij Arsenal onder de lat. Toen moest hij ermee uitscheiden. Er was teveel weerstand gekomen tegen het feit dat hij als buitenlands amateur de ereplaats innam van een Engelse be roepsvoetballer. De zaak liep zo hoog dat hij zelfs besproken werd in het La gerhuis. Keizer werd door Chapman noodgedwongen naar het reservebankje verwezen, zag daar geen brood in en ging spelen voor minder opvallende clubs als Charlton, Queenspark Rangers en Corinthians. Hij had inmiddels zijn banden met Ajax verbroken omdat het op en neer reizen de Engelsen noemden hem de vlie gende Hollander te veel van hem vergde. Nu wilde het toeval dat het de Amsterdamse formatie in die dagen bij zonder slecht verging bij gebrek aan een goede doelman. Voorzitter Koolhaas herinnerde zich bijtijds het jonge talent dat al in 1927 op 17-jarige leeftijd met succes tussen de palen had gestaan en wist hem over te halen om terug te ke ren naar Nederland. Gerrit Keizer heeft vervolgens tot 1947 als aanvoerder en keeper de kleuren en het doel van Ajax verdedigd. Ook stond hij tweemaal opgesteld in het Neder lands elftal. Zij die hem hebben zien spelen, herin neren zich hem als een doelman in de stijl vaal Bals z'n latere opvolger. Hij kon verschrikkelijk goede momenten af wisselen met verschrikkelijk zwakke. Hij verrichtte de meest onmogelijke reddin gen, om even later een slap rolletje tus sen de benen te laten glippen, en bracht het publiek al doende beurtelings in ver voering en vertwijfeling. Vooral placht hij de tribunes de stuipen op het lijf te jagen door stokstijf te blijven staan bij keiharde afstandsschoten die maar mili- meters over de deklat scheerden. Hij kon zich dat echter permitteren want hij Gerrit Keizer leeft nog. Hij is 61 Jaar oud, handelt in groenten en fruit en zit als lid van de ledenraad iedere zondag bij Ajax op de eretribune. Hij stond be kend als een van de lastige spelers uit die amateurdagen. Toen ook al Is hij het met die reputatie eens? „Och, ik was een reglementenmannetje", zegt hij. „Neem nou dat veelbesproken inci dent tegen het toenmalige RFC. Onze rechtsbuiten Fischer haalde tijdens de wedstrijd een geintje uit en kreeg zo te zien een officiële waarschuwing. Nu was het indertijd regel dat zo'n waarschu wing pas rechtsgeldigheid kreeg wan neer de aanvoerder ervan in kennis was gesteld. De scheidsrechter begon dan ook als een gek naar me te zwauien. Hij wilde me het veld in hebben, maar ik keek wel uit en ik had daar een goede reden voor". „Een paar maanden ervoor was ik on der precies dezelfde omstandigheden na melijk verschrikkelijk de boot ingegaan. Potharst, onze rechtsback, had zich in het stadion De Vliert niet kunnen be heersen. Ik dertig meter hollen om van de scheidsrechter te vernemen dat hij hem opgeschreven had. En toen liet de hufter de vrije schop zo snel nemen dat ik pas weer bij mijn doel aankwam toen de bal al lang en breed in de touwen lag". „Kijk, daarom bleef ik die wedstrijd in Rotterdam maar liever staan waar ik stond. De scheidsrechter heeft zich daar verschrikkelijk over opgewonden en Koolhaas, onze voorzitter ook. Maar ik had nu eenmaal de instelling van een Arsenal-prof gekregen". De beste Woensdag zal deze Gerrit Keizer zich uiteraard ook mengen onder het legioen dat Ajax naar een overwinning op Arse nal zal proberen te brullen. Muur zelf zal hij geen chauvinistische mond open doen. „Voor mij moet gewoon de beste in de halve finale komen", zegt hij. „Per soonlijk kan het me eigenlijk niet eens schelen of Ajux gewipt wordt. De jongens zijn onderhand wel verzadigd door hun successen. Wel sla ik hun techniek ho ger aan dan die van Arsenal. Maar an derzijds spelen de Britten nog steeds zoals in mijn tijd. Ze zijn niet bang voor de aanval. Zij krijgen van hun trainer de aansporing mee: enjoy yourself", hetgeen zoveel wil zeggen als: maak er iets lekkers van". „Ze houden van het power-play dat voor het publiek zo aantrekkelijk is. Ze blij ven komen en komen. Dat trekt me aan in het Britse voetbal. Nederland? Het moderne voetbal bij ons vind ik soms erg interessant. Maar bij vlagen kan het ook stomvervelend zijn. Het wordt om zeep gebracht door allerlei technische concepten". „Voor trainers is het misschien leuk om elkaar een vlieg af te vangen, maar het publiek heeft er geen bal aan". PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 13