Mosselen- verkoper Paul Rollman i§ iiièÉP WEES ZICHZELF DE WEG NAAR FORTUIN „IK HEB DE WEELDE VAN DE ARMOEDE GEKEND" Markten LEIDSE COURANT PAGINA 7 braken we in stukken want dan kan je ze voor Kerstmis nog verkopen. Ik kocht ook afge- S dankte botertonnen en maakte van de roestige hoepels advents kransen. De sparretakken kreeg ik op de pof. De vaste prijs was éénvijftig, maar de laatste tien heb ik voor twintig gulden ver kocht aan een pastoor, die zijn kerk wilde versieren. Tweedehands Ik heb alles aangepakt om aan mijn bikken te komen. Ik kocht balen tweedehands kleren, die in de haven lagen te rotten. Het was een schenking van de Ame rikaanse vrouwenbeweging aan het noodlijdende Europa. Maar hier waren ze er vies van. Cor stond de hele dag te wassen, te strijken en nieuwe knoopies aan te naaien. Ik liet ondertussen pamfletten drukken. waarin stond, dat we via een Ameri kaanse zakenrelatie de hand hadden gelegd op een partij ex clusieve kleding, 's Avonds was het hele trappehuis zwart van de mensen, die voor vijf gulden een knap jurkie of een net pak wilden hebben. Tegen elven heb ik ook nog alles verkocht, wat in de klerenkast van Cor hing. Ik had trouwens ook mijn eigen colbertje verpatst. Ze noemden de Sjaak Fath van de Jacob n Lennepstraat. Clownskoppies Misschien ben ik wel voor de mazzel geboren. Ik werd op school de klas uitgestuurd, als we zangles hadden. En terecht. Want ik zong zo vals als een kraai. Maar even zo goed maak ik nu wel een carnavalshit met een koor van goddelijke sopra nen. ,,Daar staat Paultje van de mosselenkar", denk ik op zo'n moment. Ik schrijf drie boeken, die lopen als een trein. Mijn schilderijen gaan met koffers tegelijk naar mijn oudste zoon in Amerika. ,,Pa stuur per om gaande nog wat clownskoppies". telegrafeert ie, „ik ben er door heen". Een moordknul. „Waar heb ik het allemaal aan verdiend?" denk je op zulke momenten wel eens. Ik zit één avond bij Willem Duys in de vuist en de volgende dag zie ik op de dijk een vrouw in een in- validenwagen naar me wuiven. Ze was helemaal uit her dorp gekomen om te zeggen, dat ze van mijn verhalen genoten had. Ik begin langzamerhand te gelo ven, dat mijn grootmoeder wel degelijk helderziend was. LEO THURING. I Rollman: „Misschien ben ik wel geboren voor de mazzel". D de winterse godverlatenheid van de Beemster aan het ein de van een doodlopende dijk en een modderig pad, dat steil de polderboom loopt wijst Paul Rollman zichzelf de 000—375, B te. uwe druifjes SO—Só. Irissen Ideal 195—205. Anemonen 60—60. Nardissen Carlton 145—676, Irvestmen 155—165. California 110. Tulpen Chrtstimas Marvel, Lucky Str.ke, Ape d", rn. \Von<1-~' Curi. Mos* Mik* F.a'ph. v.d. Eer den. Krela-re. Paul Richter. Olsa, Levant. YelKw Triumph 135—160. Mickey M' -use. Bl.-ndo, GoMep Apo'.- dt-m. OopiaivdL Wtute Y-rgui Gudo SV 155—195 Karei Doorman 30 —2». Alactom 1HO-33Ö. De meter 360—365. Dubbele tulpen 165—195 Porsythiatakken 5760, Sttirtgc-n Stepman 55—76 p.st., Free- .'s 175—310. Chrysant i 1f Weerrapporten van hedenmorgen 7 uur 'msterdam >e Bilt 'eelen lissiuftcn •Limburg ■berdeen Bordeaux missel frankfort ielsinki ansbruck Copenhagen «sabon •ocarno mburg onbew. onbew. h.bew. mist onbew. geh.bew. Stockholm Wenen Zürlch onbew. zw.bew. onbew. onbew. h.bew. weerlicht geh.bew. 7 1 kortste weg i\aar aards fortuin. Vanmorgen tussen negen en twaalf heeft hij vijftig nieuwe schilderijen gemaakt, die nu, dicht naast elkaar en krom van de hitte, in de droogtrommel hanger. Hij vist er één uit, strijkt met de achterkant van zijn mcuw de kreukels glad en zegt: ,',ik kan moeilijk wachten, totdat ze uit zichzelf droog zijn geworden. Tijm is monnie voor deze kleine baas. Dit is tientjes- werk, snelheid is mijn grootste kracht. Drie, vier minuten, dan heb ik het wel bekeken met zo'n schilderij. Ik kan natuurlijk zo'n clownskopple heel precies af werken; ik denk zelf wel eens: „als Ik de tijd -had, maakte ik die ogen nog verdrietiger". Maar als de klant er niet om vraagt, vertik Ik het toch mooi. Ik ben persoonlijk gek op Rubens, maar die man leefde in een an dere tijd. Die stond op zijn dooie gemak aan zo'n romige dame te werken en het geld in teresseerde hem niet. Misschien zou ik op den duur ook zo kun nen schilderen als hij. maar wat koop ik er voor? Zal ik een week op een clownskop zitten, me volledig uit de naad werken om er een doorleefd smoeltje van te maken. Wie garandeert me na afloop, dat er een vent op daagt, die er twee rooien voor neertelt? Nou maak ik er twintig in een uur en verkoop ik ze als brood jes van de warme bakker. Vier, vijf tientjes, dat hebben ze over voor de kunst en voor dat be drag krijgen ze van mij een clownskop op origineel linnen. Of twee abstracte paardjes of een stilleven met molen. Ik heb een breed oeuvre met voor elk wat wils. Als ik vroeger een stilleven maakte stonden er tien bomen op. Dat had je bij ande re schilders gezien en je wilde niet achterblijven. Maar als je op tempo werkt, kun je dat niet volhouden. Dan moet je op een gegeven moment vereenvoudi gen. Ik heb eerst één boom minder geschilderd en toen er geen protest kwam uit de klan tenkring. ben ik stap voor stap verder gegaan. Nou staat er nog één boom op mijn stillevens en de mensen blijven het prach tig vinden. Het is geen kunst om een paneel tje te verven, waar de duivel en zijn ouwe moer op staan, maar waar is de piepel, die al die moeite naar waarde wil belo nen? Ik ga er liever hard tegen aan. ik maak zo'n 5000 origine le Rolmannen per jaar en d^ zaak marcheert. Ik heb een fijn huis, een zwembad in de tuin, een boomgaard met nachtuilen en een stal met acht hengsten. En als het straks lente wordt, bloeien er hier duizenden rozen. Het zal me een zorg zijn, dat ik over twintig jaar niet naast Ru bens in het Rijksmuseum hang". Helderziend In de paardenstal die hij eigenhan dig op zijn erf heeft getimmerd, heeft hij al onthuld, dat zijn grootmoeder indertijd het suc ces van haar kleinzoon in haar eeltige handpalm heeft zien zit ten. In de Jordaan stond opoe bekend om haar helderziend heid. Ze riep altijd: „Paultje haalt de reis wel. Die rijdt nog eens in zijn eigen auto naar zijn eigen huis". Als je dan weet. dat het tot 1965 heeft geduurd, voor dat haar voorspellingen uitkwa men, kun je je misschien voor stellen. dat er hevig getwijfeld is aan haar uitspraken. Ik kom bij mijn aanstaande schoonvader om de hand van zijn dochter en ik zeg: „U moet zich vooral niet bezorgd maken pa, uw dochter zal bij mij niks tekort komen. Ik weet donders goed, dat Cor een villa verdient en die krijgt ze ook van me". De goeie man kijkt me glazig aan en ik zie hem denken: „Waar haalt die goser het lef van daan?". Ik kan dat nou begrij pen, want ik had in die tijd geen luis om dood te drukken. Ik was fietsjongen bij een groothandel in kappersbenodigdheden en daar verdiende ik 35 pieken in de week mee. Maar wel op het einde van de maand voor de baas 15000 gulden naar de bank brengen. „Om mijn eerlijkheid op de proef te stellen", zei de baas. „wie de verleiding kan weerstaan is pas een echte vent". Ik heb op die fiets wat afge droomd over die 15 mille. Ik stond ook een paar keer op het punt om pleite te gaan met de poen en ergens in een warm land de gw»te bink uit de han gen. Al was het alleen maar om mijn opoe niet voor joker te zet- Ik had een fiets met zo'n grote mand voorop en daarin zaten de flessen waterstofperoxyde, die ik naar de klanten moest bren gen. Als ik op de Apollolaan reed. keek ik altijd bij de vuil nisbakken, of er wat voor me bij was. Cor en ik hadden niks. We sliepen onder één deken, die we voor een piek per week op afbetaling hadden gekocht. Ik herinner me nog dat ik haar voor onze tiende trouwdag een peignoir van zes vijftig heb ge geven. Voor mezelf had ik een pyjama gekocht, want ik kon toch niet langer zonder zo'n ding naast zo'n sjieke vrouw gaan slapen. Elke avond deed zij die peignoir aan en ik mijn pyjama en dan hoopten we maar. dat er visite zou komen. Ik zag die verbaasde gezichten al. „Zo. zo een peignoir én een pyjama. Het kan weer niet op bij juil ie". We genoten al bij voorbaat. Ik heb ons eerste ameublement compleet achter de bomen op de Apollolaan weggehaald. Als ik weer een knap fauteuiltje zag staan, zette ik het op de mand en reed er mee naar huis. „Cor", riep ik dan onder aan de trap, „hier komt de koning met een nieuwe troon". De volgende dag zette Cor de oude leunstoel op de stoep en pulkte ze de be kleding van de nieuwe los om hem te wassen. Ze houdt van schone spullen. Kip Op een avond kom ik thuis en ruik ik kip. Dat kon niet bij ons zijn, want we hadden nog vijf gulden in huis en de week was pas begonnen. Ik denk: „waar doen de buren één hoog het van"? Ik wist, dat ze ook geen poen hadden. Maar op de vol gende trap rook het nog naar kip. Dus waren het de buren van tweehoog, die net deden, alsof het Kerstmis was. Kip. Hoe kwamen zulke gesjochte mensen nou in maart aan kip? Ik was hun deur al voorbij, toen ik me pas realiseerde, dat het nog steeds naar kip rook. Mijn God. In mijn eigen halletje rook het naar kip en Cor stond in de keuken en riep: „raad eens wat we eten?" Ik zeg: „Hoe kom je daar aan Cor?" Ze kijkt me aan en zegt: „Wat denk je? Ik heb vanmorgen de bekleding van de stoel gehaald, die je gis teren hebt meegenomen. Ik vond een riks in de voering. Vind je het gek, dat ik er kip voor gekocht heb?" Rollman legt een vlezige hand op mijn schouder en zegt: „ik heb een kop voor boven je arti kel. Schrijf op: Paul Rollman, dubbele punt. Ik heb de weelde van de armoe gekend. Hoe vind je die? Daar maak je je lezers straks helemaal plat mee. Zeg ze maar, dat ik nog steeds gek ben op vuilnisbakken. Dat is de waarheid. En ik vind het ook zalig om in mijn auto een patat te eten. Ik blijf een gen uit de Jordaan er schaam me niet om er voor uu te komen. Ik kwam vorige week bij een hele sjieke paardenjon- gen in Engeland. Meneer heeft een landgoed zo groot als de Beemster, maar hij weet. dat ik een paar gouden hengsten in de stal heb staan en daarom doet hij tegen mij gewoon. Hij haalt me van het station in zijn Bent- ley en na afloop zegt ie: „kom nog eens terug met je vrouw". Dat is dan Cor. Paardenjongens kennen geen onderscheid. Mosselen Vader heeft het begin van mijn succes nog net meegemaakt. Ik moest vroeger met hem mee, als hij mosselen verkocht in de Jordaan. Alleen kon hij die zwa re kar niet tegen de bruggen opdouwen. En als het begon te sneeuwen, liep ie te fluiten, want dan gingen er minder mosselen In een kilo. Achter me hoorde ik hem roepen: „Veel sneeuw d'r In Paul. Denk om de handel". Vader is altijd een sappelaar ge weest en daarom was hij zo blij, dat het mij wel lukte. Ik ben een rare doordrammer, ik kan ook niet voor een baas wer ken. Net als vader. Toen het water tot de lippen was geste gen heb ik eens tegen Cor ge zegd: „Ik geloof dat ik maar een baantje zoek". Ze was wit heet. „Heb ik daarvoor twintig jaar armoe geleden", riep ze. Een tiep als ik moet een vrouw hebben, die mee wil doen. Cor en ik hebben de weelde van de armoe gekend. Dat blijft de kop voor je verhaal. We koch ten na Sinterklaas de overgeble ven chocoladeletters op en die Suske en Wiske Steen snoepers Lucky Luke De Postkoets Tom en Marie Ann De Opium- Chinees Broom- Hilda Y UOKKBAJ f. 1 J kazjj e «eer J VEewee* f AK HBaiNHie/Hei AAM J£ BE 2-OB1C toinew wa je AAW&EOBV JErtA> Waai inc,eujcr PbereeT VA/y jexceh&r Pie Ctqmub qewi e<eo»- S - A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 7