TWAALF ELFSTEDENTOCHTEN KENDEN SLECHTS ELF KEER EEN WINNAAR Twaalf keer in zestig jaar Statistieken geven jubilerende stichting nog hoop op race ZATERDAG 5 FEBRUARI 1972 LEIDSE COURANT Het beeld van de elfstedentochtrijder in Leeuwarden. Op de sokkel van het stand beeld staan de namen van de winnaars. Hoewel er twaalf tochten zijn geweest werden er slechts elf keer een of meer winnaars aangewezen. mogelijk tijd verliezen. Al honderden meters voor de jury taf el stempel op te laten drukken. Woensdag 7 februari 1912. te mensen lopen nerveus Ruim zestig warm geklede heen en weer in hotel Wei en met schaatsen uitgerus- dema te Leeuwarden. Het Uiterst vermoeid heft Reinier Paping de armen na een barre tocht van bijna elf uur. Zijn lijdensweg is volbracht: hij is tot dusver de laatste heroïsche winnaar van de roemruchte elfstedentocht. is 's morgens half vijf. Dan gaat de deur open en komt de jonge Leeuwarder advocaat mr. M. E. Hepke- ma binnen. De gezichten van de aanwezigen in de gelagkamer staan gespan nen en alle ogen richten zich op de gestalte in de deur: de voorzitter van de kersverse Friese elfsteden- vereniging. Van hem ging het afhangen of de elfste dentocht doorgang zou vin den. maar mr. Hepkema besliste niet. ,,Wie wil rij den gaat rechts staan wie wil dat de tocht niet door gaat links". Stemmen en schuifelende voeten vullen de lokaliteit, waar zich in tussen twee groepen forme ren. Aan de ene kant de 24 wedstrijd- en 13 tocht- rijders. links zeventien en elf „afvalligen". De beslissing was gevallen. Bui ten verantwoordelijkheid van het bestuur en op eigen risico ging de eerste officiële tocht van de vereniging „de Friesche elf steden" van start. Als om twintig minuten voor zes in de donkere morgen de eerste deel nemers worden gelost, blijkt de groep tot 38 wedstrijd- en 22 tochtrijders te zijn uitgegroeid. Wanneer iedereen is gestart, veegt het elfstedenbestuur zich de zweetdruppeltjes van het ge zicht. Voor hen was „de strijd gestreden". Na de oprichting op 14 januari 1909 was de eerste tocht een feit al mocht niet worden gesteld dat de organisatie tot nu toe van een leien dakje was ge gaan. Immers aanvankelijk was als datum voor de eerste tocht zaterdag 20 januari gepland, maar al enkele dagen later moest het bestuur op dit wat te vroeg genomen besluit terugko men. De tocht werd drie dagen uitgesteld en de hoop nam weer van spanning, emoties, roman tiek, worsteling, vereniging, roem, glorie en zelfkastijding volgen. Jaren ook, waarin dc eerste tocht van 1912 maar een peuleschilletje was vergeleken hij de steeds grotere belangstel ling en de steeds roemruchtere „Imago" van deze hartverwar mende ijstocht. Tot nu toe zijn het voor de jubile rende 'vereniging twaalf in to taal geweest. Men kan zeggen dat de elfstedenvereniging „een op vijf" loopt en met duizenden verlangt nour de dertiende. Al bij voorbaat is men verzekerd vnn een „tocht met geschiede nis", zoals elke elfstedentocht tot nu toe zijn eigen, markante geschiedenis heeft gehad. Nog hoop handen dankbaar worden aangegrepen Na de strenge vorst in de nachten van 16. 17 en 18 januari j.l. laai de de hoop in veler harten weer op. In bijna het gehele land ont stond weer het verlangen naar een elfstedentocht. Evenwel op nieuw logenstrafte een snelle dooi elke illusie. Maar intussen gaat een groep van een 50-tal enthousiaste lange- afstandsjongens intensief door met het draaien van hun rond jes op de kunstijsbaan. Meer dan ooit wordt er veel tijd en afstand besteed om voor een eventuele nieuwe tocht alvast startklaar te zijn. Want ieder een is er wel van overtuigd dat men door de intensievere trai- ningsaanpak van bijzonder gro- i klasa t zijn t toe. Evenwel tevergeefs, want in de nacht van maandag op dinsdag zette de dooi met kracht in. Opnieuw moest van een tocht worden afgezien, maar wel werd besloten dat de deelname nu „gesloten" was, zodat alleen de aangemelde 82 wedstrijd- en 68 toerrijders hun plaats hadden gereserveerd. Gladde vloer Tot begin februari, toen de vorst met kracht terugkwam en de Friese waterwegen weer een gladde vloer werden. Hoopvol gingen en bestuur en deelne mers af op de zevende februari. Evenwel, dinsdag de zesde was een „lentedag" met vier graden dooi. In „the night before" gende het dat het goot, r niets weerhield meer de onthou siasten. Zestig man moest he bestuur laten gaan, zij het met de restrictie dat indien er toch gevaar bleek te bestaan, de Toen de Friesche ijsbond haar standpunt vasthield, dat dit een „historische tocht" moest blij ven, leek de georganiseerde elf stedentocht, ondanks de vele verzoeken om herhaling, verle den tijd te zijn. tot mr. Hep kema de pen, in zijn hond en de handschoen opnam, Dankzij deze Leeuwarder advo caat zouden er nog zestig jaren te worden van de eerstvolgende tocht. De hoop blijft. Tenslotte zijn er van de dertien georganiseerde tochten zeven in februari, vijf in januari en een in december gehouden. Tegenover die gunsti- ge balans in het voordeel van de maand februari, staat het nadeel van een steeds grilliger Friese waterboezem In deze tijd van het Jaar. Of het er nog van komt? (Van onze sportredactie) De tot nu toe verreden tochten van de jubilerende vereni ging kenmerkten zich door totaal verschillende omstan digheden. 7-2-1912 Een zware tocht, waarvoor 38 wedstrijd- en 22 tochtrijders van start gingen. Op het door de dooi aangetaste ijs toonde Coen de Koning zich in 11 uur en 40 minuten de snelste. 27-1-1917 Ondanks de slechte toestand van het ijs waren de weers omstandigheden ideaal. Voor Coen de Koning op nieuw de sterkste uit een veld van 42 gelegenheid om een bijzonder snelle tijd (9.23) te verwezenlijken. 12-2-1929 Met achttien graden vorst gin gen 98 moedigen in de wed strijd van Gtart. Slechts 54 haalden in de Siberische kou de finish. De tochtrijders wa ren precies de helft van de 206 gestarte deelnemers. Voor eigen stadgenoten won Karsl Leemburg, van wie een bevroren teen moest worden geamputeerd, in 11.09 uur. 16-12-1933 Met prachtig weer en een gro te deelname (173 wedstrijd en 339 tochtrijders). „tegen wil en dank" won Auke de Vries. De Dronrijper had met zijn vluchtmakker Sipke Castelein gelijk over de fi nish willen gaan, maar Ade- ma werd toch tot winnaar uitgeroepen (9.05). Zware vorst en sneeuw zorg den voor de zwaarste tocht tot dusver. Niettemin kwa men 680 rijders rijders aan de start voor de wedstrijd en 2716 voor de tocht. In totaal zou er evenwel geen twintig procent (slechts 29 van de tochtrijders) finishten. In die „onbarmhartige" omstandig heden zochten vijf man el- kaars warmte. Het beruchte „pact van Dokkum" werd gesmeed en Auke Adema, Dirk van der Duim, Cor Jon- gert. Piet Keizer en Sjouke Westra „zwoeren elkaar trouw" tot de finish. Met het eind in zicht wantrouwde Adema de overigen en flitste vooruit. Mar het bestuur riep alle vijf tot winnaars uit (11.30). Pas een jaar later kon Auke Adema uit Franeker met recht zegevieren. Na 9.19 uur finishte hij als snelste van de 600 wedstrijdrijders. 22-1-1942 Koud weer, maar prachtig Ijs vormden in dit jaar de basis voor Sietse de Groot om zich van de 970 wedstrijdrijders de snelste te tonen (opnieuw een record: 8.44 uur). De omstandigheden waren bar en boos. Met 12 graden vorst in een snerpende wind en op bijzonder slecht ijs. Tijdens deze tocht bezondigden di verse rijders zich aan onre glementaire dingen. Het ge volg was dat niet de als win naar bejubelde Joop Bosman en zijn volgers voor het goud in aanmerking kwamen, maar de als vijfde gefinishte Jan van der Hoorn (10.51 uur). 3-2-1954 Dit was een heel wat vredelie vender tocht. De mooiste omstandigheden en voortref felijk ijs deden Jeen van den Berg in de recordtijd van 7.35 uur finishen. Op het nip pertje won de Heerenveense onderwijzer, aangezien zijn vier me:oo'e!lcn te vroegtij dig meenden de finish al (e hebben bereikt. 14-2-1956 Ruim zesduizend rijders In de tocht en 259 in de wedstrijd reden de „Lustrumtocht" die evenwel geen winnaar kreeg. Met de handen op eikaars schouder finishten Jeen Nau- ta. Jan van der Hoorn. Aad de Koning, Maus Wijnhout en Anton Verhoeven. Het elf stedenbestuur slikte deze „samenwerking" niet en riep ""■B (NB 18-1-1963 Het „brevet van beproeving" drukte zijn stempel vooral op de laatste toclu, waarvoor tienduizend rijders hoopvol van start gin gen. De evenwei steeds slechter wordende omstan digheden deden slechts 126 slagen in hun greep naar de kostbaarste medaille totnu- toe. De snelste in deze tita nenstrijd was Reinier Paping uit Ommen, die na 10.59 uur de marteling kon afsluiten. Ruim twintig minuten later volgden zijn medevluch'ers- van-het-laatste-uur, Jan Uit ham, Jeen van den Berg en Apple Weijs als „beijzelde wedstrijd alsnog zou worden af- Zover kwam het evenwel die dag niet. Ondanks de nu en dan ver vaarlijke „waterstand" op de ijsvloer, werden de 195 kilome ters (hemelsbreed de afstand Leeuwaren-Eindhoven) voltooid, althans door twintig wedstrijd en vier tochtrijders. De grootste van hen was langebaan-wereld- kampioen Coen de Koning, die een half uur voor de rest finich- te in Leeuwarden, dezelfde stad waar de Arnhemmer kort daar- Us gebroken „Het ijs was gebroken". De ge boorte van de elfstedentocht on der auspiciën van de daartoe bevoegde vereniging, was on danks veel „pre natale" moei lijkheden. een feit geworden. De faam en de magie van het Frie- se-lint-van-elf-aan-het-water- gelegen-steden hadden overigens al nagenoeg een eeuw daarvoor aantrekkingskracht uitgeoefend. Twee inwoners van Dcersum schaatsten in 1809 al de tocht, waarop een volle eeuw later de „roerr ruchte geschiedenis van de elfstedentocht" zou wor den gestut. Immers in 1909 werd onder auspiciën van sport pionier Pim Muiier, die als eer ste in 1891 de „elf-binnen-de- dertien-uur" voltooide, georgani seerd geschaatst. De secretaris van de Nederlandse bond voor lichamelijke opvoe ding broedde het plan voor een georganiseerde tocht uit en in 1909 kon in samenwerking met de Friesche ijsbond de „histori sche. eenmalige gebeurtenis" plaatsvinden. Al op 2 januari was het ijs sterk genoog dc 23 liefhebber een „behouden aankomst" te garanderen, al thans tot het uur van de start. Want inmiddels was de dooi in gevallen en moesten de rijders Deze beide mannen hebben voor een belangrijk deel bijgedragen aan /.elf beslissen. Het werd ook de historie van de zestigjarige el/stedentocht. In 1954 word Jeen van toen schaatsen. slechts negen dqr Berg (rechts) winnaar. Twee jaar daarna was Jeen Nauta (links) deelnemers worstelden zich die een van de vijj rijders die met de armen op eikaars schouder ovet dag door de ijsbrij. de finish gingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 9