Johan Kaart Gevelde Perlemoer MENSEN IN NOOD VINDEN RUST IN NOORDOOSTPOLDER F (tnofc „ONDANKS DIE POOT BEN IK VOOR DE MAZZEL GEBOREN" WERKT IN ZIEKENHUISBED AAN COMEBACK fj - f !,S i Mevrouw Den Dulck, natuurvrouw die druggebruikers helpt ZATERDAG 5 FEBRUARI 1972 AMSTERDAM De portier van het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis is licht verbijsterd, als hem via zijn loket de vraag be reikt, waar patiënt Johan Kaart ligt. Hij wringt zich half uit zijn glazen kooi en roept: „Nou ga je me toch, hoop ik, niet vertel len, dat die man van Potasch en Perlemoer hier is. Ach ga weg. Ik wist niet eens, dat ie ziek was. Hoe is het mogelijk: die kleine dikke bij ons in het W.G. En ik maar bij de poort zitten en van mijn gezond niks we- Hij trekt zich terug in zijn loge en begint verwoed te bellen. Na vijf minuten maakt hij een sma kelijk oké-gebaar en zegt: „Heb bes. Hij heeft zijn been gebro ken. Paviljoen Zes". Paviljoen Zes is een vreugdeloos voorgeborchte, dat zijn bestaan dankt aan de repeterende breu ken der Amsterdamse burgerij. Een kale hal, verveloze tocht deuren, eindeloze gangen, waar verpleegsters wagens voortdu wen met ondersteken en het voorgerecht van het diner. Er is vandaag kippesoep. Op de eerste étage is de zaal rechts bezet door mannen in streepjespyjama's, die de bezoe ker bedelven onder indianenkre- ten. Uit de bedden komt het col lectief verzoek om per omgaan de te zorgen voor jenever, gem berbolussen en leverworst met zuur. In de ruimte hangt de joli ge sfeer van een ontwakende jeugdherberg. In de hoek roept iemand „Bukken" in verband met een hoofdkussen, dat over zijn bed zeilt. Het is duidelijk, dat de aanwezigen in een langer verblijf geen been meer zien. Patiënt Kaart ligt één groene deur verder in een kamer, -die nog onlangs door de wringer is gehaald. Aan weerszijden van het hoge ziekenhuisbed is nau welijks ruimte over. Op een ta fel staan twee fruitmanden en een televisietoestel, dat niet werkt. Kaart maakt een moede loos gebaar in de richting van de deur en zegt: „Ik ben blij, dat ik niet bij die herrieschop pers lig. Laat mij maar rustig alleen in mijn kale cel. Een ouwe man hoort niet tussen die schreeuwers". Vanuit het bed, waarin hij, blo zend en welgedaan, zijn gasten monstert, stijgen witte touwen naar katrollen aan de zoldering. Aan de onderkant hangt zijn rechterbeen, waarmee hij tij dens het gesprek voortdurend fietsbewegingen maakt. „Ik rij hier de ene zesdaagse na de an dere", zegt hij, „die verdomde poot moet beweging hebben, want anders lig ik hier nog tot Sint Juttemis. Ze hebben een nieuw kogelgewricht in mijn heup gezet. Dat is voor een man van mijn leeftijd een levensge vaarlijke ingreep. Maar bij mij is het wonderbaarlijk gelukt. De vrouw, die me opereerde, be greep er geen fluit van. Ze had eerst al de operatie twee weken moeten uitstellen, omdat bleek, dat ik de bloeddruk had van een vent van 25. Ze had nog nooit tig behandeld, die zo'n bloed druk had. Maar voor de operatie was ie net even te laag. Toen het gebeurd was zei ze: „Ik kan u feliciteren, meneer Kaart. Als het zo door gaat loopt u over drie maanden weer als een Kie vit". Maagzweer In het bed maakt Kaart een ra zendsnelle tussensprint, hijst land. „Perlemoer vergeten we nooit", schrijven ze, „doe ons een lol en kom zo gauw moge lijk terug". Als je zes weken met je been aan de katrollen hangt en de godganselijke dag naar een kale muur tuurt, zijn zulke reacties balsem. Het is verschrikkelijk om volko men weerloos te zijn, om je we reld te zien ineenschrompelen tot een bed op hoge poten en een raam zonder uitzicht. Ik denk de hele dag: „Hoe zal het publiek reageren, als ik straks weer op het toneel sta? Ik ken die rol van Perlemoer nog als mijn broekzak. Ik kan hem zo voor je opzeggen. Tweeduizend keer heb ik Perlemoer gespeeld. Dat vind ik een wonder. Dat stuk is niet kapot te krijgen. Toen we er vorig jaar voor de zoveelste maal mee begonnen, trokken we weer volle zalen. Zes keër hadden Boskamp en ik het gespeeld, toen ik over die ver domde boomwortel struikelde. zich vervolgens aan de touwen omhoog en zegt: „Een zieken huis is niks voor mij. Achttien jaar geleden heb ik er ook in gelegen, maar toen was het bin nen drie weken bekeken. Je kunt veel beter een maagzweer hebben of een galblaas laten weghalen, want dan ben je ten minste echt ziek. Ik voel me zo gezond als een vis. Ik mankeer niks. Alleen die verdomde rot poot is de grote spelbreker. Ik zal God danken, als ze over drie weken tegen me zeggen: „Kaart, trek je broek aan en ga naar huis". Dan moeten ze wel eerst een broek brengen, want ik heb niks bij me. Ik was naar het W.G. gebracht voor een röntgenfoto en iedereen dacht, dat ik 's avonds weer in mijn ei gen bed zou liggen. Wist ik veel. Mijn eigen huisdokter dacht trouwens, dat het een kneuzing was. Ik lig hier zonder één dub beltje, zonder papieren. Die ene Op de eerste etage van Paviljoen Zes in het Amsterdamse Wilhel mina-gasthuis viert de gevelde Johan Perlemoer Kaart elke dag zijn verjaardag. Fruitmanden, dozen bonbons en duizenden brieven zijn de laatste weken zijn benauwde ziekenhuiskamer binnengebracht. pyjama is alles, wat ik heb". Hij wijst naar de dozen met ker senbonbons en vandaar naar de fruitmanden. Roept stralend: „Ik word pas op 17 februari 75, maar het lijkt, alsof ik elke dag jarig ben. Ik heb duizenden kaarten en brieven gehad. Lieve brieven van mensen uit het hele Tussenronde Weet je, wat ik dacht, toen ik op straat lag? Ik dacht: „Oh God, een beroerte. Het is afgelopen met Kaart.". Twee mannen heb ben me naar huis gedragen. Mijn vrouw vroeg hun adres, ze wilde wat geven voor de moeite. Maar ze riepen: „Geen sprake van. Johan Kaart heeft ons zo veel vreugde bezorgd. Mogen wij nou asjeblieft eens wat terug doen". Is dat niet geweldig". Kaart zakt onderuit in de kus sens, heft zijn been en maakt weer een snelle tussenronde. „Ik zou graag een sigaartje opste ken", zegt hij, „ik heb dozen vol gekregen, maar er mag in dit paviljoen niet gerookt worden. Het Is een ouwe troep. Veel hout, veel board. En als er brand uitbreekt, zitten alle pa tiënten als ratten in de val. Nie mand komt op eigen kracht uit deze vermolmde tent. Voordat ze mij met die hele katrollen- handel naar beneden gpsjouwd hebben, ben ik ul levend ver brand. Nou vooruit, dan maar geen sigaartje. Die ellende kan er ook nog wel bij". Herboren Contact met de buitenwereld heeft hij alleen via de vrienden, die hem frequent bezoeken. „Ik vind het geweldig, zoals die jon ge Hans Boskamp de voorstel ling van Potasch en Perlemoer heeft gered. Ik heb wel gehoord, dat de mensen aanvankelijk te leurgesteld waren. Logisch, want ze kwamen uiteindelijk voor Kaart. Kaart is Perlemoer en niemand anders. Dot zijn twee handen op één buik. Over drie, vier weken zal ik het pu bliek weer wat laten zien. Dan staat er een herboren Perlemoer op de planken". In afwachting van dat glorieus moment vult Kaart de taaie zie kenhuisuren nu met slapen, veel slapen en het lezen van detecti- veboeken. Van een relatie heeft hij een complete vooroorlogse jaargang gehad van het Week blad voor cinema en theater, waarmee hij vergeelde succes sen opnieuw beleeft. „Ondanks die poot ben ik toch voor de mazzel geboren", zegt hij, „Nou ik dit overleefd heb, haal ik de honderd op mijn slof fen". LEO THURING. (Van een onzer verslaggevers) Aan de rand van het Kuinderbos in de Noordoostpolder, onder Luttelgeest, worden mensen in nood geholpen. Uit het hele land en beslist niet alleen uit de grote steden in het westen - ko men druggebruikers naar het natuur- en recreatiecentrum „Tot de Bron", waar mevrouw Hetty den Dulck (51) de scepter zwaait. Het centrum bevat drieëntwintig stenen woninkjes, die het eerste dorp in de polder vormden: Luttelgeest (Later is het eigenlijke Luttelgeest een paar kilometer zuidoostelijker gebouwd). Hier probeert me vrouw Den Dulck de jongelui die verslaafd zijn van hun slechte gewoonte af te hejpen en door gesprekken en straks ook door werktherapie weer tot een nor maal leven terug te brengen. Haar uitgangspunt is simpel het bijbelwoord: „je naaste liefheb ben". gen die de verdovende middelen (drugs) aanrichten in de levens van talloze jongeren. „Ze roven en moorden ervoor om aan die rommel te komen. Het is vrese lijk". In sommige gevallen ein digt de verslaving met de dood. Het aantal gebruikers dat naai de polder komt via instellingen voor maatschappelijk werk (re classering b.v.) varieert. Begin deze maand waren er zo'n der tig; niet allemaal verslaafden, maar ook mensen met sociale moeilijkheden. Vaak zijn deze het gevolg van een slechte jeugd, doorgebracht in kinderte huizen. „Er is maar één ziekte: gebrek aan liefde en aandacht", zegt mevrouw Den Dulck. Natuur Zij is in wijde omgeving bekend door haar lezingen over voe dingsleer. Op avonden van plat telandsvrouwen b.v. spreekt zij over dit onderwerp, dat haar zo na aan het hart ligt. En de toe vallige bezoeker wordt gebom bardeerd met woorden, waarin zij uitlegt wat gezonde levens wijze is. Zij is n.l. overtuigd vegetariër en bovendien magnetiseuse, le rares yoga, diëtiste en naturiste. Haar opvattingen zijn voor een deel gebaseerd op studie van oosterse godsdiensten en cultu ren. Zij is dan ook niet alleen vegetariër omdat zij vindt dat dit gezonder is, maar uit reli gieuze motieven. In de Bijbel zijn volgens haar tal van aan wijzingen te vinden, dat de mens oorspronkelijk geen vlees eter is. Over deze zaken heeft zij ook veel geschreven. Vele zieken hebben van haar een dieet voor geschreven gekregen en daar baat bij gevonden, vertelt zij. Geen wonder dat in haar thera pie voor de mensen met moei lijkheden de voeding een rol speelt. Wie wil kan in de eetzaal de gezamenlijke vegetarische maaltijden gebruiken. De gastvrouw in gesprek met de vriendelijke huisjes. haar gasten die onderdak heeft gevonden i De verslaafden kunnen vaak niet van de ene op de andere dag ophouden met druggebruik. Zo kan het voorkomen dat er ook in het centrum nog wel drugs gebruikt worden. Maar zelfs zware „spuiters" worden hier genezen. Ze verblijven in groepjes in de huisjes, die zijn voorzien van waterleiding, gas en elektriciteit en eenvoudig zijn ingericht, 's Zomers worden ze verhuurd voor de recreatie (er zijn 105 bedden); daarnaast is er een kampeerterrein en een terrein voor stacaravans (een plaatsje kost ƒ300 per seizoen van april tot en met september). Me vrouw Den Dulck woont zelf ook in één van de woningen. Behalve de grote zaal - vroeger was dit de kerk van het dorpje - is er nog een winkeltje. Toevalli ge voorbijgangers kunnen altijd binnenvallen en eventueel ve getarische maaltijden gebruiken. In september kreeg het centrum bezoek van een groep deelne mers aan het Internationaal Ve getarisch Congres in Den Haag, bestaande uit prominente artsen, onderzoekers en hoogwaardig heidsbekleders uit de hele we reld. Zij namen kennis van het unieke project in de polder, na een be zoek te hebben gebracht aan het gezondheidshuis in Den Haag, dat ook door mevrouw Den Dulck is gesticht. Zij begon dit negen jaar geleden samen met haar man. Vier jaar geleden vestigde men zich in de Noord oostpolder. „Alle artsen uit Nederland zou den hier eens een poosje moeten zijn, hier zouden ze de kans krijgen om mensen in nood te helpen." zegt ze heftig. Veront waardigd is zij over sommige reacties van mensen die om hulp werd gevraagd, maar die niet gaven. „Als we deze jeugd, die nu met moeilijkheden zit, gezond lieten leven, haar de ruimte gaven om creatief bezig te zijn, b.v. met Op de camping waar men vegetarisch eet zijn dieren zelf niet taboe. Integendeel, liefde tot dieren is een van de beginselen die bij mevrouw Den Dulck hoog genoieerd staan. smeedwerk, schilderen, muziek, dan zou een heleboel leed voor komen kunnen worden. Want nu zitten ze vaak thuis wat te nik- Een verplichte arbeidstherapie is i.coJzakelijk, vindt zij. De jongeren zullen moeten wennen aan een zeker ritme van de dag. Mevrouw Den Dulck is in over leg met enkele artsen en instan ties om te komen tot een meer landelijke aanpak van het drug probleem. Mensen van goede wil zouden dc koppen bij elkaar moeten steken en zien wat ze gezamenlijk kunnen doen om te helpen. Nederland zou hier ten voorbeeld kunnen zijn voor an dere landen. Vegetariër Mevrouw Den Dulck is vanaf haar veertiende vegetariër, toen ze op een boerderij zag hoe bloec.Worst ger kt werd, het geen haar met afgrijzen vervul de. Later maakte :ij een studie over dit onderwerp en alles wat er inee samenhangt. In het buitenland heeft zij studie gemaakt van natuurgeneeswijze dieetleer (diëta betekent levens- ordening; dat is méér dan goed eten, legt zij uit) en alles wat daarmee samenhangt. Zij geeft Waarom vlees niet goed is voor de mens? Er vormen zich in het dier dat naar de slachtbank wordt geleid angststoffen. Die hebben een ongunstige uitwer king op de mens, gelooft me vrouw Den Dulck. Een goede voeding heeft evenwel een gun stige invloed op het gevoelsle ven. Zij heeft dat ervaren toen ze veganiste werd :een veganist is een vegetariër die zelfs geen melk. zuivel en eieren tot zich neemt). En toen ze nog een stapje verder ging, door fructis- te te worden - dat wil zeggen dat ze alleen nog maar vruchten van de plant at - ging dc wereld er anders uitzien, /.e werd er zelfs hang van. „Wat is de we reld dan hard. Dan begrijp je waarom oosterse prjesters die /II l.-.'tIIr-n .-I'll terugtrokken en waarom Christus de woestijn in ging. Hij laadde zich daar op met nieuwe krachten". 't Dierlijke „Alles wat hier op aarde niel volmaakt is, komt door de men» sen. Wij moeten het dierlijke, het katachtige in ons uitban nen". Terwijl één van haar me dewerkers - er zijn er een stuk of acht. die haar bijstaan om ds mensen in nood te helpen - een kopje lijnzaad-,,thee" met riet suiker 'iirsenteert (het smaakt voortreffelijk), vervolgt zij: „Ve getarisme is het streven om krachtig te zijn, een optimals gezondheid te verwerven. Een gezondheid naar lichaam, ziel es geest".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 15