WIE NAAR IERLAND GAAT REIST NIET, MAAR PELGRIMEERT De eeuwige vraag naar het hoe en het waar van de vakan tie is in deze sombere, eerste maanden van 1972 weer bran dend actueel. Het aanbod van de touroperators is ondanks de recessie overstelpend; de vuistdikke reisgidsen braken een stortvloed van stranden, zeeën, blote badgasten, schil derachtige doorkijkjes en springveren hotelmatrassen over het kleumend volk uit. De uiteindelijke keus blijft deson danks een modern „Ezeltje prik je", waarbij men met de kleurige blinddoek van de reis organisatoren voor de ogen zijn staartje vrije tijd aan een droom vastnagelt. Om u alvast op weg te helpen biedt WEG WEZEN u deze en de komende zaterdag een staalkaart aan van persoonlijke reiservarin gen. Wij streven daarbij niet naar volledigheid, in dat geval zouden wij trouwens de omvang van een bijbel ter beschikking moeten hebben. Wat wij u wel kunnen aanbieden is een kriti sche benadering van een hand vol vakantiegebieden, die in de afgelopen maanden intensief door onze redacteuren bekeken zijn. Deze voorproef kan u wellicht op een idee brengen eti het begin vormen van een grandioos vakantie-avontuur. WEG WEZEN '72 werd samen gesteld en geredigeerd door Leo Thuring. Met bijdragen van Fred van Bunge, Bert Jansma, A. M. Mac Gillavry, Alexander Munninghoff, Slgl Wolff en Lucas Kleijn. 1 Glendaloucjh met zijn eeuwenoude kerkhof schijnlijk fraai dorp ten zuiden Ierland is ook een waar vissersparadijs, waar het hengellatijn de vaste voertaal is. Het water in rivieren en meren is kristalhelder, waar het klapstoeltje gemakkelijk een plaats vindt. De 1 PK-reizen per huifkör door het zuiden van Ierland zijn razend populair geworden. Voor even 300 gulden kan men al een week lang het leven van een Ierse zigeuner leiden. De ruige bekoring van Ierland llaat zich niet vangen in een (paar volzinnen. De normale cli chés uit reisbeschrijvingen zon-overgoten stranden, betove rend panorama, kom Jan, gooi ;er nog maar eert schep adjectie ven op verbleken onder de (armada's van grijze wolken, die lover het eiland der heiligen stor men en op de meest onverwach te momenten hun ladingen zure ;appelen uitwerpen. moet je beginnen met je een donkerbruine pub, waar een zwetsende boer na 30 guiness good for him op de top van een poëtisch (delirium staat en het ene ge dicht na het andere met zijn bruine tanden aan flarden scheurt? Wat moet je beginnen met een routebeschrijving, als je voortdurend in de verzoeking wordt gebracht om van de rech te asfaltweg af te wijken en troost te zoeken bij een turf vuur, dat ruikt naar mest en zweet? Wie naar Ierland gaat, reist niet, maar pelgrimeert. Hij ïs geen toerist, maar een gelovi ge, die naar het huis der vade ren terugkeert om zijn heimwee te stillen met een pint aan de bar, een dronkemanslied en een bekentenis van een wildvreemde in een verlaten uithoek van het land. Hij volgt een grillig spoor, dat hem brengt naar morsige bouwvallen van oude kloosters, die leeg en grotesk aan de oever van de Shannon, in een groen dal of op een kale heuveltop op de opstanding der gestorven monniken wachten. Hij kiest een (marsorder, die hem telkens jdwingt om te pauzeren op kerk hoven, waar de omgewaaide zer ken na eeuwen depressies een (blijvende baarduitslag hebben feekregen van mos en zwammen. En tussen de buien door leest )hij de namen der ontslapenen, 'die diep in de doordrenkte aarde blijven hopen op het eeuwig Je ruzalem. Legpuzzel penkend aan Ierland doemen [duizend beelden op, die samen jde legpuzzel vormen van een ei genzinnige, tegendraadse repu bliek. Een land, dat zijn gast het ene moment treft als een (vuistslag met modder gooit |en ezels op zijn weg stuurt en (vlak daarna een hemel op aarde serveert met bijpassend klokge lui en biddende vrouwen bij een kruis in het moeras. Voortdu rend moet men reikening houden met verrassingen, nieuwe obsta kels aan beide zijden van het graf. „Waarom zo'n haast?", roept de Ier, als je na drie uur en tien Guiness wilt opstappen, „bedwing je nieuwsgierigheid, want om de hoek is het een even grote rotzooi als hier. Drink liever nog een glas met mij, want als God tijd maakt, maakt hij er genoeg van". Op knieën U bent nu gewaarschuwd: Ier land laat zich niet overmeeste ren maar overmeestert zelf. Het dwingt de toerist eerst op de knieën, voordat 't zich laat tu toyeren. En wie geen moeite doet om zichzelf te verloochenen en Ier te worden met de Ieren, wordt uitgespuugd als een harde zeen, een afgekloven pruim. Hij zal van het eiland vluchten met de demonen op zijn hielen. De toerist daarentegen, die be reid is om boete te doen, die niet vergelijkt, maar accepteert, inhaleert, meezingt, doordrinkt, die eenmaal heeft ontdekt, dat de gedachten van een Ier niet in diens hoofd, maar in zijn bloed zitten, deze geluksvogel zit op rozen en kan tijdens zijn verblijf in Ierland niet meer stuk lopen. Hij weet drommels goed, dat je het eiland nooit leert kennen, als je in de bar van je luxe hotel of op het afgeschoten stuk strand blijft plakken. Hij gaat er op uit, zoekt het avontuur en slurpt de sfeer op in elke pub, die de voorzienigheid voor een altijd grote dorst op zijn weg heeft geplaatst. Vergissing Dat is Ierland. Of is het Ierland juist niet? Is het alleen een ver gissing, dat je meent de Ieren te begrijpen. En word je in feite alleen maar geduld? Je staat naast Sweeny met de grote oren, een schitterende kop, waarvoor de Schepper tweemaal zoveel klei nodig had als voor de andere schepselen. Hij heeft zijn arm om je heen geslagen en zingt over de liefde,-over de bergen, waarachter altijd een malse bui hangt. En hij zegt: „God heeft het beste met ons De Abbey Tavern in Howth, even buiten Dublin, is een verrukkelijk oord voor Connamara, voorpost van Europa, is één van de gebieden, die nog niet door liefhebbers van Ierse ballades en liederen. Links vooraan de ster van hef het massa-toerisme overspoeld zijn. De individualist komt hier volledig aan zijn gezelschap, eetlepelspecialist Sean Donelan. trekken. Goed uitgangspunt in dit bergrijk is Clifden. voor, vriend. God heeft gezorgd, dat er ook vanmidddag voldoen de guiness is". En hij grijnst, tikt tegen je glazen pul en gromt wat over hel en verdoe menis. Tegen sluitingstijd neemt hij je mee de duisternis in; hij trekt aan je arm, leunt soms vervaarlijk op je schouder. Sweeny met de grote oren, die geen stuiver te verteren heeft, maar rijker is dan een sterfelijk mens ooit kan vermoeden. Als we zijn huis naderen,, legt hij een strenge vinger op zijn lip pen. Er slapen kinderen links en rechts van zijn turfvuur. Zo doende gaan we op onze tenen naar de voordeur van zijn witte hut. En op de drempel blijft hij staan en schreeuwt naar binnen: „Mary, het is een schitterende dag vandaag. Ik heb een vriend gevonden". Maar Ierland is ook de opperrab bijn van Dublin, die op een vraag naar de belangrijkheid var zijn achterban antwoordde: „Dit eiland is voor 92 procent katholiek en voor acht procent protestant. En van de rest ben ik de geestelijke leider". En Ierland is de bar van het Shelbourne-hotel met zijn levens grote spiegelwanden, waarin het boze weer van de laatste vijftig jaren zich voorgoed heeft inge vreten. In dit warme hol van pluche en koper wordt elke dag opnieuw geschiedenis gemaakt door dikbuikige parlementariërs, IRA-leiders, zakenlieden en zo maar bonzen. De sfeer is op en top Engels, want in weerwil van het feit, dat elke Ier boze buur man Brit verfoeit, neemt hij diens gewoonten en spraak over, zodra hij tot enige welstand ge komen is. Natuurlijk blijf je ho ren, dat z'n wieg niet in de buurt van Hyde Park heeft gestaan. Daarvoor zijn er gewoon te veel turfresten achtergebleven in zijn huis. Maar hij blijft proberen en vervolmaakt elke dag zijn imita tie. Nieuwsgierig Aan de bar vertelt Fiach O' Brion over de verdwaalde vos, die uit de bossen rond Glenda- lough kwam en op een avond gesignaleerd werd in een park van Dublin. Dat is vier jaar ge leden gebeurd. Elke nacht ging de vos op strooptocht en compo neerde hij van de afval uit de keukens van de omringende hotels een gastronomische dis. „Het was typisch een Ierse vos", zegt Fiach, „hij kwam alleen bij de eerste klas hotels. De rest liet hij liggen voor de buitenlanders". Als Fiach uitgesproken is, lacht hij sardonisch. Hij bestelt hete whisky met veel kruidnagels, laat vervolgens een portie ge rookte zalm aanrukken en spoelt het weg met de mierzoete Irish mist, die volgens hem stukken beter is dan de Schotse Dram buie. „Als je in de hotels blijft", zegt hij, leer je Ierland nooit kennen. Het meest attractieve van dit land is het volk, de boer, die je ontmoet in een dorpskroeg en met wie je vriendschap voor het leven sluit. Het zal je weinig moeite kosten om met hem in contact te ko men, want elke Ier is /o nieuws gierig als de duivel. Elke Ier wil weten, wie je bent en wat je denkt over Tsjechov en de lam me jongen in Dublin, die met zijn tenen een meesterwerk heeft geschreven. Er. zeg nooit, dat Dublin een grijze naargeestige stad is. want dan trap je op zijn hart. Vijftig jaar geleden was Dublin na Cal cutta de smerigste en armste stad van de wereld. De Engel sen, die toen de lakens uitdeel den, lieten ons volk verpauperen en het land leeg bloeden. Maar Dublin blijft de mooiste stad, die ik ken. God houdt van Ier land". Maar Paddy in Athlone in het groene hart van Ierland waarschuwt: „Blijf als vreemde ling uit de steden, want daar wordt je gesneden. Als het straks weer zomer wordt, jaagt men de prijzen op en maakt men woekerwinsten. Dat is ty pisch Iers. We zijn een goudeer- lijkvolk, maar je mag ons niet op de proef stellen. Natuurlijk hebben we spijt, als we de vreemdeling te veel berekenen. Maar gelukkig is er altijd wel een priester in de buurt,, die ons vergeeft. En hij is toevallig ook een Ier". Knock out Verderop in Connamara, waar het land een uitzichtloze strijd voert met de Oceaan en uitein delijk door knock out verliest wordt de toerist weer op een an dere manier herinnerd aan de eigenzinnigheid van de Ier. Als hij na Galway (grijs als alle an dere Ierse steden) probeert om zich op de wegwijzers te oriënte ren, ontdekt hij, dat alle Engel se namen van dorpen en streken zijn weggeteerd. Het is een pre sentje van de plaatselijke bevol king die weigert de Engelse tual te spreken en zich uitsluitend bedient van het oude Iers, het Gaelic. Hun strijd voor de eigen taal heeft als laatste succes op geleverd, dat de regering in Du blin heeft besloten om dit jaar nieuwe wegwijzers met louter paelic-opschrlften in Connamara te plaatsen. Toeristen en Ieren, die het Gaelic niet machtig zijn, kunnen bij de VVV een handig boekje krijgen met de Engelse vertaling. „Gratis", zegt Fiach, „heus, wij Ieren zijn de beroerd- sten niet". Soeplepels En de vreemdeling knikt en geeft hem voor de zoveelste keer gelijk. Hij heeft zojuist een bezoek gebracht aan <lc Abbey Tavern in Howth, enkele kilome ter buiten Dublin. In dit restant van een middeleeuws klooster wordt elke avond een muzikale show opgevoerd door een aantal amateur-musici. Er zit een da meskapper tussen, een compu terspecialist en een gepensio neerde houwdegen. Als ze van hun werk komen vindt een ra zendsnelle metamorfose tot min streel pluats. Ster van de avond is Sean Donnelan, een karig ge schapen binnenvetter, die met twee soeplepels het ritme aan- geelt. Hij is de enige musicus op deze aarde, wiens partituur begint met „men neme twee eet lepels". Het repertoire van de Abbey Ta vern Singers omvat spot- en he kelliederen en de volledige set vrijheidssongs. Er wordt door het publiek uit volle borst mee gezongen en uls om twaalf uur het klokje van gehoorzaamheid slaat, (de grote ellende in Ier land is, dat iedereen op de meest onmogelijke uren zijn tent sluit) kost het de obers grote moeite om de inmiddels geheel volgelopen clientèle naar buiten te werken. Op straat wordt de show vervolgens met eigen ta lent voortgezet. Visvangst De Abbey Tavern is voor elke bezoeker van Dublin een abso luut „heilig moeten". Maar dut is O'Connelstreet ook. In feite Is elke vierkante meter vnn de stad een heilige plaats, die ver eerd moet worden. De visser zoekt zijn heil verderop in het land en gooit de dobber uit aan de kust bij Killarney of Clifden. Als hij een zalm van een halve meter wil vangen, zet hij zijn klapstoeltje neer langs één van de krlstulhcldere rivieren of me ren. En 's uvonds zakt hij af naar een pub om zijn wonder baarlijke visvangst te bespreken met John en Paddy, die hem ge loven op zijn woord. Ze zijn Im mers zelf ook fantasten. De individualist, die Ierland wil verkennen, doet er het beste aan om per eigen auto te reizen. Noordzee Veerdiensten in Rot terdam, (tel. 010-142066) organi seert uw snelle tocht over twee zeeën, die u binnen 36 uur in Ierland brengt. Er zijn ook spe ciale visreizen, die 12 dagen du ren en zo'n 500 gulden kosten). Prefereert men het vliegtuig dan is het uungewezen adres lerland-speciallst Prim Air, Bussum, Brinklaan 34, telefoon 02159-14541. Dit voortreffelijke reisbureau vliegt tussen 31 maart en 29 september elke week van Schiphol naar Cork pei Air Lingus Boeling 737 Jet. Er is een uitgebreid program ma, waaronder cruising op de Shannon (vanaf 299 gulden), all Ireland selfdrive (vanaf 284 gul den), huifkarréizen (vanaf 284 gulden) en bungalowreizen (van af 284 gulden). Prim-air geeft voortreffelijke waar voor zijn geld en laat duikers, sport vissers, golfers en avonturiers volledig aan hun Ierse trekken komen. Mits u natuurlijk zelf hard mee werkt, want dat is een eerste vereiste in het land, waar het leven goed, maar ook gek is. Ierland lust u rauw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1972 | | pagina 9