Mgr. Simonis MENSEN KANS GEVEN ZICH TE HERVINDEN „Ik zie me nog zitten een Jaar geleden daar op de stoep In Den Haag. Toen wist ik trouwens van de prins oog geen kwaad. Ik heb er zelf geen idee van gehad." Aan bet woord Is mgr. dr. A. J. Simonis en de stoep waarop hi) doelt Is die van de Sportlaankerk in Den Haag. waar hi) voor een Interview in onze krant werd gefotografeerd, vlak voor zijn benoeming. Dat is dezer dagen een Jaar geleden, men zal het zich onge twijfeld herinneren. Reden voor ons om hem bij deze verjaar dag de vraag voor te leggen, „hoe hij zich mi ziet zitten", niet meer op de stoep van de kerk, maar op de bisschopszetel van Rotterdam. Mgr. Simonis was bereid ook enkele andere vragen te beantwoorden rond zijn kerkelijk beleid. Een neer slag daarvan vindt men in bijgaand Interview. Uw benoeming tot bisschop van Rotterdam Is nu precies een |zar geleden afgekomen. Zou u een algemene indruk kunnen ge ven over het afgelopen jaar? Hoe ik er nu tegenaan kijk? Er rijn veel positieve dingen zoals de grote betrokkenheid van zo- mensen bij het wel en wee de kerk. Juist in deze turbu lente tijden zijn er heel wat mensen, die echt meeleven. Dat li bijvoorbeeld gebleken bij de bijeenkomst over de financiële teorganisatie. Wat daar in het Kurhaus gebeurde was voor mij een openbaring. Iemand uit het bedrijfsleven zei me: „Het is •an wonder, dat zoiets nog voor komt In deze tijd van crisis. Dat toek mensen, die dat alle maal in hun vrije tijd doen!" Dan Is er het vele werk. dat de priesters doen en overal waar je komt is er erg veel betrokkenheid van de mensen bij de liturgische vieringen. Positief is ook het ge bed van veel mensen. Ik voel mij daar echt door gesteund. Er zijn wel negatieve dingen. Je eigen onvermogen bijvoorbeeld. Zo'n bisdom... alleen bedrijfsma- ig is het al een reusachtig ge- en krijg daar nu maar eens beetje greep op. Ik ben elke zaterdag en zondag en door de week ook nog, in een andere pa rochie. De helft van je tijd ben je aan het vergaderen. Ik ge loot, dat we daar toch een ver eenvoudiging in moeten krijgen. Het overstelpende werk is een heel negatief iets, Je komt er nooit door of je komt ergens niet aan toe. Ik zit met stapels •n ik weet er geen ruad mee. Je moet al die mensen te rugschrijven in een kort brieije, waarin je hun meestal niet een bevredigend antwoord kunt ge ven. Hebt u de indruk, dat de tegen stellingen binnen het bisdom sinds uw benoeming minder scherp zijn geworden? Ja, ik heb wel het idee, dat de tegenstellingen minder scherp zijn. Dat ze hier en daar toch wel leven, juist rond mijn per soon, nu, dot kan ik me levendig voorstellen. Ik was voor een he leboel mensen nu eenmaal niet de kandidaat van hun keuze. Men heeft wel voortdurend ge zegd: het gaat niet om zijn per soon. maar ik heb deze abstrac tie nooit kunnen aanvaarden. Het gaat ook om ideeën cn die kan ik nu eenmaal niet losma ken van mijn persoon. Zo ben ik eo zo denk ik. Ik probeer wel zo genuanceerd mogelijk te denken je moet je in geweten natuur lijk voortdurend veranderen als dat nodig is maar je mag je telf ook niet ontrouw worden. Er zijn mensen, die zeggen, dat ik niet kan luisteren, maar ik heb het idee, dat ze bedoelen: hij wordt het niet met me eens. Ik weet echt wel zo ongeveer *at er bij een ander leeft en *a: men wil. Maar ik kan het er dikwijls niet mee eens zijn. Als men in discussies opmerkt: Mj luistert niet of hij kan niet luisteren, dan denk ik op mijn heurt wel eens: andersom is dat toch precies hetzelfde. Hoe werkt de formule „riskerend vertrouwen" binnen het bestuur van het bisdom? Ik moet zeggen, dat die formule ..riskerend vertrouwen" mij niet to ligt. Elk vertrouwen houdt ten zeker risico in en het kan ook betekenen: „Nou ja, vooruit. We doen het met hem en we zul len wel eens kijken hoe het uit komt". Wel, er zijn wel spannin gen dat wisten we van te vo ren maar er is in elk geval niets gesprongen. Er is in die tussentijd ook bestuurd, ook al merkt men daar weinig van. Het heeft ook wel moeite gekost, maar we zijn er toch altijd uit gekomen. En wat het aanvaarden door de gelovigen betreft: dat is per soonlijk gekleurd. Je trekt men sen naar je toe die congeniaal zijn. Ik krijg veel kritiek van laten we voor het gemak maar zeggen de linkerkant en van de rechterkant. Links zegt: u gaat niet mee met uw tijd. En de rechterkant... nou. de brieven die ik daarvan krijg. U moet Niet het grootste, wel een groot. Eén van de oplossingen ervan zie ik in het bevorderen van een legitieme pluriformiteit. Maar dan moeten we wel proberen het erover eens te worden wat nu legitiem is en wat niet. Plurifor miteit heeft absoluut grenzen. Het is een goede zaak, maar als het een mooi woord gaat worden om de meest fundamentele te genstellingen te dekken, dan zit ten we verkeerd. Dan komt er een ogenblik, waarop we ons al len gezamenlijk moeten buigen voor het woord Gods, zoals het door de kerk wordt verstaan en door paus en bisschoppen gezag vol wordt uitgelegd. We zitten in een overgangssituatie. Velen zijn een beetje het stuur kwijt. Als bisschop die geroepen is om eenheid te scheppen moet je de mensen de kans geven zich te hervinden. Dat kan niet ten eeu wigen dage duren. Vroeg of laat komt er een tijd, dat je moet kiezen of delen. Dat is een so ciologisch gegeven. Als polarisatie niet het grootste probleem is, welk is dat dan wel? Het eigenlijk probleem ligt die per. Het is de crisis rond het godsgeloof. Is God een persoon, die vraagt als zodanig geëerbie digd te worden of vind ik God alleen maar In de medemens? Daar vindt naar mijn mening de polarisatie haar oorsprong. En dan met name In de crisis rond het geloof in gods persoonlijke bemoeienis met mijn leven en vandaar uit ook in het geloof in een persoonlijk eeuwig leven. Met Kerstmis in de gedachten kunnen we zeggen: eer aan God in de hoge en vrede op aarde. Die eer aan God is de basis voor de onderlinge vrede. Er zijn er die zeggen, eer aan God betekent je naaste liefhebben. Maar God wfl ook apart aanbe den worden en verheerlijkt. En ais u vraagt: wat acht u vóór alles belangrijk, dan is dat het bevorderen van de persoonlijke relatie met God in gebed, sacra ment en bezinning. Maar dan wel als uitgangspunt om de dienstbaarheid aan de wereld consequent vol te hou den. Dat is nou het ongeluk van de hele polarisatie, dat je elke keer erbij moet zeggen: Ja, maar weet wel goed, wat ik be doel. Wanneer ik dus de eer van God voorop wil stellen, dan wil ik onze opdracht tot verbetering van de nood op geen enkele wij ze uitsluiten. Kn dat is eigenlijk ook de lijn van de Jongeren- brief: de wijnstok en de ranken, die met elkaar verbonden moe ten blijven. Geloof in Christus en de kerk, want je doet het niet alleen, maar In verbondenheid, samen en in dienstbaarheid aan de samenleving. Als u het bevorderen van die persoonlijke relatie het belang rijkste acht, hoe denkt u zich dat dan concreet? Dat is een grote moeilijkheid. Hoe moet Je dat stimuleren? Aan aansporende bisschoppelijke woorden laat men zich niet al te veel gelegen liggen. Daarbij komt dat men op zoek is naar nieuwe gebedsvormen. Wat ik zelf in de liturgie ontzet tend belangrijk vind, is het ele ment stille, opdat de mensen in de gaten hebben waar het nu ei genlijk om gaat. In dit verband zou ik ook willen wijzen op het Stiltecentrum in Leidschendam. Daar heeft het bisdom uit zijn schaarse mankracht met opzet een priester voor vrijgesteld om Er zijn mensen, die zeggen, dol ik niet kon luisteren, moor ik heb het idee, dot ze bedoe- Itns hij wordt het niet met me VROEG OF LAAT ZAL MEN OPNIEUW TOT EEN BEWUSTE KEUZE MOETEN KOMEN OM TE WILLEN BEHOREN TOT DEZE BEPERKTE KERK eens te kijken wet de ervarin gen zijn, vooral met jonge men sen en hoe ven die ervaringen uit tot meer concrete Ideeën kan worden gekomen. Daarnaast zou Ik er dan ook op willen wijzen, dat abdijen en kloosters er niet voor niets zijn. Gewoon eens een dag daar naartoe trekken, wat Jongeren ook gelukkig steeds meer doen. Naast een gewone vakantie een godsdienstige va kantie. Maar er Is nog veel godsdiensti ge apathie? Ja. die is er helaas. De oorza ken zijn heel verschillend. Mijns Inziens komt ze dikwijls voort uit het feit dat men ren vol maakte kerk wil, dat wil zeggen een kerk van volmaakte men sen. Maar dat Is op deze wereld niet mogelijk. Vroeg of Iaat zal men opnieuw tot een bewuste keuze moeten komen om te wil len behoren tot deze beperkte kerk. Een bewuste keuze ook om mee te werken aan vernieu wing van die kerk, daarbij we tend. dat alles niet tegelijk kan en dat het volmaakte hier op aarde niet komt. Ik bedoel niet. tuf dan maar In. want er is toch niets aan te dom. Ik mag ook niet zeggen ik ben nu eenmaal zo, dus doe ik er maar niets meer aan. Het beperkt zijn mag geen alibi wor den om niets meer te doen. Lant Ik dit vooral erbij zeggen, want In deze tijd van polarisatie loop Je voortdurend de kans verkeerd verslaan te worden. Dat blijkt bij ails wat ik zeg: vijftig pro cent is er tegen en de andere helft vindt het prachtig. Veel brieven voor, maar ook brieven tegen. Eéo vaa de grote problemen Is dal van de mankracht. Ziet u na de bisschoppensynode In Rome Ven de synode uit zie Ik wel een zekere opening naar de toe komst wet de wijding van de ge huwde man betreft. Maar gezien de grote reserve die daar is uit gesproken, lijkt het me voor Ne derland geen zaak wear men al te snel op moet rekenen. Er komt nu een uitdaging om de leek actief te betrekken In de zielzorg, naar de mate van zijn mogelijkheid. Ik denk bijvoorbeeld aan het sy steem van ouderlingen, die bij thutsbezoek kunnen worden inge schakeld. De vraag naar het diakenambt zal In dit licht ook spoedig onder het oog moeten worden gezien. Maar dat Is een zaak van de bisschoppenconfe rentie. En persoonlijk meen Ik. dat we toch niet al te pessimistisch moeten zijn over roepingen In de lockomst. Nuar aanleiding van de Jongerenbrief heb ik vier brieven gekregen van jongens, die priester willen worden, celi batair. als vanzelfsprekend. We zeggen wel eens. dat er geen meer komt, maar ik heb het Idee, dat er voor deze Jongens veel te veel onduidelijkheid is. Ook In de liturgie Is er onduide lijkheid. U hebt u voorstander getoond van een objectieve Utur- gle? Dat vind Ik een heel moeilijke vraag. Als ik zeg, dat mijn voorkeur uitgaat nuar een objec tieve liturgie, dnn ben ik bring de indruk te wekken de polarisa tie In de hand te werken. De formulering ..objectieve litur gie" Is misschien niet zo geluk kig. maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik mij wil houden aan de liturgie zoels de officiële kerk die geeft in een bepaalde structuur en met een bepaalde Inhoud. De kerk is unl- vrrsoel, we zijn één groot gods volk en moeten alles wat natio nalistisch is in de kwalijke zin van het woord proberen tr ver mijden. De volkstaal vind ik een enorme winst, al vind ik ook dat het latljn nis liturgische taal ge handhaafd moet blijven. Persoonlijk heb ik maar één hoop en die is. dat we In de toe komst weer meer geen Inzien, dat de kerk er wijs aan doet om officiële rlchtljnen te geven inza ke liturgie. Al was het alleen maar opdat Iedereen zich thuis kan voelen in die kerk. Als het voortgaat zoals het op het mo ment veelal gaat. dan vrees ik, wel eens, dnt men op den duur allemaal ..eigen kerkjes" krijgt, went de liturgie doet veel meer dnn wij vermoeden. Gelovige mensen hebben heel goed In de gaten, dat liturgie en geloofsin houd zeer nauw samenhangen. En als er officiële richtlijnen worden gegeven moet men er geen kade verricht lijnen In zien Hoofdzaken vind Ik bijvoorbeeld de canon en de consecratiewoor den Als ik ergens de Uturgie vier. dan gebruik Ik één van de officiële canones. Dat vindt men don soms kinderachtig of gepo neerd, maar Ik doe het. omdat de officiële lichtlijnen inzake li turgie normerend moeten blij ven. Als de bisschop die laat schieten is er algauw geen nor mering meer dicht bij hula. In het licht van de polarisatie ge loof ik. dat een „objectieve litur gie" veel goeds kan doen. Het bindt samen en werkt niet afsto tend voor bepaalde groepen. Secundair is het voor mij, als men vanwege een thcmadlenst afwijkt van het officiële schema van lezingen, al kunnen themati sche diensten ook gevaarlijk zijn. In zoverre Je de bijbel naar eigen maat gaat snijden In Jon- gerendiensten wil men vaak ei gen gebeden maken. Dal Is voor mi) geen bezwaar, maar dan sluit Ik ze af met het officiële gebed, dat de kerk geeft. En wat het experiment betreft: dat experimenteren in de goed* zin van het woord. Belangrijk vind zal vooral moeten worden voort gezet op het terrein van de lie deren waarvan we er te weinig hebben. de gebedsdiensten, waaraan wc praktisch niet doen. de boetevieringen en dergelijke. Daarin kon men naar hartelust IN HET LICHT VAN DE POLARISATIE GELOOF IK, DAT EEN „OBJECTIEVE LITURGIE" VEEL GOEDS KAN DOEN ik ook de gezinsmissen, die je In het ksder van de liturgie toch zoveel mogelijk kunt aanpassen. Hebben officiële richtlijnen geen consequenties In verband met de oecumene? dr „open communie" be doelt. Meer dat is een andere zaak Op zeer bepaalde voor waarden zal er In de toekomst misschien mogelijkheid toe xl)n op bredere schaal dan nu bi) de sluiting van een gemengd huwe lijk. U zegt, dat het hier en daar al gebeurt, maar er gebeurt hier en tiaar wel meer wat niet kan worden goedgekeurd. Dat betekent niet, dal ik de oe- cumene niet ontzettend belang rijk vind Overigens ben Ik wel geneigd dlegen«-n gelijk te ge ven. die de huidige impasse toe schrijven aan het feit. dat men het binnen de kerken zelf oneens Is Omwille van de oecumene Is het belangrijk, dat w« het weer meer eens gnan worden binnen onze eigen kerk. waarbij we In tussen wel moeten doorgaan met goede Initiatieven voor de oecu mene met de andere kerken. Het criterium is daarbij het ge loof van de kerk. mnar ook dat gene wat op lange afstand heil zaam is. Van de kerkgeschiedenis uit ben Ik er namelijk van overtuigd, dei. wanneer je belangrijke vm gen rond Intercommunie en ambt gaat toedekken, deze ovn twintig, dertig Jaar levensgroot terugkomen. En dun zijn we nog veel verder ven huis. l)en kan men zeggen, dat dit een al te voorzichtige visie i* en dat J' doortastend mort zijn. maar Ik wil gewoon realistisch zijn. Als we het hlnnen de eigen kerk meer eens willen worden, zei toch ook meer Informatie rn communicniir DIOCttB rijfl Maar die mogelijkheid ontbroeki op hot moment. Daar Is geen gemakkelijke op lossing voor. Nn het verdwijnen ven de kerkelijke pers heelt elke parochie nu wel zijn eigen stencil Maar communicotle lus ■en bisdom rn parochie en tus sen de parochies onderling Is er praktisch niet. In januari begin nen we met een heel eenvoudig Informatiestencil voor de prle» tart, waarin het bestuur ven het bisdom eons Iets kan laten wr ten. Ideaal zou het zl)n als we een nieuw goed bisdomblad krt gen. mnnr dnt hangt helemaal ■f van do kerk van de toekomst Wordt dat een zeer meelevende kerk. dan komen de financiën er ook. Zonder geld is het niet haalbaar. Overigens zou In de communica tie ook de Diocesane pastorale Raad een rol kunnen spelen Veel brieven, die ik nu ontvang souden naar de DPR gestuurd wr-b-n liet li irmlutt. een pastorale raad, die zich met pnsturale noden moet bezig hou den. Er moeet van het grond vlak trouwens veel meer een be roep op de raad worden gedaan Het kan een belangrijk orRnnn worden en ik heb persoonlijk grole bewondering voor de men sen. die het werk doen, vooral zolang de raad In veel opzlch- ten nog In een zoekend stadium verkeert. Als u naar mijn persoonlijke vt sir vraagt, meen Ik. dat de raad bij de keuze van da onderwer pen dicht bij huis moet blijvrn. ZO Z"u hl) een gebedsboekje voor het gezin kunnen samen stellen Men zou zich bezig kun nen houden met de ka tec hese of met het verschijnsel van de te ruggang In het kerkbezoek. De DPR zou zich ook op mant echappelljk terrein kunnen be wegen als een positie! klitltSkfl instantie. Maar laat men begin nen met wat het meest voor da hand ligt Wat bijvoorbeeld belangrijk Is, dat Is dat er gr/nrht wordt naar een betere methodiek om de rnad een zo goed mogelijke af spiegeling te laten zijn van het TEKST: KOOS BOVENS FOTO'S: SIMON E. SMIT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 13