Pleuntje zal met Kerstmis
beslist niet eenzaam zijn
Katwijk worstelt al twee jaar
met bestemming voor Synthese
DONDERDAG 23 DECEMBER 1971
LEIDSE COURANT
De Zilk In een oud verval
len huisje in De Zilk woont
al sinds jaar en dag een
zonderling vrouwtje:
Pleuntje Poelgeest. Ze
heeft kind noch kraai,
maar wel tientallen honden
en poezen. In de streek cir
culeren de meest vreemde
verhalen over Pleuntje.
Niemand weet het fijne
van haar. Met de Kerst op
komst zocht een van onze
verslaggevers haar op.
Recht tegenover het café Zomer-
zorg op de Zilkerduinweg leidt
een miezerig zandpaadje van
net een halve meter breed naar
het huisje van Pleuntje, midden
in het bollenlandschap. We zijn
nog niet halverwege of we wor
den al opgemerkt door de hon
den en katten. Grote blaffers en
kleine keffers springen achter
een manshoog hek dat het huis
je en de bijbehorende schuurtjes
helemaal omgeeft, woest heen
en weer. Eenmaal dichterbij ge
komen maken ze leven als een
oordeel. Schichtige katten bla
zen door het gaas. Het aantal is
moeilijk te tellen. Het kan bijna
niet klein zijn, want er hangt
een penetrante kattepislucht. De
Rijnmond op een mistige dag is
er niets bij. Van Pleuntje is
niets te bekennen. De honden
weten van geen ophouden en
blijven tekeer gaan. We lopen
om het huisje heen. Overal '.iet
het er even vervallen uit.
Schuin boven de huisdeur hangt
een wit bord. Onbewoonbaar
verklaarde woning. Waarom is
duidelijk. Oud, platgetrapt huis
vuil ligt her en der rond het
huis. Tegen de achterkant staat
een autowrak. In de sloot die
vlak langs het huisje loopt ligt
een lege praam. Het hek biedt
nergens toegang. We hadden
eerlijk gezegd ook niet de moed
het ergens te forceren. De bees
ten zien er ons te wild uit. Het
ziet ernaar uit dat onze komst te
vergeefs is geweest en we beslui
ten terug te gaan. We draaien ons
nog een keer om. Opeens staat
er in het gat van de deur een
oud vrouwtje. Een wijde tijdloze
japon wappert om haar magere
lijf. In haar rechterhand klemt
ze een pook. Grijze, doffe onge
kamde piekharen maken het
beeld niet gunstiger, maar op
haar wenken weer naderbij ge
komen ziet ze er toch niet on
vriendelijk uit, ondanks haar
tandeloze mond. We proberen
uit te leggen wat we komen
doen. Het gaat moeilijk. De luid
ruchtige honden springen uit
bundig om haar heen. Pleuntje
maant ze tot stilte. De honden
weigeren te gehoorzamen. Kun
nen we niet even binnenkomen?
Nee, nee, dat gaat niet, zegt
Pleuntje. Het slot van het hek is
kapot en aangezien haar troetel
diertjes nog al uitgelaten zijn
doen we er beter aan buiten te
blijven. Pleuntje komt zelf wel
even naar buiten om te horen
wat nou eigenlijk precies de be
doeling is. Ze wurmt zich door
de deur van het hek om de hon
den niet de gelegenheid te ge
ven te ontsnappen. Eenmaal
buiten het hek leggen we Pleun
tje uit waarom we gekomen
zijn. We willen haar levensver
haal. Welwillend stemt ze toe.
dat te vertellen. Maar waar?
Binnen gaat niet, buiten ook
niet, want al vriest het niet, het
is bitter koud. Dan maar in een
plaatselijk cafeetje. Pleuntje
stelt zelf voor net kleine etablis
sement van Tante Jo, een paar
honderd meter terug naar het
dorp. Ze komt daar vaker om
boodschappen te doen en ook
wel om televisie te kijken. Of
we maar alvast vooruit willen
gaan. Pleuntje komt zo wel. Ze
moet eerst nog even naar een
kraamvrouwtje kijken. Een van
haar poezen is of staat op punt
van bevallen. We kunnen moei
lijk weigeren.
Het cafeetje van Tante Jo kennen
we wel. Tante Jo heeft namelijk
een dichtader. En vanwege
haar poëzie heeft ze weieens in
de Leidse Courant gestaan.
Vandaar. Tante Jo is zo'n beet
je de enige in de buurt die goed
met Pleuntje kan opschieten.
De rest van De Zilk haalt nog
altijd de neus op voor het
vrouwtje, dat ruim 14 jaar gele
den plotseling in het kerkdorp
neerstreek. Jarenlang heeft men
geprobeerd haar weg te krijgen.
Met haar honden en katten gaf
ze te veel overlast. Tante Jo
heeft zich er echter nooit zo
druk om gemaakt.
Het is stil in het cafeetje van de
dichteres. Ze is bezig aan wat
verstelwerk. Een grote witte
beha ligt op het biljart. Die
gaat even opzij. Tante Jo heeft
wel even tijd voor een praatje
over Pleuntje. Ze mag het zon
derlinge vrouwtje wel. Ze heeft
haar eigen filosofie over het
eenzame vrouwtje dat nooit al
leen is. Tante Jo: ,,Ik ben wel
gewaarschuwd voor Pleuntje. Je
moet je niet met haar be
moeien, is wel tegen me gezegd.
Maar waarom zou ik niet. Het
is een best mensje. Ze komt
hier vaak. Ik begrijp dat wel.
Het is hier natuurlijk lekker
warm en er is televisie. Daar
e graag naar. Het komt
5r, dat ze hier tegen zes
sen 's avonds zogenaamd komt
voor een paar boodschappen,
maar dat ze om half elf nog
niet weg is. Dat vind ik niet
erg. Ze heeft verder ook niet
veel, denk ik maar altijd. Ze is
beslist niet zo naar als men wel
vertelt. Me'n man en ik krijgen
bij gelegenheden als verjaarda
gen en St. Nicolaas vaak ge
noeg een cadeautje van haar".
Iet duurt wat lang voordat
Pleuntje komt, na lang wachten
komt ze dan toch eindelijk.
Eerst vraagt ze bij de man van
Tante Jo om groen voor haar
konijn.
,Wat zeg je Pleuntje? Wil je
groen crepe papier hebben voor
je konijn?", plaagt deze. Pleuntje
is wijs en gaat er niet op in. Na
een kopje koffie, wil ze haar le-
Het huisje van Pleuntje midden in het bollenlandschap. Het vrouwtje woont er met 23 honden en 12 katten
kijkt
Pleuntje kwam met een pook
naar buiten. Ze bleek achter
af best mee te vallen.
vensverhaal wel kwijt. Het is
minder spectaculair, dan de
weinige cafébezoekers die mee
luisteren en voor de eerste maal
horen waar Pleuntje nou eigen
lijk precies vandaan komt,
waarschijnlijk verwacht hadden.
Maar het is toch wel droevig.
Pleuntje is 63 jaar en is geboren
in Leiden, zo horen wc. Haar
eerste levensjaren woonde ze op
de Oude Vest. Haar vader was
schipper. Na een jaar verhuisde
de familie Poelgeest naar Schc
veningen, waar het gezin
toen Pleuntje een jaar of twaalf
was door echtscheiding uit
elkaar viel. Pleuntje moest naar
een kindertehuis. Ze was het
vrije leven rond het Scheve-
ningse strand en de duinen ge
wend en het beviel haar hele
maal niet in het tehuis. Ze liep
dan ook prompt een paar maal
weg. Toen ze wat ouder werd
kreeg ze in een Rotterdams te
huis voor ongehuwde moeders
van het Leger des Heils een op
leiding tot kinderverzorgster.
Later verhuisde zij naar een an
dere instelling ven het Leger in
Naarden-Bussum. Haar zusje
verhuisde mee. Lang zijn de
zusjes echter niet meer bij-
elkaar geweest, want het zusje,
dat bij een dokter werkte, ver
brandde levend onder wat
vreemde omstandigheden. Pleun-
Pleuntje had al haar hele jonge
leven last gehad van polio. I en
zware aanval kreeg ze op 23-ja-
rige leeftijd. Jarenlang lag ze in
sanatoria. Eenmaal weer op de
been ging ze in Amsterdam in
de gezinsverzorging, 's Avonds
werkte ze bij een kinderoppas
centrale.
Trouwen deed Pleuntje nooit. Ja
renlang leefde ze wel samen
met een man. maar dat ging
niet goed. Haar liefde voor
beesten en met name voor hon
den en poezen werd steeds gro
ter. Elke zwerver die ze op
straat vond nam ze in haar huis
op Tot ergernis van buren en
huiseigenaren. Viermaal moest
Pleuntje verhuizen. Daar zat ze
niet mee. ze gaf om nlemandal,
alleen om hanr dieren. Al haar
geld gaf en geeft ze daaraan
uit.
Goed veertien jaar geleden raakte
ze verzeild in Noordwijk waar
ze van een pastoor hoorde dat
er in De Zilk een huis leeg
stond. Via diezelfde pastoor
kreeg ze een sleutel In handen
gespeeld. Pleuntje aarzelde niet
lang en trok in het vervallen
pand. Eindelijk zat ze helemaal
vrij met genoeg ruimte voor
haar dieren. F.lke keer wanneer
ze genoeg geld had voor de bus
ging ze naar Amsterdam en
elke keer kwam ze wel met een
pnur dieren thuis.
De buurt vond dat een ramp. De
bollenboeren werden kwaad,
omdat de honden het land op
groeven en de bewoners van de
Zilkerduinweg werden kwuad
omdat het er altijd stonk. De
politie kwam er menigmaal aan
te pas, de vroegere burgemees
ter van het dorp probeerde haar
in een „pension" te stoppen,
maar aan Pleuntje had men een
kwaaie. Ze liet zich niet verdrij
ven. En dat ondanks het feil,
dat het huisje overal van Is af
gesneden. Wuter hnult Pleuntje
uit een put. Ze stookt op butn-
gas en licht heeft ze niet nodig.
Om toch enigszins tegemoet te
komen aan de klachten van
haar buren bouwde ze een ren
om haar huis, waardoor haar
beesten toch de nodige levens*
ruimte kregen. Momenteel heeft
ze 23 honden en 12 kutten in huis.
Pleuntje is een fervent tegen
standster van uslels. Wuarom
katten en honden opsluiten in
hokken. Die hebben er toch ook
recht op om te leven". Pleuntje
is vegetariër.
Voelt Pleuntje zich niet vaak een
zaam?
Nee natuurlijk niet, ik heb m'n
beesten toch. De hele dag ben
ik bezig met het klaarmaken
van eten. Al m'n dieren liggen
op kleedjes en bedden en die
moeten o»k v.m tijd M ttjd ge
wassen worden. En In dc zomer
moet ik vlooitjes zoeken.
Bij Pleuntje binnen moet het een
vreselijke troep zijn. Het zou
niet raadzaam zijn om zonder
laarzen naar binnen te stappen.
Overal zouden de hopen voor
het opscheppen liggen
Pleuntje daarover: ..Och er zijn
zat mensen die zijn schoner op
hun boel dan op hun lichaam.
Hier In de buurt ken Ik er die
de douche-cel gebruiken als ko
len- en aarduppelhok. De kinde
ren komen er nooit In. Ik neem
iedere dag een bad en was me
met zeep."
Met Pleuntje gaan we terug naar
haar huisje. Al van verre wordt
ze begroet door de honden.
Pleuntje zal zeker niet eenzaam
zijn met Kerstmis....
„ij^Koop van jaar
'cUor Ouwehand
rach I
«■en woningbouw
ond« C
b^TWIJK De Katwijkse raad
;aat over een paar weken, dp 6
anuari, weer eens praten over
iet lot van de voormalige kunst-
101 larsfabriek „Synthese". Waar-
ichijnlijk zal bet college van B.
1 tn W. de raad dan voorstellen
een derde van het dertiendui
zend vierkante meter tellende
terrein te verhuren aan de flr-
f na Ouwehand, een visverwer-
;fellTkende industrie. De rest van de
ippervlakte komt in aanmer-
ting voor woningbouw. Deze
itwljk plannen zijn In schrille tegen
stelling met de bedoelingen die
'et gemeentebestuur oorspron
kelijk met het grondgebied van
de fabriek had. Die eerste opzet
dateert al weer van enkele ja-
ren geleden en sindsdien is er
b heel wat met en rond de "Syn-
these" gebeurd.
27 november 1969 zei de raad
'ja" tegen Synthese. Het com
plex werd voor een bedrae van
tevenhonderdvijfentwintigdui.
zend eigendom van de gemeen
te De vreugde was algemeen.
Enkele geluiden uit die raads
vergadering van toen: de heer
Pronk wenste het college geluk
""H deze buitengewoon gelukki-
aankoop. De heer Riezebosch
(Gemeentebelangen! had een
<jerroiiiV:e prijs niet venvacht.
Hij had het op het dubbele ge-
*hat De beer Haasnoot (CHU)
noemde dit zelfs de aankoop
van het jaar. "Hier ;s alles v*ir
iets tegen", zei hii nog Tii-
tjens diezelfde vergadering deel-
J en W ook mee lat
hinnen een paar maanden de
bestemming van het terrein zou
voorstellen Men speelde in die
^apen namelijk met het idee
openbare werken" In het ge-
Het kantoorgebouw van Synthese: tenslotte niet uitermate geschikt" voor openbare werken
bouw te huisvesten. Daarna
werd het stil rond "Synthese".
Hoewel dat niet al te letterlijk
opgevat moet worden want een
flink aantal mensen met vanda
listische neigingen stortten zich
op de gebouwen van het com
plex. Alles werd verwoest. Wat
enige waarde had werd meege
nomen, TL-buizen, Luxaflex,
■te hevreemding van de be
volking. inclusief dc raad. Som
mige raadsleden begonnen vra
gen te stellen. Vragen als: waar
om wordt het complex niet be
waakt. waarom ziin de ramen
niet geblindeerd'' Het toezicht
kwam er. de blindering gedeel
telijk. Alleen de eerste verdie-
Tot
ping werd hermetisch afgeslo
ten. De kosten van het afsluiten
van de tweede verdieping zou
den nogal hoog zijn omdat en
ladders en steigers moesten
worden gebruikt.
Die maatregelen kwamen echter
wat laat. Het gemeentebestuur
erkende dat continue bewaking
vernielingen van deze omvang
had kunnen voorkomen. B en W
stelden toen ook voor, we zijn
intussen november 1970. een
krediet van f 94 600 beschikbaar
te stellen voor het slopen van
de gebouwen.
Toen was de boot aan. De defini
tieve bestemming van het ter
rein was namelijk nog steeds
niet bekend. Vandaar dat men
zich verbaasde over het afbre
ken van gebouwen die men mis
schien nog wel kon gebruiken.
Want hoe zat het eigenlijk met
de verhuizing van openbare
werken
Wethouder Van der Plas ging er
nader op in. Hij vertelde na een
onderzoek door een architecten
bureau dat gebleken was dat het
complex t<>taal ongeschikt was
om een kantoor als dat van
openbare werken te herbergen
De indeling van de bestaande
gebouwen was ongeschikt. Ver-
houwing was ook niet mogelijk
omdat het gebouw in gedeelten
opgetrokken was.
Vooral de heer Parlevlict (CCP)
fulmineerde tegen het voorstel
Hij noemde het beneden iedere
maat. Hij stelde het college
voor zo snel mogelijk van het
complex af te komen. Er waren
toen belangstellenden, maar B
en W hadden die in september
afgewezen. De heer Van der
Meij (SGP) begreep niet goed
hoe B en W in het preadvies
hadden kunnen zetten dat het
complex uitermate geschikt was
voor openbare werken. Zijn
fractiegenoot Guyt ging nog een
stapje verder. Hij vroeg zich af
waarom Iets gekocht wordt als
niet bekend is wat er mee ge
daan wordt.
Het voorstel werd dan ook niet
aanvaard. De raad stelde
slechts twintigduizend gulden
beschikbaar. Alleen het boven
ste gedeelte zou gesloopt wor
den. B en W gingen morrend
akkoord.
Dit alles is een jaar geleden. Offi
cieel is er nog steeds niets be
kend. Het terrein van "Synthe
se" ligt er wat sintster bij. De
vraag rijst of de gemeente er
een financiële strop aan heeft.
Wethouder Van der Plas ont
kent dit stellig. De bouw van
zestig woningen tegen een
grondprijs van twaalfduizend
gulden haalt Katwijk volgens
hem uit de zorgen De altijd
voor het milieu in hun wijk
waakzame comités hoeven niet
teveel angst te hebben voor het
visverwerkende bedrijf. Aan de
koop is de voorwaarde verbon
den dat er geen rokerij op het
perceel gebouwd mag worden
net zo min als een vts"pslap-
Het is de bedoeling dat de Joego
slavische werkneemsters van
Ouwehand in het kantoorgebouw
Fn daarmee Is de schandvlek
voor de gemeente (woorden van
burgemeester Vermeulen dd 28
november 1970) zo goed als uit
gewist.
NIEKJAN VAN KESTEREN
Noordwijk Wc hebben er geen last van, laat ze maar rustig betijen, zo redeneerde men In Noordwlfker-
hout toen een stel jongens nu al weer meer dan een jaar geleden ren oud, verwaarloosd en leegstaand
pand van de kalkzandsteenfabriek Van Herwaarden m het bollengehied tussen Noordwijk en Noordwij-
kerhout betrokken. Het pand. dat honderd meter Hgt van het Oostduinsemcer, werd door de jongelui
voorzien van wat woeste kleuren en opengesteld voor ledereen die onderdak zocht. Al gauw circuleer
den de vreemdste verhalen door de omgeving, Het zou ren hasj-hol zijn. waar zich de wildste taferelen
afspeelden. Het duurde dan ook niet lang of de rijkspolitie ging er een kijkje nemen, maar aangezien er
geen stuff werd gevonden en bleek dat de bewoners min oj meer toestemming van de eigenaar hadden
om het vervallen pand te gebruiken liet men de commune ongedeerd. Het aantal bewoners van hel
pand varieert sterk. Vaak biedt de zolder wel slaapplaats aan 40 man, onder wie ook vaak buitenlanders.
Vaste bewoners o.a. Kees Bergman, die zo'n beetje er voor zorgt dat de weinige regels die het huls
heejt worden nugeleejd. Hij maakt zich echter wel zorgen. Het huis heeft geen tolletvoorziening, water
Is er ook niet. licht evenmin. En d» oliekachel geejt ook niet al te veel warmte. Bergman is daarom eens
gaan praten op het gemeentehuis oj er voor het „alternatieve volkje" geen passend huls In Noord
wijkerhout is. Men had het oog al laten vallen op een leegstaand pand bij de SL Bavo. maar dat is
eigendom van de stichting en derhalve niet door de gemeente weg te geven. Erg druk maakt men zich
bij de gemeente niet. Ook al heeft men «r geen last van. men vindt eigenlijk duf de jongens (en meis
jes) met de kou op komst beter naar het ouderlijk huis kunnen gaan