Topsport bedrij ven is keihard zwoegen aan iets waarvan een ander zegt: voor mij hoeft het niet Frans Mosman nog niet te oud voor München banket Pelé in nationaal shirt? plNSDAG 21 DECEMBER 1971 LEIDSE COURANT Achter de successen van de topsporter - en die behaalt hij of zij niet eens steeds - staat zijn leven in dienst van zijn sport naast het privé-leven. De mixture van trainen, wedstrijden, studeren of de tredmolen van de dagelijkse job, de zorg om in conditie te blij ven en alle andere besog nes vergen geheel en al de atleet en diens tijd. Ze ont zeggen zich veel, bewegen zich in een kleine kring en men gaat zich al vragen of zij niet „wereldvreemd" worden, of zij, om het hard te zeggen, niet afstompen. Dr. W. de Heer, hoofd van de afdeling Sportontwikke ling en Kadertraining van de Nederlandse Sport Fe deratie en A.A. Leeuwen- boek, chef de mission van de Nederlandse afvaardi ging naar de Olympische Spelen in München geven hun visie hierop. Dr. W. de Heer: „Een dergelijk probleem is niet met ja of nee af te doen. Je zou dat indivi dueel moeten bekijken. Er spe len zo veel factoren mee en de verschillen per tak van sport zijn zo groot dat het moeilijk is een pasklaar antwoord te ge ven. Men dient niet te vergeten dat een jongen of meisje veel plezier aan de topsport beleeft, ook al is er die onvermijdelijke training Wedstr jdelement en onderlinge wedijver zijn voor hen plezierige elementen; als het goed gaat, schept dat een gevoel van tevredenheid; de perfecte manier van bewegen j onder de knie krijgen, om een I voorbeeld te noemen, kan veel voldoening schenken. Dan denk ik hierbij wel primair aan de Ruimte I„Zo iemand is inderdaad een on echte amateur, de liefhebber." derdeel van een beperkte groep mensen, met wie hij of zij om gaat maar er ontstaan zo veel verschillende sociale contacten dat hij of zij zich uitstekend als mens kan ontwikkelen. Je zou kunnen stellen dat de topsporter voordelen geniet die de meeste mensen niet zo maar krijgen. En ik geloof dat je ook niet mag stellen dat het vele trainen zo veel tijd in beslag neemt dat men nergens anders meer aan toe komt. Met een goede dagin deling blijft er beslist ruimte voor andere activiteiten, studie bijvoorbeeld." Dr. De Heer: „We dienen ons mede te bepalen tot de vraag: hoe geven we richting aan mensen die zich zowel in hun sport als maatschappe lijk wensen te bekwamen." Foto: Wilma v. d. Berg, een van de Olym pische kandidaten, die vele uren zal moeten besteden om haar doel München te bereiken. de verschraling van het leven. Daar stel ik dan tegenover: wat mist een topsporter nou aan din gen die de gewone, gezeten bur ger zo prachtig vindt? Ik ken vel sportlui, jonge mensen, die zich helemaal aan de sport wij den. Ze gaan daar helemaal in op. Denk aan de zwemsters. Ze trainen en ze werken op school ook nog eens goed. Want wat hebben deze kinderen geleerd? Ze weten precies hoe ze hun tijd moeten Indelen. Ze verlumme len geen minuut. Ik kan rustig zeggen dat deze meisjes volko men gelukkig zijn met hun le venspatroon. Ze hebben geen be hoefte aan popmuziek en dat sort zaken. Dat missen ze niet" ,,Dat" ze volgens zo'n vreend tijd schema leven, heeft alleen te maken met het feit dat de zwembaden overdag gewoon voor het publiek open zijn. Er zit dus niets anders op dan 's morgens vroeg de baantjes te trekken. Maar het zijn beslist geen verschraalde wezentjes. Ze zien er gezond uit en ze kunnen ook lachen. Ik kan me voorstel len dat iemand die er niet in zit, zegt: dat is geen leven. Maar die gedachte is niet op zijn plaats. Evenmin dat de mensen zich ergeren als een jongen of meisje wat koketteert met de populariteit. Ik geloof dat het niet verkeerd is als ze dan een beetje gek doen of wat publiciteit krijgen. Dat hoort er bij." Fouten „Maar ze maken wel een fout als ze geloven ten enigen dage een vedette te blijven. Dan kleunen ze mis en krijgen ze een enorme dreun. Er zijn sportsterren die denken dat ze altijd in the picture blijven. Meestal wat eenvoudiger jongens die hun po sitie een beetje simpel bekij ken, die niet kunnen relativeren. Ze menen: ik ben een geweldige bink dus dat blijf ik. De mees ten zijn er terdege van over tuigd dat het na een kampioen schap afgelopen is. Die denken staat als ze stoppen." tijdig aan wat hun te wachten Een zeer eigen mening heeft Bram Leeuwenhoek wel over de voetbalprofs. „Die profs kun nen, verscheidene althans, hun dag kennelijk niet vullen. Ze kaarten, hangen wat rond, bil jarten; walgelijk. En dan die trainingskampen die tot in het absurde worden gehouden. Laat die mensen toch in hun eigen leefpatroon en overschat zulke uitstapjes niet zo schromelijk. Dat noem Ik nou afstompend. Zo voel ik dat althans aan want ik moet erbij zeggen dat ik als NOC'er weinig ervaring met het professionalisme heb. Zo heb ik ook mijn bedenkingen tegen de harde-Jongens-mentaliteit die de profs wordt toegeschreven. Er zijn kerels bij wie het hoog in de bol is geslagen, die de Juiste proporties niet meer zien. De publiciteit is daarop ook van in vloed: grote artikelen als ze ziek zijn." „Je kunt ook niet zonder meer be weren dat een topsporter op een ander terrein dan de sport niets presteert, niets weet. Als je met hen spreekt, kom je erachter dat het vaak zeker geen onbete kenende figuren zijn. Het zijn jongens en meisjes die veel heb ben te doorstaan tijdens een proces van jaren. En ze zijn toch maar in staat geweest daar te komen waar ze wilden. Ze Richting dienen in maatschappelijk op zicht uiteraard bepaalde conces sies te doen. Een promotie werd opgeschort, een carrière in een bedrijf stagneerde." we ervan uitgaan dat de sport meer in het leven, in de maat schappij gëintegreerd dient te worden. We praten toch over het zelfstandig maken van de topsporter?" „In die jaren hebben ze vaak een goede begeleiding nodig en daaraan ontbreekt helaas nogal eens wat, om niet te zeggen veel. Ik hecht persoonlijk waar de aan de positie van de trai ner-coach. Die heeft naar mijn mening een grotere verantwoordelijk heid dan het technisch voorbe reiden op een wedstrijd. Als lei der, als volwassene, moet hij in staat zijn z'n taak op een breed terrein te vervullen, zeker nu Dr. W. de Heer krijgt in zijn functie bij de NSF Ruimschoots te maken met de problematiek rondom de meisjes en jongens die voor volk en vaderland maar meer nog voor zichzelf - omdat ze bet zo graag doen - streven naar prestaties, toppres taties. Het woord accommodatie moet dan onvermijdelijk vallen. Dr. De Heer: „Dat de accommo daties in ons land onvoldoende zijn, weten we intussen wel. Het wordt ook tijd dat we van een andêr, wezenlijk probleem door drongen raken: de topsport vergt verbeteringen, ook buiten de technische voorzieningen. We dienen ons mede te bepalen tot de vraag: hoe geven we rich ting aan mensen, die zich zowel in hun sport als maatschappelijk wensen te bekwamen. Er is wat dat betreft nog veel te doen." Faciliteiten Chef de mission voor de Olympi sche ploeg, A.A. Leeuwenhoek, kan dat volmondig beamen. „Als je in de topsport gelooft, vind ik dat je de verantwoorde lijkheid draagt om zo goed mo gelijk Je best te doen deze men sen, die zich ervoor geven, op te vangen. Ik werd nu al gecon fronteerd met jongens, die zo graag verder willen. Maar ze zeggen dat ze gehandicapt zijn door hun werk. Ik zie die maat schappelijke begeleiding overi gens minder in steun op het fi nanciële vlak. We dienen het meer te zoeken in het scheppen van bepaalde faciliteiten, in een paar uurtjes vrij, een soepeler tentamenregeling voor een stu dent, en dergelijke dingen." Blijft het feit dat een topsporter zich doorgaans voornamelijk be zig houdt niet het leveren van li chamelijke prestaties. Dr. De Heer: „Nou en? Als men dat erg vindt, speelt daarin toch wel een flink stuk calvinisme mee. Daar moeten we wel eens vanaf..." Goedkoop A. Leuwenhoek: „Een topsporter is geen idioot, die zich jaren lang gelooflijk veel ontzegt voor een gouden plak of een paar centen. Mensen, die de topsport niet kennen, hebben geen enkel Idee wat jongens en meisjess er allemaal voor moe ten doen om topsport te bedrij ven. Het is kei- en keihard zwoegen aan iets waarvan een ander zegt; voor mij hoeft het niet. En waarom dan die kritiek niet. En waarom dan die kritiek altijd. Ik vind dat zo onredelijk. Als Ard Schenk of Kees Ver kerk wereldkampioen worden, zijn de straten leeg. Maar de volgende dag, op ons werk, gaan we katten op zulke men sen. Dan weet men de gekste praatjes en roddels te beden ken. Uiterst goedkoop. Ik geef toe dat er zijn die zich mania- kal op hun sport werpen. Maar dergelijke mensen tref je niet alleen in de sportwereld aan. Datzelfde fanatisme zie je bij veel meer mensen. Bij kunste naars, onder leraren, bij dokto ren heb je vremde vogels. Over al kom Je vakidioten tegen. Het is zo: alss je ietss gat perfectio neren, hoe dan ook, moet Je ge loven in hetgeen waarmee je be zig bent. En zo ontstaat allicht iets van bezeten zijn." Gelukkig „Zo'n punt is ook of de topsporter niet een moderne kluizenaar is, die zich aan de normale samen leving onttrekt. Je kunt in dit verband prachtig spreken over Meer niet „Als er aandacht wordt besteed aan eon bekende voetballer die keelpijn heeft of een hamer op zijn teen heeft laten vallen, word ik daar misselijk van. Dan dient zo'n jonge vent van behoorlijk goede huize te komen om niet het gevoel \e krijgen dat hij zo belangrijk is." „Er lopen ook best topsporters rond met oogkleppen, maar nogmaals, dat zijn niet alleen de sportsterren, ook anderen in het maatschappelijk leven. Bui tenstaanders mogen best denken dat het sportmeisje of de sport- jongen op maatschappelijk ter rein bepaalde dingen mist. Maar is het voor iemand moge lijk om universeel aan het leven deel te nemen? Niemand kan toch met alles bezig zijn. Ik zie niets in die maatschappelijke omnivoren die eventjes alles recht zullen setten, zogenaamd geëngageerd zijn. Ik geef er geen cent voor. Geëngageerd zijn wil naar mijn mening een voudig zeggen: iets goed doen. meer niet." Als schermer kun je lang mee' Van onze sportverslaggever Purmerend Er is een kansje, dat Frans Mosman toch nog eens als actief sportman de Olympische Spelen haalt. Een kansje, want de 35-jarige schermer uit Purmerend Is realist genoeg om te beseffen, dat er nog heel wat moet gebeuren, wil hij zich In MUnchen uun de fuscinerendc medaille-dans kunnen wagen. Muur het Is een feit, dat Frans Mosman Is opgenomen In de sabelsclectie die de komende maanden hard uun het werk gaat om het Nederlands Olympisch Co mité een retourtje nuur de Spelen af te dwingen. Het zou voor de eerste maal sinds i960 zijn, dut Nederlandse schermers waardig worden bevonden hun land op het Olympische festijn te vertegen woordigen. t Leeuwenhoek, chef de i t de Olympische ploeg „Neem de zwemstertjes. Het zijn heus geen verschraalde wezens. Ze zfen er gezond uit e lachen". Enith Brigitta, net uit het water, is er om het te bewijzen. Sinds begin december weten Frans Mosman en de andere geselecteerden wuur ze aan toe zijn. De kwalificatie-eisen zijn. nu overleg tussen het NOC en het bestuur vun de Koninklijke Nederlandse Amateur Scherm- bond (KNAS), vastgesteld. Bij de scherm bond bestaat goede hoop, dat de sabelcquipe aan die eisen zal kunnen voldoen. Mocht dit gebeuren, dan zal een equipe van vier sobreurs plus een reserve worden afgevaar digd. Volledigheidshalve de se lectie bestaat behalve uit nestor l-rans Mosman uit de zeer ta lentvolle Eddy Ham <21), Wal ter Janssen (22). Jan Dijksman (28) en Rob Llgteringen (21). De mogelijkheid bestaat, dut Rini Engelbracht en Huns Sauerbier nog aan dc selectie worden toegevoegd. Dit tweetul is onlangs van het floret overge schakeld naar de sabel. Zij zul len zich op laatstgenoemd on derdeel echter nog helemaal waar moeten maken. Alleen een sabelequipc wordt mo menteel in staat geacht uan dc eisen voor de Olympische Spe len te kunnen voldoen. Op dc andere onderdelen van dc schermsport. het floret en de degen, is in Nederland niet vol doende kwaliteit beschikbaar. Frans Mosman, zelf hoofdbe stuurslid van dc KNAS, wil er hard voor vechten om een re tourtje naar München te verdie nen. Het zou voor hem een ge weldige bekroning zijn vun een schermcarrière, die zich nu al uitstrekt over een periode van zeventien jaar. „Ik ben met mijn 35 jaar beslist niet te oud", zegt de systeem-analist uit Purmerend gedecideerd. „Vanaf eind september traint de sabelselectie al eenmaal per week met elkaar en het heeft me echt niet verbaasd dat ik cr nog bij zit. Ik voel me nog pri ma en ik doe er veel voor om in een goede conditlte te bli|- ven. Want dat Is natuurlijk wel een eerste vereiste als jo wat ouder wordt, Driemaal per week doe Ik voor mezelf aan conditie-training. Ik handbul er ook nog een beetje bij. En dan natuurlijk die centrale training onder leiding van bondscoach Kardolus. In de schermsport speelt de leeftijd trouwens niet zo'n belangrijke rol. Als je in goede conditie bent. kun ie heel lang mee. Stel dat Ik MUnchen haal. maar dat Is natuurlijk nog lang niet zeker, don zal Ik daar heus niet de oudste sahretir zijn. Daar lopen straks wol een paar mensen rond, die nog een jaar of drie, vier ouder zijn dun ik". Vier jaar geleden klopte Frans Mosman ook aan de Olympische poort, maar toen werd door het NOC niet opengedaan. „Toen was er een voordracht van de KNAS om Kasper Kardolus (de huidige coach) en mij uit te zen den naar Mexico. Dnt is niet ge beurd. De eisen zlln nu duide lijk milder geworden Om de se lectie als equipe uit te zenden, zal een zevende of achtste plaats worden verlangd. Liefst hoger natuurlijk, maar dnt 7.1e ik er gewoon niet inzitten. Aan de eerste zes plaatsen komt Nederland niet toe. Daarvoor ziln vooral do landen nrhter het IJzeren Gordijn te sterk. Ik re ken de Nederlandse sabelequipe wel bij de sterkste twaalf van de wereld. En nu Is het zaak om op die zevende of achtste plaats terecht te komen". De eis voor de sabreurt om zich individueel te klasteren is: een plaats bif de beste 24 op de reldrangliist En dan liever een klassering die dlrhter bil num mer twaalf dan bl) nummer vier en twintig ligt. Mosmun „Jn, het is op dit momoent natuurlijk moellilk te zeggen of dat voor alle geselecteerden een haalbn re kaart Is. In ieder geval moei F.ddv Ham het zeker kunnen redden. Die is vorig laar bil de wereld- kamoloenschaonen In Wenen al dertiende geworden. Die kan het trouwens ver brengen. Als hij goed begeleid word' "n zelf de nodige goede wil meehren'-i dan zit er voor hem een grot toekomst in". Mits hit de nodieeii goede wil meebrenrt. Die oo- merklng sluit een heette nnn bli wat de heer Jnrnhs, voorzi' ter van do terhnlsrhe commis sie van de KNAS, over de nnflo-Jl nale sehermfop beeft eere«H namelllk dnt de Ne'terlnndsi sefcermer ven nature lui is e- peorikVeld moet woeden. Fm"1 Is bet daar wel r- beef 'e mee eens 'n, «"Bt •*- fceef» JeroKg wel •e""l geloof IV. M-tar dat doef rlr»« niet a'leen Ml de *rhermer« voor. Je komt die eigenschap bij meer sporten tegen, al zou ik beslist niet alle sporten over één kam willen scheren. Maar het is toch vaak zo. dat een Ne derlandse sportman pas echt geïnteresseerd wordt als er goe de resultaten komen. BI) de schermers ligt dat in leder ge val wel zo, ja". Toch ziet Frans Mosman duidelijk vooruitgang bij de Nederlundse sobreurs. „Natuurlijk heb Je hier niet één-twee-drie de trai ningsmogelijkheden die bijvoor- bcld de schermers in de niet ka pitalistische lunden hebben. Maar dot is een bekend fa cet, dat niet alleen voor het schermen opgaat <>p een land als bijvoorbeeld Hongarije heb ben we nog een flinke achter stand. Toch geloof ik, dat we de goede kant opgaan". De annpnk van wat betreft de voorbereiding op MUnchen lijkt goed opgezet. Don zijn er natuurlijk een paar zeer belangrijke toernooien, waar we ons waar moeten maken". Mosman doelt op toer nooien In Brussel, München en Cöpninpen. waar een plaats bl) de beste 24 gehaald moet wor den. In het zeer hoog genoteer de toernooi In Brussel (om de felbegeerde Coune Martini) be reikte Frans Mosman vorig jaar Inderdaad de laatste 24. Frans Mosman zal na volgend laar, ongeacht of hij de Spelen haalt of niet, de sportieve teu gels duldelllk lutrn vloree do viervoudige Nede -• kampioen (tweernal op v n op floret en degen belt* i- ninnh ..Niet dat ik he' n- melljk niet meer op zou kunnen breneen maar ik zou dan geen zin hebben om bijvoorbeeld nog eens vier iaar naar een Olym piade toe te levrn. Dan Is het wel mooi geweest. Maar het zou nattiiirlllk fantastisch zlln. als Ik München zou mogen meema ken". BERT BR F VOORD fADVFRTFNTIF) SPOORBANKET met échte spijs Let op de naam enkhuizer meesterbanketbakker8 PEL* TERUG? Parijs De mogelijkheid it niet uitgesloten dat Pele, in 1972 weer enige wedstrijden znl spelen voor het Brazi liaanse elftal. Pele ver klaarde in Purlji „Ik had aangekondigd nooit meer in het nationale elftal te zul len spelen, maar volgend Jaar juni vlndl in Brazilië een soort mini wereldkam pioenschap plaats un er be- officieel wordt gevraagd. Maar ik zal zeker niet spe len in de eindronden van het toernooi om het „ech te" wereldkampioenschap in Westduitsland 1974".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 19