Israël Met verbaasde ogen door een bijbels land De Sabra' bloeit tegen alles in GROEIT VECHTEND EN BOUWEND NAAR HARDE WERKELIJKHEID ZATERDAG 11 DECEMBER 1971 vag« ïrlai arlijl onde itren in o h« en bi inspo stoft ïaaö aard ff De sabra, de overal bloeiende cactusbloem, geefst'er van d ein Israël geboren jongeren symbool Jeruzalem - Eén van de aantrekkelijkste zltplaatser om door Israel te reizen is de hoge, ver boven de weg liggende kabine van een vrachtwagen. 01 het nu een hypermoderne truck of een gammel, lawaaierig wagen tje is (hoewel beide van zeer westerse makelij) maakt voor het uitzicht en het gerief weinig uit.Iets buiten het netwerk van zeer goede autowegen liggen immers ook nog even zoveel bergen, dorpen en vlaktes. De wegen, die daarheen leiden, maken het zitten op een bank met daaronder behoorlijke vering gewoon noodzakelijk. Als je een beetje geluk hebt is de chauffeur een Israëliër zon der verdere talenkennis of een jonge Arabier die zelf nog genoeg moeite met het Hebreeuws heeft. Want dan blij ven er hoog in de rijdende uitkijktoren genoeg mo gelijkheden over om ook nog wat te zien van het land schap, waarvoor een mens eigenlijk meer dan ogen nodig heeft. Het liefst moet de autoradio keihard zeurderige Arabische of kwasi-vrolljke Hebreeuwse lied jes spuien, dan is de ideale drive-bioscoop compleet. Al liftend kan men zeer gemakkelijk door heel Israël komen. In bijna geen enkel land lukt het zo goed. Waarschijnlijk is dit gegroeid uit de traditie (in de be ginjaren van de jonge staat mocht en kon iedereen vnj gebruik maken van de toen weinige vervoersmiddelen) en in stand gehouden door de soldaten. Zij willen hun 24-uur verlof zo efficiënt mogelijk besteden. De gemak kelijkste manier blijft dan om luttele minuten aan de kant van de weg met een gestrekte arm te staan. Nooit in Israël de bekende lift-duim heen en weer bewegen, dat is alleen een privilege voor de Israëlische dames van lichte zeden, ietsje buiten Tel Aviv en Haifa! Hoewel de automobilisten van een lifter meer of minder in de wagen niet vreemd opkijken, is in het openbaar vervoer ruim voorzien. Bussen die af- en aan en ook op de onmogelijkste plaatsen rijden, rekenen enkele kwart jes. Daarnaast rijden er ook heel wat mini-busjes, zgn. sherouts. Bovendien kan men voor minder dan twee gulden met de trein de afstand Tel Aviv-Jerusalem ongeveer 75 km.) afleggen met daarbij gratis een uit zicht op stukjes adembenemende schoonheid. Of dit nu uit uitgestrekte vlaktes, heuvels, uit vruchtbare of uit gescheurde grond bestaat. Daarbij zijn de treinoverbu- ren vertegenwoordigers van verschillende Israëlische bevolkingsgroepen, compleet met kippen in een rieten mand, het a ngstig uitziend wapen in de aanslag, of een zeer religieuze joodse familie op weg naar de hoofdstad. Reizigers, even gevarieerd als 't landschap buiten. Hoe wel deze lijn wegens verlies opgeheven zal worden maken verschillende actiecomités dit voorlopig onmogelijk. Niet alleen Hollanders zijn dus erg actief op dit gebied. Wat reismogelijkheden betreft wordt de Israëlbezoeker geen strobreed in de weg gelegd om alle meer- of mindere bezienswaardigheden te bekijken. Dit echter wel onder voorbehoud en ook weer niet „alles". Spanningen Want Israël blijft Israël: een tamelijk klein en mooi land. maar mét bezette gebieden, mét vluchtelingen kampen mét soldaten in elk straatbeeld, mét verlate, afgebrande gebieden waar toeristen gewoon niet komen. Met ook de grensplaatsen en kiboetsim compleet met avondklok en geweer naast het bed, mét zo nu en dan erg voelbare spanning in de lucht, mét luchtalarmoefe ningen. Met tenslotte zo'n mengelmoes van bevolking Militairen op weg naar Masada voor het afleggen dat ook binnenlandse problemen en moeilijkheden niet weg te denken zijn. Dat neemt niet weg dat de toeristen blijven komen, misschien ook juist daardoor. En zoals overal worden ze met open armen ontvangen. „Hollanders" hebben zo nu en dan zelfs een streepje voor. Echt niet alleen uit weemoed of dankbaarheid voor wat die Hollanders vroeger gedaan hebben, of omdat ze ook nu over de Is raëli met sympathie praten en denken. Vaak gewoon uit centjes-inpikkerig oogpunt, daarbij ook geen sentimen ten sparend. Omdat het enige Hollandse zinnetje wat de meeste koop lui kennen (net als hun collega's in bijv. Marokko. Tu nesië enz.) „kijken niet kopen" is. moet er wel eens op de sentimenten gewerkt worden om toch al die porte monnees open te krijgen. Natuurlijk kun je dat in het „beloofde land" het beste op godsdienstig gebied doen. Vooral omdat het verhogen van de omzet niet stopt bij katholieken, de anderen vinden op dezelfde plaatsen ook restanten van hun oorsprong. Reden tot dankbaarheid voor de vele, zeer vele houders van souvenirswinkeltjes. Zo staan ze dan met hun kinderen, hun kitsch, hun „ex- clusiviteiten" (van dertien in een dozijn) tussen de lan ge, Arabische felgekleurde en rijkgeborduurde jurken (geliefde hippiekost) de kettingen en armbanden, varië rend van nauwelijks zichtbaar tot kabeltouwen. Met hun tinnen, aardowerken. houten kruisbeelden, rozenkransen, kameeltjes. waterpijpen, „antieke" Turkse koffiekannen. Maria met en zonder kind (ook verkrijgbaar in koe peltjes mei dwarrelende sneeuw) en plastic doornenkro nen. Alles in een decortje met bijpassend luchtje, dat nergens afwijkt. Of het nu in Nazareth, Bethlehem, Je richo, Hebron, of in de gehele oude, ommuurde binnen stad van Jeruzalem geplaatst is. Of je wilt of niet: dit profijttrekken van gebeurtenissen eeuwen geleden, blijft het beeld overheersen. Israël is echter veel en veel meer dan alleen heilige plaatsen, waarvan de juistheid door de jaren heen door de verschillende religies onder elkaar betwist worden, met alle gevolgen van dien. Voor de gemiddelde toerist maakt dit verder eigenlijk allemaal zeer weinig uit. De tien-Israëldagen immers moeten zo goed mogelijk be steed worden, en dan ga je vanzelfsprekend naar die plaatsen. De kerken zijn allemaal even mooi, heel groot, heel im posant en hebben allemaal evenveel geld gekost. Of ze zijn van een iets oudere datum, nog imposanter, nog kitscheriger, met nog meer „geld" binnen de veilige dikke muren. In Jeruzalem kan men kerkbeelden be wonderen, gekleed in het duurste fluweel, behangen met goud, aan elke vinger een kostbare ring. Buiten de deur dezelfde handen, maar dan levend en begerig vragend of kinderogen in smoezelige lichaampjes. Niet alles Aan de andere kant mag de toerist ontzettend dankbaar zijn dat die plaatsen in Jeruzalem bezichtigd kunnen worden. Was het niet pas na de vijfdaagse oorlog in '67 dat de oude stad op Israëlisch grondgebied is komen te liggen. Nou dan... Daarom wordt de toerist ook geen oordeel gevraagd over de opdringerige verkooptechnieken, evenmin over het feit dat veel jonge joden gewoon weigeren die oude stad te betreden. Zeker, de toerist mag best bij de aan vang van de Sabbath (vrijdagavond na zonsonder gang) bij de Klaagmuur zijn. Maar hij hoeft niets te zeggen van de religieuze handelingen daar. Evenmin moet hij er zich mee bemoeien als de orthodoxe joden op sabbath elke auto die het waagt in Jeruzalem te rij den, bekogelen met stenen of die een vrouw in hun wijk Mea 'Sharim in een -lange broek lopend bespuwen. Dit zijn binnenlandse kwesties en door de bevolking zelf op te lossen. Het merendeel van de jonge Israëli demonstreert niet voor niets openlijk tegen de macht van de orthodoxe jo den, die in bevolkingsverhouding gering in aantal, via de regering hun opvattingen erdoor drijven. Waaronder het niet rijden van openbaar vervoer de gehele sabbath het voornaamste twistpunt van de laatste tijd is. „Toch", zo zeggen vele Israëliërs, „is dit slechts een klein aftreksel van wat er los zal barsten als er definitie ve vrede is met de buurlanden. Dan komen de binnen landse problemen pas goed tot uitbarsting. Want ook in Israël is er al een duidelijk generatieverschil met alle gevolgen vandien merkbaar". „De ouderen dus die de geboorte van Israel en de eer ste groei meegemaakt hebben en nu tevreden zijn met elk stukje rust dat ze kunnen vinden. Daartegenover de jongeren, in de nieuwe staat geboren (Sabra's geheten) hoewel zeer nauw bij de oorlog betrokken. Jongeren die niet van plan zijn om zich bij de moeilijkheden op de universiteiten, bij de verhouding tussen de verschillende bevolkingsgroepen en bij verschillende sociale misstan den neer te leggen". Buiten die heilige huisjes liggen dus meer stukken Is raël. Heel wat meer. Meer dan één persoon heeft wel eens gezegd: „Reis door Israël en je bereist de hele wereld". Niemand zal dit ooit ontkennen. Juist daar door is het onmogelijk het landschap en de bevolking onder één noemer te vangen. Mensen afkomstig uit geheel Europa, uit Amerika, uit Azië, uit Noord- en Zuid-Afrika die zich door de tiental len jaren heen in Israël vestigden namen hun eigen manier van kleden, van gebruiken, van ontspanning van eetgewoonten, ideeën en manieren van wonen mee. Dit uit zich weer in het uiterlijk van vele verschillende hypermoderne steden, dorpen, collectieve nederzettingen. Daarbij komt dat het landschap zelf van het noorden tot het zuiden, van het westen tot het oosten alles laat zien: bossen kale vlakten, duinen, rot sen. steppe-achtige gebieden, plantages En dan de woestijnen die onderling ook nog van elkaar verschil len: de Negev en de Sinal. De reiziger kan alleen maar bewondering hebben voor de werklust, het enthousiasme en het prestatievermogen van de Israëli om steeds opnieuw de meest onvrucht bare gebieden te ontginnen. Dit geldt niet alleen op materieel gebied. Alle mogelijke moeite wordt gedaan om het culturele peil hoog te hou den. Concerten met grote buitenlandse solisten worden voor een in Hollandse ogen bijzonder lage toegangsprijs gegeven in biivoorbeld Tel Aviv, in openluchttheaters in K boetsim. in het Amfitheater te Cesarea. De nog jonge filmfndustrie wordt van alle kanten gestimuleerd, de bioscopen draaien films met dubbele ondertiteling (zo wel Hebreeuws als Frans of Engels). Toneelvoorstellin gen worden in meerdere talen gespeeld terwijl ook actieve kunstbeoefening zoveel mogelijk gestimuleerd Werken van Israëlische kunstenaars worden door de staat gekocht en zoveel mogelijk in het openbaar opge steld. Kijk daarom niet gek op als in een onafzienbare dorre vlakte een abstract beeldhouwwerk opdoemt. Ook daar zullen immers spoedig mensen wonen. Israël kent ook zijn kunstenaarsdorpen. Ein Hod in het Carmelgebergte en Safad, schilderachtig hoog boven het meer van Tiberias met ontelbare in- en uitloop- Bewondering Minder schilderachtig is de aanwezigheid van teer en olie, zelfs op de Israëlische stranden. Of de ontzettende troep langs de oevers van de Dode Zee, die de „lichtge wicht" zwemmers achterlaten. Of de geur en aanblik van halfweggerotte kamelen iets bulten Beersbeha in het noorden van de Negev, uitgegroeid van woestijn dorp tot stad met belangrijke industrieën en een tradi tionele kamelcnmarkt onder de brandende zon van on geveer 39 graden. „Maar dat is nog niets", zegt een jeugdige Sabra (ook een van de mooiste cactussen draagt deze naam) „Had je vlak na de vijfdaagse oor log in de Sinal moeten komen. De rottingslucht was ont zettend, zelfs buiten de woestijn werd je er wee van." Nu geeft de woestijn zelfs geen echo meer van iets dat op schieten lijkt. Geen geluid ook van vogels. Toch moeten er onder andere slangen huizen. De schijnbaar volstrekte stilte is pijnlijk aan de oren. het zand ver blindend en tevens onwerkelijk als het filmdecor bij de een of andere westem. Dit alles is zo Indrukwekkend dat voor enige ogenblikken ..woestijnangstgevoelens" als zonder water zitten of stel Je voor dat de het begeeft vergeten worden. Spookachtig Dit alles is alleen nog maar de Negev. De Sinal is nog angstaanjagender, nog indrukwekkender, met de prach tigste flora en rotsformaties. Wie hier zonder gids gaat trekken (compleet met behoorlijk gelnden wapens, want achter de heuvels...) heeft voor zijn dood getekend. Hetzelfde gevoel krijg je ook als je langs de „west- bank" (westelijke Jorduanoever) rijdt, langs controle posten, soldaten op daken van huizen, prikkeldraadver sperringen, spookachtige lege dorpen, geknntclde en roodachtig geroeste tanks. Hetzelfde beeld in de Gaza- strook, streng verboden voor iedereen die er niets te maken heeft, hoewel het soms lukt mee te liften met een legerjeep of Rode-Kruiswagen. Minder gevaarlijk en op een andere manier weer interessant is het meerijden in een met touwtjes bijelkaar gehouden Arabische bus. vol onafwendbare donkere ogen boven een sluier of een De Israëliër zal zijn uiterste best doen het de buitenlan der in zijn land naar de zin te maken. Leg hem echter niets in de weg, want dan is het gedaan met de good will en komen, eerst ver weggestopte, verwijten, naar boven: Fen jonge Sabra en een even jonge Amerikaan bevechten elkaar een laatste plaatsje bij een concert. De Israëliër is er eerder bij. De Amerikaan gaat echter zitten en duwt de jonge Sabra weg. De Israëliër bijt de ander toe: „Denk je, dat je met jouw vuile geld recht op dit stukje land hebt? Dit is mijn land, ook voor deze plaats zal ik vechten!!", ANNELIES VAN DEN HOUTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11