Dr. Pluizer vraagt
uw aandacht
De jongen
die bij een hoefsmid
ging werken
a a a i
PAGINA 14
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 30 OKTOBER 1?A
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
prijzen werden gewonnen
door:
I. Roosje Berbee," Kasteinstraat III. Mevrouw A. Heyker, Dorps-
67, Leiden. straat 185a, Hazerswoude.
II. Mej. A. C. van Ruiten, Picket- De prijzen worden binnen 14 dagen
straat 54, Noordwijk. per cheque toegezonden.
Een hoefsmid ontmoette op de
paardemarkt een jonge boeren
knecht, die juist zonder werk
was. Aangezien de smid een
nieuwe hulp nodig had en deze
jongen hem flink en sterk leek,
vroeg hij: „Wil je bij me in de
leer komen?" De jongen zei
daarop: „Wat moet ik bij u doen
- ik verdienen?"
Toen antwoordde de smid: „Een
hoefsmid moet natuurlijk kun
nen smeden maar bovendien
moet hij verstand hebben van
paardenvoeten waaronder hij de
hoefijzers slaat. Zo'n ijzer moet
het paard even goed passen aan
de hoeven als schoenen aan
onze voeten. En daarom is het
Werk van een hoefsmid iets bij
zonders. Je kunt bij mij in huis
komen wonen. Ik heb een bed
voor je en mijn vrouw zal je
ontbijt, middag- en avondeten
geven. Verder krijgt een leer
jongen altijd goede fooien van
de mensen die hun paarden la
ten beslaan. Zodra je geleerd
hebt zélf een paard te beslaan,
zal ik je loon betalen." Dit vond
de 'jongen een eerlijk voorstel
en hij nam het aan.
Toen de smid de volgende morgen
zijn smederij opende, was hij
verrast de jongen al bij de
poort aan te treffen en hij
dacht: „Dat wordt een ijverige
hulp." Hij liet de leerling alles
zien en legde uit wat bij het
werk van een hoefsmid hoort.
Daarna zei de smid: „Ik ontbijt
altijd heel vroeg, vóór ik aan
het werk ga, maar nu kun jij
aan mijn vrouw je ontbijt vra
gen."
De jongen beklom de ladder, leg
de zijn kleren op het zolderka
mertje, ging weer naar beneden
en zette zich aan tafel voor zijn
ontbijt. De vrouw bracht hem
een schoteltje met twee zulke
kleine, dunne sneetjes brood,
VOOR
ONZE KLEINE
LEZERS
besmeerd met zó weinig boter
en belegd met zó'n dun flinter
tje spek dat je het schoteltje er
doorheen kon zien. Een poes
zou zo'n boterham in één hap
naar binnen gewerkt hebben!
Het bordje van de jongen was dan
ook in een wip leeg en de vrouw
zei: „En nu maar weer flink
aan het werk." Intussen had de
smid het vuur aangemaakt,
want dat is nodig om te sme
den.
fcWat moet ik doen, baas?" vroeg
de nieuwe hulp.
f,Je moet een oogje houden op het
•uur," antwoordde de smid en
liep naar buiten omdat daar al
een paard stond te wachten.
De smid paste het paard een hoef
ijzer, kwam weer binnen om
een ander te halen, vijlde het
dier de hoef bij, liep bedrijvig
heen en weer en wilde het ijzer
in het vuur steken. Maar het
vuur was uit. „Heb ik je niet
gezegd dat je het vuur bran
dend moest houden!", riep hij
knorrig tegen zijn nieuwe
knecht. Maar de jongen ant
woordde: „U hebt gezegd dat ik
een oogje op het vuur moest
houden. Nou, ik heb er voortdu
rend naar gekeken!"
^at zal ik doen baas?" vroeg de
hulp aan de hoefsmid. De baas
wees naar buiten en zei: „Ik
heb daar juist een lastig paard
staan. Houd het stevig bij de
teugel!" Terwijl de smid heen
en weer liep, hield de jongen
het paard bij de teugel, maar
het dier kreeg er genoeg van,
draaide zich om en draafde er
vandoor. De jongen hield de
teugel goed vast en draafde
mee. Toen hij moe werd, sprong
hij op de paarderug en bleef de
teugel goed vasthouden. Ze re
den een heel eind rond totdat ze
toevallig weer bij de smederij
aankwamen. Daar stond de
smid met gebalde vuist voor de
poort en schreeuwde: „Heb ik
niet gezegd dat het paard stil
moest blijven staan?"
„Nee," antwoordde de jongen, „U
hebt gezegd dat ik het stevig bij
de teugel moest houden en dat
heb ik gedaan." De smid moest
in zijn hart toegeven dat de jon
gen precies gedaan had wat hij
had opgedragen. Diezelfde
woorden had hij gebruikt...
Tegen de avond ging de baas
naar binnen voor het avond
maal en nadat hij gegeten had
kon de jongen aan tafel gaan.
De vrouw zette een kommetje
voor hem neer dat niet groter
was dan het kopje waar een
deftige dame koffie uitdrinkt.
Het v/as gevuld met pap, zó
weinig dat een poes er maar
net genoeg aan zou hebben ge
had. De leerjongen was er dan
oo' in een wip mee klaar en de
vrouw zei: „Ga nu mijn man
maar helpen." In de smidse
vroeg de jongen: „Wat zal ik nu
doen, baas?"
„Ruim de werkplaats netjes op,"
antwoordde de baas, „dan krijg
je straks nog bier." De leerjon
gen ruimde alles keurig op.
Daarna ging hij naar binnen
waar de baas juist een pot bier
had leeggedronken, en zei: „De
werkplaats is netjes opge
ruimd." De baas ging kijken,
maar zag dat buiten de poort
nog van alles in het rond lag en
stond, wat hij bij het beslaan
van de paarden had gebruikt.
„Noem je dat opruimen!!" bries
te hij.
Maar de knecht zei: „U hebt ge
zegd dat ik de werkplaats moest
opruimen en dat heb ik ge
daan." De smid moest hem in
zijn hart wel gelijk geven. Vóór
het naar bed gaan kreeg de jon
gen zijn bier maar het kannetje
was zó klein als het glaasje
waar een deftige dame likeur
uit drinkt. Een poes zou het al
leeggeslikt hebben nog vóór ze
kon merken dat het bier was,
waar ze helemaal niet van
houdt! Daarna ging iedereen
naar bed.
Maar toen de jongen de volgende
morgen zijn twee dunne snee
tjes brood in twee happen had
opgegeten, vroeg hij de vrouw:
„Mag ik meteen het middag
maal?" De vrouw gaf hem boos
weer een kommetje erwtensoep,
want dat kookte zij altijd voor
twee dagen tegelijk. Het kom
metje was in een oogwenk leeg
en de eter vroeg: „Mag ik met
een mijn avondpap?". De
vrouw gaf hem woedend een
kommetje pap en het was in
een ogenblik leeg.
Toen zei de jongen: „Als ik nu
ook mijn bier mag hebben, ben
ik voor de hele dag klaar."
Driftig zette de vrouw het kleine
kannetje op tafel. „Wat doen de
mensen hier als ze 's avonds
hun bier gedronken hebben?"
vroeg hij aan de vrouw. „Dan
gaan ze naar bed," beet ze hem
toe. De jongen stond op, beklom
de ladder en ging in bed liggen.
Daar werd hij gevonden door de
smid, die hem ging zoeken toen
hij zo lang wegbleef. „Wat zul
len we nou hebben?" riep de
smid. Met een zwak stemmetje
steunde de knecht „Hier ligt
een jongen die precies doet wat
de baas hem zegt. En die zijn
hele dagrantsoen in een holle
kies kan stoppen, en slapen
gaat na het bier gedronken te
hebben."
Maar daarna stoof hij overeind,
sp ong het bed uit, nam zijn
kleren en holderdebolderde van
de ladder af. „Saluut!" juichte
hij, en Jiep fluitend naar de
deur. Daar draaide hij zich nog
even om en raadde de vrouw
aan: „Zie dat je man een poes
als leerjongen in zijn smederij
krijgt, die kan het op jouw
maaltijden net uithouden zonder
dood te gaan!"
HORIZONTAAL:
1. oplegplaats van fijn
hout
5. opschrift
9. sneeuwschaats
11. afgemat
15. muzikaal werk
16. bandiet
17. geestrijke drank
18. tropische grasvlakte
met bomen
20. minderterm van
sluitrede
22. kruik
24. toon
25. voormalig vorst van
Algiers
26. zakelijk gebruiksrecht
28. elkeen
29. keukengerei
31. scherprechter
33. getijde
36. boom
38. treksluiting
40. kliek
42. afwisseling van eb en
vloed
43. op lagere tempera
tuur brengen
46. glazen vat
48. metamorf gesteente
50. plaats in Noord-Bra
bant
51. schors
52. gering
53. boom
54. afschuw
56. overdekt winkel
straatje in Tunis
57. omslag
58. woonschuit
60. vis
61. te voeden persoon
62. geslacht
64. rivier in Limburg
65. ontwerp
66. smart
67. delfplaats
68. sterk hellend
70. geheimschrift
71. scheppend vernuft
73. tuchtzweep
74. thans
75. slaapziekte
78. straatwijsje
79. groeisel
81. toebehoren van ambts
gewaad
82. petitie
85. houding
87. koraalbank
88. gesloten
89. vuile, weke stof
91. plaats in Friesland.
94. zeezoogdier
96. denkbeeld
97. dessertspijs
98. los omhulsel
99. boom.
101. Bah
104. werkzaamheid
106. garenklos
108. laag schoven op dors
vloer
109. omvangrijk
111. wilde haver
112. leefregel
113. vaatwerk
114. holte in de schedel
beenderen
116. rivier in Frankrijk
117. schrijfvloeistof
120. voegwoord
121. ouderwetse japon
122. broeikas
124. schriftelijk bewijs
126. lichaamsslagader
128. schrijfgerei
129. wortel
130. bezigheid ter ontspan
ning
132. rivier in West-Duits-
land
133. tinglazuur
135 vogel
137. drank
138. telwoord
139. tijdperk
140. ellendige woning
141. met gas gevulde bol
143. bijbelse figuur
144. aanzien
145. knorhaan
146. moeraspalm
147. stootbodem van een
vuurmond
149. Romeins keizer
151. gewaarwording
154. verbrandingsrest
155. stumper
158. tot brij gekookte
vruchten
161. troefkaart
163. siersteen
165. Griekse letter
167. orgaan
168. verdieping
169. talent
171. ondersoort
173. vruchtbaar
174. loot
176. krijgsmacht
177. ontkomen
178. zoogdier
179 stoten
180. wed-inrichting
181. dwaas
182. streling
183. delfstof
184. inspanning.
VERTIKAAL:
2. vijandelijke inval
3. vogel
4. accijnsambtenaar
5. opschudding
6. oud-Egyptische my
thologische figuur
7. mythologische figuur
8. vod
9. stel
10. witkiel
11. schraal
12. gele verfstof
13. vordering
14. gebakken vloertegel
19. snavel
23. zonder inhoud
27. zangstem
30. ondertussen
32. vogel
33. zoogdier
34. oud-Griekse held
35. twijg
37. universiteitsbode
39. stemming
40. toon
41. arbeidsvermogen
42. lichte slag
44. rivier in de Sovjet-
Unie
45. troefkaart
47. vocht doorlatend
49. eikvrucht
51. hoofddeksel
52. echtgenoot
54. de mond opensperren
55. lansier
56. altijd
57. veel meer dan één
59. smalle groef
61. plechtige verklaring
62. hijswerktuig
63. maatregel
66. kipkarretje
67. rode dekverf
69. mythologische figuur
71. zoogdier
72. alvorens
74. draaikolk
76. familielid
77. inborst
80. kleur
81. zoom
83. werpanker
84. water in Friesland
86. herhaling
89. doodgoed mens
90. te kennen geven
91 groente
92. huisdier
93. wig
95. heks
99. zich vermaken.
100. tegen
102. vuur
103. betekenis
105. gramschap
106. toon
107. bouwland
109. omvang
110. zoen
112. betamelijk
113. insekt
114. plaaggeest
115. bruine waterverf
118. staat in Azië
119. kweken
121. vertroosting
123. opstootje
125. eikeschors
126. boom
127. werelddeel
129. schaakstuk
131. lofspraak
134. vlaktemaat
135. deugdzaam
136. zeeroof plegen
140. schrobnet
141. jong dier
142. verkwikken
143. strik
145. door middel var
147. toiletartikel
148. oefenproeftijd
149. zindelijk
150. vlasafval
152. zoogdier
153. strottehoofd
156. aantekenboekje
157. huisdier
159. elfenkoning
160. grote rivier
162. zoogdier
164. etmaal
166. voorzetsel
168. echtgenote
169. plaats in België
170. durende vijandschap
172. plaats
173. heidemeer
175. touw
176. onderricht.
Oplossingen dienen uiti
lijk woensdag 3 b
vember 12 uur m
vermelding „Puz^
22" te zijn ingezondi te
aan het bureau vi u:
dit blad. /ei
h«
Bepaald sensationeel damnieuws
kwam vorige maand uit Soe-
choemi, waar Ton Sijbrands in
de negende ronde van het Euro
pese kampioenschap aan een
nederlaag tegen Pieter Bergsma
ontsnapte. Bij het thuis naspe
len van de partij ontdekte de
Zwitser Andréas Kuyken, dat de
Friese crack bij zijn 41ste zet
verzuimde zijn landgenoot met
een eenvoudige combinatie te
verslaan.
In de diagrampositie vervolgde
wit met 38. 36—31, 21—27?.
Lijkt sterk, maar straks zal
blijken dat zwart eerst beter
een andere zet had kunnen
doen.
39. 24—19, 27x36; 40. 19—14, door
middel van 30. 24—20 wil wit
een doorbraak forceren. 2227?
En hier is het sensationele mo
ment. 41. 30—24?! Ook wit over
ziet dat hij had kunnen winnen
door: 39—33, 28x39, 49—43,
39x48, 37—31, 48x9 (meerslag)
31x4! En het eindspel levert
niet al te veel moeilijkheden
meer op. Na 30—24 verloor wit
door 27—32; 42. 37—31, 36x27;
43. 24—20, 15x24.
44. 14—10, 18—22; 45. 10—5, 8—13;
46. 39—33, 28x39; 47. 5x37, 24—
30; 48. 35-24, 22—28; en wit gaf
SIJBRANDS
DOOR FREEK GORDIJN
het op. Indien zwart in de partij
gezien zou hebben dat 22—27
niet mocht, dan zou hij de nodi
ge zorgen hebben gekregen door
de dreigende doorbraak 30—24
20, die wit dan maar twee
schijven zou hebben gekost, in
plaats van de drie stukken zoals
in de partij.
53. 29—23, 50x6; 54. 32—28,
6x20; 55. 25x3 en zwart gaf het
op. Keren we nu terug naar de
diagramstand en spelen we voor
wit evenals in de partij. 44. 37
—32. Zwart kon niet 7—11 of 7
12 wegens 2419. Het is mis
schien deze voortzetting ge
weest, die zwart ervan heeft
ZORN
De stand in het tweeede diagram
is uit het Europese kampioen
schap voor landskampioenen in
juni te Bolzano gespeeld. De
Zwitser André Guignard ver
volgde hier met 44. 3732. Het
lijkt ons dat 29—23 een zekere
winst voor wit oplevert. Na 37
—32 antwoordde Gualtiero Zorn
uit Triëst met 26—31; 45. 32—
21, 25—30; 46. 36x18, 30x28. Een
poging om een puntendeling te
bereiken. 47 21—17, 4—10; op
28—33 speelt wit 24-19! 49. 13
—8, 28-33; 50. 38-32, 33-39;
51. 8—3, 39-44; 52. 3x25, 44-50;
weerhouden te vervolgen met
2228; Een fraai eindspel is
dan het gevolg. 44. 22—28; 45.
33x31, 26x28. Wit moet nu wel
24—19 spelen, anders volgt 14—
20 en 28—33. Niet direct 28—33
wegens 34—30! 46. 24—19,
14—23; 47. 29x18, 4—9; 48.
36—31, 9—14; 49. 18—13, 7—
12; 50. 31—26, 14—20! Op nu
13—9 volgt 28—33 en 20—24 met
remise. 51. 26—21, 20—24 52.
21—16, (op 13—9 volgt 28—33)
24—30;' 53. 38—33, 30x39; 54.
33x44, 28—32; 55. 13—9, 32—37;
In de tweede ontmoeting was deze
stand in het derde diagram ont
staan. Wit vervolgde met 41.
4842? en zwart haalde dan
door 18—23, 24—30, 14—19,
20x47, waarna de partij in remi
se eindigde. In de diagramstand
had wit moeten spelen: 41. 36—
31! 26x37; 42. 32x41, op nu 17—
21 volgt 34—30 gevolgd da
28—23. 30x10, 33x13. Op 16-:
kan wit heel sterk 35—30
28—23 spelen. Het beste vo<.
zwart is dus wel 18—22; 43. I
—30, 16—21; de enige 44. 41—3
21—26; op 21—27 volgt 37-1
met winst. 45. 4843, 17—21; 4
28x17, 21x12; 47. 29—23 winst.
GUIGNARD
«j
m Si
B d 41 1
De Amsterdamse sociëteit „De
Kring", waarvan de leden over
het algemeen bekendheid genie
ten als kunstenaar, acteur of
schrijver, organiseert van tijd
tot tijd een exhibition bridge-
wedstrijd, waaraan, naast een
aantal Kringleden ook wordt
deelgenomen door bekende in
ternationals en landskampioe
nen als Arie en Wil van Heus-
den en good-old Herman Filars-
ki.
Daar de meeste Kringspelers
geen wedstrijdspelers zijn, valt
de nadruk op de gezelligheid,
maar ook op bridgegebied valt
er van tijd tot tijd veel fraais te
genieten, niet in de laatste
plaats doordat de Kringleden
frank en vrij bieden en daar
mee de meesters de gelegenheid
te geven te demonstreren hoe
onvoorzichtigheid in hun krin- ^95
gen wordt afgestraft. Strafdou- h B 5 3
bietten die 800—1700 punten op- V5
leveren zijn geen zeldzaamheid, H 10 9 4
maar na afloop zijn de Kringle
den unaniem in hun waardering
voor de door de topspelers gele
verde prestaties en getrooste
moeite. Een mooi stukje propa
ganda voor de bridgesport. Een
beste demonstratie van goed
bridge levert Arie van Heusden
op nevenstaand spel:
Zuid opende met 1 klaveren (17
punten of meer) OW pasten
noord bood 1 ruiten (minder
dan 6 punten) en zuid 3 SA.
Noord paste hierop, omdat hij
te weinig kracht heeft om te
gaan experimenteren met de
lage kleuren. Een juiste beslis
sing, want in geen van beide
kleuren is een manche te ma
ken. Ook 3 SA is geen sinecure,
maar Van Heusden vond een
oplossing: uitkomst klaver 4,
noord de 5, oost ruiten 2. „Voor
de eerste maal aan tafel",
mompelde Arie en speelde de 2
bij. Hij speelde nu harten 10 en
liet die, toen oost laag bijspeel-
de, doorlopen. Toen deze slag
hem bleef volgde een kleine
schoppen, oost laag, zuid de
vrouw en de 9 bij west gaf een
duidelijk beeld van de situatie
in deze kleur.
Ruitenaas en -heer volgden, waar
bij de vrouw van west viel en
hierna was het beeld van de
vijandelijke verdeling compleet.
Harten 4 was de volgende zet;
oost won met de 8. Oost kan nu
niet schoppenaas incasseren,
want dan is zuids heer hoog.
Zuid kan west daarna met har-
W
O
ten of klaveren aan slag bren®'
gen, waarna deze een extra kla
veren- of hartenslag moet ge ®.c
ven. Oost speelde dus harteif!'
na. Zuid nam met het aas, ver J
P1sr
de
en twee hartenslagen mochst
maken, maar vervolgens de ta®(
fel aan slag moest brengen voo z1.'
de rest van de slagen. Heeft 1
het foutje in de verdediging ont"1
dekt? In de tweede hartenrondi
moet west zijn hartenboer weg
gooien. Zuid komt dan niet veret
der dan acht slagen. Het looit SF
de moeite dit zelf te controlevo
ren. **1
di
DOOR W. J. MUHRING
Een schaakvereniging bestaat
meestentijds uit leden, die er
eens in de week genoegen in
scheppen hun partij te spelen.
Doorgaans heerst er dan ook
een prettige en rustige sfeer
in hun wedstrijdlokaal. Er
wordt niet veel gesproken en al
leen het tikken van de klokken
verbreekt de stilte. Maar soms
verschijnen er in zo'n club in
dringers die op de een of ande
re manier de rust geweld aan
doen.
Zo meldde zich eens bij een
schaakvereniging een lid aan
dat weinig verstand had van
schaken, doch alleen maar be
langstelling koesterde voor
tweezettige problemen. Als hij
sing te vinden. Meestentijds had
hij meer dan 1 avond nodig om
het antwoord te vinden.
deze hobby nu maar thuis had
botgevierd was er niets aan de
hand geweest, maar nu wilde
hij iedere schaakavond de me
deleden ervan overtuigen hoe
snel hij deze tweezetters wel
kon oplossen. Goede raad was
duur, maar schakers zijn zeer
vindingrijk, vooral als het erom
gaat in alle rust te kunnen spe
len. De oplossing die gevonden
werd, bleek ideaal te werken.
Iedere clubavond werd aan onze
probleemvriend een merkwaar
dige positie opgegeven, die
schijnbaar eenvoudig was maar
die in feite een geraffineerde fi
nesse bevatte. En de rust keer
de weer, want nu was hij de
hele avond doende om de oplos- Wit begint en geeft mat In 1 zet!
Een van de eerste problemen die Schaakraadsel
hem voorgelegd werden, is afge
drukt in de onderstaande stel
ling.
Onze vriend is in alle rust en vre
de een viertal avonden met de
oplossing bezig geweest, zonder
deze echter te vinden. Het pro
bleem schijnt onoplosbaar,
maar wij moeten niet zoals
onze vriend deed over het
hoofd zien dat er 9 zwarte pion
nen in het bovenstaande dia
gram staan afgedrukt. Er is düs
een pion teveel, het doet er niet
toe welke pion van het bord ge
haald wordt, maar wit heeft in
alle gevallen een mat bij de
In de nevenstaande partijstelling,
ontleend aan het duel Neukirch
Kahn, Dresden 1971, volgde:
1. f3 2. Df3:, Tf8 3. Dg4 en
wit won. Na de partij ontdekte
Kahn een geweldige kombinatie,
die hem een gelijk spel opgele
verd zou hebben. Het is een
kombinatie vol fantasie en res-
Oplossing schaakraadsel
en remise door eeuwig schaakt
Op te merken valt dat na 263
fe3:, Td2 3. g4, Dh4 volgt. W
Hl
i
w,
i
■m,
i
i
'3
A
JL E
m
2