Herenkapster Catja heeft liever mannen onder het mes Generale oversten: priester moet solidair kunnen zijn Mgr. Zwartkruis: ambt priester zeer elastisch EERVOLLE PLAATS VOOR AMSTERDAMSE INSPANJE Kleine Zusters worden groot Kerk en wereld Staat nader tot Kerk in Polen Geref Synode wil protest tegen vervolging KASKI kwart eeuw Massa lSfAGWA LEIDSE COURANT VRIJDAG 8 OKTOBER 1971 (Van een onzer verslaggeefsters AMSTERDAM Catharina Lucas van der Meijden, ne gentien jaar en afkomstig uit Amsterdam, heeft vori ge maand op de twintigste internationale beroepen- wedstrijden, die dit jaar ge houden werden in het Noord-spaanse stadje Gijón, een eervolle vermelding be haald voor het vak „heren kapper". Zij wist, met ge ringe puntenverschillen, van de vijf deelnemende he renkappers als vierde te eindigen. Een prestatie, want van die vijf deelne mers was Catja niet alleen de jongste, maar ook de minst ervarene: ze hanteert kam en schaar nog geen twee jaar. Het was dan ook een tevreden Catja die terugkeerde bij twee trotse ouders in de Amsterdamse Watergraafs meer. Zelfs de ontdekking dat zij dank zij een onwe tende vertaler, op haar ere- oorkonde omschreven wordt as „herenkapper" kon daar niets meer van af doen. Catja, tenger gebouwd, blond haar en vxolijke blauwe ogen, dankte haar uitzen ding naar de internationale beroepenwedstrijden aan 't feit, dat ze als eerste ge ëindigd was bij de nationale manifestatie, die eerder dit jaar in Utrecht gehouden werd Dat leverde haar bo vendien een diploma op en een forse bronzen plak. In die landelijke finale moest ze „opknippen" tegen twee andere herenkappers. „Ik zat toen nog op de kappers- vakschool", vertelt ze. „En toen het comité voor beroe penwedstrijden om 'n goeie leerling vroeg, werd ik uit gekozen." Catja zegt het al lemaal heel nuchter, haast laconiek. Echt enthousiast wordt ze pas, wanneer ze haar lichtbruine ribfluwelen jasje pakt („de leden van de Nederlandse ploeg droe gen allemaal een lichtbruin jasje en een donkerbruine broek of rok") en er speld jes afhaalt, die ze van an dere deelnemers gekregen heeft. Op de schoorsteen staan vreedzaam vier hou ten poppetjes bijeen, een aandenken aan een jeug dige herenkapper uit Korea. De andere deelnemers wa ren een Belg, een Spanjaard en een meisje uit West- Duitsland" somt Catja des gevraagd haar mededingers op. „Spanje en West-Duits- land eindigden samen op de eerste plaats". Iedere groep presenteerde zich bij de opening van de wedstrijden op het podium, terwijl men hun volkslied speelde en de vlag van hun land hees. „Net als bij de Olympische Spelen", zegt Catja impulsief. „Franco schijnt ook nog geweest te zijn, maar die heb ik niet gezien". Catja vindt het wel jammer, dat er in Nederland niet meer publiciteit is gegeven aan de beroepenwedstrij den. In Spanje zelf maakte men wél de nodige tam-tam rond het gebeuren. De Spaanse televisie wijdde er drie keer een uitzending aan, het postkantoor in Gij ón voorzag de brieven ge durende de wedstrijden van een speciaal poststempel en ook de Spaanse kranten wijdden er de nodige aan dacht aan. Eigenlijk is Catja kapster ge worden „bij gebrek aan een betere mogelijkheid". Ze kwam van de ULO zonder precies te weten wat ze wilde. Het toneel, dat leek haar wel wat. of liever nog, grimeuse bij het toneel. Een telefoongesprek met de be faamde toneelkapper en grimeur Michels leerde haar echter, dat toneelgrimeur 'n beroep is, dat van vader op zoon overgaat en waar het voor een meisje bijzonder moeilijk is om „tussen te komen". De heer Michels ried Catja daarom aan, eerst de vakopleiding voor kap pers te gaan volgen. Dus toog Catja naar de kappers- vakopleiding van een jaar. Nadat ze met goed gevolg het examen damesvak afgelegd had, besloot ze door te gaan voor het herenvak. Deze opleiding duurt eveneens 'n jaar, maar dan halve dagen, zodat de mogelijkheid be staat daarnaast al te gaan werken. Zo werkte Catja 'n tijdje bij de hairstylisten „Henk en Pasquale", de be roemde zaak in de Begij- nensteeg, waar vele groten uit de toneel-, radio-, t.v.- en krantenwereld regelma tig hun al dan niet weelde rige haardos laten verzor gen. Een enkel dameshoofd heeft ze ook nog wel onder haar bekwame handen. Want het is al langer dan vandaag bekend, dat over het alge meen herenkappers een be tere coupe kunnen knippen Met vaardige hand be werkt Catja het haar van een van haar klanten. dan collega's in het dames vak. „Dat komt," legt Catja uit „omdat er bij de opleiding herenvak de meeste tijd en aandacht aan wordt be steed. „Bij een man kun je fouten die je bij het knip pen maakt niet verdoezelen. Dat kun je bij 'n vrouw vaak wel, omdat je het haar meestal ook moet perma nenten of watergolven. Dan kun je een knipfoutje weg werken in een lok of in een krul". Catja's voorkeur gaat wel dui delijk uit naar het knippen van mannenhoofden. „Man nen zijn veel makkelijker, vrouwen zeuren vaak zo", zegt ze gedecideerd. Natuur lijk knipt ze ook het haar van vader van der Meijden. Die taak heeft ze van haar oudere broer overgenomen. Want in het gezin Van der Meijden is stuivertje gewis seld. Heeft dochter Catja 't mannenvak gekozen, zoon Wim, die eveneens in het bezit is van beide diploma's, staat aan het hoofd van een grote dameskapsalon in Krimpen aan de IJssel. De meeste mannen die Catja „onder de schaar" krijgt, moesten er even aan wen nen om door een meisje ge knipt te worden, zo vertelt ze. En ze heeft het één keer meegemaakt, dat een klant beslist niet wilde dat zij hem hielp. „Er komen vooral veel jonge mannen in de zaak", ver klaart Catja. „Overigens merk ik wel dat die mo menteel haast nog meer geld uitgeven voor hun ui terlijk dan vrouwen. En waarom zouden mannen ook geen aandacht aan hun haar mogen besteden"? Ze lacht. „Ik vind het wel leuk als ze een beetje ij del zijn." De generale oversten van tientallen orden en congre gaties in Rome hebben ge zamenlijk een document voorbereid waarin, ten be hoeve van de synode, zij er vooral op aandringen dat de synode duidelijke richtlij nen zal verschaffen voor het maatschappelijke en po litiek engagement van de priester. Tien generale oversten nemen namens de religieuzen aan de synode deel. Onder hen bevindt zich behalve pater Arrupe, generaal der jezui- ten ook pater Theo van As- ten van de Witte Paters. Vermeden moet worden, al dus de generale oversten, dat een priester zich leent voor de verdediging van een regiem, dat vanwege zijn onrechtvaardigheid en zijn uitbuiting van het volk de eisen van het evangelie ne geert". De generale oversten eisten ook. dat de priester de mo-, j gelijkheid bezit om in be- j paalde gevallen zich direc ter politiek in te zetten, j wanneer de solidariteit met zijn volk in de strijd tegen I de onrechtvaardigheid ver- I eist, dat hij als leider van de christelijke gemeen schap optreedt", rater Theo van Asten, die de Witte Paters en bloc uit Mozambique heeft wegge haald vanwege de" onmoge lijkheid onder het Portuge se bewind evangelisch te werken, heeft een belang rijk aandeel in dit document gehad. Maar bijzondere in vloed heeft ook pater Arru pe van de jezuiten erop uit geoefend. Vóór pater Arrupe heeft de priesterlijke zending ook 'n politieke dimensie. Tijdens zijn reis door de Verenigde Staten, \yaar hy ook een bezoek bracht aan de Ame- rikaanse jezuit in gevangen schap pater Daniel Berri- gan, verklaarde pater Ar rupe dat niemand zoveel in vloed heeft uitgeoefend op het politieke geweten van de maatschappij als Chris tus en dat weinig mensen het politieke toneel zo ge markeerd hebben als de martelaren. Hij meende dat iedereen vroeg of laat in de positie kan ko men te verkeren dat hij verplicht is stelling te ne men tegen onrechtvaardig heid die door een overheids gezag in het leven wordt gehouden. „Ik denk, aldus pater Arrupe" dat wij in de tegenwoordige tijd niet meer stilzwijgend kunnen toekijken wanneer door machtsmisbruik de rechtvaardigheid geweld wordt aangedaan". Jezuïeten op terugtocht Volgens de laatste statistie ken bedroeg het aantal jezuïeten in de wereld 31.861. Dat is een vermin dering met 1.037 ten op zichte van vorig jaar. Sinds jaren is de terug- gang niet zo sterk ge weest. Voor het eerst is het aantal priesters terug gelopen en wel met 121. Het aantal scholastieken liep terug met niet minder dan 715 en het aantal broeders met 201. Voor de eerste maal in de geschie denis daalde het aantal missionarissen en wel van 7.387 vorig jaar tot 7.300 Het aantal novicen, dat acht jaar geleden nog 2.667 bedroeg, is nu 940. Een veertig „kleine zusters" hebben in Rome hun eeuwi ge geloften afgelegd. De congregatie vande „petites soeurs" en „petits frères", gesticht door Charles de Foucauld (zie ffoto) beho ren tot de sterk groeiende van de kerk. Zij leggen zich vooral toe op de navolging van Christus en daarin op de naleving van het evan gelische ideaal van de ar moede in dienst van de noodlijdende. i.,-J CHARLES DE FOUCAULD Volgens het Poolse blad Gazeta Poznanska streeft de Poolse regering ernaar om een verdere normalisering van de betrekkingen tussen de staat en de katholieke kerk tot stand te brengen. Het blad baseert dit streven op een zinsnede uit de richtlijnen van het komende communistische partijcongres, waarin wordt gezegd „Met zijn politiek schept de Polose volksrepu bliek voor de katholieke kerk en voor andere religieuze groeperingen niet te onderschatten mogelijkheden, die het toelaten dat de gelovigen voor hun rechten strijden". Een gevolg van de normalisering der betrekkingen tussen de staat en de kerk is onder meer dat het katholieke tijdschrift Verum weer uitgegeven mag worden. „Het priesterambt is buiten gewoon elastisch. Steeds weer zal het worden gemo duleerd naar het pakket van eisen, dat zich vanuit de maatschappij aandient." De ze mening is de bisschop van Haarlem mgr. Th. Zwartkruis, 'toegedaan. Tijdens een persbijeenkomst, die gehouden werd naar aanleiding van de bisschop pensynode in Rome, schil derde de bisschop in korte trekken de crisis in het ambt, veroorzaakt door de veranderde verhouding van de kerk tot de wereld. Naar zijn oordeel is voorna melijk na het Tweede Vati caans concilie duidelijk ge worden dat de kerk er is om de wereld te dienen. De priesters in die kerk zijn zich plotseling weer be wust geworden dat zij die naren zijn, en geen heer of meester. Dit veranderend beeld heeft niet alleen bij de priester, maar ook bij 't volk waarvoor hij werkt, moeilijkheden veroorzaakt." „Ombuigen van het type ambt, roept nu eenmaal spanningen op," zo is de bisschop van oordeel. Hij voegde er overigens wel aan toe dat, hoewel het ambt dienstbaar moet zijn aan de wereld, men niet de sacramentele vieringen en de verkondiging over het hoofd mocht zien, omdat deze zaken juist tot het we zenlijke van het priester ambt behoren. Alle andere problematieken, zoals het part-time priesterschap, ge huwde priester e.d. werden door de bisschop naar het gebied van de randver schijnselen gewezen. De mening over deze ambts opvatting werd gedeeld door de Nijmeegse prof. W. Berger, die de spiritualiteit van de priester, of juister, het gebrek daaraan, het hoofdprobleem noemde. Naar zijn mening durven de priesters, ten behoeve van anderen, nauwelijks meer „met hun geloof te koop lopen". Met mgr. Zwart kruis was hij van mening dat de positie en de bete kenis van de priester altijd is opgeblazen. Na het con cilie zijn ze eindelijk weer op hun plaats gezet." De generale synode van de gereformeerde kerken heeft besloten er bij de Wereldraad van Kerken op aan te dringen al het mogelyke te doen voor verlichting van de druk, waaronder christenen achter het yzeren gordijn en in de Soedan, alsmede joden in de Sowjct- Unie leven. Gebleken is namelijk, dat er na een periode van enige ontspanning in Sowjet-Rus- land weer sprake is van vervolging van christenen. De synode heeft besloten aan de Wereldraad van Kerken te vragen op welke manier de gereformeerde kerken in Nederland de verdrukte christenen het meest effec tief kunnen helpen. De synode kreeg ook een ver zoek om via de Nederland se regering contact op te ne men met de Noorse rege ring om gezamenlijk op te komen voor de rechten van de christenen in de Sowjet Unie. De Noorse regering KeVk in Polen besloot namelijk deze zaak aanhangig te maken bij de Verenigde Naties. De syno de heeft dit verzoek door gegeven aan haar deputaten voor contact met de Neder landse regering. Er werd in de synode op ge wezen, dat de Wereldraad van Kerken in een moeilijke positie verkeert, omdat de orthodoxe kerk van Rus land, die lid is van de We reldraad, duidelijk afhanke lijk is van de staat. Alleen bij de gratie van de com munistische overheid kan zij haar erediènst handhaven. De leden van de Wereldraad in het westen en daartoe behoren de gereformeerde kerken van Nederland verkeren echter in volle vrijheid om te protesteren. In de praktijk is vaak ge bleken, dat zulk een protest van het westen uit wel de gelijk een gunstige invloed had op de politiek vande Sowjet Unie. Het KASKI, het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut, bestaat vijfentwintig jaar. Ter gelegenheid daarvan zal op zaterdag 6 november in de parochiekerk Pastoor van Ars aan de Aaltje Noorde- wierstraat te Den Haag de mgr. Jac. van der Hoogte voorgaan in een eucharistie viering. die om elf uur be gint. Het thema van de vie ring zal zijn: „Conflict en verzoening". Prof. dr. F. Haarsma zal rond dit the ma de prediking verzorgen. Na afloop is er een receptie. Ofschoon ik maar zelden de neiging heb ministers of andere hoge omes te beklagen, heb ik mij de laatste weken herhaaldelijk betrapt op een gevoel van medelijden. Het is mij steeds minder duidelijk waarom er onder deze omstandigheden nog enigszins normale mensen zijn, die zich voor zo'n baantje lenen. Persoonlijk zou ik het er, in de drie gevallen die ik ga noemen, onmiddellijk bij neergegooid hebben. De heer Van Agt, minister van Justitie, werd wekenlang door 'n plotseling eensgezinde pers en later in de Kamer achtervolgd omdat hij zich ironisch een „Ariër" had genoemd. Dat pretentieuze woord betekent niets, maar het is door de oorlog belast. Voor serieus gebruik leent het zich niét. Maar een minister mag het ook niet ironisch gebruiken. Ministers mogen niets: op alles wordt gevit, ook als het helemaal niet fout is. De minister van Volksgezond heid werd in een televisie studio door het publiek uit gejouwd omdat hij om etiig uitstel vroeg voor de realise ring van officiële maat regelen tegen de lucht vervuiling. Hjj moest die on middellijk nemen, legaal o) niet, en hij moest bovendien voor beter weer zorgen. Mi nisters mogen niets, maar ze moeten alles kunnen. Ze moeten democratisch en dic- tatoriaal tegelijk zijn en in beide gevallen moeten ze exact en onmiddellijk doen wat de schreeuwers op dit moment invalt. Eigenlijk mogen ze niet bestaan. Dat is minister De Braauw van het wetenschapsbeleid dari ook ingepeperd. Toen hij een collega verving bij de uit reiking van een prijs, werd hij op een merkwaardige ma nier aangesproken door stu denten over zaken, die op dat moment en in die omgeving helemaal niet aan de orde waren. En op zaterdag 25 september trok er een de monstratieve stoet door Den Haag, waarin, zo vertelde de- nieuwslezer vredig alsof het over een ballet ging en' misschien was dat ook zo de leus werd meegevoerdf „De Braauw aan een touw". Dat rijmt en als het verder1 nog iets betekent is het dat volgens zo'n tienduizend mensen deze minister opge hangen moet worden. Of werd er alleen maar bedoeld dat hij aan hun leiband moest lopen? Deze situaties roepen bij mij twee vragen op. De eerste is een uitgesproken nieuwsgie righeid naar de dikte van de door Cornells Verhoeven huid, die deze hoogwaardig- heidsbekleaers omhult. Ik vermoed dat die huid onge veer kogelvrij moet zijn. Dat vermoeden biedt een gedeel telijke oplossing van het pro bleem waarom deze mensen niet weglopen of ontzettend boos worden. Zelfbeheersing alleen biedt geen afdoende verklaring. Maar dan blijft de vraag: moet er dan op alles geschoten worden wat kogelvrij is? Er lijkt bü zulke gelegenheden e n geweldige aggressie los te komen. Deze heeft met gerechtvaardigde kritiek weinig te maken en staat in geen enkele rede lijke verhouding daartoe. Zij heeft ook niets te maken met het verlangen de situatie te verbeteren. Het ophangen van een minister kan moei lijk beschouwd worden als een efficiënt middel om bij voorbeeld het onderwijs te verbeteren. Maar wat ik nog benauwender vind, is dat deze uitbarstingen zo'n ano niem karakter hebben. Zg zijn alleen persoonlijk inzo- verre zij zich tegen een per soon richten. Maar wie is de persoon, die er serieus achter kan staan en werkelijk wil dat de minister opgehangen wordt? De aggressie wordt geproduceerd door een ano nieme massa. Een massa is niet een bepaalde groep of het effect dat ontstaat wan neer een grote groep van mensen bijeen is en geza menlijk iets wil. Dat geza menlijk willen wordt dan vergroefd tot het geweld van duwen en dringen. Het loopt uit op een fanatieke aggres sie waarin elk doel verloren gaat. Er kunnen, om een voorbeeld te noemen, gemak kelijk en vlot honderd men sen door één deur, maar als ze er met alle geweld tegelijk door willen, komt er niemand door en verpletteren ze el- Waarschijnlijk lokt het een het ander uit. Mensen die één voor één vlot door een deur kunnen en stuk voor stuk aardig zijn, ontaarden in massa tot een brute kracht En mensen die daarmee ge' ennfronteerd worden, hullen zich in een harnas en vraoen erom beschoten te worden. Het zou mij benieuwen hoe de varieties zouden zifn, ah heei trof

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 9