■*y v Iw a m EEN DAG OP DE RENBAAN" LEVERT NOG EENS HET BEWIJS ZATERDAG 2 OKTOBER 1971 -"'V 4 |F Worden we tegen woordig soms te veel overstelpt met zwaarwich tige problemen via het bio scoopdoek en het televisie scherm? Bren gen onze huidi ge visuele me dia te weinig onbekommerd amusement van goede kwaliteit? Deze vragen rijzen onwille keurig op als we constateren me populariteit bijv. nog steeds een Stan Laurel en een Olivier Hardy nog ge nieten bij de massa zo'n dik ke dertig jaar na hun laatste werkelijk goede filmklucht. Hun twee-acters op de televisie hebben nog steeds een be nijdenswaardige kijkdichtheid en hun langere films trekken nog steeds bulderen de, volle zalen tijdens kinder- matinées. Maar niet alleen „de dikke en de dunne". Vorig jaar bracht de beeldbuis een vijftal oudere befaamde Marx Brothers in uw huiskamer. Het nogal rommeli ge, ongecoördi neerde poging om de bizarre humor van deze illustere broe- mera te bren gen. was zo groot, dat het filmbedrijf ech ter niet achter wilde blijven. De Marx Brothers verenigd in „A day at the races". Op de fauteuil Harpo, daaronder Chico en Groucho. De zwijgende clown Harpo ziet er niet tegenop om een gegeven paard in de bek te kijken. Chico en Harpo met de heldin van de film Maureen O'Sulli van, de moeder van Mia Farrow. toen nog overgebleven gebroe ders Marx. De vierde, Zeppo, die als de zogenaamde „straight man" vrijwel geen aandeel mocht hebben in de doldwaze capriolen van zijn broers, had er na het beëindi- zijn Paramount-con tract de brui aan gegeven en toen impresario gewor den. Het is ook niet leuk als je nooit eens mag meedoen als je bloedeigen broers weer eens kattekwaad uithalen. Want dat deden ze! In „Een dag op de renbaan" bijvoorbeeld zet het drietal niet alleen een heel sa natorium op stelten maar slaagt er tevens in een outsider de steeple-chase te laten win nen met alle geoorloofde, maar ook allerlei dwaze ongeoorloof de middelen. Zoals in vrijwel alle Marx-brothers-films vor- Groucho, Chico en Harpo aan het begin beslist geen team. Pas strijdend voor een ge zamenlijk ideaal een nood lijdend sanatorium in stand houden, een nobeler doel dan in de meeste van hun films slaan zij de handen ineen. En met succes, want dan is de chaos compleet. Chico is de Ita liaanse klusjesman in het sa natorium, die om de steenrijke mevrouw Upjohn als patiënt te houden, de hulp inroept van haar favoriete geneesheer dr. Hugo Z. Hackenbushwie anders dan Groucho Marx. .Totdat ik hem ontmoette wist ik niet eens dat ik iets mankeer de". verzucht mevrouw Upjohn, teleurgesteld dat de artsen in het sanatorium haar kernge zond hebben verklaard. Dr, Hackenbush, een berooide vee arts, snelt maar al te graag te hulp, azend op het chequeboek je van zijn patiënte. Met veel bravour en Chico's hulp leidt hij beroemde buitenlandse spe cialisten om de tuin in een aantal scenes vol typische „wise-cracks". Als de beroemde dr. Steinberg tenslotte na tal van vernederingen Hackenbush voor gek verklaart, antwoordt deze doodleuk: „Dat zeiden ze van Pasteur ook". De ondeugende, zwijgende clown Harpo heeft in deze film aan vankelijk weinig te doen. Dat komt pas aan het slot als hij met Chico een compromitteren de afspraak van de amoureuze Hackenbush gewelddadig ver stoort en in de climax: de hin den dat zich mateloos ergert aan de stem van de schurk van het verhaal. owonderaars van de Marx Bro thers en hun vaak oeverloos stomme Harpo betreft commu niceren, kunnen hun hart op halen aan een zeven minuten durende dialoog, waarin Chico aan Groucho een waardeloze tip voor de volgende race ver koopt en hem vervolgens pog een groot aantal boeken ver koopt omdat de bewuste tip in Zo zetten Harpo en Chico de handeling ook nog geruime tijd op briljante wijze stil met een mime-spel, waarin Harpo tracht duidelijk te maken, dat er gevaar dreigt voor Hacken bush. Is het een genot om naar de capriolen van deze ras clowns te kijken, de entpurage Maar wat wil je, als je be denkt, dat de jonge heldin ge speeld wordt door Maureen O'- Sullivan, de moeder van Mia Farrow en grootmoeder van André Prévins 'weel'ng Alan Jones is de mooie zingende jongen, die haar niet zonder succes het hof maakt en voor de muzikale omlijsting moet zorgen, maar Sig Rumann als de ingebeelde buitenlandse spe cialist en de brave Margaret Dumont als de veelgeplaagde Brothers, die met deze vilclt staan. Hun houding tegenover de gevestigde maatschappij, is niet zozeer destructief uit op recht gemeende verontwaardi ging, maar gewoon het gevolg van het feit, dat zij overal lak aan hebben. Geen bankdirecteur of professor is veilig voor dit drietal dat als een wervelwind over het doek gaat en een spoor van vernie ling achterlaat, alles en ieder een op hun pad wegmaaiend mende blij— pid Zij het witte het bevrijdend 'an drie clowns al in de jaren <1< g alle heilige huisjes te zien om ver schoppen, die hen in de weg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1971 | | pagina 11